direct naar inhoud van Artikel 10 Leiding-Gas
Plan: Bestemmingsplan Hamerstraatgebied
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0363.N1002BPSTD-OH01

Artikel 10 Leiding-Gas

10.1 Bestemmingsomschrijving
  • a. De op de verbeelding voor Leiding-Gas aangewezen gronden zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor gasleiding.
  • b. De bestemming Leiding-Gas is primair ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.
  • c. Daar waar dubbelbestemmingen geheel of gedeeltelijk samenvallen gelden in de eerste plaats de bepalingen van dit artikel.
10.2 Bouwregels

Op de in lid 10.1 genoemde gronden is het verboden te bouwen.

10.3 Afwijken van de bouwregels

Het dagelijks bestuur is bevoegd een omgevingsvergunning te verlenen voor het afwijken van het bepaalde in lid 10.2 met dien verstande dat de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, slechts gebouwd mogen worden mits de belangen van de aardgasleiding daardoor niet worden geschaad. Alvorens te beslissen op een aanvraag, wint het dagelijks bestuur schrijftelijk advies in bij de netbeheerder over de veilige ligging van de leiding en het voorkomen van schade aan de leiding.

10.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
  • a. Op en onder de in lid 10.1 genoemde gronden is het verboden zonder of in afwijking van een vergunning van het dagelijks bestuur de volgende werken of werkzaamheden, niet zijnde bouwwerken, uit te voeren:
    • 1. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe onder meer wordt gerekend het ophogen, egaliseren, roeren en omwoelen van gronden;
    • 2. het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op andere wijze indrijven van objecten in de bodem;
    • 3. het aanleggen en verbreden van wateren;
    • 4. het verlagen van het waterpeil;
    • 5. het aanbrengen van ondergrondse kabels, leidingen en andere infrastructurele voorzieningen;
    • 6. het aanbrengen van drainage;
    • 7. het aanbrengen van hoogopgaande of diepwortelende beplanting;
    • 8. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontgronding of ophoging;
    • 9. het verrichten van graafwerkzaamheden anders dan normaal onderhoud;
    • 10. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
    • 11. het permanent opslaan van goederen waaronder ook begrepen het opslaan van afvalstoffen;
    • 12. het plaatsen van onroerende objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair.
  • b. Het verbod als bedoeld onder a is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:
    • 1. normaal onderhoud en beheer betreffen;
    • 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan.
  • c. De onder a genoemde vergunning wordt slechts verleend, indien het uitvoeren van werken of werkzaamheden geen schade aan de gasleiding toebrengen. Voor het vaststellen dat er geen schade zal ontstaan, kan het dagelijks bestuur de netbeheerder informeren en tevens de netbeheerder vragen om binnen een nader door het dagelijks bestuur te bepalen redelijke termijn zijn zienswijze kenbaar te maken.
  • d. Aan de onder a genoemde vergunning kunnen onder meer voorschriften worden verbonden inhoudende de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor de gasleiding wordt beschermd.