direct naar inhoud van Artikel 7 Kantoor
Plan: Mossenest
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0576.BP201200019-0003

Artikel 7 Kantoor

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. zelfstandige kantoren;
  • b. bij deze bestemming behorende voorzieningen zoals tuinen, erven, terreinen, groenvoorzieningen, water, waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen en parkeervoorzieningen.
7.1.1 Ten behoeve van het toegestane gebruik zijn op en in deze gronden toegelaten:
  • a. gebouwen;
  • b. aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen;
  • c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
7.2 Bouwregels
7.2.1 Hoofdgebouwen

Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen hoofdgebouwen ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. hoofdgebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd binnen bouwvlakken;
  • b. de maximale bouwhoogte is aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)';
  • c. het bebouwingspercentage maximaal 100 % bedraagt, tenzij anders is aangegeven;
  • d. de afstand van een vrijstaand hoofdgebouw respectievelijk blok van aaneengebouwde hoofdgebouwen tot de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt tenminste 3 m, dan wel een kleinere afstand indien daarvan sprake is in bestaande situatie.
7.2.2 Aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen

Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. de goothoogte van aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen maximaal 3 m bedraagt;
  • b. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen maximaal 4 m bedraagt;
  • c. de goothoogte van aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen niet meer bedraagt dan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw en;
  • d. de diepte van aan- en uitbouwen maximaal 3 m bedraagt, gemeten uit de oorspronkelijke achtergevelbouwgrens en;
  • e. het gezamenlijk grondoppervlak aan aan- en uitbouwen en/of bijgebouwen maximaal 25 m2 bedraagt.
7.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op de in lid 7.1 bedoelde gronden mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met inachtneming van het gestelde in sublid 21.2.3.