Plan: | Buitengebied Het Woud |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0200.bp1052-vas1 |
In het plangebied is een diversiteit aan woningen aanwezig. Het gaat daarbij zowel om agrarische als niet-agrarische bedrijfswoningen, maar ook om burgerwoningen. Deze burgerwoningen bestaan voor een deel uit voormalige agrarische bedrijfswoningen. Omdat het agrarisch bedrijf is gestopt, is de agrarische bedrijfswoning zijn functie verloren en in gebruik genomen als burgerwoning. De woningen liggen verspreid door het plangebied, vaak gelegen langs de doorgaande wegen.
Wonen in het landelijk gebied is zeer in trek. Mede gelet op de aanwezigheid van de Veluwe en de ligging bij steden als Apeldoorn, Deventer en Zutphen is de vraag naar woningen groot. Nieuwbouw van burgerwoningen is echter niet aan de orde. Om de “verstening” van het landelijk gebied tegen te gaan is het rijks- en provinciaal beleid om hier in principe geen nieuwe woningen toe te laten. Hierop zijn uitzonderingen mogelijk, bijvoorbeeld wanneer hier een aanzienlijke hoeveelheid bebouwing wordt gesloopt en er sprake is van een kwaliteitsverbetering. Een regeling als 'Rood voor Rood' speelt hierop in.
Zoals al eerder is opgemerkt is er bij burgers in het buitengebied steeds meer belangstelling voor het hobbymatig houden van paarden. Doordat dit veelal gepaard gaat met bebouwing (paardenbakken, lichtmasten en dergelijke), kan dit het beeld van het landschap beïnvloeden.
In het plangebied bevinden zich een aantal niet-agrarische bedrijven. Het gaat daarbij om zelfstandige bedrijven, maar ook om "beroep aan huis". Deze zelfstandige bedrijven hebben deels een binding met het buitengebied, bijvoorbeeld agrarisch loonbedrijf. Het merendeel heeft echter geen duidelijke binding met het buitengebied, zoals een autohandel. Bij beroep aan huis gaat het om een kleinschalig éénpersoonsbedrijfje dat in de woning of in een bijgebouw wordt uitgeoefend.
Grote niet-agrarische bedrijven in het plangebied zijn bijvoorbeeld een papierfabriek en en transport- en grondverzetbedrijf. Behalve genoemde bedrijven zijn bijvoorbeeld ook een afvalwaterzuivering en horeca aanwezig.
Aangenomen kan worden dat voor de meeste niet-agrarische bedrijven en maatschappelijke instellingen een ontwikkelingsperspectief aanwezig is. Hiervoor zal enige uitbreiding gewenst zijn. Ten gevolge van niet-agrarische bedrijvigheid kan overlast voor de omgeving optreden (verkeersdruk, milieubelasting, verrommeling). Niet-agrarische bedrijven kunnen echter ook positieve effecten hebben, zoals een behoud van de werkgelegenheid op het platteland.
Voor niet-agrarische bedrijven is het vigerende beleid dat deze niet aan het landelijk gebied zijn gebonden en daarom binnen het stedelijk gebied en/of op een bedrijventerrein thuishoren. In principe is het oprichten van een nieuw niet-agrarisch bedrijf niet mogelijk. Een uitzondering hierop is de situatie dat een (niet)-agrarisch bedrijf eindigt en een nieuwe functie in de vrijkomende bebouwing wordt gevestigd. Hieraan worden door het rijk, de provincie en de regio voorwaarden verbonden.
De gemeente Apeldoorn had het voornemen om een regionaal bedrijventerrein 'Beekbergsebroek en Biezematen' te ontwikkelen. De planningsopgave voor het terrein betrof 105 hectare netto uitgeefbaar terrein, te ontwikkelen in drie logische opeenvolgende (en zelfstandig af te ronden) fasen. De behoefte aan en het uitgiftetempo van alle bedrijventerreinen is onlangs opnieuw bekeken. Zeker is dat in ieder geval binnen de komende 10 jaar (bestemmingsplan termijn) het Bedrijvenpark Apeldoorn A1 Zuid (Beekbergsebroek) niet ontwikkeld gaat worden. Nu het Bedrijvenpark in deze planperiode niet wordt ontwikkeld wordt het ook niet meer (apart) bestemd. De locatie is uit het Bestemmingsplan Beekbergsebroek - Biezematen gehaald en zal daarom worden meegenomen in het onderhavige bestemmingsplan Buitengebied Het Woud. Handhaving van de vigerende (met name agrarische) bestemmingen is hierbij uitgangspunt.