Plan: | Regentesse-/ Valkenboskwartier |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0518.BP0226CRgenValkbkw-50VA |
Bebouwingsbeeld Regentessekwartier
De stedenbouwkundige structuur van de wijk is helder en bestaat voornamelijk uit rechthoekige gesloten bouwblokken. Deze orthogonale structuur wordt doorsneden door een diagonaal. De belangrijkste kruispunten zijn in pleinvorm opgezet.
Het Regentessekwartier kent drie stedenbouwkundig van elkaar te onderscheiden gebieden:
De aanleg van het rechte stratenpatroon met een centraal gesitueerd rechthoekig plein (het Koningsplein) is tot stand gekomen volgens een door een particuliere bouwgrondmaatschappij gemaakt plan. De reeds bestaande verkaveling van poldersloten en wegen was bepalend voor de richting van het stratenpatroon;
De verkaveling is gebaseerd op het stratenplan van Lindo. Het gebied heeft eveneens een recht stratenpatroon maar wordt diagonaal doorsneden door de Regentesselaan met op de kruising van de secundaire as (de Weimarstraat) het Regentesseplein;
In dit gebied liggen de bedrijfsterreinen van het Gemeentelijk Energiebedrijf Zuid-Holland-west (voorheen Gemeentelijk Energiebedrijf) en het recent aangelegde wijkpark De verademing. Dit deel valt grotendeels buiten het bestemmingsplangebied. Op het terrein staat het oudste gebouw van de wijk, namelijk de directeurswoning van de voormalige Gasfabriek uit 1875.
Een "buurtje in de buurt" wordt gevormd door de straten tussen de Hondiusstraat en de Gaslaan. Voor de arbeiders van de voormalige Gasfabriek werden hier tussen 1886 en 1888 aaneengesloten arbeiderswoningen gerealiseerd in een sobere neorenaissance baksteenarchitectuur.
Het overige deel van het Regentessekwartier was opgezet als woonwijk voor de middenstand en beter betaalde arbeider, waarbij her en der verspreid tevens kleine bedrijfjes waren gevestigd. Globaal genomen is de bebouwing ten noorden van de Weimarstraat ruimer van opzet dan ten zuiden hiervan. Het winstoogmerk leidde tot een hoge bebouwingsdichtheid. De wijk heeft dan ook een stenig karakter, getypeerd door lange aaneengesloten gevelwanden. Vrijwel alle huizen zijn direct aan de straat gebouwd. Alleen in de Stephensonstraat, Copernicusstraat en Gallileïstraat zijn panden met voortuintjes. Kenmerkend is tevens de geringe diepte van de bouwblokken en de relatief lange aanbouwen tegen de achtergevels van de woningen.
Mede door toedoen van een wijziging van de "Verordening regelende de Bouwpolitie" in 1892, waarmee de hofjesbouw op binnenterreinen werd verboden, zien we dat aan het einde van de 19e en het begin van de 20e eeuw lange uitbouwen, vaak over twee tot drie lagen, veelvuldig worden toegepast. Pas met de Gemeentelijke Bouw- en Woonverordening van 1906 worden ook beperkingen opgelegd aan het vrij uitbouwen aan de binnenzijde van de bouwblokken.
Het merendeel van de panden in het Regentessekwartier bestaat uit kleine aaneengeschakelde bouwprojecten van twee of drie bouwlagen onder een kap of plat dak, eventueel voorzien van voor- en achterschild. Souterrains komen incidenteel voor. De meeste panden zijn beneden- en bovenwoningen hoewel het herenhuis, met name ten noorden van de Weimarstraat zeker geen uitzondering is. Dat de portiekwoning pas na 1900 een wijde verspreiding vindt in Den Haag is in het Regentessekwartier duidelijk waarneembaar.
Behoudens latere invullingen komt dit woningtype in de wijk nog niet voor met uitzondering rond de Constant Rebecquestraat. Dit deel van de wijk is ook pas na 1911aangelegd.
Het Regentessekwartier is een van de laatste wijken waarin de neorenaissance nog de belangrijkste bouwstijl is. De rijkste neorenaissance gevels van de wijk zijn te vinden aan de Regentesselaan ten noorden van het Regentesseplein. De straten ten noorden van de Weimarstraat bezitten doorgaans een rijker gevelbeeld dan die in het zuidelijk deel van de wijk.
Behoren de vroegste gevelwanden nog tot de neorenaissance, de latere bebouwing, met name ten westen van de Regentesselaan geeft een strakker gevelbeeld te zien met hier en daar Art Nouveau details.
Bebouwingsbeeld Valkenboskwartier
De bebouwing van het Valkenboskwartier wordt gekenmerkt door aaneengesloten gevelwanden aan de straat. Een aantal bouwblokken zijn terugliggend gesitueerd, waardoor de woningen voortuinen hebben. Dit komt in het Valkenboskwartier vaker voor dan in het Regentessekwartier.
Het merendeel van de panden heeft een opbouw van drie bouwlagen met een plat dak of twee/ drie bouwlagen met een kap. Vrijstaande woningen komen niet voor. De bouwblokken hebben een beperkte diepte met relatief lange aanbouwen, vaak over meerdere bouwlagen.
De bebouwing bestaat voornamelijk uit beneden - en bovenwoningen en portiekwoningen. In de Buys Ballotstraat, de Galileïstraat, de Marconistraat, de Laan van Meerdervoort, delen van de Valkenboslaan en de Weimarstraat komen eengezinswoningen voor. Tussen de Valkenboslaan en de Valkenboskade overheersen de beneden- en bovenwoningen met twee deuren aan de straatzijde. Portiekwoningen komen slechts incidenteel voor. De andere zijde van de Valkenboslaan heeft het tegenovergestelde beeld. De portiekwoning is hier overheersend.
Stilistisch behoort de bebouwing tot de overgangsarchitectuur. De toepassing van houten erkers en details afkomstig uit de vormentaal van de neorenaissance en Art Nouveau bepalen het beeld. Over het algemeen is de architectuur sober en eenvoudig van vormgeving. Rijkere gevelwanden zijn in de bovengenoemde straten met eengezinswoningen te vinden.
Beschermende stadsgezichten
Een klein gedeelte van het rijksbeschermde stadsgezicht Duinoord ligt in het plangebied. Het gaat om de percelen Laan van Meerdervoort 170 tot en met 334 en Regentesselaan 1 tot en met 5. De rest van het plangebied valt onder de gemeentelijk beschermd stadsgezichten Regentesse- of Valkenboskwartier.
Monumenten
In het plangebied zijn geen gebouwen of bouwwerken aanwezig die zijn aangewezen als rijksmonument. De onderstaande gebouwen en bouwwerken zijn aangewezen als gemeentelijk monument.
Adres | Beschrijving |
Beeklaan 186 en 188 | Kerk, Neo-Gotiek |
Beeklaan 303 | Kruidenierswinkel met bovenwoning, Art Deco |
Conradkade - Suezkade | Brug, Art Deco |
Fahrenheitstraat 335 t/m 341 | Voormalig postkantoor, Overgangsarchitectuur |
Newtonplein | Gedenkmonument |
Regentesseplein | Gedenknaald |
De Laan van Meerdervoort, de Loosduinseweg, de Noordwest Buitensingel/ Koningin Emmakade, Beeklaan en de Valkenboslaan zijn de belangrijkste hoofdverkeerswegen van het plangebied. Binnen deze hoofdontsluitingswegen liggen wijkontsluitingswegen. Dit zijn naast de Beeklaan de diagonale assen Valkenboslaan en Regentesselaan, die doorkruist worden door de secundaire assen van de Edisonstraat, Weimarstraat en de Fahrenheitstraat. Pleinachtige ruimten zijn te vinden rond de kruisingen van deze wegen.
In het plangebied zijn op verschillende plekken vrijliggende fietspaden aanwezig. De fietsroute die via de Mackaystraat en de Asmansweg langs het park de Verademing loopt, heeft een recreatief karakter.
Het openbaar vervoer in Regentesse- en Valkenboskwartier is geregeld middels bus- en tramlijnen. Het gaat om de volgende tramlijnen:
Verder rijden de buslijnen 20 (door de Weimarstraat en de Valkenboslaan) en 21 (door de Valkenboslaan) door het plangebied.
Het water van de Valkenboskade en het Afvoerkanaal aan de Suezkade zijn de enige waterpartijen in het plangebied. Beide waterlopen worden aan beide zijden geflankeerd door groenstroken.
Daarnaast zijn de Loosduinseweg, de Regentesselaan, de Valkenboslaan en het noordelijk deel van de Beeklaan voorzien van laanbeplanting. De laanbeplanting van de Loosduinseweg wordt op sommige plekken onderbroken door kruisingen met andere ontsluitingswegen. Ter plaatse van de terugliggende bebouwing bij de kruising met de Valkenboslaan is een groenstrook aanwezig waarin ook speelvoorzieningen opgenomen zijn. De laan beplanting in de middenbermen van de Regentesselaan, de Valkenboslaan en het noordelijk deel van de Beeklaan wordt onderbroken door parkeerplaatsen en diverse nutsvoorzieningen.
Het plangebied bevat ook enkele pleinen die voorzien zijn van groen. Het Regentesseplein en het Newtonplein zijn groenvoorzieningen met een monumentaal karakter. In beide groenvoorzieningen staat een gedenkteken. Het Koningsplein en het plein aan de kruising Gaslaan/ Karel Roosstraat zijn ook pleinen met groen, maar bevat net als het Newtonplein recreatieve voorzieningen. Het Kepplerplein en het Kamerlingh Onnesplein zijn overwegend bestrate pleinen met beplanting en speelvoorzieningen.
In het bouwblok Galileïstraat, Weimarstraat, Beeklaan is de stadstuin Emma's Hof aangelegd. Deze stadstuin biedt ruimte voor zit-, speelgelegenheid in een groene setting, die beheerd wordt door een stichting. Daarnaast is het mogelijk dat er te behoeve van de bewoners bijeenkomsten in de vorm van voorstellingen en presentaties gehouden kunnen worden.
Tot slot kan nog vermeld worden dat één monumentale boom in het plangebied aanwezig is. Het betreft een tamme kastanje (Castanea sativa) die in de voortuin van de Galileïstraat 144-146 staat.
Geologie
Het plangebied ligt volgens de Nieuwe Geologische kaart van Den Haag en Rijswijk in het strandwallenlandschap dat niet of nauwelijks met Jong Duin (de Laag van Den Haag) bedekt is. Strandwallen zijn grofweg evenwijdig aan de kustlijn gelegen zandruggen die enige duizenden jaren voor Christus door natuurlijke processen zijn gevormd. De lage gebieden tussen deze ruggen worden strandvlaktes genoemd. De hooggelegen strandwallen en daarop afgezette duinen kwamen tot ontwikkeling doordat in de kustzone veel zand door de zee werd afgezet (Laag van Rijswijk) waardoor hoogtes ontstonden die niet meer door iedere vloed overspoeld werden. Vervolgens kon het zand opdrogen en verstuiven. Dit proces, waarbij de invloed van de zee werd teruggedrongen, voltrok zich in de periode tussen 3800 tot 2200 voor Christus. Het gebied kon daardoor moeilijk ontwateren met als gevolg dat het grondwater steeg en het veen zich vanaf 2200 voor Christus ontwikkelde in de strandvlaktes.
Binnen het plangebied komen delen van twee verschillende strandwallen voor met daartussen een vrij smalle strandvlakte. De noordelijke helft van het plangebied, vanaf ongeveer de Weimarstraat, wordt door een van die strandwallen ingenomen. De Laan van Meerdervoort, de noordelijke grens van dit bestemmingsplangebied, volgt bij benadering de as van deze strandwal. De tweede, veel smallere, strandwal ligt ter hoogte van de Loosduinseweg.
De tussenliggende met veen gevulde strandvlakte bevindt zich tussen de Weimarstraat en de Noorderbeekdwarsstraat en het verlengde daarvan.
Archeologie
Strandwallen hebben altijd archeologische potentie. De vroegste waren al in het derde millennium v. Chr. (de late Steentijd) geschikt voor menselijke bewoning. Op veel plekken binnen de gemeentegrenzen (en daarbuiten) zijn er vondsten op gedaan en resten van nederzettingen op teruggevonden, zowel uit de prehistorie als uit de Romeinse tijd en daarna. Strandvlaktes waren minder geschikt om te bewonen: als ze niet te nat waren, waren ze echter wel heel geschikt voor akkerbouw en voor het weiden van het vee dat men had. Vooral de overgangszone tussen strandwal en – vlakte was daarvoor geschikt.
Die situatie bleef tot lang na de middeleeuwen onveranderd. Tot nu toe zijn binnen het bestemmingsplangebied geen vondsten gedaan die wijzen op bewoning in de pre- en vroeghistorische periodes. Verrassend is dit niet, omdat de wijken zijn gebouwd in een periode waarin voor archeologie geen belangstelling en expertise bestond.
Tot in het midden van de 19e eeuw was, op de plek waar nu het politiebureau en het stadsdeelkantoor gevestigd zijn (hoek van de Weimarstraat en Fahrenheitstraat), de boerenhoeve “Valkenbosch” gesitueerd. Deze boerderij, waaraan de wijk haar naam te danken heeft, gaat terug tot de 17e eeuw. De naam verwijst naar een valkenier van de prins van Oranje die het terrein in bezit heeft gehad.
De Loosduinseweg, gelegen op de strandwal, is altijd de verbinding geweest tussen Den Haag en Loosduinen. In de 17e eeuw werd langs deze weg een vaart gegraven, om meer vrachtverkeer naar de stad mogelijk te maken. Toen deze gracht eenmaal was aangelegd, kon deze ook voor zandtransport worden gebruikt. Vanaf die periode is deze strandwal dan ook aan weerszijden van de Loosduinseweg afgegraven. Eventuele archeologische waarden zijn daarbij hoogstwaarschijnlijk verdwenen.
Naast tal van particuliere kabels en leidingen liggen in het plangebied hoofdleidingen in het bestemmingsplangebied. Het gaat om een aardgasleiding, twee ondergrondse hoogspanningsverbindingen van TenneT en twee persleidingen voor water. De aardgasleiding en de hoogspanningsverbindingen liggen onder de Monstersestraat en lopen via de Tripstraat naar de EON-centrale op het terrein van de Verademing. Deze leidingen liggen grotendeels buiten het plangebied (zie ook Buisleidingen). De ene waterpersleiding komt bij het tankstation Valkenboslaan 333 het plangebied in en volgt verder de Valkenboskade. De andere persleiding komt van de De La Reyweg en komt over de Loosduinsekade het plangebied in. De persleiding vervolgt daarna de route Noorderbeekdwarstraat, Fultonstraat, Beeklaan, Valkenbosplein en gaat bij de Ieplaan het plangebied uit.(zie ook afvalwater en riolering).
Daarnaast is de aanwezigheid van kabels en leidingen bovengronds te zien aan de vele regelstations in het plangebied. In de middenbermen van de Regentesse-, Valkenboslaan en de Beeklaan (ten noorden van Galileïstraat) staan verschillende regelstations. Daarnaast zijn in de Cartesiusstraat 1 (Eneco) en de Dibbetstraat tussen de nummers 63 en 75 (HTM) regelstations aanwezig.