direct naar inhoud van Artikel 6 Groen
Plan: Leeuwarden - Kalverdijkje
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0080.04012BP00-VG01

Artikel 6 Groen

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. groenvoorzieningen;
  • b. speelvoorzieningen;
  • c. wegen, straten en paden;
  • d. in- en uitritten;
  • e. ontsluitingswegen ten behoeve van de aangrenzende bestemming(en);
  • f. een trafohuisje ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek';

waarbij, indien de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding 'karakteristiek', de bestaande karakteristieke hoofdvorm van de gebouwen wordt nagestreefd,

met daaraan ondergeschikt:

  • g. bermen en beplanting;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. waterlopen en waterpartijen;
  • j. oevers en kaden;

met de daarbij behorende:

  • k. verhardingen;
  • l. bouwwerken, geen gebouwen zijnde waaronder bruggen.
6.2 Bouwregels
6.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

6.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 1,00 meter bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 meter bedragen.
6.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing, ten behoeve van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. een goede milieusituatie;
  • c. een goede woonsituatie;
  • d. de sociale veiligheid;
  • e. de verkeersveiligheid;
  • f. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
6.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
6.4.1 Omgevingsvergunning

Voor het (deels) slopen van bouwwerken, ter plaatse van de aanduiding 'karakteristiek', is een omgevingsvergunning vereist.

6.4.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 6.4.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
6.4.3 Toetsingscriteria

De omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, indien:

  • a. de karakteristieke hoofdvorm niet langer aanwezig is en niet zonder ingrijpende wijzigingen aan het pand kan worden hersteld;
  • b. de karakteristieke hoofdvorm in redelijkheid niet te handhaven is;
  • c. het delen van het pand of bijbehorend bouwwerk betreft die op zichzelf niet als karakteristiek zijn aan te merken en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de karakteristieke hoofdvorm plaatsvindt.
6.5 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemming ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone - wijzigingsgebied' te wijzigen in de bestemming 'Water' ten behoeve van het realiseren van een sloepenroute en/of een zwaaikom, mits:

  • a. geen onevenredige aantasting zal plaatsvinden van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;
  • b. de regels van 'Artikel 14 ' van toepassing worden verklaard.