Plan: | Buitengebied, Zaltbommel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0297.BGBBP20130009-VS02 |
Binnen het plangebied lopen enkele aardgastransportleidingen. Deze leidingen zijn, inclusief de zakelijke rechtsstrook, als dubbelbestemming opgenomen op de verbeelding. Binnen de dubbelbestemming mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de gasleiding worden gebouwd. Om schade aan de leiding te voorkomen, is een omgevingsvergunningplicht voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden opgenomen.
Binnen het plangebied lopen enkele rioolpersleidingen. Deze zijn, inclusief bebouwingsvrije zone, als dubbelbestemming opgenomen op de verbeelding. Binnen deze zone geldt dat uitsluitend bouwwerken ten behoeve van de leiding gebouwd mogen worden. Daarnaast is het tevens verplicht een omgevingsvergunning aan te vragen voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden in deze zone.
Leiding - Hoogspanningsverbinding
In het bestemmingsplan is een dubbelbestemming 'Leiding - Hoogspanningsverbinding' opgenomen. De dubbelbestemming wordt gevormd door de hoogspanningslijn en de daarbij behorende zakelijke rechtstrook. Binnen de dubbelbestemming is het in principe alleen toegestaan bouwwerken ten behoeve van de hoogspanningslijn op te richten. Om schade aan de hoogspanningslijn en mogelijke ongevallen te voorkomen, is een omgevingsvergunningplicht voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden, in de dubbelbestemming opgenomen.
Binnen het plangebied lopen enkele waterleidingen. Deze zijn, inclusief bebouwingsvrije zone, als dubbelbestemming opgenomen op de verbeelding. Binnen deze zone geldt dat uitsluitend bouwwerken ten behoeve van de leiding gebouwd mogen worden. Daarnaast is het tevens verplicht een omgevingsvergunning aan te vragen voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden in deze zone.
Waarde-Archeologie
Het archeologiebeleid vermeldt dat bij plannen zonder concreet geplande bodemingrepen (actualisatieplannen waarbij de bestaande situatie grotendeels wordt gehandhaafd, zoals het bestemmingsplan buitengebied) de gebieden waar archeologische resten verwacht worden of zijn vastgesteld op de verbeelding worden aangeduid met dubbelbestemmingen. Hieraan zijn regels gekoppeld met een regeling voor het verlenen van omgevingsvergunningen. Bij dergelijke plannen is het vooraf uitvoeren van archeologisch onderzoek niet noodzakelijk. Dat is pas, afhankelijk in welk gebied een initiatief ligt, aan de orde bij een aanvraag om een omgevingsvergunning. Het is niet zo dat voor alle omgevingsvergunningsplichtige activiteiten een onderzoeksplicht geldt. Slechts als beide vrijstellingsgrenzen (diepte en oppervlakte) worden overschreden, moet een initiatiefnemer onderzoek uitvoeren. Veelal wordt dat bepaald d.m.v. een inventariserend veldonderzoek. Afhankelijk van de uitkomsten uit dit onderzoek wordt bepaald of nader archeologisch onderzoek nodig is. Onderzoek is niet noodzakelijk als een ingreep binnen de vrijstellingsgrenzen valt. Planologische 'kruimelgevallen' zijn zo veel mogelijk binnen de vrijstellingsgrenzen, dus buiten de onderzoeksplicht, gehouden. Indien uit het onderzoek blijkt dat archeologische waarden niet aanwezig zijn of als aanwezige waarden veilig gesteld kunnen worden (door behoud in de bodem of opgravingen), wordt een omgevingsvergunning (mits voldaan aan de regels van de andere daar voorkomende bestemming) verleend. Een omgevingsvergunning wordt slechts geweigerd indien archeologische waarden worden vestoord, zonder dat het mogelijk is deze veilig te stellen (verplichting tot treffen technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem behouden kunnen worden, verplichting tot het doen van opgravingen en verplichting tot begeleiding door een deskundige). Het verrichten van onderzoek is het uitgangspunt bij de beoordeling of archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn. Voor zover op basis van ander documentatiemateriaal onmiskenbaar vaststaat dat archeologische waarden niet zijn te verwachten (bijvoorbeeld als al onderzoek heeft plaatsgevonden, waaruit bleek dat er geen archeologische waarden aanwezig waren of dat toereikende maatregelen genomen konden worden om aanwezige waarden in de bodem te behouden), kan met instemming van het bevoegd gezag (veelal de gemeente) onderzoek achterwege blijven en bestaan vanuit de archeologie geen belemmeringen. Het in het bestemmingsplan op basis van incidentele onderzoeken (gedeeltelijk) verwijderen van de dubbelbestemmingen 'waarde-archeologie' is dan ook overbodig en niet werkbaar. Uitgevoerde onderzoeken worden in een database geregistreerd en zullen te zijner tijd worden betrokken bij een actualisatie van het gemeentelijk archeologiebeleid. In de regels van de dubbelbestemmingen 'waarde-archeologie' is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de dubbelbestemming te wijzigen indien (actualisatie van) het gemeentelijk archeologiebeleid daartoe aanleiding geeft.
Onderzoeksplicht voor archeologie
In de onderstaande tabel wordt per activiteit inzichtelijk gemaakt of er onderzoeksplicht geldt.
Activiteit | Onderzoeksplicht: wel/geen noodzaak | Onderzoeksplicht: vrijstellingsgrenzen |
Bouwwerken alsmede werken (geen bouwwerken zijnde) en werkzaamheden zoals genoemd in artikel 33.3.1, 34.4.1, 35.4.1, 36.4.1 en 37.4.1, te realiseren: - Binnen bouwvlakken in de bestemmingen 'agrarisch' en 'agrarisch met waarden'; - Binnen bouwvlakken in de bedrijfsbestemmingen (artikel 5, 6, 7, 8, 9 en 10 van de regels); - Binnen bestemmingsvlakken in de bedrijfsbestemmingen (artikel 5, 6, 7, 8, 9 en 10 van de regels) in het geval dat het bestemmingsvlak tevens het bouwvlak betreft; - Binnen bouwvlakken in de bestemmingen 'horeca', 'maatschappelijk', 'recreatie-verblijfsrecreatie', 'sport' en 'sport-manege'; - Binnen de bestemming 'wonen' en 'wonen-uit te werken'. |
Geen onderzoek nodig met uitzondering ter plaatse van 'waarde-archeologie 0' (hier is onderzoek nodig), 'waarde-archeologie 1' en 'waarde-archeologie 2' (hier is alleen onderzoek nodig als de vrijstellingsgrenzen worden overschreden). | Onderzoeksplicht geldt als de vrijstellingsgrenzen (oppervlakte en diepte van het bouwwerk, werk of werkzaamheid) allebei worden overschreden: - waarde-archeologie 0: geen vrijstellingsgrenzen - waarde-archeologie 1: 30m2 en 30cm - waarde-archeologie 2: 100m2 en 30cm |
Normaal onderhoud en/of gebruik. | Geen onderzoek nodig | Niet van toepassing. |
Werken (geen bouwwerken zijnde) en werkzaamheden, zoals genoemd in artikel 33.3.1, 34.4.1, 35.4.1, 36.4.1 en 37.4.1 van de regels: - Buiten de onder activiteit 1 genoemde gebieden. - De werken (geen bouwwerken zijnde) en werkzaamheden zijn al eerder uitgevoerd; - De werken (geen bouwwerken zijnde) en werkzaamheden zijn niet eerder uitgevoerd, maar er is wel een omgevingsvergunning verleend. |
Geen onderzoek nodig | Niet van toepassing |
Werken (geen bouwwerken zijnde) en werkzaamheden, zoals genoemd in artikel 33.3.1, 34.4.1, 35.4.1, 36.4.1 en 37.4.1: - Buiten de onder activiteit 1 genoemde gebieden - De werken (geen bouwwerken zijnde) en werkzaamheden zijn niet eerder uitgevoerd |
In het geval van de 'waarde-archeologie 0' is onderzoek nodig. In het geval van de overige 'waarden-archeologie' is alleen onderzoek nodig als de vrijstellingsgrenzen worden overschreden. | Onderzoeksplicht geldt als de vrijstellingsgrenzen (oppervlakte en diepte van het bouwwerk, werk of werkzaamheid) allebei worden overschreden: - waarde-archeologie 0: geen vrijstellingsgrenzen - waarde-archeologie 1: 30m2 en 30cm - waarde-archeologie 2: 100m2 en 30 cm - waarde-archeologie 3: 2.500m2 en 30cm - waarde-archeologie 4: 2.500m2 en 150cm |
Normaal onderhoud en/of gebruik
Voor het normale onderhoud en/of het gebruik evenals werken en werkzaamheden die al in uitvoering zijn, dan wel op grond van een verleende vergunning uitgevoerd mogen worden, hoeft geen onderzoek uitgevoerd te worden. Aangezien het grootste gedeelte van de dubbelbestemmingen 'waarde-archeologie' op agrarische gronden ligt, verdient het normale onderhoud en/of gebruik voor agrarische bedrijvigheid een nadere toelichting. Hieronder wordt verstaan het al dan niet jaarlijks terugkerende werkzaamheden die voor voortzetting van de agrarische bedrijfsvoering noodzakelijk zijn, te weten ploegen, eggen, maaien, zaaiklaar maken, oogsten, rooien, planten, poten, spitten en uitbaggeren van sloten en greppels. Voor deze activiteiten is archeologisch onderzoek niet noodzakelijk. Als de werken genoemd in artikelen 33.4.1, 34.4.1, 35.4.1, 36.4.1 en 37.4.1 in uitvoering zijn of op basis van een omgevingsvergunning mogen worden uitgevoerd, geen geldt onderzoeksplicht. Dat houdt in dat, indien nu werken zoals het scheuren van grasland of diepploegen plaatsvinden, dat dit is toegestaan en dat voor het opnieuw uitvoeren van deze werken geen archeologisch onderzoek noodzakelijk is. Indien dergelijke werken niet eerder hebben plaatsgevonden of als in het verleden geen omgevingsvergunning voor dergelijke werken is verleend, is geen sprake van een werk dat in uitvoering is en is de omgevingsvergunningsplicht voor werken, zoals gesteld in art. 33.4.1, 34.4.1, 35.4.1, 36.4.1 en 37.4.1 wel van toepassing.
Waarde - Beschermd dorpsgezicht
Een belangrijke stedenbouwkundige structuur in het plangebied is het op basis van de Monumentenwet beschermde dorpsgezicht Nederhemert Zuid. Doel van de aanwijzing is de karakteristieke met de historische ontwikkeling samenhangende structuur en ruimtelijke kwaliteit van het gebied te onderkennen als zwaarwegend belang bij verdere ontwikkelingen binnen het gebied. Het bestemmingsplan neemt hiertoe de dubbelbestemming "Waarde - Beschermd dorpsgezicht" op.
Waterstaat-Waterkering en Vrijwaringszone - dijk
De Waaldijk en de dijken van Maas en afgedamde Maas zijn primaire waterkeringen. De dijken zijn, inclusief de kernzone en de beschermingszone, voorzien van een dubbelbestemming en gebiedsaanduiding respectievelijk 'Waterstaat - Waterkering' en 'Vrijwaringszone - dijk'. De gronden met deze dubbelbestemming zijn primair bestemd als waterkering. Op de gronden mag niet worden gebouwd, tenzij ontheffing is verleend. Ontheffing kan alleen worden verleend als de belangen van de waterkering niet onevenredig worden geschaad. De beheerder van de waterkering (Waterschap Rivierenland) heeft hierbij een adviesrol. Op deze gronden is tevens de Keur van Waterschap Rivierenland van toepassing.
Voor verschillende werkzaamheden (waaronder bouwen, planten van bomen, aanleggen van verharding of open water) moet eerst ontheffing worden verleend. Geeft het Waterschap geen toestemming, dan kan de voorgenomen activiteit niet doorgaan. In de Keur zijn bepalingen opgenomen die gelden voor alle werken en werkzaamheden binnen deze bestemming.
Waterstaat-Waterstaatkundige functie
De in het plangebied aanwezige gronden rondom de rivieren zijn aangewezen als 'Waterstaat - Waterstaatkundige functie'. Naast de andere bestemmingen (hoofdbestemmingen) zijn deze gronden mede bestemd voor de afvoer van oppervlaktewater, sediment en ijs, voor waterhuishouding, voor verkeer te water en voor aanleg, onderhoud en verbetering van de waterkering.