Plan: | Landelijk Gebied, herziening 2017 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0197.BP00082-VG01 |
Het beroepsmatig verlenen van diensten c.q het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid waarvan de omvang in een woning met bijbehorende gebouwen past en de woonfunctie behouden blijft, door de gebruik(st)er van de woning.
Het uitoefenen van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op zakelijk (niet zijnde detailhandel), maatschappelijk, juridisch, administratief, persoonlijk, medisch, therapeutisch, kunstzinnig dan wel ontwerptechnisch gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning met daarbij behorende gebouwen, met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, door de gebruik(st)er van de woning.
Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
De grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
De denkbeeldige lijn die wordt getrokken langs de achtergevel van het gebouw - zonder bijbehorende bouwwerken - alsmede het verlengde daarvan. In hoeksituaties is sprake van slechts één achtergevel, waarbij de oriëntering van de woning bepalend is.
De regionaal (beleids)archeoloog of een andere door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologische monumentenzorg.
Onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College voor de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB), beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 van de Monumentenwet 1988 en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie.
de aan gebieden toegekende waarden in verband met de kennis en studie van de in dat gebied voorkomende overblijfselen van menselijke aanwezigheid of activiteiten uit het verleden.
Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
Een kleinschalige overnachtingsaccommodatie, gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt, gevestigd in een woonhuis en/of bijbehorende bouwwerken dan wel een bedrijfsgebouw en volledig gedreven door de bewoner van het betreffende woonhuis.
Het bedrijfsmatig vervaardigen en/of bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen en/of het leveren van diensten .
Een gebouw dat dient voor de uitoefening van een bedrijf of bedrijfsactiviteit met uitzondering van bedrijfswoningen en bijbehorende bouwwerken bij de woning.
De totale vloeroppervlakte van de ruimte binnen een bouwwerk en/of op een terrein die wordt gebruikt voor de uitoefening van een aan-huis-verbonden-beroep c.q. een bedrijf, kantoor of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
Een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daarin, gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is.
Een besloten inrichting waarin prostitutie wordt uitgeoefend of de uitoefening ervan wordt aangeboden (onder andere erotische massagesalons, seksclubs, privé-huizen, thuisprostitutie en escortbedrijf).
Op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan aanwezig(e)
De grens van een bestemmingsvlak.
De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
Uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw of ander bouwwerk, met een dak.
Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
De grens van een bouwvlak.
Een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of nagenoeg gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder.
Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
De grens van een bouwperceel.
Een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
Een bouwkundige constructie van enige omvang die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
De wijze van bouwen van een woning, te weten vrijstaand, twee-aaneen (halfvrijstaand) of aaneengebouwd, waarbij
De aan een bouwwerk en/of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of gebied heeft gemaakt.
Activiteiten ter ontspanning in de vorm van sport, spel, toerisme en educatie, waarbij overnachting niet is toegestaan.
Het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, verkopen en/of leveren van goederen aan degenen die deze goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
Een natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon die bedrijfsmatig of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig is, aanbiedt om prostitutie te verrichten, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend (onder andere escortservice en bemiddelingsbureaus).
Een voor het publiek toegankelijke uitvoering/verrichting van vermaak op het gebied van sport, muziek dan wel op sociaal-cultureel terrein, zoals periodieke en/of incidentele (sport)manifestaties of -wedstrijden, concerten, buurt-, oogst-, zomer- of Oranjefeesten, bijeenkomsten, voorstellingen, tentoonstellingen, shows, thematische beurzen en/of markten.
Recreatief medegebruik waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte, zoals wandel-, ruiter- en fietspaden, vis- en picknickplaatsen en naar de aard, omvang en schaal daarmee gelijk te stellen voorzieningen.
Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
De aaneengesloten bebouwing waarin de woning is opgenomen, te weten de woonruimte met de direct en volledig (en dus niet met een tussenlid) aangrenzende deel of soortgelijke inpandige ruimte, met uitzondering van aangebouwde bijbehorende bouwwerken.
Een gebouw, of een gedeelte daarvan, dat noodzakelijk is voor de verwezenlijking van de geldende of toekomstige bestemming van een perceel en, indien meer gebouwen op het perceel aanwezig zijn, gelet op die bestemming het belangrijkst is.
Een bedrijf of instelling waar bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, één en ander al dan niet in combinatie met een vermaaksfunctie, met uitzondering van een erotisch getinte vermaaksfunctie.
Een horecabedrijf dat is gericht op het hoofdzakelijk overdag verstrekken van (niet of licht alcoholhoudende) dranken en eenvoudige etenswaren aan bezoekers van andere functies, zoals plattelandsontwikkeling en dagrecreatie, zoals een ijssalon, theetuin, een ontvangstruimte, en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf.
Een horecabedrijf met een in het algemeen hoge bezoekersfrequentie gedurende de avond, dat voornamelijk is gericht op het verstrekken van maaltijden en/of (alcoholische) dranken, zoals een bar, (grand)café, eetcafé, restaurant, café-restaurant en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf, al dan niet in combinatie met logiesvertrekking of een zaalaccommodatie.
Een horecabedrijf, dat voornamelijk is gericht op het 's avonds en/of 's nachts verstrekken van (alcoholische) dranken en waar tevens gelegenheid wordt geboden tot dansen of vergelijkbaar vermaak, zoals een bar-dancing, discotheek, nachtclub en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen horecabedrijf.
Een horecabedrijf, dat in hoofdzaak is gericht op het tegen vergoeding verstrekken van logies, zoals een hotel, motel, pension en/of een naar de aard en invloed op de omgeving daarmee gelijk te stellen bedrijf, al dan niet in combinatie met een restaurant of een café-restaurant.
Een tent, een tentwagen/vouwcaravan, een kampeerauto/camper of een caravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf. Onder kampeermiddelen wordt niet verstaan: stacaravans, chalets en trekkershutten.
Terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf.
Een ruimte of bij elkaar horende ruimten die bestemd is/zijn om voornamelijk te worden gebruikt voor administratieve werkzaamheden of administratieve dienstverlening.
Kampeerterrein voor maximaal 25 kampeerplaatsen, waarbij uitsluitend gedurende de periode 15 maart tot en met 31 oktober en tijdens de Kerstvakantie(gedurende de periode tussen 15 december en 15 januari) kampeermiddelen aanwezig mogen zijn.
In de mei- en zomervakantie, in het Paasweekend en in de week waarin Hemelvaartsdag valt tot en met de week van Tweede Pinksterdag mogen ten hoogste 40 kampeermiddelen aanwezig zijn.
De aan een gebied toegekende waarde in visueel-ruimtelijk en/of cultuurhistorisch en/of ecologisch en/of geomorfologisch opzicht.
Een nadere eis als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder d van de Wet ruimtelijke ordening.
Werkzaamheden met het doel objecten in zodanige conditie te houden of te brengen dat voortbestaan van deze objecten op tenminste het bestaande kwaliteitsniveau wordt bereikt.
Horeca die ondergeschikt en gerelateerd is aan een andere, nader in de planregels omschreven (hoofd)functie en tot doel heeft het verstrekken van kleine etenswaren en niet- of zwak-alcoholische dranken
Het openlijk, op of vanaf het openbaar gebied zichtbaar, door houding, woord, gebaar of op andere wijze passanten te bewegen om tegen een vergoeding seksuele of erotische handelingen te verrichten, het daartoe uit te nodigen of aan te lokken (onder andere raam- en straatprostitutie).
Een bouwkundige constructie van enige omvang, geen pand zijnde, die direct en duurzaam met de aarde is verbonden.
Een voor mensen toegankelijke, overdekte en zonder wanden omsloten ruimte.
Een (omheind) terrein waarvan de natuurlijke bovenlaag is vervangen door zand of ander doorlatend materiaal waar paarden vrije uitloop kunnen hebben en waar paarden kunnen worden getraind.
De scheiding tussen bouwpercelen, die niet aan éénzelfde eigenaar behoren dan wel niet door éénzelfde gebruiker worden benut.
Bewoning door een persoon of door groepen van personen, zoals bedoeld in de Wet basisregistratie personen, van een voor wisselende bewoning bedoelde ruimte als hoofdverblijf c.q. vaste woon- of verblijfplaats.
Het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied, herziening 2017' met identificatienummer NL.IMRO.0197.BP00082-ON01 van de gemeente Aalten.
Een natuurlijk persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig is, zich beschikbaar stelt of aanbiedt om tegen een vergoeding seksuele of erotische handelingen te verrichten.
Uitsluitend bewoning vanuit een recreatieve doelstelling, door een persoon of door groepen van personen die hun vaste woon- of verblijfplaats elders hebben.
Een voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden; onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, parenclub of een prostitutiebedrijf waaronder tevens begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
Het geheel of gedeeltelijk afbreken.
Een als bijlage bij deze regels behorende en daarvan onderdeel uitmakende lijst van bedrijven en instellingen.
Een (houten) huisje met uitsluitend slaap- en kookgelegenheden, zonder verwarming of sanitaire voorzieningen, dat dienst doet als overnachtingsgelegenheid.
de naar architectuur, indeling en/of uitstraling meest gezichtsbepalende gevel van een gebouw dan wel de naar de weg toegekeerde gevel van een gebouw.
De lijn (in hoeksituaties: de lijnen) waarin de naar de weg of ander openbaar gebied gekeerde gevel(s) van het dichtst bij die weg of ander openbaar gebied gelegen gebouw is (zijn) gelegen alsmede het verlengde daarvan.
Een complex van ruimten, geschikt en bestemd voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden (één verblijfsobject met een woonfunctie).
Bij de toepassing van de regels van het plan wordt als volgt gemeten:
dakhelling
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
goothoogte
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel
Voor wat betreft woningen wordt bij de toepassing van de goothoogte niet meegerekend:
bouwhoogte van een bouwwerk
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een overig bouwwerk met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
inhoud van een gebouw
Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken; dakkapellen, dakopbouwen, kelders en onderbouwen tellen niet mee bij de inhoud.
Voor wat betreft woningen wordt bij de toepassing van de inhoud niet meegerekend:
oppervlakte van een gebouw
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van scheidsmuren en boven de begane grondvloer.
Voor wat betreft woningen wordt bij de toepassing van de oppervlakte niet meegerekend:
afstand tot de perceelgrens
tussen grenzen van een bouwperceel en een bepaald punt van het op dat bouwperceel voorkomend (hoofd)gebouw, waar die afstand het kortst is.
peil
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen binnen bebouwingsvlakken, bouwpercelen of bestemmingsvlakken worden ondergeschikte bouwdelen als goot- en kroonlijsten, dorpels, plinten, regenpijpen, pilasters, stoeptreden, kozijnen en dergelijke ondergeschikte bouwedelen buiten beschouwing gelaten.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. een hoveniersbedrijf en/of een tuinontwerpbureau;
b. het wonen ten behoeve van de bedrijfsvoering in een bedrijfswoning;
c. zonnepanelen voor de opwekking van duurzame energie op gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouw zijnde, uitsluitend binnen een bouwvlak ten behoeve van de eigen energievoorziening;
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen, zoals (on)verharde paden en wegen, groenvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, erfverhardingen en parkeervoorzieningen.
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende voor- waarden:
a. de bouwhoogte van erfafscheidingen in de zone vóór de voorgevel van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 1 m;
b. de bouwhoogte van erfafscheidingen in de zone achter de voorgevel van de bedrijfswoning mag niet meer bedragen dan 2 m;
c. de bouwhoogte van bedrijfsinstallaties mag niet meer bedragen dan 8 m;
d. de bouwhoogte van licht- en vlaggenmasten mag niet meer bedragen dan 6 m;
e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer bedragen dan 3 m.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de:
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 3.4, lid b, ten behoeve van het realiseren van een andere wijze van de landschappelijke inpassing, zoals uitgewerkt in het Erfinrichtingsplan Kloosterdijk 2a, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 3.1 onder a voor het toestaan van een bedrijf voor zover genoemd in de categorieën 1 en 2 van de in bijlage 3 Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel bedrijven die naar aard, milieubelasting en/of ruimtelijke impact vergelijkbaar zijn met het bestaande bedrijf, met dien verstande dat de afwijking niet mag leiden tot een onevenredige aantasting van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende bestemmingen en functies of van het woon- en/of leefmilieu.
De voor 'Recreatie - Verblijfsrecreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende bouwwerken en voorzieningen, zoals (on)verharde paden en wegen, groenvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, nutsvoorzieningen, erfverhardingen en parkeervoorzieningen.
Uitsluitend de volgende bouwwerken zijn toegestaan:
erf- en terrein- afscheidingen | vlaggenmasten en antennes |
licht- masten |
overige bouw- werken, geen gebouw zijnde | |
binnen het bestemmingsvlak | 2 m | 10 m | 8 m | 6 m |
Het bevoegd gezag kan nadere eisen te stellen aan de plaats, vorm en afmeting van de bebouwing:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.2.1 voor de herbouw van een bedrijfswoning op een andere dan de bestaande locatie, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
De voor 'Wonen - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor het:
met bijbehorende voorzieningen, zoals inritten, erven, terreinen, tuinen, parkeervoorzieningen, voorzieningen voor de waterhuishouding.
Op de in artikel 5.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van de in artikel 5.2.1 sub a genoemde hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van de in artikel 5.2.1 sub b genoemde bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van de in artikel 5.2.1 sub c genoemde overige bijbehorende bouwwerken en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van de in artikel 5.2.1 sub d genoemde bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.2.3, onder a en toestaan dat een bijbehorend bouwwerk tot aan of vóór de voorgevel van het hoofdgebouw en/of het verlengde daarvan wordt gebouwd mits geen onevenredige inbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.2.2 onder d en onder 5.2.2 onder f en toestaan dat:
mits geen onevenredige inbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.2.2 onder a en toestaan dat het hoofdgebouw op een andere dan de bestaande locatie binnen het bestemmingsvlak wordt gebouwd, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.2.2 sub g voor het vergroten van de woonruimte, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.2.2 sub g voor het vergroten van de inhoudsmaat van een woning, met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 5.1 wordt in ieder geval gerekend:
Onder voorwaarde dat een geurgevoelige functie in de richting van een (agrarisch) bedrijf niet wordt toegestaan, indien daardoor de belangen van de in de omgeving gelegen functies onevenredig worden geschaad, wordt tot een gebruik in overeenstemming met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 5.1 onder c en d in ieder geval gerekend:
Tot een gebruik in overeenstemming met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend het gebruik van een hoofdgebouw of aangebouwd bijbehorend bouwwerk als bedoeld in artikel 5.2.2 voor bewoning mits het aantal woningen als bedoeld in artikel 5.1 sub a niet wordt vermeerderd en het bepaalde in artikel 5.5.1, onder b. in acht wordt genomen.
Het gebruik van gronden en gebouwen is niet toegestaan, indien de rechthebbende van het desbetreffende erf niet aan de volgende voorwaarde voldoet:
In afwijking van 5.1 wordt het gebruik van het hoofdgebouw Lichtenvoordsestraatweg 67 ten behoeve van twee zelfstandige woningen in strijd met deze bestemming gerekend, indien het hoofdgebouw op de locatie Lichtenvoordestraatweg 84/86 niet uiterlijk 1 januari 2019 is verbouwd tot één zelfstandige woning, bijvoorbeeld zoals dat is uitgewerkt in het Erfinrichtingsplan - verbouw woning Lichtenvoordsestraatweg 84.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 5.5.4 ten behoeve van het realiseren van een andere wijze van de landschappelijke inpassing, zoals uitgewerkt in de onderscheidene bijlagen van de planregels, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.1 voor de bouw en aanleg van één paardenbak met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 5.5.2 voor het toestaan van nevenactiviteiten als bedoeld in bijlage Indicatieve lijst van nevenactiviteiten/hergebruiksactiviteiten met inachtneming van de onderscheiden aanduidingen dan wel nevenactiviteiten die voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die zij veroorzaken gelijk kunnen worden gesteld aan activiteiten als bedoeld in bijlage Indicatieve lijst van nevenactiviteiten/hergebruiksactiviteiten met inachtneming van de volgende voorwaarden:
overige zone - groene ontwikkelingszone | overige gronden | ||
Verblijfsrecreatie | 500 m2 | 750 m2 | |
Dagrecreatie | 500 m2 | 750 m2 | |
Zorg | 500 m2 | 750 m2 | |
Opslag | niet toegestaan | 500 m2 | |
Overige nevenactiviteiten | niet toegestaan | 500 m2 |
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op de in artikel 5.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde of de werkzaamheid dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de landschapswaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning is niet vereist voor:
De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met bijbehorende voorzieningen, zoals inritten, erven, terreinen, tuinen, parkeervoorzieningen, voorzieningen voor de waterhuishouding.
Op de in artikel 6.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend worden gebouwd:
Voor het bouwen van de in artikel 6.2.1 sub a genoemde hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van de in artikel 6.2.1 sub b genoemde bijbehorende bouwwerken gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van de in artikel 6.2.1 sub c genoemde overige bijbehorende bouwwerken en overkappingen gelden de volgende bepalingen:
Voor het bouwen van de in artikel 6.2.1 sub d genoemde bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bouwwerken ten behoeve van:
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.2.3, onder a en toestaan dat een bijbehorend bouwwerk tot aan of vóór de voorgevel van het hoofdgebouw en/of het verlengde daarvan wordt gebouwd mits geen onevenredige inbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.2.2 onder d en onder 6.2.2 onder f en toestaan:
mits geen onevenredige inbreuk wordt gedaan aan het bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden.
Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.2.2 onder a en toestaan dat het hoofdgebouw op een andere dan de bestaande locatie binnen het bestemmingsvlak of buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
In afwijking van 6.1 onder a wordt het gebruik van (een) bijbehorend bouwwerk(en) als bedoeld in artikel 6.2.4 voor zelfstandige en permanente bewoning in overeenstemming met deze bestemming gerekend, mits het hoofdgebouw niet voor permanente bewoning in gebruik is.
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 6.1 wordt in ieder geval gerekend:
Onder voorwaarde dat een geurgevoelige functie in de richting van een (agrarisch) bedrijf niet wordt toegestaan, indien daardoor de belangen van de in de omgeving gelegen functies onevenredig worden geschaad, wordt tot een gebruik in overeenstemming met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 6.1 onder c en d in ieder geval gerekend:
Het gebruik/het bewonen van de woning en/of het recreatiewoonverblijf is niet toegestaan, indien de landschappelijke inpassing door middel van streekeigen beplanting niet is aangelegd en in stand wordt gehouden, overeenkomstig het inrichtingsplan dat als bijlage Erfrichtingsplan Spiekerdijk 6 bij de planregels is opgenomen.
Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 6.5.4 ten behoeve van het realiseren van een andere wijze van de landschappelijke inpassing, zoals uitgewerkt in het Erfrichtingsplan Spiekerdijk 6, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 6.1 voor de bouw en aanleg van één paardenbak met inachtneming van de volgende voorwaarden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag op de in artikel 6.1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden uit te voeren:
Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het uitvoeren van het werk, geen bouwwerk zijnde of de werkzaamheid dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de landschapswaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning is niet vereist voor:
De voor 'Waarde - Archeologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden in de bodem.
Indien een bouwwerk wordt gebouwd, of een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaam- heden worden uitgevoerd binnen verschillende archeologische dubbelbestemmingen op een bouwperceel, gelden de meest vergaande regels voor de uitvoering van het project.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 7.2.1 sub a, wint het advies in bij de archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het bepaalde in artikel 7.2.1 sub a geldt niet indien:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de afmetingen van bouwwerken, de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 7.4.1 opgenomen verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
Ten aanzien van de in artikel 7.4.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, indien op basis van nader archeologisch onderzoek is aangetoond, dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is.
De voor 'Waarde - Archeologie gematigde verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.
Indien een bouwwerk wordt gebouwd, of een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden worden uitgevoerd binnen verschillende archeologische dubbelbestemmingen op een bouwperceel, gelden de meest vergaande regels voor de uitvoering van het project.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 8.2.1 sub a, wint het advies in bij de archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het bepaalde in artikel 8.2.1 sub a geldt niet indien:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de afmetingen van bouwwerken, de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 8.4.1 opgenomen verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
Ten aanzien van de in artikel 8.4.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie hoge verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 9.2.1 sub a, wint het advies in bij de archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het bepaalde in artikel 9.2.1 sub a geldt niet indien:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de afmetingen van bouwwerken, de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 9.4.1 opgenomen verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
Ten aanzien van de in artikel 9.4.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door:
De voor 'Waarde - Archeologie lage verwachting' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van te verwachten archeologische waarden in de bodem.
Indien een bouwwerk wordt gebouwd, of een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden worden uitgevoerd binnen verschillende archeologische dubbelbestemmingen op een bouwperceel, gelden de meest vergaande regels voor de uitvoering van het project.
Ten aanzien van het oprichten van bebouwing gelden de volgende regels:
Alvorens het bevoegd gezag beslist over een vergunning als bedoeld in artikel 10.2.1 sub a, wint zij advies in bij de archeologische deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Het bepaalde in artikel 10.2.1 sub a geldt niet indien:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen met betrekking tot de afmetingen van bouwwerken, de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden indien uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermenswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn er op gericht de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) te behouden.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de volgende andere werken of werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in artikel 10.4.1 opgenomen verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden:
Ten aanzien van de in artikel 10.4.1 genoemde vergunning gelden de volgende beoordelingscriteria:
Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door:
In afwijking van de regels behorende bij de ter plaatse geldende bestemming, mag een bouwwerk ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', slechts gedeeltelijk worden vernieuwd en/of veranderd, mits:
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.1.1 aanhef en onder a, indien strikte toepassing ervan zou leiden tot een onevenredig grote beperking voor het op de bestemming gerichte gebruik.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.1.2 wordt niet verleend dan nadat bevoegd gezag daarover een advies heeft ingewonnen van de gemeentelijke culturele erfgoedcommissie.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een bouwwerk ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', geheel of gedeeltelijk te slopen.
Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien door het geheel of gedeeltelijk slopen dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de beeldbepalende waarden van het bouwwerk en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
Een omgevingsvergunning wordt niet verleend dan nadat het bevoegd gezag daarover een advies heeft ingewonnen van de gemeentelijke culturele erfgoed commissie. .
Een omgevingsvergunning is niet vereist voor:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen te stellen aan de situering en de afmetingen van bouwwerken, indien en voor zover dat noodzakelijk is om de beeldbepalende waarden van een op hetzelfde bouwperceel gelegen bouwwerk ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', te behouden.
Voor het bouwen van ondergrondse bouwwerken gelden, behoudens de in de bestemmingsregels opgenomen afwijkingen, de volgende voorwaarden:
Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van;
een en ander op basis van een landschappelijk inpassingsplan, een erfinrichtingsplan, een aanvraag om omgevingsvergunning en/of een stedenbouwkundig ontwerp.
De onder 12.1 genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:
Onder verboden gebruik in alle bestemmingen wordt in ieder geval verstaan:
Tot een gebruik in overeenstemming met het plan wordt gerekend de uitoefening van een aan huis gebonden beroep, met dien verstande dat maximaal 40% van de vloeroppervlakte van de begane grond van de (bedrijfs)woning en bijbehorende bouwwerken mag worden gebruikt ten behoeve van het een aan huis gebonden beroep, met een maximum van 50 m2 .
Tot een gebruik in overeenstemming met het plan wordt gerekend het gebruik van oppervlakte- en/of grondwater ten behoeve van blusvoorzieningen ter bestrijding van calamiteiten.
De gronden ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - groene ontwikkelingszone' zijn, behalve voor de daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor het beschermen en ontwikkelen van landschappelijke en ecologische waarden.
Een besluit tot het verlenen van een omgevingsvergunning voor het afwijken van de bouw- of gebruiksregels of voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde of werkzaamheden, dan wel voor het toepassen van een in het plan opgenomen wijzigingsbevoegdheid wordt niet genomen indien sprake is van een significante aantasting van kernkwaliteiten of omgevingscondities van het gebied, met dien verstande dat significante aantasting van kernkwaliteiten of omgevingscondities van het gebied geen belemmering vormt voor het nemen van dat besluit:
a. voor zover mitigerende maatregelen deze aantasting te niet doen, of;
b. voor zover wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
1. het toepassen van de wijzigingsbevoegdheid of het verlenen van een omgevingsvergunning is van groot openbaar belang;
2. er is geen reëel alternatief voor de voorgenomen omgevingsvergunning of wijzigingsbevoegdheid;
3. de aantasting wordt zoveel mogelijk beperkt door mitigerende maatregelen;
4. voor zover de aantasting niet door mitigerende maatregelen wordt beperkt, worden hiervoor compenserende maatregelen getroffen.
Een in het plan opgenomen bevoegdheid om bij omgevingsvergunning af te wijken van de bouw- of gebruiksregels of bij omgevingsvergunning bepaalde werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden toe te staan, of een wijzigingsbevoegdheid, dat een significante aantasting van kernkwaliteiten of omgevingscondities van het gebied tot gevolg heeft, wordt niet eerder verleend respectievelijk toegepast dan nadat advies is gevraagd aan een deskundige op het gebied van natuur en landschap.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het plan voor:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het plan voor de uitoefening van een aan huis gebonden bedrijf in de (bedrijfs)woning of in een bijbehorend bouwwerk, met dien verstande dat:
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in het plan ten behoeve van:
De gronden ter plaatse van de zone:
zijn mede bestemd voor de veiligheid van het (spoor)verkeer.
Ter plaatse van de in artikel 16.1 bedoelde zone is in afwijking van het bepaalde in de daar voorkomende bestemmingen het bouwen van nieuwe bouwwerken niet toegestaan, met uitzondering van bouwwerken, geen gebouw zijnde, met een bouwhoogte van maximaal 1 m.
Het bevoegd gezag kan door middel van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 16.2 voor het bouwen in overeenstemming met de daar voorkomende bestemmingen.
Een omgevingsvergunning als bedoeld in sub a, wordt niet eerder verleend dan nadat bevoegd gezag daarover een advies heeft ingewonnen van de (spoor)wegbeheerder.
Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel 17.1.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel 17.1.1 met maximaal 10%.
Artikel 17.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel 17.2.1, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
Indien het gebruik, bedoeld in artikel 17.2.1, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
Artikel 17.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Landelijk Gebied, herziening 2017'.