direct naar inhoud van 5.3 Bestemmingsregels
Plan: Leeuwarden - Kalverdijkje
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0080.04012BP00-VG01

5.3 Bestemmingsregels

In dit hoofdstuk zijn achttien bestemmingen opgenomen waaraan diverse regels zijn verbonden. In de bestemmingsregels zijn de bestemmingen en de gebruiks- en/of bebouwingsmogelijkheden van de betreffende gronden aangegeven. De bestemmingen zijn op alfabetische volgorde benoemd. De bestemmingen worden hierna beschreven.

Bedrijf

De bestemming Bedrijf is opgenomen voor het bedrijventerrein ten zuiden van de Kanaalweg. Het betreft een braakliggend terrein, dat in het vigerende bestemmingsplan ook een bedrijfsbestemming heeft.

Vanwege het conserverende karakter van het bestemmingsplan zijn deze mogelijkheden overgenomen in dit bestemmingsplan. Op het terrein mogen bedrijven zich vestigen die in bijlage 1 van de planregels zijn opgenomen onder categorie 1 en 2. De hoogte van de gebouwen mag maximaal 9 meter bedragen met een minimale afstand tot de zijdelingse perceelsgrens van 3 meter. Het bebouwingspercentage voor het bestemmingsvlak is vastgelegd op 70% . Er mogen binnen deze bestemming geen bedrijfswoningen worden gebouwd. De oppervlakte van nutsgebouwen bedraagt maximaal 50 m² met een hoogte van maximaal 4 meter.

Daarnaast bevindt zich nog een aantal bedrijven langs de Kanaalweg en bij Kleijenburg. Ook hier is het bebouwingspercentage vastgelegd op 70%.

Bedrijf - Nutsvoorziening

De bestemming Bedrijf - Nutsvoorziening is opgenomen voor de gebouwen van openbaar nut, zoals transformatorgebouwen en gebouwen ten behoeve van de gasvoorziening of daarmee gelijk te stellen gebouwtjes. Elektriciteitsmasten mogen buiten de bouwvlakken gebouwd worden. Ook de buffervaten ten behoeve van het ketelhuis aan het Kalverdijkje mogen buiten het bouwvlak gebouwd worden. Daarnaast is voor het ketelhuis bepaald dat binnen het bouwvlak schoorstenen van ten hoogste 12 meter en ondergeschikte bouwdelen (bijvoorbeeld voor luchtin- en afvoer) van ten hoogste 9 meter zijn toegestaan.

Cultuur en ontspanning

De bestemming Cultuur en ontspanning is toegekend aan het bowlingcentrum. Ondergeschikte horeca in de vorm van maaltijd-/ drankvoorziening ten behoeve van de klanten van de aanwezige voorzieningen is hier toegestaan.

Groen

Het plangebied kenmerkt zich door de groene omgeving. Om het gebied ook een groen karakter te laten behouden zijn deze gebieden ook als groen bestemd. Binnen de bestemming zijn tevens paden en water toegestaan. Ook ontsluitingswegen naar de voorzieningen zijn binnen deze bestemming mogelijk.

Ten zuiden van de Kanaalweg is het mogelijk om een doorbraak te creëren tussen het Vliet en de Tijnje ten behoeve van een sloepenroute en/of een zwaaikom. Hiervoor is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen in de regels.

Maatschappelijk

De aanwezige scholen, het kerkgebouw, de scoutingsgebouwen en kinderdagverblijven hebben vanwege hun maatschappelijke functie de bestemming Maatschappelijk gekregen.

 

Sport

De bestemming Sport is toegekend aan alle sportterreinen binnen het plangebied. Ook de sportaccommodaties zoals fitnesscentra, het zwembad en de sport- en tennishal(len) hebben deze bestemming gekregen. Voor de binnensporten die in gebouwen plaatsvinden is binnen de bestemming Sport een bouwvlak opgenomen. Voor de gebouwen ten behoeve van de buitensporten is dat niet het geval.

De gebouwen mogen binnen de op de verbeelding opgenomen aanduiding "specifieke vorm van sport - sportcluster" in principe overal gebouwd worden. Dit geldt voor gebouwen ten behoeve van:

  • onderhoud en beheer;
  • berging en stalling;
  • kleedruimtes;
  • kantines / clubhuizen.

Wel zijn hier qua oppervlakte maxima aan gesteld en kan het gemeentebestuur ten aanzien van de plaats nadere eisen stellen.

Tuin

Door de aanwezigheid van gebouwen direct grenzend aan de openbare ruimte, ontstaat een rommelig en te volgebouwd straat- en bebouwingsbeeld. Dit is voornamelijk een gevolg van de bouw van aan- en uitbouwen en bijgebouwen aan de voor- of zijkant van een woning. Om dit te voorkomen is de bestemming 'Tuin' opgenomen.

Binnen deze bestemming is de bouw van gebouwen niet toegestaan. Deze bestemming is gelegd op basis van de volgende uitgangspunten:

  • op een voorerf van een woning mogen geen aan- en uitbouwen en bijgebouwen vóór de voorgevel of, aan weerszijden van de woning, in het gebied vóór de denkbeeldige lijn op 1,00 meter achter de voorgevel worden gebouwd;
  • op zijerven die direct grenzen aan de openbare ruimte mogen geen aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd;
  • op achtererven van woningen mogen aan- en uitbouwen en bijgebouwen worden gebouwd.

Om toch nog enige flexibiliteit te bieden, is het wel toegestaan om met toepassing van een afwijkingsprocedure, binnen de bestemming 'Tuin', een hoofdgebouw te voorzien van een erker met een maximale diepte van 1,50 meter, waarbij overigens ook een relatie met de diepte van de tuin wordt gelegd. Ook wordt hierbij een relatie met de breedte en hoogte van de gevel van de woning gelegd.

Verkeer

Er wordt in het plangebied onderscheid gemaakt tussen belangrijke verkeersroutes door en langs de wijk en de woonstraten met bijbehorende voorzieningen. De bestemming Verkeer is toegekend aan doorgaande wegen die een belangrijke rol spelen in de ontsluiting van het plangebied.

Verkeer - Railverkeer

De bestemming Verkeer-Railverkeer is toegekend aan de spoorlijn Leeuwarden - Groningen. Op gronden met deze bestemming mogen geen gebouwen gebouwd worden.

Verkeer - Verblijfsgebied

De bestemming ‘Verkeer – Verblijfsgebied’ geldt voor de woonstraten, parkeervoorzieningen en ondergeschikte groenvoorzieningen.

Water

De bestemming Water is toegekend aan de vijverpartijen en de kleinere waterlopen in het plangebied. Op deze gronden mogen geen gebouwen gebouwd worden. Er mogen bruggen binnen de bestemming (en op de oevers) gebouwd.

Steigers, vlonders en plankieren zijn niet toegestaan. Het gebruik als ligplaats voor woonschepen dan wel andere vaartuigen die als zodanig gebruikt kunnen worden is eveneens niet toegestaan.

Er is een omgevingsvergunningstelsel opgenomen voor het wijzigen of dempen van de waterlopen en/of het vergraven van de oevers om ervoor te zorgen dat werkzaamheden die mogelijk schadelijk zijn voor de waterhuishouding in en nabij het plangebied niet zonder vergunning uitgevoerd kunnen worden.

Water - Vaarweg

De bestemming Water-Vaarweg is toegekend aan de Wijde Greuns / Tijnje die in het zuiden van het plangebied ligt. Deze vaarweg heeft een functie voor de beroepsvaart die vanaf het Van Harinxmakanaal de aanwezige bedrijven net ten zuidwesten van het plangebied bevoorraad.

Wonen

In het plangebied bevindt zich een aantal (vrijstaande) woningen. De bouwvlakken geven aan waar de woningen oftewel de hoofdgebouwen gesitueerd mogen worden. Dit is grotendeels conform de huidige situatie gebeurd. Naast hoofdgebouwen, is ook de bouw van aan- en uitbouwen en bijgebouwen toegestaan. In verband met het voorkomen van een rommelig straat- en bebouwingsbeeld moet bij het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen een afstand ten opzichte van de naar de weg gekeerde gevel van het hoofdgebouw in acht worden genomen. Dit wordt bepaald door de ligging van de bestemming ”Tuin”. Deze bestemming bepaalt dat er in principe geen bijgebouwen aan de voorzijde van woningen en in diverse gevallen ook niet aan de zijkant van een woning mogen worden gebouwd.

Met de hiervoor beschreven regeling, blijft in feite het achtererf (en een deel van het zijerf) over voor de bouw van bijgebouwen en aan- en uitbouwen. In totaal mag er per hoofdgebouw een oppervlakte van 50 m² aan bijgebouwen en aan- en uitbouwen worden gebouwd, tot een maximum van 50% van het erf. Er is een afwijkingsregel opgenomen om met een omgevingsvergunning de oppervlakte te vergroten tot 100 m² (weer onder de voorwaarde dat dit maximaal 50% van het erf is). Indien de oppervlakte aan reeds aanwezige aan- en uitbouwen en bijgebouwen al groter is dan 100 m², geldt dit als maximum. Deze aan- en uitbouwen en bijgebouwen moeten ruimtelijk ondergeschikt zijn aan de hoofdgebouwen. De bouwregels (goothoogte maximaal 3,00 m en dakhelling maximaal 60°) zijn hierop afgestemd.

Andere functies in woningen

Bij het wonen is zonder meer de vestiging van een aan-huis-verbonden beroep en bedrijfsactiviteit mogelijk. Er is een oppervlaktebeperking opgenomen (ten hoogste 30% van het oppervlak van de begane grond van de bebouwing, met een maximum van 50 m²). Deze functie is alleen in combinatie met de woonfunctie toegestaan en niet zelfstandig.

Bed and breakfast is mogelijk via een afwijking met een omgevingsvergunning. Hier zijn voorwaarden aan verbonden om de functie beperkt te houden ten opzichte van de woonfunctie.

Leiding - Gas

De bestemming is opgenomen voor de bescherming van de in het plangebied aanwezige gasleidingen. Binnen deze strook mogen, in afwijking van de andere daar voorkomende bestemming(en), geen gebouwen gebouwd worden. Voor het uitvoeren van activiteiten in de bodem die mogelijk schade kunnen toebrengen aan de leiding is een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden opgenomen ter bescherming van de leiding.

Leiding - Hoogspanningsverbinding

De bestemming is opgenomen om de aanwezige hoogspanningsleiding en de bijbehorende beschermingsstrook te beschermen. Binnen deze strook mogen geen gebouwen gebouwd worden. De hoogte van de hoogspanningsmasten mag maximaal 40 meter bedragen, de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag ten hoogste 2 meter bedragen.

Leiding - Water

De hoofdwaterleidingen in het plangebied zijn onder deze bestemming gebracht. Binnen deze dubbelbestemming mogen geen gebouwen worden gebouwd. Door middel van een binnenplanse afwijking kunnen gebouwen wel worden toegestaan. Ter bescherming van de waterleiding is voor diverse werkzaamheden een omgevingsvergunning opgenomen.

Waarde - Archeologie 3

De bestemming is opgenomen voor twee gebieden in het plangebied, waar op basis van de archeologische waardekaart een middelhoge verwachtingswaarde van toepassing is. Deze regeling dient ter behoud en bescherming van mogelijk archeologische waarden in de bodem. Het bestemmingsplan stelt dat bij bepaalde werkzaamheden die de bodem, en daarmee archeologische waarden, die werkzaamheden alleen mogen worden uitgevoerd nadat een omgevingsvergunning is verleend.