direct naar inhoud van 4.5 Gemeentelijk beleid
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1987.01BPBuiten2013-0401

4.5 Gemeentelijk beleid

Welstandsnota

De gemeentelijke welstandsnota geeft uitgangspunten voor het uiterlijk van gebouwen en bouwwerken. De gemeente Menterwolde beschikt over een welstandsnota met welstandscriteria die per gebied zijn opgesteld. Waar het bestemmingsplan de ruimtelijke randvoorwaarden geeft, wordt op grond van de welstandsnota gekeken naar zaken als detaillering, kleur- en materiaalgebruik e.d.

Het doel van de welstandsnota van de gemeente Menterwolde (vastgesteld d.d. 17 juni 2004) is een bijdrage leveren aan het behouden en, daar waar nodig, het versterken van de schoonheid en aantrekkelijkheid van de gemeente Menterwolde. Door het opstellen van welstandsbeleid kan de gemeente een effectief, controleerbaar en klantvriendelijk welstandstoezicht inrichten en opdrachtgevers en ontwerpers in een vroeg stadium informeren over de criteria die bij de welstandsbeoordeling een rol spelen. Voor alle bouwplannen die niet vergunningsvrij zijn en niet vallen onder de lijst van veel voorkomende kleine bouwplannen gelden de gebiedsgerichte welstandscriteria. Deze welstandscriteria zijn minder objectief en concreet dan de criteria voor veel voorkomende kleine bouwplannen. Het zijn geen absolute, maar relatieve welstandscriteria die ruimte laten voor interpretatie in het licht van het concrete bouwplan.

Een herziening van de welstandsnota is in voorbereiding.

Milieubeleidsplan 2010-2014

Op 12 november 2009 heeft de gemeenteraad van Menterwolde het Ontwerp Milieubeleidsplan 2010 - 2014 vastgesteld. De raad heeft tevens kennis genomen van het meerjaren-uitvoeringsprogramma. In het milieubeleidsplan worden de milieuambities van de gemeente voor de periode 2010-2014 weergegeven. Het milieubeleidsplan is opgebouwd rond verschillende milieuthema's. Voor deze thema's zijn prioriteiten en ambities van het milieubeleid bepaald. Het plan bevat ook een overzicht van de geplande activiteiten die bijdragen aan de milieuambities en doelstellingen.

De gemeente heeft aan een aantal thema's de status van speerpunt toegekend. Een speerpunt betekent dat de gemeente hier meer prioriteit aan wil toekennen, dat de ambities hoger liggen en dat de gemeente extra maatregelen wil treffen. De thema's en de belangrijkste doelstellingen ervan worden hierna weergegeven.

Afval

  • De inzameling van oud papier, textiel en glas wordt verbeterd zodat minimaal aan de landelijke doelstellingen wordt voldaan.
  • Het realiseren van besparing op afvalkosten.

Natuur en groen

  • Daar waar bestaande natuur wordt aangetast, wordt deze binnen de gemeente voor meer dan 100% gecompenseerd met nieuwe natuur.
  • De kwantiteit en kwaliteit van bestaande natuur en groen worden actief beschermd, versterkt en verbeterd.

Klimaat en energie

  • In de gemeente Menterwolde wordt jaarlijks 2% energie bespaard.
  • In 2020 wordt 30% van het energieverbruik in de gemeente uit hernieuwbare bronnen verkregen, in 2030 100%.
  • Initiatieven van derden voor de opwekking van duurzame energie worden vanuit een positieve grondhouding bezien.
  • In 2020 is de CO2-uitstoot met 30% gereduceerd.
  • Het donker wordt actief beschermd.

Geluid

  • Voorkomen van toename van het aantal geluidgehinderden.
  • Klachten over geluidhinder worden tot een minimum beperkt (teruggebracht).

Gemeentelijke bedrijfsvoering

  • De gemeente Menterwolde geeft het goede voorbeeld door zelf aan alle milieuwet- en regelgeving te voldoen.
  • Als overheid geeft de gemeente het goede voorbeeld in duurzaamheid.
  • In 2010 wordt 75% van alle producten en diensten duurzaam ingekocht en in 2015 is dit percentage gestegen naar 100%.

Duurzame stedenbouw

In een nadere uitwerking van eventuele nieuwbouwplannen kan worden onderzocht in hoeverre er mogelijkheden zijn voor het toepassen van de principes van duurzame stedenbouw. Gedacht kan worden aan het aspect integraal waterbeheer. Tevens worden maatregelen op het gebied van duurzaam bouwen gestimuleerd. Het verdient aanbeveling in een vroeg stadium met alle betrokken partijen het ambitieniveau van het duurzaam bouwen vast te stellen.

Visie Waterplan Scheemda-Menterwolde (2007)

Met het waterplan beogen gemeenten en waterschap het water op een goede manier in te passen in de ruimtelijke ordening, met als doel het realiseren van een duurzaam watersysteem, waarvan een ieder op zijn of haar eigen manier gebruik kan maken en genieten. Deze hoofddoelstelling geldt als kader en overkoepelend perspectief voor het handelen van de gemeenten. Dit sluit aan op de missie van het waterschap Hunze en Aa's, zoals deze is verwoord in het Beheerplan 2003-2007.

De gezamenlijke hoofddoelstelling van gemeenten en waterschap is zodoende als volgt geformuleerd:

"Door een duurzame en integrale benadering van water een optimale situatie scheppen voor een hoogwaardige, leefbare, veilige en economisch gezonde omgeving, nu en in de toekomst".

Zowel bij het formuleren van beleid en planvorming, als bij het realiseren van projecten, moet rekening worden gehouden met het watersysteem, de waterketen en de (klimatologische) ontwikkelingen, teneinde een duurzame en integrale oplossing te bewerkstelligen. Een integrale en duurzame benadering dwingt planologen, ontwerpers, beheerders en technici samen na te denken over de best denkbare of best haalbare oplossing. Richtlijn hierbij zijn de drietrapsstrategie waterkwantiteit: vasthouden, bergen en dan pas afvoeren en de drietrapsstrategie waterkwaliteit: schoonhouden, scheiden en zuiveren.

Het vergroten van de watergebonden recreatie (de mogelijkheden voor watergebonden recreatie in de gemeente Menterwolde vergroten door middel van het ontwikkelen van het Botjeszandgat) is één van de doelstellingen van het waterplan.

Schakels en sturen (2006)

Het rapport “ Schakels en sturen' betreft een studie naar de in de toekomst gewenste verkeersstructuur tussen Veendam en Menterwolde. Door hun geografische ligging en economische binding zijn de plaatsen Veendam en Muntendam in de loop van de jaren uitgegroeid tot een dubbelkern. Deze ruimtelijke en economische binding zal door de realisering van de uitbreidingsplannen “Buitenwoel Golflaan” in de gemeente Veendam en “Tolweg” in de gemeente Menterwolde nog meer vorm krijgen, maar werpt tegelijk vraagstukken en knelpunten op met betrekking tot de ruimtelijke inrichting van het tussengebied en de verkeersafwikkeling. Het doel van de studie is voor beide gemeenten een verkeersstructuur te ontwikkelen die het externe verkeer adequaat ontsluit op het regionale en nationale hoofdwegennet (N33/A7) en waarmee bestaande knelpunten op het onderliggende wegennet nu en voor de toekomst opgelost worden. Deze verkeersstructuur moet bovendien voldoende mogelijkheden bieden om toekomstig verkeer van te ontwikkelen uitbreidingsplannen af te wikkelen.

Bij de studie zijn op hoofdlijnen twee alternatieven bestudeerd. Een oostelijk alternatief waarbij, door middel van maatregelen op de bestaande weginfrastructuur dan wel aanvullingen daarop, aansluitend op het huidige beleid, de mogelijkheden voor het verbeteren van de afvoer van het verkeer uit Veendam en Muntendam richting N33 zijn onderzocht. Daarnaast een westelijk alternatief waarbij onderzocht is of een ten westen van beide gemeenten aan te leggen nieuwe weg, aansluitend op de A7, een adequate oplossing kan zijn voor de geconstateerde problemen.

Conclusie vanuit het onderzoek is dat tot 2020 kan worden volstaan met maatregelen binnen het oostelijk alternatief. Tot die tijd is op grond van inhoudelijke argumenten de meerwaarde van een nieuwe wegverbinding in het westelijk buitengebied in voorliggende studie niet aangetoond. Naar de verdere toekomst toe (2020 en verder) is het denkbaar dat een nieuwe wegverbinding in het westelijk buitengebied een functionele rol kan gaan vervullen binnen de verstedelijkingsband Hoogezand-Sappemeer, Menterwolde en Veendam. Wel wordt geadviseerd om binnen het oostelijk alternatief een samenhangend pakket van maatregelen te treffen.

Beleidsnotitie paardenhouderij ( april 2009)

De voorliggende beleidsnotitie biedt (binnen de mogelijkheden van het

provinciaal beleid) een toetsingskader voor paardenhouderijen in de gemeente Menterwolde. In aansluiting op de Handreiking Paardenhouderij en Ruimtelijke ordening wordt in deze beleidsvisie onderscheid gemaakt in productiegerichte en gebruiksgerichte paardenhouderijen. De gemeente heeft daarnaast de categorie 'maneges' toegevoegd, vanwege de recreatieve waarde en de afwijkende ruimtevraag van dit type paardenhouderij.

De gemeente wil met nieuw beleid ten aanzien van paardenhouderijen inspelen op een toenemende vraag naar vestigingsmogelijkheden voor paardenhouderijen in de gemeente. De gemeente ziet deze (relatief) nieuwe functie als een nieuwe economische drager in (met name) het buitengebied. Paardenhouderijen kunnen nieuw elan en dynamiek teweeg brengen op het platteland. In het beleidsmatige deel van de notitie komt zowel de functionele als de ruimtelijke inpassing aan b. deze aspecten worden vertaald in uitgangspunten voor het beleid. De notitie wordt afgesloten met het toetsingskader en een doorkijkje naar het mogelijk vastleggen van dit kader in toekomstige bestemmingsplannen. Het beleidskader vormt een toetsingskader voor nieuwe verzoeken voor paardenhouderijen in de gemeente.

Beleid kleinschalig kamperen

Per 1 januari 2008 is de Wet op de openluchtrecreatie (Wor) komen te vervallen. De afschaffing van de Wor heeft tot gevolg dat:

  • de wettelijke grond voor een kampeervergunning voor grotere terreinen vervalt;
  • er geen algemene afwijkingsregels meer gelden voor kleinschalige vormen van kamperen en dat de vaak toegepaste formule 'het bestemmingsplan verzet zich tegen de in de Wor genoemde vormen van kleinschalig kamperen' zijn basis verliest.

Om middels een nadere afweging tot kleinschalige verblijfsrecreatie toe te staan, heeft de gemeente ervoor gekozen in haar bestemmingsplannen een afwijkingsmogelijkheid op te nemen. De belangrijkste uitgangspunten hierbij zijn:

1. het is wenselijk dat voor het hele gemeentelijke grondgebied één uniforme regeling wordt opgesteld voor kleinschalige verblijfsrecreatie;

2. deze regeling is alleen van toepassing op gronden met een agrarische bestemming, daarnaast is kleinschalige verblijfsrecreatie toegestaan bij woningen met een legale nevenfunctie op het gebied van toerisme en/of recreatie;

3. in deze regeling zal een aantal voorwaarden moeten worden opgenomen als toetsingskader voor het toestaan van kleinschalige verblijfsrecreatie;

4. het aantal terreinen waar kleinschalige verblijfsrecreatie mogelijk wordt gemaakt, is niet aan een maximum verbonden.

Gelijk aan de situatie onder de Wet stankemissie veehouderijen en de Richtlijn veehouderij en stankhinder 1996, waarin kleinschalige kampeerterreinen als bedoeld in artikel 8, lid 2, onder deel a van de Wet op de openluchtrecreatie worden uitgezonderd als stankgevoelig object, zijn kleinschalige kampeerterreinen niet aan te merken als geurgevoelig object als bedoeld in de Wet geurhinder en veehouderij. Alleen gebouwen kunnen worden aangemerkt als geurgevoelig object, maar op grond van dit bestemmingsplan kunnen enkel gebouwde voorzieningen in de vorm van sanitaire voorzieningen en dergelijke worden gerealiseerd. Kleinschalige kampeerterreinen vormen aldus geen belemmering van aanliggende agrarische functies.

Beleid mestbassins

In de gemeente Menterwolde is het beleid er op gericht dat mestopslag binnen het bouwblok gerealiseerd wordt. Er kan, onder bepaalde voorwaarden, een ontheffing verleend worden als:

  • er binnen het bouwblok onvoldoende ruimte is;
  • agrarische bedrijven binnen de bebouwde kom liggen, terwijl een groot deel van het land behorend bij die bedrijven elders ligt;
  • agrarische bedrijven buiten de bebouwde kom liggen, terwijl een groot deel van het land behorend bij hun bedrijf elders ligt en waarbij door de bebouwde kom moet worden gereden om het land te bereiken.

Tevens moeten de mestbassins voor eigen gebruik van de landbouwer zijn en niet voor handel of overslag.

De Omgevingsverordening (2009) maakt het de gemeenten onmogelijk in hun bestemmingsplannen op te nemen om bouwwerken buiten het bouwvlak toe te staan. In de nieuwe verordening (herziening 2012) wordt onder voorwaarden ruimte geboden voor het toestaan van mestopslag op veldkavels. In het nieuwe bestemmingsplan wordt vooreerst geen ruimte geboden voor mestopslag op veldkavels, omdat specifiek hiervoor op de verordening afgestemd beleid ontbreekt.

Dorpsvisies Meeden, Muntendam, Zuidbroek en Noordbroek

Voor Meeden, Muntendam, Zuidbroek en Noordbroek is een studie gedaan naar de ruimtelijke-functionele karakteristieken van het dorp. Die karakteristieken geven het dorp immers haar eigenheid en identiteit. Aan de hand van deze studie is een visie ontwikkeld op de toekomstige ontwikkelingen van het dorp. In de dorpsvisies is gezocht naar mogelijke kansen en ontwikkelingsrichtingen voor het dorp. Op de visiekaart zijn per dorp al deze punten in beeld gebracht. Voor elk van de 4 kernen heeft de gemeenteraad inmiddels een dorpsvisie vastgesteld. De visiekaart is eveneens de basis voor de herziening van de bestemmingsplannen voor de 4 kernen.