direct naar inhoud van 9.3 Buisleidingen
Plan: Bestemmingsplan Hamerstraatgebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.N1002BPSTD-OH01

9.3 Buisleidingen

9.3.1 Inleiding

Onder het Johan van Hasseltweg en de Gedempte Hamerkanaal ligt een gastransportleiding.

afbeelding "i_NL.IMRO.0363.N1002BPSTD-OH01_0027.jpg"
Figuur ligging aardgasleiding

9.3.2 Toetsingskader

Besluit externe veiligheid buisleidingen
Met ingang van 1 januari 2011 is het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) in werking getreden. Op basis van het Bevb moet bij de vaststelling van een bestemmingplan, op grond waarvan de aanleg, bouw of vestiging van een kwetsbaar object wordt toegelaten dichtbij een buisleiding waardoor gevaarlijke stoffen worden vervoert, voor het plaatsgebonden risico een grenswaarde van 10-6 per jaar in acht worden genomen. Het groepsrisico in het invloedsgebied van de buisleiding dient te worden verantwoord.

In onderstaande gevallen kan men volstaan met een zogenaamde lichte verantwoording, waarbij maatregelen ter beperking van het GR niet hoeven te worden onderzocht:

  • het bestemmingsplan ligt buiten het 100%- letailiteitsgebied of
  • bij toxische stoffen waarbij het plaatsgebonden risico kleiner dan 10-8 per jaar is of
  • het groepsrisico is niet hoger dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde of
  • de toename van het groepsrisico bij verwezenlijking van het bestemmingsplan is niet hoger dan 10%.

Voorafgaand aan de vaststelling van het bestemmingsplan, stelt het bevoegde gezag het bestuur van de regionale brandweer in de gelegenheid om in verband met het groepsrisico advies uit te brengen over de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval en over de zelfredzaamheid van personen in het invloedsgebied van de buisleiding.

Op grond van het Bevb is het tevens verplicht om in bestemmingsplannen de ligging van buisleidingen weer te geven. Hierbij wordt ook een belemmeringsstrook (strekkende tot 5 meter aan weerszijden) meegenomen, waarbinnen geen bouwwerken mogen worden opgericht. Verder dienen bestemmingsplannen een vergunningstelsel in te stellen voor het uitwerken van werken, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden binnen de belemmeringsstrook die de integriteit en werking van de buisleiding kunnen verhinderen.

9.3.3 Resultaten onderzoeken

Ten behoeve van dit bestemmingsplan heeft de Gasunie een berekening uitgevoerd naar de risico's vanwege de gastransportleiding. De resultaten van dit onderzoek zijn opgenomen in het Memorandum van 17 juli 2009, met kenmerk DEI 2009.M.0524 (zie bijlage 10). Uit dit onderzoek blijkt dat de 10-6 contour voor het plaatsgebonden risico op 0 meter afstand ligt. Ook het groepsrisico blijft ver onder de oriëntatiewaarde. Zowel in de huidige als in de nieuwe situatie bedraagt de overschrijdingsfactor 0,01. Voor de verantwoording van het groepsrisico zie paragraaf 9.4.

Regeling in bestemmingsplan
Omdat de contour voor het plaatsgebonden risico op 0 meter ligt, dienen geen beperkingen opgenomen te worden in het bestemmingsplan. Ter bescherming van de gasleiding is er wel een dubbelbestemming gegeven aan de locatie waar de gasleiding inclusief de belemmeringsstrook ligt. De regeling van de dubbelbestemming is toegelicht in paragraaf 18.2, bij artikel 10.