direct naar inhoud van Artikel 28 Waarde - Ecologie
Plan: Landelijk Gebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1916.lg2011-0010

Artikel 28 Waarde - Ecologie

28.1 Bestemmingsomschrijving
28.1.1 Algemeen

De voor 'Waarde - Ecologie' aangewezen gronden zijn -behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en)- mede bestemd voor instandhouding en ontwikkeling van landschaps- en natuurwaarden:

  • a. in en langs bosranden, houtsingels, bosjes en bermen, en
  • b. op en langs dijken, wallen en ander bodemreliĆ«f,

zodanig dat voor flora en fauna verbindingen tussen natuur- en natuurontwikkelingsgebieden kunnen ontstaan dan wel kunnen worden gerealiseerd.

28.1.2 Dubbelbestemmingen

Voor zover de in lid 28.1.1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor de bestemming(en) 'Leiding - Water', 'Leiding - Gas', 'Leiding - Riool', 'Waarde - Archeologie hoge verwachting', 'Waarde - Archeologie lage verwachting', 'Waarde- Ecologie' en/of 'Waterstaat - Waterkering', is daarbij tevens het bepaalde in de regels behorende bij de desbetreffende bestemming(en) van toepassing. De hier genoemde bestemmingen en de bestemming genoemd in lid 28.1.1 zijn ten opzichte van elkaar nevengeschikt.

28.1.3 Andere bestemmingen

Voor zover de in lid 28.1.1 genoemde gronden tevens zijn aangewezen voor (een) andere daar voorkomende bestemming(en), is daarbij het bepaalde in de regels behorende bij de desbetreffende bestemming(en) secundair van toepassing.

28.2 Bouwregels
28.2.1 Algemeen

Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming, genoemd in lid 28.1.1, uitsluitend voor ecologie bestemde bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met dien verstande dat:

  • a. de bouwhoogte van deze bouwwerken niet meer mag bedragen dan 2 m;
  • b. indien de betreffende gronden tevens zijn aangewezen voor (een) dubbelbestemming(en) genoemd in lid 28.1.2, burgemeester en wethouders voor de bouw van de bouwwerken als bedoeld in dit lid uitsluitend een omgevingsvergunning verlenen, indien tevens aan het bepaalde in de regels behorende bij die dubbelbestemming(en) is voldaan.

28.2.2 Samenvallende bestemmingen

Ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en), mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende regels - uitsluitend worden gebouwd, indien:

  • a. de bij de betrokken bestemming(en) behorende (bouw)regels in acht worden genomen;
  • b. vaststaat dat de activiteiten die de aanvrager van de omgevingsvergunning beoogt, geen onevenredige schade toe zal brengen aan (de belangen van) de ecologische verbindingszone ter plaatse van de activiteiten of dat er voorzieningen worden getroffen waarmee de ecologische verbinding(en) in stand worden gehouden.

28.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ten aanzien van het bouwen krachtens de andere bestemmingen van de gronden als bedoeld in lid 28.1.2 en lid 28.1.3, nadere eisen te stellen aan de situering van bouwwerken en het gebruik, ter voorkoming van onevenredige aantasting van de belangen van de ecologische verbindingszone, met dien verstande dat burgemeester en wethouders terzake advies kunnen inwinnen bij een door hen aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen.

28.4 Specifieke gebruiksregels
28.4.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van gronden en/of bouwwerken met deze bestemming wordt, onverminderd het bepaalde in artikel 32, in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruiken of laten gebruiken van deze gronden/bouwwerken voor andere doeleinden dan de doeleinden genoemd in lid 28.1 dan wel voor andere doeleinden dan de doeleinden behorende bij de andere daar voorkomende (dubbel)bestemming(en);
  • b. het gebruiken of laten gebruiken van deze gronden op een wijze die schadelijk is voor de belangen van de ecologische verbindingszone;
  • c. het gebruiken of laten gebruiken van deze gronden voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden, die overeenkomstig het bepaalde in de regels behorende bij (een) andere daar voorkomende bestemming(en) omgevingsvergunningplichtig zijn en waarvoor die omgevingsvergunning niet is of kan worden verleend.