direct naar inhoud van 4.3 Provinciaal beleid
Plan: Buitengebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1987.01BPBuiten2013-0401

4.3 Provinciaal beleid

De provincie Groningen heeft op 17 juni 2009 de Omgevingsverordening Provincie Groningen 2009 vastgesteld. De omgevingsverordening is in 2011 gewijzigd. In het POP en de Verordening staan regels over onderwerpen als agrarische bouwpercelen, de EHS en waterberging. Ook wonen en bedrijvigheid in het buitengebied worden in de provinciale verordening aan regels gebonden. In bestemmingsplannen moeten gemeenten deze regels in acht nemen.

Provinciaal Omgevingsplan Groningen 2009 - 2013 

Het provinciale beleid in de vorm van het Provinciaal Omgevingsplan Groningen 2009 - 2013 (POP) vormt het belangrijkste toetsingskader voor het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied. De hoofddoelstelling is: " Duurzame ontwikkeling - voldoende werkgelegenheid en een voor mens en natuur leefbaar Groningen met behoud en versterking van de kwaliteiten van de fysieke omgeving, waarbij toekomstige generaties voldoende mogelijkheden houden om zich te ontplooien".

De provincie heeft in het POP verschillende deelgebieden en bijbehorende landschapstypen aangewezen. Deze sluiten goed aan bij de tot dusver door de gemeente gevolgde lijn, zij het dat de provinciale indeling een globaal karakter heeft. De gemeentelijke vertaling komt later in dit hoofdstuk aan de orde.

Aan nieuwe ontwikkelingen in het buitengebied zal het gewenst zijn voorwaarden te stellen. Die zijn enerzijds gericht op het herkenbaar blijven van de genoemde landschapselementen en anderzijds op het waarborgen van de dynamiek. Deze beleidsdoelstelling sluit tevens aan op het provinciaal beleid waarin het landschap als grondslag voor het omgevingsbeleid wordt gehanteerd.

De provincie heeft de bescherming van de kenmerken van deze verschillende landschappen overgenomen in de provinciale omgevingsverordening. De belangrijkste uitgangspunten voor de verschillende regio's zijn:

  • grootschalige openheid van het dijkenlandschap en kenmerkende dijken in het Oldambtgebied beschermen, onder andere door terughoudende regels ten aanzien van bos, houtteelt en nieuwe bebouwing;
  • agrarische bedrijven krijgen ontwikkelingsruimte in het bijzonder in de 'groene gebieden' (Oldambtgebied, Veenkoloniën). Bij grootschaliger ontwikkelingen wordt een maatwerkbenadering gevolgd voor een goede landschappelijke inpassing;
  • voor intensieve veehouderij geldt een terughoudend beleid.

De provincie heeft in het POP verschillende deelgebieden en bijbehorende landschapstypen aangewezen. Menterwolde ligt hoofdzakelijk in de deelgebieden 7 (Midden-Groningen) en 3 (Veenkoloniën). Onderstaande figuur geeft een fragment.

afbeelding "i_NL.IMRO.1987.01BPBuiten2013-0401_0010.png"

Fragment kaart landschapstypen en deelgebieden, figuur 1-2 POP, 2009-2013, onderdeel landschap

Voor de concrete toetsing hanteert de provincie bij ruimtelijke ontwikkelingen met name kaart 6A van de Omgevingsverordening 2009. Een ontwerp voor een partiële herziening van de verordening wordt naar verwachting het eerste kwartaal van 2013 vastgesteld Binnen Menterwolde zijn de volgende aanduidingen van belang:

  • groene linten: de kenmerkende wegdorpen;
  • gebied voor landschapsontwikkeling: het overgangsgebied naar het stedelijk gebied van Veendam en zuidelijk van Meeden;
  • gebied kanalen en wijken: het kenmerkende veenkoloniale landschap; (inclusief de Oude Veendijk);
  • karakteristieke waterloop: binnen de polder Oude Verlaat;
  • een aantal meer verspreid gelegen bos- en natuurgebieden;
  • grootschalig open gebied: het noordelijk deel van de gemeente, onderdeel van het Oldambtgebied,.

De provincie heeft de bescherming van de kenmerken van deze verschillende landschappen overgenomen in de provinciale omgevingsverordening. Aan nieuwe ontwikkelingen worden voorwaarden gesteld. Die zijn enerzijds gericht op het herkenbaar blijven van de genoemde landschapselementen en anderzijds op het waarborgen van de dynamiek. Deze beleidsdoelstelling sluit tevens aan op het provinciaal beleid waarin het landschap als grondslag voor het omgevingsbeleid wordt gehanteerd.

De kaart met landschapswaarden wordt bij vaststelling van de herziening van de verordening in hoofdzaak intact gelaten. De 'groene linten' en de kenmerkende waterlopen in het veenkoloniale landschap zijn aangevuld.

afbeelding "i_NL.IMRO.1987.01BPBuiten2013-0401_0011.png" afbeelding "i_NL.IMRO.1987.01BPBuiten2013-0401_0012.png"

Fragment kaart 6A Omgevingsverordening Groningen

In het Provinciaal Omgevingsplan 2009-2013 en de Omgevingsverordening - 2009 is de EHS begrensd. De nadruk ligt op de ontwikkeling als natuurgebied. EHS-ontwikkeling in de vorm van beheersgebieden – gronden waarop de agrarische bedrijfsvoering ten dienste staat van natuurdoelen – worden in meer beperkte mate voorzien. Een nieuwe verordening is in procedure, maar zal op de voor Menterwolde belangrijke onderdelen geen wijzigingen te zien geven.

In de gemeente Menterwolde komen enkele verspreid liggende natuurgebieden voor, zoals dorpsbosjes, verspreide natuurterreinen en de polder de Wieden. Deze gebieden maken evenwel geen onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur. Wel is een planologische bescherming van toepassing (Omgevingsverordening). Zie hiervoor ook onderstaande figuur.

afbeelding "i_NL.IMRO.1987.01BPBuiten2013-0401_0013.png"

Natuurgebieden in de gemeente Menterwolde (bron: Omgevingsverordening Groningen-2009).

Grootschalige landbouw

Het POP wil de grondgebonden landbouw stimuleren: agrarische bedrijven krijgen ontwikkelingsruimte in het bijzonder in de 'groene gebieden'. Bij grootschaliger ontwikkelingen wordt een maatwerkbenadering gevolgd voor een goede landschappelijke inpassing. Hoewel het aantal bedrijven afneemt, is de hoeveelheid landbouwgrond in de provincie de afgelopen jaren vrijwel stabiel gebleven. Dat komt doordat de overblijvende bedrijven groter worden. In de provincie worden mogelijkheden geboden voor grootschalige landbouw. In sommige gebieden is grootschalige landbouw niet mogelijk. Dan kan een verplaatsing van de boerderij de oplossing zijn. Hiertoe zijn in de Omgevingsverordening Provincie Groningen 2009 strikte voorwaarden voor opgenomen. In de nieuwe verordening ( 2012) zijn deze voorwaarden nog aangescherpt. De Veenkoloniën, het Oldambt, het Hogeland en de waddenkust zijn de gebieden in de provincie die de ruimte krijgen voor moderne en grootschalige landbouw. Daarbij is het wel belangrijk dat bedrijfsgebouwen goed in het landschap passen. Hiervoor zijn regels opgenomen in het Provinciaal Omgevingsplan en de Omgevingsverordening Provincie Groningen 2009 .

Moderne grootschalige agrarische bedrijven zijn bedrijvencomplexen met grote schuren, stallen en silo's. Dit heeft grote gevolgen voor het landschap en in sommige gebieden leidt dit tot problemen. Daarom wordt bij elke aanvraag voor bedrijfsuitbreiding samen met de gemeente goed onderzocht of agrarische schaalvergroting in die situatie wel mogelijk is. Voor agrariërs die mogen uitbreiden gelden er regels. Agrarische bedrijven mogen alleen uitbreiden binnen bouwgrenzen die in het bestemmingsplan van de gemeente zijn aangegeven.

Ook de productie en opslag van duurzame energie uit organisch materiaal moet binnen deze bouwgrenzen gebeuren. Installaties voor grootschalige productie van biomassa horen thuis op een bedrijventerrein. Deze uitbreidingsregels staan in de Omgevingsverordening Provincie Groningen.

Intensieve veehouderij

Nieuwe intensieve veehouderijbedrijven worden in de provincie Groningen niet toegestaan, ook niet als neventak van een bedrijf. Het omschakelen van landbouwbedrijven of veehouderijen met rundvee, schapen of paarden naar intensieve veehouderij mag ook niet. Voor bestaande bedrijven gelden er uitbreidingsregels. Wanneer een bestaand bedrijf ter plekke niet meer kan uitbreiden, dan wordt onderzocht of het ergens anders terecht kan. Het beleid aangaande intensieve veehouderij hebben Provinciale Staten vastgelegd in de Partiële herziening Omgevingsverordening 2011.

Voor de uitbreidingsmogelijkheden voor intensieve veehouderij wordt onderscheid gemaakt tussen witte, gele en groene gebieden. De kleur van het gebied bepaalt in hoeverre intensieve veehouderijen mogen uitbreiden.

  • In witte gebieden mag de oppervlakte van de stal niet toenemen. Deze witte gebieden zijn gebieden rond woonkernen en gebieden die vanuit natuur, landschap en toeristisch-recreatieve betekenis kwetsbaar zijn.
  • In gele gebieden mag de staloppervlakte tot maximaal 5000 m² toenemen.
  • In groene gebieden mag de staloppervlakte tot maximaal 7500 m² toenemen.

Daarnaast geldt wel dat in alle gevallen mag worden uitgebreid indien de uitbreiding noodzakelijk is vanwege aangescherpte eisen in verband met dierenwelzijn of milieu. De gekleurde gebieden zijn op een kaart aangegeven. Voor Menterwolde liggen er binnen de 'groene' landbouwgebieden nog zekere ontwikkelingsmogelijkheden, rond de dorpen en langs de linten wordt geen uitbreiding meer voorzien.

afbeelding "i_NL.IMRO.1987.01BPBuiten2013-0401_0014.png"

Fragment gebiedenkaart provincie Groningen (bron: Partiële herziening Omgevingsverordening, 2011)

Verdubbeling N33

De provincie houdt in haar beleid voor de korte termijn rekening met de verdubbeling van de N33.

Windenergie

De provincie streeft ernaar zich nationaal en internationaal te positioneren als voorloper op energiegebied en een forse bijdrage te leveren aan Europese en nationale energie- en klimaatdoelen. Om deze ambitie waar te kunnen maken, wordt ruimte geboden aan bestaande en nieuwe energie(gerelateerde) bedrijven, nieuwe energie-infrastructuur, energietechnieken en de doorontwikkelingen van bestaande technieken die bijdragen aan de overgang naar duurzame energiebronnen. De provincie wil de komende tien jaar ten minste 750 megawatt aan windenergie realiseren. Om het landschap te beschermen, wordt de grootschalige productie van windenergie geconcentreerd in een aantal windturbineparken. De beschikbare ruimte op de aangewezen parken in de Eemshaven, Delfzijl en langs de N33 (tussen Zuidbroek en Veendam) kan hiervoor worden benut.

Provinciale Omgevingsverordening Groningen

Naast het POP is heeft de provincie Groningen sinds 17 juni 2009 ook de beschikking over een vastgestelde Omgevingsverordening. De omgevingsverordening is nauw verbonden met het nieuwe POP. Het POP bevat de doelstellingen van het provinciale beleid. Door de realisering van die doelstellingen zijn instrumenten nodig. De Omgevingsverordening is één van die instrumenten. De regels uit de Omgevingsverordening sluiten nauw aan bij het POP. De verordening kan dan ook niet gelezen worden zonder raadpleging van het POP: het POP geeft de artikelen van de Omgevingsverordening hun betekenis en reikwijdte.

De verordening is op onderdelen bijgesteld in 2011 (met name regeling intensieve veehouderij), terwijl op een aantal onderdelen een herziening in december 2012 wordt vastgesteld.

Op het gebied van de ruimtelijke ordening worden gemeenten verplicht om bestemmingsplannen volgens de verordening op te stellen. Naast algemene bepalingen stelt de omgevingsverordening onder andere bijzondere bepalingen aan zaken als agrarische bouwpercelen, de EHS en waterberging. Ook wonen en bedrijvigheid worden in de provinciale verordening aan regels gebonden. In bestemmingsplannen moeten gemeenten deze regels in acht nemen.

Partiële herziening Omgevingsverordening 2009 (vastgesteld: maart 2013)

In 2012 is op onderdelen een herziening van de provinciale Omgevingsverordening in procedure gebracht. Deze is bij besluit van 20 maart 2013 door Provinciale Staten (gewijzigd) vastgesteld. De partiële herziening heeft betrekking op een aantal inhoudelijke aspecten, terwijl de provincie met de herziening voorts de doelmatigheid wil vergroten en rekening houdt met de 'reparatie' van de Wet ruimtelijke ordening. Voor het plan buitengebied zijn met name de volgende onderwerpen uit de herziening van belang:

  • Het beleid aangaande agrarische bouwpercelen

De partiële herziening 2013 geeft ruimte voor vergroting van agrarische bouwpercelen van in eerste instantie 2 ha. Bij vergroting vanaf 1 ha wordt een maatwerkbenadering gevolgd. Bij vaststelling van de herziene Omgevingsverordening hebben Provinciale Staten daarnaast een mogelijkheid opgenomen voor grotere bouwpercelen (tot maximaal 4 ha), indien Gedeputeerde Staten voor de betreffende gemeenten een nadere regeling hebben vastgesteld. Bij deze verruiming, op te vatten als een 'verdienmodel' wordt met name gelet op de toets van een duurzame ontwikkeling. Het eerder (maart 2012) door de provincie opgenomen moratorium komt bij de inwerkingtreding van de verordening te vervallen.


De partiële herziening Omgevingsverordening-2013 bevat verder een regeling om in bijzondere gevallen mestbassins en daarnaast kuilvoerplaten en sleufsilo's buiten een agrarisch bouwperceel te realiseren. Daarvoor kunnen Gedeputeerde Staten nadere regels vaststellen, waarbij onder meer van belang is: de noodzaak/behoefte om dergelijke voorzieningen buiten een bouwperceel te realiseren én een zorgvuldige landschappelijke inpassing.


Verder zijn de maatwerkbepalingen voor vergroting van agrarische bouwpercelen met de herziene Omgevingsverordening aangepast. Naast de landschappelijke criteria zijn toegevoegd: het aspect van nachtelijke lichtuitstraling en het aspect van woon- en leefklimaat van direct omwonenden.

  • De regeling voor intensieve veehouderijbedrijven

De provinciale Omgevingsverordening 2011 gaf een restrictief beleid aangaande intensieve veehouderij. Dit geldt zowel hoofdberoepsbedrijven als neventakken met een aangegeven zonering. In de partiële herziening van de verordening (2013) er is daarnaast enige ruimte geboden om te kunnen voldoen aan de aangescherpte eisen aangaande dierenwelzijn en milieu bij een gelijkblijvend aantal dieren.

  • De regeling voor cultureel erfgoed waarbij gemeenten worden gevraagd het cultuurhistorisch aspect expliciet in de ruimtelijke afweging te betrekken.
  • Een aantal meer juridische aanpassingen.