Plan: | Donckse Velden |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0597.BPSLIK2010DoncVeld-OH01 |
Landschappelijke cultuurhistorische waarden
Met betrekking tot de landschappelijke waarden wordt in de Cultuurhistorische Hoofdstructuur van Zuid-Holland, Regio Hoeksche Waard, IJsselmonde en Eiland van Dordrecht aangegeven dat de dijk als historisch landschappelijke lijn een redelijk hoge waarde bezit (figuur 3.2, gele lijn). Vanwege de profielwijzigingen die in het verleden zijn aangebracht, wordt de dijk betiteld als een verstoorde dijk.
Het woonbuurtje is in de Cultuurhistorische Waardenkaart Van Zuid Holland, grotendeels aangewezen als een uit de periode 1850-1950 daterend, gaaf dijklint. Op de waarderingskaart is een zeer hoge waarde toegekend aan dit buurtje (figuur 3.2). Het buurtje is tevens aangewezen als gemeentelijk monument.
Het Huys ten Donck met het bijbehorende uitgestrekte park, het buitendijks gelegen 'oeverbos' en de arbeiderswoningen is één van de belangrijkste landgoederen van Zuid-Holland. Met betrekking tot de nederzettingenstructuur wordt aan het Huys ten Donck een zeer hoge waarde toegekend. Deze waarde is van toepassing omdat de structuur intact is gebleven (verhouding bebouwd-onbebouwd, huispercelen, wegen, weg- en perceelsloten, bruggetjes en er is weinig nieuwbouw tussen of achter de oorspronkelijke panden) en omdat de bebouwing zelf redelijk bewaard is gebleven. Ook de relatie van het landgoed met het bijbehorende open achterland wordt als waardevol gezien. Om deze reden is een invloedszone aangegeven. Deze zone bestrijkt het gebied tussen de Benedenrijweg en de Kievitsweg (figuur 3.2).
Figuur 3.2 Landschappelijke en cultuurhistorische waarden (bron: CHS Provincie Zuid-Holland)
Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing
Het Huys ten Donck, de dienstwoning met koetshuis op het landgoed, de bijbehorende parkaanleg en twee dienstwoningen aan de westkant van de Donckselaan zijn rijksmonument. Het woonbuurtje aan de Doncksestraat is gedeeltelijk gemeentelijk monument. In Hoofdstuk 4 en in Bijlage 1 en Bijlage 2 wordt nader op de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing in gegaan.
Archeologie
Het Verdrag van Malta is in 1992 ondertekend en in 1995 in werking getreden. Doelstelling van het Verdrag van Malta is de bescherming en het behoud van archeologische waarden. Als gevolg van dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen. De inhoud van het Verdrag van Malta is neergelegd in de Wet op de Archeologische Monumentenzorg die op 1 september 2007 van kracht is geworden en een wijziging van de Monumentenwet 1988 tot gevolg heeft gehad. Op grond van deze aangescherpte regelgeving stellen Rijk en provincie zich op het standpunt dat in het ruimtelijk beleid zorgvuldig met het archeologische erfgoed moet worden omgegaan. Voor gebieden waar archeologische waarden voorkomen of waar reële verwachtingen bestaan dat ter plaatse archeologische waarden aanwezig zijn, dient voorafgaand aan bodemingrepen archeologisch onderzoek te worden uitgevoerd. De uitkomsten van het archeologisch onderzoek dienen vervolgens volwaardig in de belangenafweging te worden betrokken.
Het Rijk heeft deze beleidsuitgangspunten neergelegd in onder meer de Cultuurnota 2005-2008, de Nota Belvedère, het Structuurschema Groene Ruimte 2, de Nota Ruimte, de Wijziging van de Monumentenwet 1988 en diverse publicaties van het Ministerie van OC&W.
Het plangebied is opgenomen in de Cultuurhistorische Hoofdstructuur van Zuid-Holland, Regio Hoeksche Waard, IJsselmonde en Eiland van Dordrecht. Er is grotendeels sprake van een lage kans op het aantreffen van archeologische sporen. In een klein gebied langs de Kievitsweg is sprake van een redelijke tot grote kans op het aantreffen van archeologische sporen.
Figuur 3.3 Archeologische verwachtingswaarde (bron: CHS Provincie Zuid-Holland)
De lage verwachtingswaarde betekent niet dat het plangebied leeg is. In algemene zin geldt voor de wijde omgeving van Slikkerveer dat, met name wanneer gebieden in de late Middeleeuwen onderhevig zijn geweest aan overstromingen, het als zeker verondersteld wordt dat goed bewaarde resten van overslibde dorpen aanwezig zijn.
Voor de mogelijk te ontwikkelen locaties in het bestemmingsplan in de gebieden met een lage trefkans is het niet noodzakelijk voorafgaand aan de ontwikkeling een verkennend archeologisch (boor)onderzoek uit te voeren. Voor de ontwikkeling langs de Kievitsweg dient wel een dergelijk onderzoek uitgevoerd te worden. Eventuele vondsten gedaan tijdens bijvoorbeeld de planuitvoering vallen wel onder de meldingsplicht zoals vastgelegd in artikel 53 van de Monumentenwet 1988.