Plan: | Buitengebied Het Woud |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1052-vas1 |
Voor gegevens over de agrarische sector in Apeldoorn is gebruik gemaakt van de StatLine Database van het Centraal bureau voor de Statistiek. De cijfers zijn per gemeente beschikbaar. Het is dus niet mogelijk om uitsluitend de gegevens van de agrarische bedrijven uit het plangebied te bekijken. De meest recente gegevens van het CBS stammen uit 2009. Deze gegevens zijn aangevuld met specifiekere gemeentelijke informatie, afkomstig uit het provinciale Web-BvB (2011).
Aantal agrarische bedrijven in de gemeente
In de gehele gemeente Apeldoorn (dus niet uitsluitend het plangebied) is het aantal landbouwbedrijven afgenomen. In het jaar 2000 waren er nog 862 bedrijven, in 2004 waren er 709 bedrijven en in 2009 was dit aantal gedaald tot 596 agrarische bedrijven.
In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van het aantal en type agrarische bedrijvigheid binnen de gemeente.
Type bedrijf | 2000 | 2002 | 2004 | 2006 | 2008 | 2009 |
Akkerbouw | 288 | 251 | 235 | 222 | 213 | 202 |
Vollegrondstuinbouw | 39 | 42 | 41 | 28 | 25 | 24 |
Glastuinbouw | 26 | 21 | 21 | 21 | 17 | 15 |
Graasdierbedrijven | 401 | 357 | 345 | 329 | 314 | 304 |
Hokdierbedrijven | 108 | 81 | 67 | 57 | 58 | 51 |
Totaal | 862 | 752 | 709 | 657 | 610 | 596 |
Tabel 3.1: Agrarische bedrijven in Apeldoorn
In de gehele gemeente komen met name akkerbouw, graasdierbedrijven en hokdierbedrijven voor. Alle typen agrarische bedrijven zijn in vergelijking met het jaar 2000 in aantal afgenomen.
Veehouderijen in het plangebied
Op basis van omgevingvergunninggegevens voor de Activiteitenbesluit milieu dan wel op basis van melding ingevolge het Activiteitenbesluit is de volgende tabel opgesteld met betrekking tot de veehouderijen in het plangebied.
Type veehouderij | Aantal bedrijven < 20 nge | Aantal bedrijven >= 20 nge | Gemiddelde omvang bedrijven >= 20 nge |
geiten | --- | 1 | 132 |
leghennen | --- | 1 | 76 |
melkrundvee | 12 | 36 | 114 |
overig pluimvee | 1 | --- | n.v.t. |
paarden | 2 | 3 | 37 |
schapen | 1 | --- | n.v.t. |
vleeskuikens | --- | 2 | 156 |
vleesvarkens | --- | 3 | 97 |
vleesvee | 5 | 6 | 81 |
zeugen | --- | 5 | 118 |
totaal | 21 | 57 | --- |
Tabel 3.2: Veehouderijen in het plangebied (2011)
Opvallend is dat het merendeel van de veehouderijen in het plangebied uit melkrundveebedrijven bestaan. Op de tweede en derde plaats staan de vleesveebedrijven en de zeugenhouderijen. Dit zijn tevens de bedrijven met de grootste bedrijfsomvang (>100 nge) en hebben in het algemeen goede toekomstperspectieven. Dit zijn grote, moderne agrarische bedrijven, waarvan mag worden verwacht dat de bedrijfsvoering de komende planperiode wordt voortgezet.
Er zijn 21 veehouderijbedrijven met een zeer beperkte omvang (tot 20 nge). In deze situatie is de omvang dusdanig beperkt dat de agrarische activiteiten niet (meer) bedrijfsmatig worden uitgevoerd. Het gaat om "hobbyboeren", de agrarische activiteiten worden bij wijze van hobby uitgevoerd.
Vermeldenswaardig is dat er ongeveer 5 zeer grote veehouderijen in het plangebied bestaan (> 200 nge), en dat er zelfs één bedrijf is met omvang van meer dan 400 nge.
Verbrede landbouw
Verbrede landbouw houdt in dat het agrarisch bedrijf het inkomen aanvult met andere activiteiten, die vanuit de boerderij worden verricht. In het rapport van Alterra 'Bedrijfseconomische ontwikkelingen in de agrarische sector, Bestemmingsplannen buitengebied gemeente Apeldoorn' (2010) is hier onderzoek naar gedaan. In het zuidoostelijk deel van het buitengebied van de gemeente komen met name recreatie, stalling en productverkoop als nevenactiviteit voor.
Reconstructie
Het plangebied maakt onderdeel uit van Het Reconstructieplan Veluwe. Dit betekent dat bij wijziging van de agrarische bedrijfsvoering of bij uitbreiding van het intensieve agrarische bedrijf de regels uit het Reconstructieplan van toepassing zijn. In paragraaf 2.3.3 en 6.2.3 wordt hier nader op ingegaan.
Toekomstige ontwikkelingen
De betekenis van markt- en beleidsontwikkelingen voor individuele landbouwbedrijven is onzeker. Op bedrijfsniveau zijn grofweg drie ontwikkelingsrichtingen te onderscheiden.
Uit tabel 3.1 blijkt dat ook in Apeldoorn het aantal agrarische bedrijven afneemt. Dit betekent dat er sprake zal zijn van vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing (VAB). In het algemeen blijft het voormalige bedrijfshoofd op de boerderij wonen. De stallen komen veelal leeg te staan of worden gebruikt door derden voor bijvoorbeeld opslagdoeleinden. Dit hergebruik kan echter ongewenste neveneffecten hebben, zoals een verkeersaantrekkende werking of verrommeling.
Behalve een hergebruik van de vrijkomende agrarische bebouwing kan het in sommige gevallen ruimtelijk wenselijk zijn dat de overtollige bebouwing wordt gesloopt. Wanneer een aanzienlijke hoeveelheid bebouwing wordt gesloopt, kan ten compensatie de mogelijkheid worden geboden om een nieuwe burgerwoning op te richtten. Een dergelijke regeling wordt "Rood voor Rood" genoemd.