direct naar inhoud van 4.4 Regionaal beleid Oost Groningen
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1987.01BPBuiten2013-0401

4.4 Regionaal beleid Oost Groningen

Landschapsontwikkelingsplan (LOP) Oost-Groningen

Enkele jaren geleden is een regionaal landschapsontwikkelingsplan opgesteld. het betreft een studienota ten behoeve van het landschap.

Nota Agrarische bouwblokken en landschap

In de landbouw is sprake van een steeds maar verdergaande schaalvergroting. Om deze trend enigszins een plek te kunnen geven in het landschap is de Nota Agrarische bouwblokken en landschap opgesteld voor de regio Oost-Groningen. In deze nota wordt ruimte geboden aan agrarische ondernemers en het Groninger landschap. Vanuit het provinciaal beleid wordt richting gegeven aan ontwikkelingen in de landbouw, mits rekening wordt gehouden met landschappelijke kwaliteiten en ingezet wordt op streekeigen karakteristieken. In de nota wordt een nieuwe aanpak voor grotere agrarische bouwblokken voorgesteld met bestaande instrumenten om dit te bewerkstelligen.

Maatwerkbenadering: deze benadering vormt een sturingsmodel waarbij op basis van een reeks keukentafelgesprekken tussen de ondernemer (en adviseur), gemeente, provincie en welstand, onder regie van de gemeente de schaalvergrotingsmogelijkheden in een specifieke situatie worden beschouwd. De ondernemer draagt hierbij in eerste instantie de verantwoordelijkheid voor de adequate doorvertaling van de ruimtelijke randvoorwaarden naar de voor hem specifieke situatie. Hiermee verdient hij als het ware de gewenste uitbreidingsruimte. Positieve uitkomsten van de keukentafelgesprekken vormen het startsein voor de formele bestemmingsplanprocedure. Overige afspraken worden vastgelegd in een privaatrechtelijke overeenkomst tussen ondernemer, gemeente en provincie.

De Nota Agrarische bouwblokken en landschap is vertaald in de nieuwe provinciale verordening. Vanuit de verordening gelden voorwaarden ten aanzien van de oppervlakte voor agrarische bouwpercelen.

Een van de hoofdthema's in het buitengebied is de omvang van agrarische bouwblokken. Agrarische bedrijven die zich verder willen ontwikkelen door schaalvergroting, hebben vaak behoefte aan uitbreiding van de bedrijfsgebouwen en vergroting van het bouwblok. De mogelijkheden voor een goede inpassing van agrarische bedrijfsbebouwing zijn sterk afhankelijk van het landschap, daarom is maatwerk vereist. Voor de regio's Noord- en Oost-Groningen hebben de provincie en betrokken gemeenten een analyse van de functionele en ruimtelijke kwaliteiten van gebieden opgesteld, zodat kan worden bepaald of en zo, ja in hoeverre agrarische schaalvergroting mogelijk is.

 

Voor onder andere de gemeente Menterwolde is onderscheid gemaakt in zogenaamde groene, gele en rode gebieden. Voor de groene gebieden geldt een 'ja, mits'-beleid. Gemeenten worden hier gevraagd om op basis van de ruimtelijke randvoorwaarden de volgende zaken in acht te nemen:

  • respecteren historische gegroeide landschapsstructuur;
  • afstand houden tot ruimtelijke elementen;
  • goede infrastructurele ontsluiting;
  • zorgvuldige en evenwichtige ordening, maatvoering en vormgeving van de bedrijfsgebouwen;
  • erfinrichting afgestemd op het zorgvuldig inpassen in het landschapstype;
  • op bedrijfsniveau opnieuw af te wegen of schaalvergroting kan plaatsvinden.

Vanaf 2 ha wordt de provincie bij deze afweging betrokken door inzet van de maatwerkbenadering. De maatwerkbenadering vormt een procesmatig sturingsmodel waarbij op basis van een reeks keukentafelgesprekken tussen de ondernemer (en adviseur), de gemeente, de provincie en de welstand, onder regie van de gemeente, de schaalvergrotingsmogelijkheden in een specifieke situatie worden beschouwd.

afbeelding "i_NL.IMRO.1987.01BPBuiten2013-0401_0015.png"

Groene, gele en rode gebieden conform de Nota Agrarische bouwblokken

Noot bij bovenstaand figuur: van provinciale betrokkenheid is sprake vanaf 2 ha. Tot 2 ha is sprake van gemeentelijke betrokkenheid. Vanaf 1 ha is de maatwerkbenadering van toepassing.

Agenda voor de Veenkoloniën

Acht Drentse en Groningse gemeenten, twee waterschappen en twee provincies werken samen in de stuurgroep Agenda voor de Veenkoloniën. De missie van de agenda is: “Het profileren en positioneren van de Veenkoloniën als innovatief landbouwgebied met kansen voor water en energie als onderdeel van de biobased economy in Noord-Nederland”. Hoofdinvesteringsthema van de Agenda is de agrarische sector. De agrarische sector zal zich de komende jaren sterk richten op het stimuleren van innovatieve methoden en producten, en het versterken van de landbouw vanuit de mogelijkheden die het Veenkoloniale landschap biedt

“Landschap” is het tweede hoofdinvesteringsthema van de Agenda. Het thema Landschap zal zich de komende jaren richten op initiatieven die de kenmerken van het veenkoloniale landschap, in combinatie met het water en de woonfunctie, versterken. De beschikbare ruimte in Veenkoloniën moet voor verschillende woonwensen en doelgroepen aantrekkelijk worden gemaakt. Optimale bereikbaarheid is belangrijk voor de economische ontwikkeling in de regio van de Veenkoloniën. De Agenda zal zich de komende jaren inzetten om de economische ontwikkeling van de regio te bevorderen en de infrastructuur te verbeteren.

Groene Ster, De Veenkoloniale buitenstad (2006)

De 'groene ster' refereert naar de beleidsstudie die is gemaakt door de Agenda van de Veenkoloniën. Het project ligt op het snijvlak van de vier gemeenten, Hoogezand-Sappemeer, Menterwolde, Aa en Hunze en Veendam en het waterschap Hunze en Aa's. Essentie van de visie is: een unieke vorm van wonen met stedelijke kwaliteiten tegen een agrarische achtergrond. Andere thema's, ondersteunend aan de vitaliteit en leefbaarheid van het gebied zijn de thema's recreatie en toerisme en (verbrede) landbouw.

In deze studie staan in het projectgebied twee projectaanduidingen weergegeven die verder uitgewerkt kunnen worden. Dit is een groene ster die aangeeft dat in de toekomst het cultuurhistorische toerisme in de Oude Veenkoloniën op de kaart zal staan. En een groen/gele ster die aangeeft dat in het gebied een 'bijzonder project voor wonen, natuur en recreatie' zal plaatsvinden. Het project “ de groene ster' wil aan beide sterren zoals die door de Agenda zijn benoemd een invulling geven.

Project Randvenen ( 2009)

Het project Randvenen is een uitwerking van de vastgestelde gebiedsvisie en omvat een samenhangend raamwerk voor de zone van Hoogezand-Sappemeer tot de Hondsrug aansluitend op de stedelijke bebouwing van Hoogezand-Sappemeer, Muntendam, Veendam en Wildervank. Belangrijk daarbij zijn zowel de ecologie en landschap, de landbouw als ook de recreatieve kwaliteiten van het uiteindelijke totaalplan.

Het plan op hoofdlijnen bestaat uit een combinatie van natuur- en landschapsontwikkelingen met recreatieve onderdelen. Hierdoor ontstaat een meer aantrekkelijke mogelijkheid om in het gebied en vanuit de woonkernen naar de Hondsrug te fietsen en wandelen en vice versa. Het gevolg op de lange termijn van het project zal, rekening houdend met de landbouwbelangen en ondersteunend aan de omliggende woonfuncties, de ecologische, recreatieve en landschappelijke versterking van de Veenkoloniën dienen te zijn. Een belangrijke afgeleid effect moet worden een economische impuls aan de beoogde regio.

Thema's die aan bod komen zijn:

  • Water (kleinschalige berging, recreatievaart);
  • Natuur en landschap (versterking en verbinden groene elementen, verpaarding van het landschap, agrarisch natuurbeheer);
  • Wonen en recreëren (versterking wooneconomie, landgoed wonen, energie en de duurzame inrichting van het gebied);
  • Leisure/pleasure/wellness (vergrijzing en het gezond ouder worden, paden).

Uitloopgebied Muntendam-Veendam

In het project Randvenen wordt een voorstel gedaan voor het inrichten van het landschap tussen Muntendam en Veendam. Dit gebied herbergt nu al verschillende functies en wordt vanaf de randen als het ware steeds verder veroverd. Het landschapspark werkt alleen goed als de functies in dit gebied een goede aanvulling vormen op de overige functies binnen het park. Bovendien is de vormgeving van de functies, de verankering daarvan in het landschap, belangrijk voor de samenhang in het landschapspark.

Op kaart is een suggestie gedaan voor het landschapsbeeld dat op deze wijze kan ontstaan. Te zijner tijd wordt dit verder uitgewerkt naar een meer concreet plan waarin dat contrast nog duidelijker naar voren kan komen. Het toepassen van dit concept leidt tot een landschap waarin verschillende functies nu of later een plek kunnen krijgen. Het inrichten van het landschap en het invullen met sterke functies voorkomt dat de bebouwing van Muntendam en Veendam ongemerkt aan elkaar vast groeit. Het gebied tussen Muntendam en Veendam biedt nu plaats aan verschillende functies, die min of meer gescheiden van elkaar zijn. In de toekomst zou hier een landschap kunnen ontstaan waarin het één (bijvoorbeeld de golfbaan) en het ander (bijvoorbeeld natuurgebied Tussen de Venen of paardenweiden) veel geleidelijker, bijna ongemerkt in elkaar overvloeien. Functies worden dus zo veel mogelijk gemengd in plaats van gescheiden.

Project Singelgolf

(Quick-scan Singelgolf De Randvenen, eindrapportage februari 2012)

Het binnen het landschapspark De Randvenen te ontwikkelen groen-blauwe netwerk heeft zowel een landschappelijke als een financiële drager nodig. Het concept Singelgolf heeft in potentie beide te bieden. Singelgolf is een nieuw concept voor gebiedsontwikkeling, waarbij een langgerekte golfbaan (9 holes, 18 holes of meer) door het landelijk gebied slingert en daardoor het landschap al golfend of wandelend beleefbaar maakt. Bovendien kunnen de opgaven die in het gebied spelen (zoals waterberging, natuurontwikkeling, maar ook verbreding van de landbouw) een plek krijgen op of rond de Singelgolfbaan. De door golfers intensief gebruikte onderdelen zoals de tees en de green dienen intensief gemaaid te worden en worden in principe alleen door golfers betreden. Deze zones maken echter slechts een klein deel uit van de totale oppervlakte van een golfbaan. De veel grotere fairway kan eventueel door een kleine kudde schapen begraasd worden. Met name de zogenaamde rough biedt de ruimste mogelijkheden. Hier kunnen niet alleen (extensief) schapen en koeien grazen, maar delen van de rough kunnen ook worden ingezet als hooiland. Dit eventueel in combinatie met natuurontwikkeling en waterberging. De holes van de Singelgolfbaan zelf liggen niet zij-aan-zij, maar kop-aan-staart waardoor een wandeling door het landschap ontstaat. Hiermee neemt een Singelgolfbaan niet alleen binnen een bepaald gebied functies in zich op, maar realiseert zij ook verbindingen tussen gebieden. Direct naast de Singelgolfbaan behoudt het landschap zijn functie en kan in het geval van De Randvenen dus gewoon doorgeboerd worden.