direct naar inhoud van 6.33 Wonen - voormalige boerderijpanden
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1987.01BPBuiten2013-0401

6.33 Wonen - voormalige boerderijpanden

6.33.1 Toelichting bestemmingen

In paragraaf 6.2 Toelichting op de regels zijn de onderdelen waaruit een bestemming bestaat, toegelicht.

6.33.2 Algemeen uitgangspunt

Het algemene uitgangspunt is beschreven onder de bestemming Wonen in paragraaf 6.32.2 Algemeen uitgangspunt. In geval van wonen in een voormalige boerderij is voor het behoud van de hoofdvorm en de maatvoering een aparte regeling noodzakelijk: boerderijpanden die na 1994 aan de landbouw zijn onttrokken zijn onder de bestemming 'Wonen - voormalige boerderijpanden' gebracht. Voormalige boerderijpanden die voor 1994 al een woonbestemming hadden, hebben de bestemming ' Wonen' gehouden. (In de ontwerp partiële herziening van de Provinciale omgevingsverordening 2012) is een regeling opgenomen voor hergebruik van voormalige bedrijfsgebouwen. In de definitie van voormalige bedrijfsgebouwen is als peildatum 14 december 1994 gehanteerd, de datum dat het beleid aangaande (her)gebruik van voormalige bedrijfsgebouwen is afgekondigd.)

6.33.3 Bestemmingsomschrijving

De bestemmingsomschrijving is beschreven onder de bestemming Wonen in paragraaf 6.32.3 Bestemmingsbeschrijving. Specifiek in de bestemmingsomschrijving is aangegeven dat de bestemming gericht is op het behoud van voormalige boerderijpanden. De oppervlaktes van deze panden zijn groter dan woningen binnen de 'reguliere' woonbestemming. Tevens is het wenselijk de cultuurhistorische en landschappelijke kwaliteiten van de panden te behouden.

Een aantal specifieke bestaande functies passen niet binnen de bestemming en zijn daarom aangeduid zodat ze wel mogelijk zijn.


Plattelandswoning

De Tweede Kamer heeft het voorstel om de zogeheten plattelandswoning in te voeren, aangenomen. Door de invoering van het voorstel kunnen in bestemmingsplannen voormalige boerderijen als plattelandswoningen worden aangewezen. Dit geeft de woningen een speciale status.

Onder een plattelandswoning wordt het volgende verstaan:
1. een plattelandswoning is een gebouw dat:
a. voorheen als agrarische bedrijfswoning behoorde tot een inrichting dan wel is gebouwd ten gevolge van een sloop- of beëindigingsregeling van Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;
b. voor bewoning gebruikt wordt;
c. is gelegen in een gebied met een agrarische bestemming; en
d. als plattelandswoning is bestemd op grond van de Wet ruimtelijke ordening;
2. indien ter uitvoering van deze titel milieukwaliteitseisen worden gesteld ten aanzien van een plattelandswoning zijn deze milieukwaliteitseisen hetzelfde als die milieukwaliteitseisen die aan een agrarische bedrijfswoning behorende bij een inrichting worden gesteld.”

Volgens de minister biedt het wetsvoorstel uitkomst voor de 5.000 woningen in het buitengebied waarbij problemen spelen. Dit varieert thans van (dreigende) uithuiszetting van bewoners tot (dreigende) inperking van aangrenzende agrarische bedrijven.

Er zal een inventarisatie plaatsvinden en indien aan de orde zullen de woningen die hiervoor in aanmerking komen een specifieke regeling krijgen in dit bestemmingsplan.
 
6.33.4 Bouwregels

De algemene toelichting op de bouwregels is opgenomen in de bestemming Wonen in paragraaf 6.32.4 Bouwregels.

De voormalige boerderijen zijn specifiek bestemd als Wonen - Voormalig boerderijpand. In de bouwregels is aangegeven wat er binnen het bestemmingsvlak gebouwd mag worden (zie 32.2 Bouwregels). Er is een strak bouwvlak om de hoofdvorm van het voormalige boerderijpand gelegd. Het hoofdgebouw moet binnen het bouwvlak gerealiseerd worden. Hiermee is de ligging en de oppervlakte van het hoofdgebouw vastgelegd. De goothoogte en dakhelling van een voormalig boerderijpand is ten minste en ten hoogste de bestaande goothoogte en dakhelling. De karakteristiek van deze woonhuizen wordt hiermee beschermd.

6.33.5 Afwijken van de bouwregels

In voorkomende gevallen kunnen bouwplannen niet binnen de gestelde afmetingen passen. Daarom is voor het vergroten van een aantal maatvoeringen en oppervlaktes een afwijkingsbevoegdheid opgenomen (zie 32.3 Afwijken van de bouwregels). Uitgangspunt voor het toepassen van deze afwijkingen is wel dat er geen afbreuk gedaan wordt aan de landschappelijke waarden en dat gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden niet beperkt mag worden.

Afwijken maatvoeringen waardevolle hoofdvormen

Het kan vanuit architectonisch oogpunt of vanuit bouwtechnische redenen wenselijk zijn dat wordt afgeweken van de maatvoeringen van een voormalig boerderijpand. Dit kan worden toegestaan met een omgevingsvergunning. Hieraan zijn voorwaarden verbonden.

6.33.6 Afwijken van de gebruiksregels

De volgende nevenfuncties kunnen met een afwijking van de gebruiksregels toegestaan worden:

In paragraaf 6.48 Afwijkingen is ingegaan op de voorwaarden waaronder deze functies kunnen worden toegestaan.

6.33.7 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken en werkzaamheden

Het (gedeeltelijk) slopen van het voormalig boerderijpand is alleen mogelijk met een omgevingsvergunning wanneer de bouwtechnische kwaliteit dusdanig slecht is dat het pand niet meer (her)gebruikt kan worden of als het gaat om delen van het pand die niet waardevol zijn en bij sloop van die delen de karakteristiek van het pand niet wordt aangetast. Op deze manier wordt behoud van het karakteristieke boerderijpand beschermd (zie ook paragraaf Archeologie).