direct naar inhoud van 2.2 Ontstaansgeschiedenis
Plan: Regentesse-/ Valkenboskwartier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0226CRgenValkbkw-50VA

2.2 Ontstaansgeschiedenis

2.2.1 Regentessekwartier

Het Regentessekwartier dankt zijn naam aan de periode 1890-1898, waarin koningin Emma als regentes optrad voor haar dochter Wilhelmina. De stedelijke uitleg van deze wijk kwam voor een groot deel in deze periode tot stand.

Het Regentessekwartier ligt aan de zuidwest kant van het Centrum en wordt omsloten door de Laan van Meerdervoort, de Koningin Emmakade, de Noordwest Buitensingel, de Loosduinseweg en de Beeklaan. Een deel van het Regentessekwartier, te weten het voormalig Gemeentelijk industrieterrein (nu park De Verademing) en het gebied rond de energie centrale, valt buiten de grenzen van het bestemmingsplan.

Ontwikkelingsgeschiedenis

Het Regentessekwartier is gebouwd in de Veenpolder evenals het Zeeheldenkwartier, bekend onder de naam 't Kleine Veentje. De Laan van Meerdervoort vormt globaal de scheiding tussen het veen en de zandgronden. De Beeklaan, genoemd naar de Haagse Beek, vormde de grens tussen 't Kleine Veentje en de Mientpolder. De Beeklaan was tot 1902 de gemeentegrens met Loosduinen.

Een deel van de wijk bestond uit bedrijfsterreinen. De ontwikkeling hiervan was al gestart voor de stedelijke uitleg van het Regentessekwartier. Naast de in 1871 ingerichte As- en Vuilnisstaal werd in 1875 begonnen met de bouw van de Gemeentelijke Gasfabriek aan de Gaslaan. In aansluiting hierop werd “de blauwe pannenbuurt”, een cluster arbeiderswoningen, gerealiseerd.

Van infrastructureel belang voor het gebied was de aanleg in de jaren tachtig van de 19e eeuw van twee tramstoomlijnen en het Verversingskanaal (later Afvoerkanaal genoemd). Eén tramlijn ging vanaf de lijnbaan over de Loosduinseweg naar het Westland. De andere tramlijn (1886-1888) liep van het station Hollands Spoor via het huidige tracé van lijn 11 over de Conradkade naar Scheveningen. Het Verversingskanaal, bedoeld voor de lozingen van het grachtwater in de zee, was in 1889 gereed.

De formele uitleg van het stratenplan van het oudste deel van het Regentessekwartier, Koningsplein e.o., was in feite nog een voortzetting van de stadsuitbreiding van het Zeeheldenkwartier, die in het midden van de jaren tachtig van de 19e eeuw de Waldeck Pyrmontkade genaderd was.

Het gebied ten zuiden van de Marnixstraat, waar van oudsher een aantal tuindersbedrijven was gevestigd, bleef langere tijd onbebouwd. Hier werd in 1904 aansluitend op de terreinen van de Gasfabriek de Gemeentelijke Electrische Centrale gebouwd. De verdere uitleg van het stratenplan op deze locatie werd pas vanaf 1911 gerealiseerd. Deze invulling met de diagonale as van De Constant Rebecquestraat is conform het uitbreidingsplan van H.P. Berlage uit 1908.

De uitleg rond het Koningsplein was nog tot stand gekomen zonder directe bemoeienis van de gemeente. Voor de verdere aanleg tot aan de Beeklaan werd de bemoeienis van de gemeente op de stadsuitbreidingen voor het eerst sinds de aanleg van het Oranjeplein en omgeving (1860) weer merkbaar. Deze inbreng ging vooralsnog niet verder dan het aangeven van de hoofdontsluitingswegen. Voor dit deel van het Regentessekwartier maakte ir. I.A. Lindo, de directeur van de Dienst der Gemeentewerken, eind 19e eeuw een stratenplan.

De stedenbouwkundige opvattingen van Lindo werden beheerst door een verkeerstechnische invalshoek. Essentieel was een goede ontsluiting van de wijk. Deze kon zijns inziens het best worden bereikt door middel van een diagonaal door de wijk (hoofdontsluitingsweg) met hierop aansluitend secundaire assen. Het Regentessekwartier is hierdoor de eerste Haagse stadswijk, die een dergelijke diagonaal bevat: de huidige Regentesselaan. De kruising van de Regentesselaan en de Weimarstraat werd vormgegeven middels een rechthoekige pleinachtige ruimte. Ten aanzien van pleinen stond Lindo op het standpunt, dat echte pleinen niet mogelijk waren omdat de gemeente onvoldoende bevoegdheden had om de daarvoor noodzakelijke monumentale bebouwing af te dwingen.

De overige stratenaanleg en de bebouwing van de wijk was nog geheel het terrein van de particuliere bouwgrondmaatschappijen en particuliere aannemers. Aan het begin van de 20e eeuw was de bebouwing tot aan de Beeklaan voltooid. De daarop volgende vijftig jaar veranderde de wijk nauwelijks.

Naoorlogse veranderingen

De bebouwing op de bedrijfsterreinen en aansluitende randen langs de Loosduinseweg en Noordwest Buitensingel is grotendeels na-oorlogs. De oorspronkelijke Electrische Centrale (1904-1905 en 1914-1916) werd in 1957 grotendeels vervangen door een moderne centrale. Daarnaast was er de vuilverbrandingsinstallatie gevestigd, die met zijn hoge metalen schoorstenen duidelijk aanwezig was. Begin jaren '90 van de vorige eeuw is deze afgebroken. Op de locatie ligt nu het wijkpark De verademing en aanvullende nieuwbouw van woningen.

In de jaren '50 vond sanering plaats langs de Van Boecopkade en de Cort Heyligersstraat. De bebouwing langs de Noordwest Buitensingel en de Loosduinseweg tot aan de Gaslaan bestaat voornamelijk uit vrijstaande kantoor-/ bedrijfspanden en woningbouw van recente tijd.

Stadsvernieuwingsactiviteiten in het Regentessekwartier vinden voornamelijk ten zuiden van de Weimarstraat plaats. De schaal van de nieuwbouw is afgestemd op de omringende 19e eeuwse bebouwing. In 1975 is de stedenbouwkundige belangrijke Regentessekerk (1901) aan het Regentesseplein gesloopt. Op deze plek is een wijk- en dienstencentrum met daarboven seniorenwoningen gebouwd. Een afwijkend element (qua schaal en architectuur) is de woontoren met supermarkt op de hoek van de Conradkade en de Laan van Meerdervoort.

Van de breed aangelegde straten hebben de Regentesselaan, het brede deel van de Beeklaan en het Verversingskanaal hun oorspronkelijke lineaire groenstructuur grotendeels behouden. Langs de Laan van Meerdervoort is deze groenstructuur ten behoeve van het verkeer verdwenen. De Weimarstraat kreeg al snel een belangrijke winkelfunctie die in de loop van de 20e eeuw sterker is geworden.

Ten westen van de Suezkade kent deze straat vrijwel aaneengesloten rijen winkels en andere functies. In de voornamelijk als woonstraten bedoelde Laan van Meerdervoort, Koningin Emmakade, Regentesselaan ten noorden van het Regentesseplein en Beeklaan is in de loop van de 20ste eeuw een mengeling opgetreden van wonen, winkels, kleine bedrijven en kantoren. Langs de zuidrand van de terreinen grenzend aan de Loosduinseweg is eveneens een menging te zien van winkels, bedrijven en wonen.

2.2.2 Valkenboskwartier

Het Valkenboskwartier, gelegen in de vroegere Mientpolder, dankt haar naam aan de voormalige buitenplaats Valkenbosch op de kruising van de Valkenboskade en de Mient. De buitenplaats is in 1857 afgebroken.

Het Valkenboskwartier is zowel stilistisch als stedenbouwkundig te splitsen in twee delen met als grens de Valkenboskade. Het deel van het Valkenboskwartier dat gelegen is in het bestemmingsplangebied wordt omsloten door de Valkenboskade, de Loosduinseweg, de Beeklaan en de Laan van Meerdervoort.

Ontwikkelingsgeschiedenis

Dit deel van het Valkenboskwartier is tussen 1903 en de Eerste Wereldoorlog aangelegd als woonwijk voor de middenstand en beter betaalde arbeider met verspreid tevens kleine bedrijfsvestigingen.
De stedenbouwkundige aanleg is in feite een voortzetting van de stedenbouwkundige opzet van Regentessekwartier grotendeels gebaseerd op het stratenplan van ir. I.A. Lindo. Een groot aantal straten dat van het Regentessekwartier uitkomt op de Beeklaan vindt zijn vervolg in het Valkenboskwartier. Door de vergelijkbare stedenbouwkundige opzet, de continuering van het stratenpatroon en het bebouwingsbeeld lopen beide wijken nagenoeg in elkaar over. In het deel van de Weimarstraat tot de Loosduinseweg liggen de straten niet exact in elkaars verlengde. Dit komt door de grotere maat van de bouwblokken in het Valkenboskwartier, die planmatig zijn gebouwd en de smallere bouwblokken in het Regentessekwartier, die het resultaat zijn van speculatiebouw. Voorbeelden hiervan zijn terug te vinden bij de Kepplerstraat, Newtonstraat en de Cartesiusstraat ter plaatse van de Beeklaan.

Het gebied omsloten door de Weimarstraat, Valkenboskade, Laan van Meerdervoort en Fahrenheitstraat, dat tussen ca. 1910-1915 als laatste onderdeel tot stand kwam, is onderdeel van het uitbreidingsplan van Lindo uit 1903 en overgenomen door Berlage (1908).

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0226CRgenValkbkw-50VA_0004.png"

Het plangebied volgens het uitbreidingsplan 's-Gravenhage van Ir. L.A. Lindo uit 1905.

Naoorlogse veranderingen

De Weimarstraat kreeg al snel een belangrijke winkelfunctie, die in de loop van de 20e eeuw verder werd versterkt. Ook in de Beeklaan, de Edisonstraat, de Copernicusstraat en in mindere mate de Laan van Meerdervoort en de Valkenboskade is de oorspronkelijke woonfunctie gedeeltelijk vervangen door niet-woonfuncties zoals detailhandel, dienstverlening en horeca.

Al in 1932 werd de Loosduinse Vaart tussen de Fahrenheitstraat en de Lijnbaan gedempt, in 1982 gevolgd door het deel tussen de Fahrenheitstraat en de Valkenboskade. Dit laatste gedeelte is ingericht als speelplaats met openbare groenvoorziening. Langs de Loosduinseweg en de Laan van Meerdervoort is ten behoeve van het verkeer de oorspronkelijke lineaire groenstructuur verdwenen.

Andere grootschalige naoorlogse nieuwbouw zijn het bejaardentehuis aan het Newtonplein en de woningbouw in de Newtonstraat. Van recente datum is het stadsvernieuwingsproject aan de Beeklaan, Met de nieuwbouw is ook het straatprofiel verbreed. Dit project sluit aan bij de nieuwbouw in de aansluitende dwarsstraten.