direct naar inhoud van Artikel 35 Algemene wijzigingsregels
Plan: Landelijk Gebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1916.lg2011-0010

Artikel 35 Algemene wijzigingsregels

35.1 Bouw-/bestemmingsvlakken

Burgemeester en wethouders zijn op grond van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wro bevoegd het plan te wijzigen, in die zin dat de situering en/of begrenzing van op de verbeelding aangegeven bouwvlakken en/of bestemmingsvlakken wordt gewijzigd.

35.1.1 Voorwaarden wijziging

Voor de toepassing van de in lid 35.1 genoemde wijzigingsbevoegdheid, gelden de volgende voorwaarden:

  • a. de oppervlakte van een bouwvlak en/of bestemmingsvlak mag met niet meer dan 5% worden vergroot of verkleind;
  • b. de wijziging mag geen strijdigheid met het bepaalde in of krachtens de Wet geluidhinder met zich meebrengen;
  • c. de wijziging mag geen onevenredige afbreuk doen aan de belangen van aangrenzende gronden dan wel functies;
  • d. het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van het in het plan begrepen gebied mag door de wijziging niet in gevaar komen.

35.2 Nutsvoorzieningen

Burgemeester en wethouders zijn op grond van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wro bevoegd het plan te wijzigen, in die zin dat de bestemming van gronden in dit plan wordt gewijzigd in de bestemming 'Bedrijf - Nutsvoorziening' als bedoeld in artikel 9 van dit plan, ten behoeve van het bouwen van nieuwe nutsvoorzieningen, zoals transformatorhuisjes, gemaalgebouwen en andere nutsgebouwen, voor zover deze noodzakelijk zijn en niet binnen de in het plan reeds opgenomen bestemming 'Bedrijf - Nutvoorziening' kunnen worden gerealiseerd.

35.2.1 Voorwaarden wijziging

Voor de toepassing van de in lid 35.2 genoemde wijzigingsbevoeldheid, gelden de volgende voorwaarden:

  • a. de inhoud van een nutsgebouw mag niet meer bedragen dan 150 m³;
  • b. de goothoogte van een nutsgebouw mag niet meer bedragen dan 3 m en de bouwhoogte niet meer dan 3,5 m;
  • c. de wijziging mag geen onevenredige afbreuk doen aan de belangen van aangrenzende gronden dan wel functies;
  • d. de voorzieningen dienen landschappelijk goed te worden ingepast, met inachtneming van hetgeen in de Ruimtelijke kwaliteitsparagraaf is beschreven, ten aanzien waarvan burgemeester en wethouders advies kunnen inwinnen bij een landschapsdeskundige. .

35.3 Nieuwe landschapselementen

Burgemeester en wethouders zijn op grond van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wro bevoegd het plan te wijzigen, in die zin dat de bestemming van gronden in dit plan wordt gewijzigd in de bestemming 'Natuur - Landschapselement' als bedoeld in artikel 12, ten behoeve van de aanleg van nieuwe landschapselementen die een groter oppervlak beslaan dan 250 m², ter plaatse van gronden die in dit plan aangewezen zijn met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden', 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden' en/of 'Natuur', indien zulks gewenst is uit het oogpunt van landschapsbouw en/of natuurontwikkeling.

35.3.1 Voorwaarden wijziging

Voor de toepassing van de in 35.3 genoemde wijzigingsbevoegdheid, gelden de volgende voorwaarden:

  • a. door de wijziging mag geen onevenredige afbreuk worden gedaan aan de gebiedseigen waarden;
  • b. de wijziging mag geen onevenredige afbreuk doen aan de belangen van aangrenzende gronden dan wel functies;
  • c. het belang van een goede ruimtelijke ontwikkeling van het in het plan begrepen gebied mag door de wijziging niet in gevaar komen.

35.4 Natuurontwikkeling

Burgemeester en wethouders zijn op grond van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wro bevoegd het plan te wijzigen, in die zin dat de bestemming van gronden in dit plan wordt gewijzigd in de bestemming 'Natuur' als bedoeld in artikel 11, ten behoeve van de ontwikkeling van nieuwe natuurgebieden dan wel natuurreservaten ter plaatse van gronden, die in dit plan zijn aangewezen met de bestemming 'Agrarisch met waarden - Landschapswaarden' en/of 'Agrarisch met waarden - Natuur- en landschapswaarden', indien zulks gewenst is uit het oogpunt van natuurontwikkeling en ecologie op grond van rijks-, provinciaal en/of gemeentelijk beleid. In deze wijzigingsbevoegdheid is inbegrepen, de bevoegdheid om aan de bestemming teven de aanduiding 'agrarisch' (ten behoeve van agrarisch medegebruik) toe te kennen of de bevoegdheid tot wijziging van de bestemming van de in dit plan begrepen gronden in de bestemming 'Natuur - Landschapselement', overeenkomstig het bepaalde in lid 35.3 en voor zover zulks aan de orde is.

35.4.1 Voorwaarden wijziging

Voor de toepassing van de in 35.4 genoemde wijzigingsbevoegdheid, gelden de volgende voorwaarden:

  • a. de agrarische functie van aangrenzende gronden en bebouwing mag door de wijziging niet in onevenredige mate worden belemmerd;
  • b. er moet vaststaan dat de natuurontwikkeling daadwerkelijk is of wordt gerealiseerd;
  • c. er moet vaststaan dat de bij de gronden betrokken gerechtigden hebben ingestemd met de wijziging van de bestemming van de gronden.

35.5 Ecologische verbindingen

Burgemeester en wethouders zijn op grond van het bepaalde in artikel 3.6 van de Wro bevoegd het plan te wijzigen, in die zin dat de bestemming van gronden in dit plan, onder andere langs dijken, bermen en houtsingels, wordt gewijzigd in de bestemming 'Waarde - Ecologie' als bedoeld in 28, ten behoeve van de ontwikkeling van nieuwe ecologische verbindingen tussen natuur(ontwikkelings)gebieden, indien zulks gewenst is uit het oogpunt van natuurontwikkeling en ecologie op grond van rijks-, provinciaal en/of gemeentelijk beleid. In deze wijzigingsbevoegdheid is inbegrepen de bevoegdheid tot wijziging van de bestemming van de in dit plan begrepen gronden in de bestemming 'Natuur' overeenkomstig het bepaalde in lid 35.4voor zover zulks aan de orde is.

35.5.1 Voorwaarden wijziging

Voor de toepassing van de in 35.5 genoemde wijzigingsbevoegdheid, gelden de volgende voorwaarden:

  • a. de (agrarische) functie van aangrenzende gronden en bebouwing mag door de wijziging niet in onevenredige mate worden belemmerd;
  • b. er moet vaststaan dat de ecologische verbinding daadwerkelijk wordt gerealiseerd;
  • c. er moet vaststaan dat de bij de gronden betrokken gerechtigden hebben ingestemd met de wijziging van de bestemming van de gronden.