direct naar inhoud van Artikel 19 Water
Plan: Overdie, Omval en bedrijventerrein Oudorp
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0361.BP00012-0401

Artikel 19 Water

19.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. waterberging;
  • b. waterhuishouding;
  • c. waterlopen en waterpartijen;
  • d. waterwegen;
  • e. oeverstroken;
  • f. scheepvaartdoeleinden;
  • g. infiltratievoorzieningen;
  • h. kunstwerken;
  • i. beeldende kunst;
  • j. kruisingen en overbruggingen ten behoeve van verkeersdoeleinden;
  • k. garages, ter plaatse van de aanduiding 'garage';
  • l. evenement categorie 1;
  • m. evenement categorie 2 en evenement categorie 3, ter plaatse van de aanduiding 'evenemententerrein';
  • n. een woonschip, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats';
  • o. een woonark, of een woonschip, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats'
  • p. een schiphuis, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'schiphuis';

met de daarbij behorende:

  • q. bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • r. paden;
  • s. groenvoorzieningen.

19.2 Bouwregels
19.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd;

19.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken geldt de volgende regel:

  • a. de maximale bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 6 meter.
19.2.3 Woonschepen en woonarken
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'woonschepenligplaats' mag het aantal woonschepen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'aantal wooneenheden' is aangegeven;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'ligplaats' mag het aantal woonarken en/of woonschepen niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'aantal wooneenheden' is aangegeven;
  • c. de afstand tussen woonschepen onderling, woonarken onderling en tussen woonschepen en woonarken dient minimaal 5 meter te bedragen;
  • d. de hoogte van een woonschip, of een woonark mag maximaal 3,5 meter boven de waterspiegel bedragen, met uitzondering van ondergeschikte (bouw)delen;
  • e. de breedte van woonschepen, en woonarken mag maximaal 5 meter bedragen;
  • f. de lengte van een woonschip mag maximaal 30 meter bedragen;
  • g. de lengte van een woonark mag maximaal 20 meter bedragen.

19.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag is bevoegd om af te wijken van het bepaalde in artikel 19.2.3 onder sub d en toe te staan dat de hoogte van woonarken wordt verhoogd mits:

  • a. de hoogte van de woonarken niet groter wordt dan 4,50 meter, en;
  • b. de lengte van de opbouw waarvoor de afwijking wordt toegestaan niet groter is dan 1/3 deel van de lengte van de woonark.

19.4 Specifieke gebruiksregels
19.4.1 Evenementen

Voor de in lid 19.1 genoemde gronden gelden de volgende regels:

  • a. evenement categorie 2:
    • 1. maximaal aantal evenementen dat per jaar mag plaatsvinden binnen de gronden als bedoeld in artikel 10.1 en 19.1 samen bedraagt: 7;
    • 2. maximum totaal aantal dagen: 10, exclusief de dagen die nodig zijn voor het op- en afbouwen.
  • b. evenement categorie 3:
    • 1. maximaal aantal evenementen dat per jaar mag plaatsvinden binnen de gronden als bedoeld in artikel 10.1 en 19.1 samen bedraagt: 3;
    • 2. maximum totaal aantal dagen: 5, exclusief de dagen die nodig zijn voor het op- en afbouwen.

19.4.2 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. kamerverhuur;
  • d. de bewoning van een woning door meer dan één huishouden;
  • e. ligplaatsen ten behoeve van woonschepen en woonarken, met uitzondering van het bepaalde onder 19.1 sub n en o;
  • f. seksinrichtingen;
  • g. prostitutie.