Plan: | Buitengebied |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1987.01BPBuiten2013-0401 |
Het kan voorkomen dat het wenselijk is dat de bedrijfswoning dichter naar de weg wordt gebouwd. Als dit het geval is dan kan dit geregeld worden met een omgevingsvergunning. Hieraan zijn voorwaarden verbonden. Onder meer mag de geluidsbelasting van de geluidgevoelige gebouwen niet hoger zijn dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde of een verkregen hogere waarde.
Met een afwijking kan binnen een bestemmingsvlak een (kleine) windturbine worden toegestaan, met een maximale bouwhoogte van 15,00 meter. Een dergelijke windturbine moet wel landschappelijk ingepast worden. Daarom moet met een erfinrichtingsplan aangetoond worden dat de windturbine landschappelijk ingepast is, alvorens de afwijking verleend kan worden.
Met aan een afwijking kan logiesverstrekking binnen (bedrijfs)woningen worden toegestaan. Uitgangspunt is dat deze vorm van recreatie ondergeschikt aan de hoofdfunctie blijft en gekoppeld is aan het gebruik van de (bedrijfs)woning of het woonhuis. De oppervlakte van de (bedrijfs)woning moet een minimale oppervlakte van 75 m2 hebben. Daarom zijn in de voorwaarden een aantal criteria opgenomen. Er mogen maximaal drie kamers met in totaal 10 slaapplaatsen gerealiseerd worden. De logiesverstrekking mag geen onevenredige invloed hebben op de omgeving en mag (agrarische) bedrijvigheid niet in de ontwikkelingsmogelijkheden beperken. Parkeren moet op het eigen erf geregeld worden of er moeten in de omgeving voldoende parkeerplaatsen aanwezig zijn.
Met de veranderingen die zich de afgelopen decennia in het buitengebied hebben voorgedaan, is ook de betekenis van recreatie en toerisme als economische factor toegenomen. Was de landbouw van oudsher de bepalende economische drager van het buitengebied, in de toekomst zal dat in toenemende mate mede recreatie en toerisme zijn.
Met een omgevingsvergunning kan kleinschalig kamperen (maximaal 15 plaatsen voor kampeermiddelen) toegestaan worden bij (voormalige) agrarische bedrijven en woonhuizen of bedrijfswoningen met een bijbehorend erf van ten minste 2.000 m². Hier zijn voorwaarden aan verbonden, onder meer dat het kampeerterrein landschappelijk wordt ingepast.
Met productiegebonden detailhandel wordt de verkoop van goederen en producten bedoelt, die ter plaatse vervaardigd en/of gerepareerd worden. Met een afwijking kan deze vorm van detailhandel worden toegestaan. Uitgangspunt is dat deze functie ondergeschikt aan de hoofdfunctie moet blijven. Daarom is in de regels een maximale oppervlakte opgenomen van 25% van de oppervlakte aan bedrijfsgebouwen, met een maximum oppervlakte van 60 m2.
Met een afwijking kunnen kleinschalige bedrijven of beroepen aan huis worden toegestaan. Uitgangspunt is dat deze functie ondergeschikt is aan de (bedrijfs)woning en/of bedrijfsvoering. Daarom is een maximum oppervlak van 25% van de (bedrijfs)woning opgenomen, met een maximum van 60 m2.
Er is sprake van een toename van (hobbymatige) paardensportactiviteiten in het buitengebied. Dit uit zich in een toename van het hobbymatig houden van paarden en de toename van de vraag naar paardrijbakken. Paardrijbakken kunnen behoorlijke invloed hebben op de landschappelijke waarden en op de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden. Daarom kunnen paardrijbakken pas met een omgevingsvergunning binnen het bouwvlak dan wel bestemmingsvlak toegestaan worden. Hier zijn voorwaarden aan verbonden die zien op de afstand tot naburige woonbestemmingen om hier geen hinder te veroorzaken.