direct naar inhoud van Artikel 37 Waarde-Cultuurhistorie
Plan: Buitengebied 2013
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0402.00bp00buitengeb-oh01

Artikel 37 Waarde-Cultuurhistorie

37.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Waarde-Cultuurhistorie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar aangewezen bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en het herstel van de cultuurhistorische en landschappelijke waarden.

37.2 Bouwregels

In aanvulling op het bepaalde bij de andere aangewezen bestemmingen geldt dat:

37.2.1 ten aanzien van (hoofd)gebouwen
  • a. de goot- en bouwhoogte van gebouwen zoals deze bestaat ten tijde van de ter visie legging van het ontwerp van dit plan dient te worden gehandhaafd;
  • b. het bebouwd oppervlak, zoals deze bestaat ten tijde van de ter visie legging van het ontwerp van dit plan dient te worden gehandhaafd.
37.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in 37.2.1 onder a en/of b, teneinde de goot- of bouwhoogte of het bebouwd oppervlak uit te breiden of te verminderen mits:

  • a. de bestaande cultuurhistorische waarden niet worden aangetast;
  • b. de aanpassingen vanuit de nagestreefde stedenbouwkunidge en/of landschappelijke karakteristiek aanvaardbaar zijn;
  • c. de Monumentencommissie om advies is gevraagd.
37.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden

Vergunningplichtige werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden

  • a. Het is verboden op de in lid 37.1 bedoelde gronden, de navolgende werken of werkzaamheden uit te voeren, te doen of laten uitvoeren, zonder een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag:
    • 1. het vergraven van gronden;
    • 2. het egaliseren van gronden;
    • 3. het ophogen van gronden en aanleggen van (geluids)wallen;
    • 4. het bebossen of anderszins beplanten met houtopstanden;
    • 5. het veranderen, verleggen en/of aanleggen van wegen en paden, het verharden daarvan en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen;
    • 6. het aanleggen van waterlopen en het vergraven, verruimen en dempen van bestande waterlopen;
    • 7. het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse leidingen, constructies, installaties en apparatuur;
    • 8. het diepploegen, zijnde het extra diep, circa 0,40 m of meer, omploegen, waarbij de kruidlaag volledig wordt omgeploegd;
    • 9. overigen werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden die een wijziging van de waterhuishouding of waterstand beogen of ten gevolge hebben, zoals uitdiepen, draineren en slaan van putten.

Beoordelingscriteria

  • b. Burgemeester en wethouders verlenen de omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden, zoals bedoeld in artikel 37.4 sub a. uitsluitend, indien:
    • 1. door de uitvoering van het werk, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden, dan wel de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de landschappelijke en cultuurhistorische waarden van het gebied;
    • 2. voor wat betreft de bestemming Agrarisch met waarden - Landschappelijk de uitvoering van werk, geen bouwwerk zijnde en/of werkzaamheden noodzakelijk is voor een doelmatige agrarische bedrijfsvoering.
    • 3. voor wat betreft de bestemmingen Natuur - Bos en Heidegebied en Natuur - Veenweidegebied geldt dat er geen omgevingsvergunning kan worden verleend voor het vergraven van gronden en het ophogen van grondenen en aanleggen van (geluids)wallen;

Uitzondering

  • c. Het bepaalde in artikel 37.4 onder a. is niet van toepassing op normale onderhoudswerkzaamheden gericht op en noodzakelijk voor de instandhouding van het onderhavige plangebied.