8.2 Bouwregels
8.2.1 Hoofdgebouwen
Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen hoofdgebouwen ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:
-
a. hoofdgebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd binnen bouwvlakken;
-
b. de maximale goot- en bouwhoogte is aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte (m)';
-
c. het bebouwingspercentage maximaal 55 % bedraagt, tenzij anders is aangegeven.
8.2.2 Aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen
Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat:
-
a. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen maximaal 4 m bedraagt;
-
b. de goothoogte van aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw en;
-
c. de diepte van aan- en uitbouwen maximaal 4 m bedraagt, gemeten uit de oorspronkelijke achtergevelbouwgrens en;
-
d. het gezamenlijk grondoppervlak aan aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen maximaal 150 m2 bedraagt en;
-
e. voor zover de bestaande maatvoering van aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen afwijkt van het bepaalde in dit sublid, mag deze bebouwing worden gehandhaafd waarbij de bestaande maatvoering als maximale maatvoering geldt.
8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Op de in lid 8.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met inachtneming van het gestelde in sublid 21.2.3.