direct naar inhoud van 4.6 Water
Plan: Regentesse-/ Valkenboskwartier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0518.BP0226CRgenValkbkw-50VA

4.6 Water

Het Hoogheemraadschap van Delfland is verantwoordelijk voor het waterkwantiteits- en waterkwaliteitsbeheer in het plangebied. Bij het opstellen van dit bestemmingsplan is in het kader van de watertoets overleg gevoerd over deze waterparagraaf, de plankaart en de regels. In deze paragraaf zijn de hierbij gemaakte afspraken verwerkt

4.6.1 Beleidskader

Ten aanzien van het thema water zijn er diverse beleidsstukken op verschillende niveaus van kracht. De belangrijkste worden hieronder behandeld.

Europees

De Europese Kaderrichtlijn Water (2000/60/EG) is op 22 december 2000 in werking getreden. De richtlijn heeft tot doel de kwaliteit van al het oppervlakte- en grondwater in Europa te verbeteren. De richtlijn stelt daartoe eisen aan het waterbeheer in alle lidstaten. Streefdatum voor het bereiken van gewenste waterkwaliteit is 2015, met eventueel uitstel tot 2027. De doelstellingen worden uitgewerkt in (deel)stroomgebiedsbeheerplannen. In deze plannen staan de ambities en maatregelen beschreven. De Europese Kaderrichtlijn heeft, waar het de gemeente betreft, consequenties voor riolering, afkoppelen, toepassing van bouwmaterialen en het ruimtelijke beleid.

Nationaal

Het Nationaal waterbeleid is vastgelegd in de Vierde Nota Waterhuishouding en het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW). Kern is dat het waterbeheer in Nederland gericht moet zijn op een veilig en goed bewoonbaar land met gezonde, duurzame watersystemen. Belangrijk is om de drietrapsstrategie vasthouden, bergen en afvoeren als afwegingsprincipe te hanteren. Tevens is in het NBW vastgelegd, dat de watertoets een verplicht te doorlopen proces is in water relevante ruimtelijke planprocedures. Voor waterkwaliteit geldt als uitgangspunt dat verontreiniging van het water voorkomen dient te worden. Op 22 december 2009 is de Waterwet in werking getreden. Een achttal wetten is samengevoegd tot één wet, de Waterwet. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater en verbetert ook de samenhang tussen waterbeleid en ruimtelijke ordening. Een belangrijk gevolg van de Waterwet is dat de huidige vergunningstelsels uit de afzonderlijke waterbeheerwetten worden gebundeld. Dit resulteert in één vergunning, de Watervergunning.

Provinciaal

In het Provinciaal Waterplan Zuid-Holland 2010 - 2015 staat uitgebreid beschreven hoe de provincie, samen met waterschappen en andere partners, een duurzame en klimaatbestendige delta zal realiseren en behouden, waar het veilig en aangenaam wonen, werken en recreëren is. De opgaven van de Europese Kaderrichtlijn Water, het Nationaal Bestuursakkoord Water en het Nationale Waterplan zijn vertaald naar strategische doelstellingen voor Zuid-Holland. Het Waterplan heeft vier hoofdopgaven:

  • 1. Waarborgen waterveiligheid;
  • 2. Zorgen voor mooi en schoon water;
  • 3. Ontwikkelen duurzame zoetwatervoorziening;
  • 4. Realiseren robuust en veerkrachtig watersysteem.

Hoogheemraadschap van Delfland

Het Waterbeheerplan 2010-2015, 'Keuzes maken en kansen benutten' is het document waarin Delfland de ambities voor de komende jaren heeft vastgelegd. Het plan beschrijft de doelen voor het waterbeheer en de financiële consequenties daarvan. Delfland investeert de komende jaren volop in het vergroten van de veiligheid, het verbeteren van de waterkwaliteit, het tegengaan van wateroverlast en het optimaliseren van de zuivering van afvalwater. Klimaatverandering, zeespiegelstijging verzilting en nieuwe wetten en regels gaan het waterbeheer de komende decennia ingrijpend veranderen. Bovendien dwingen de complexiteit van het gebied en de omvang van de noodzakelijke investeringen tot het stellen van prioriteiten. Delfland spreidt daarom de maatregelen in de tijd, zodat het tempo aansluit bij de mogelijkheden van de organisatie en het gebied.

Het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) is getekend op 2 juli 2003. Eén van de instrumenten om het nieuwe waterbeleid voor de 21e eeuw vorm te geven is de watertoets. Het doel van de watertoets is waarborgen dat waterhuishoudkundige doelstellingen expliciet en op evenwichtige wijze in beschouwing worden genomen bij alle waterhuishoudkundig relevante ruimtelijke plannen en besluiten. Delfland heeft de Handreiking watertoets 2007 opgesteld. In de handreiking worden de randvoorwaarden en uitgangspunten voor een plan per thema toegelicht.

Waterplan en Waterbergingsvisie Den haag

Uitgangspunt voor de waterkwaliteit is het Waterplan Den Haag 1998-2012 en het in voorbereiding zijnde uitvoeringsplan 2011-2016. Dit plan is een gezamenlijk plan van de gemeente Den Haag en het Hoogheemraadschap van Delfland. Het beschrijft hoe de komende jaren omgegaan zal worden met water in de stad

De gemeente streeft naar het realiseren van een duurzaam vitale en aantrekkelijke leefomgeving. Daarom de lange termijndoelstelling voor dit waterplan: Het realiseren van een duurzaam schoon en gezond watersysteem, dat bijdraagt aan een aantrekkelijke en veilige (leef)omgeving, waar bewoners en bezoekers van Den Haag op een bewuste manier mee omgaan.

In 2006 hebben het Hoogheemraadschap van Delfland en de gemeente Den Haag de Waterbergingsvisie Den Haag vastgesteld. Hierin is aangegeven welke ruimtelijke en technische maatregelen er genomen moeten worden om het watersysteem in Den Haag op orde te brengen.

4.6.2 Planbeschrijving

ABC Delfland, het Waterplan Den Haag en de afspraken en maatregelen in de Waterbergingsvisie Den Haag vormen de basis voor de watertoets. Bij de watertoets dient vanaf het begin water meegenomen te worden in de ruimtelijke planvorming. Daarbij dient te worden aangegeven op welke wijze het beleid met betrekking tot de onderwerpen waterkwantiteit, waterkwaliteit, veiligheid/waterkeringen en ecologie in het plangebied worden vormgegeven. Omdat het onderhavige bestemmingsplan conserverend van karakter is, kan deze toets beperkt blijven. Wel dient wanneer het beleid van een specifiek onderdeel niet van toepassing is, dit te worden vermeld.

4.6.2.1 Waterkwantiteit in het plangebied

Het plangebied is gelegen in bestaand stedelijk gebied, dat ligt in het boezemgebied van Delfland. Het vastgestelde waterpeil in het boezemgebied is NAP -0,43 meter met een maximaal toelaatbare peilstijging van 40 centimeter.

Samen met het Hoogheemraadschap is een Watervisie opgesteld, waarin met name gekeken wordt naar het waterbergingsvraagstuk en de eventuele oplossingsrichtingen. Op basis van de Watervisie is een bestuursovereenkomst gesloten tussen de Gemeente Den Haag en het Hoogheemraadschap van Delfland, die de waterberging regelt.

In Reva is geen geschikte ruimte beschikbaar voor het toevoegen van oppervlaktewater. Uit de uitkomsten in de Watervisie blijkt, dat voor het Boezemgebied door middel van maatregelen anders dan het toevoegen van oppervlaktewater, het thema waterkwantiteit voldoende onder controle zal kunnen worden gehouden. Aan de hand van een ontwerp voor regenwaterriolering is geconcludeerd dat de aanleg hiervan door de afwezigheid van oppervlaktewater zeer kostbaar is.

4.6.2.2 Waterkwaliteit en ecologie

Bij ecologie gaat de aandacht uit naar de ruimte voor natuurvriendelijke oevers en natte ecologische verbindingszones.
De in het plangebied voorkomende wateren; Valkenbosvaart en het Verwervings- of Afvoerkanaal zijn in de Kaderrichtlijn Water (KRW) aangewezen als waterlichaam. Op basis hiervan dienen de oevers hiervan zoveel mogelijk middels een minimaal 5 meter brede strook op een natuurvriendelijke wijze te worden ingericht. Het bestemmingsplan houdt hier rekening mee door de oevers van de betreffende wateren groen te bestemmen. In de doeleinden omschrijving hiervan wordt zodoende een natuurvriendelijke inrichting mogelijk gemaakt.

4.6.2.3 Veiligheid en waterkering

Bij het onderwerp veiligheid/waterkering is het van belang of de locatie ligt in de kernzone of beschermingszone van een waterkering. Dit kan zijn de zeewering maar het kunnen ook andere waterkeringen zijn zoals boezemkaden, polderkaden of de landscheiding.

Het plangebied ligt niet in de kern- of beschermingszone van de zeewering. Daarom is het betreffende beleid voor gebieden in de kern- of beschermingszone hier niet van toepassing. Verder ligt het plangebied niet nabij een waterkering. In het plangebied bevinden zich geen waterkeringen.

4.6.2.4 afvalwater en riolering

Er is in het plangebied een gemengd rioolstelsel aanwezig. Dit stelsel voldoet ruim aan de eisen van de zogenaamde basisinspanning voor de riolering. Daarnaast worden maatregelen geformuleerd en uitgevoerd als onderdeel van het waterkwaliteitspoor, deze zijn buiten het plangebied voorzien.
Eventuele nieuwe ontwikkelingen zullen derhalve niet leiden tot extra overstortingen vanuit de riolering op het oppervlaktewater.
De gemeente en Delfland zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de afvoer van afvalwater via de riolering. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het rioleringsstelsel op hun grondgebied, Delfland is verantwoordelijk voor het verdere transport en de zuivering van het afvalwater. Daarnaast is Delfland verantwoordelijk voor de kwaliteit van het oppervlaktewater en de ecologische condities daarvan. Het voorkomen van emissies, het zuiveren van afvalwater, beheer en onderhoud en de ecologische inrichting spelen daarbij een belangrijke rol.

In het plangebied zijn afvalwatertransportleidingen aanwezig.

afbeelding "i_NL.IMRO.0518.BP0226CRgenValkbkw-50VA_0016.jpg" Afvaltranportleidingen

De leidingingen worden beschermd middels de dubbelbestemming Leiding - Riool. Een strook van vijf meter ter weerszijden van de leiding is als zodanig bestemd.