direct naar inhoud van Artikel 10 Groen
Plan: Overdie, Omval en bedrijventerrein Oudorp
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00012-0401

Artikel 10 Groen

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. waterlopen en waterpartijen;
  • c. speelvoorzieningen;
  • d. beeldende kunst;
  • e. geluidwerende voorzieningen;
  • f. kunstwerken;
  • g. (ondergrondse) afvalcontainers;
  • h. standplaats voor detailhandel, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van detailhandel - standplaatsen';
  • i. evenement categorie 1;
  • j. evenement categorie 2 en evenement categorie 3, ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein';
  • k. oevergebruik ten behoeve van ligplaatsen voor woonschepen en woonarken, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'oever';

met de daarbij behorende:

  • l. bouwwerken;
  • m. voet- en fietspaden;
  • n. nutsvoorzieningen;
  • o. in- en uitritten, ten behoeve van aangrenzende bebouwing.
10.2 Bouwregels
10.2.1 Gebouwen
  • a. Voor het bouwen van gebouwen gelden ten behoeve van speelvoorzieningen en onderhoud gelden de volgende regels:
    • 1. de inhoud bedraagt niet meer dan 30 m3 per gebouw;
    • 2. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 3 meter;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'oever' dient minimaal 1 meter, gemeten vanaf de oeverlijn onbebouwd en onoverdekt te blijven;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'oever', mag maximaal één gebouw per ligplaats voor een woonschip of woonark worden gebouwd met een maximaal grondoppervlak van 6 m2 en een maximale hoogte van 2,5 meter.
10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de maximale bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt 2 meter;
  • b. de maximale bouwhoogte van de bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 6 meter.
10.3 Nadere eisen

Het bevoegd gezag kan nadere eisen stellen aan:

  • a. de plaats van gebouwen ten behoeve van speelvoorzieningen onderhoud en gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen.
  • b. de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

10.4 Specifieke gebruiksregels
10.4.1 Evenementen

Voor de in lid 10.1 sub j genoemde gronden gelden de volgende regels:

  • a. evenement categorie 2:
    • 1. maximaal aantal evenementen dat per jaar mag plaatsvinden binnen de gronden als bedoeld in artikel 10.1 en 19.1 samen bedraagt: 7;
    • 2. maximum totaal aantal dagen: 10, exclusief de dagen die nodig zijn voor het op- en afbouwen.
  • b. evenement categorie 3:
    • 1. maximaal aantal evenementen dat per jaar mag plaatsvinden binnen de gronden als bedoeld in artikel 10.1 en 19.1 samen bedraagt: 3;
    • 2. maximum totaal aantal dagen: 5, exclusief de dagen die nodig zijn voor het op- en afbouwen.
10.4.2 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, behorende bij deze bestemming, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. een standplaats voor kampeermiddelen;
  • b. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van grond;
  • c. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • d. ligplaatsen ten behoeve van woonschepen en woonarken;
  • e. seksinrichtingen;
  • f. prostitutie.