Plan: | Pijnacker-Noord |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1926.bp100057-4001 |
De Wet geluidhinder (Wgh) heeft tot doel de mensen te beschermen tegen geluidsoverlast. Op basis van deze wet dient bij het opstellen van een bestemmingsplan aandacht te worden besteed aan het aspect 'geluid'.
In de Wet geluidhinder is een zonering van industrieterreinen, wegen en spoorwegen geregeld. Enerzijds betekent dit dat (geluids)eisen worden gesteld aan de milieubelastende functies, anderzijds betekent dit dat beperkingen worden opgelegd aan milieugevoelige functies.
In deze paragraaf wordt ingegaan op de geluidsaspecten met betrekking tot industrielawaai en wegverkeerslawaai.
Op basis van de Wet geluidhinder (Wgh) dient een akoestisch onderzoek te worden uitgevoerd naar het wegverkeerslawaai. Dit onderzoek moet aantonen of er door de uitbreiding sprake is van een reconstructiesituatie zoals bedoeld in de Wet geluidhinder. Op grond van artikel 74 van de Wet geluidhinder hoofdstuk VI, afdeling 1 bevindt zich aan weerszijden van een weg een zone.
De breedte van deze zone is afhankelijk van:
In het stedelijke gebied worden twee typen wegen onderscheiden, met aan weerszijden van de weg de volgende zonebreedtes:
In het buitenstedelijk gebied worden drie typen wegen onderscheiden, met aan weerszijden van de weg de volgende zonebreedtes:
De volgende wegen hebben op grond van artikel 74 Wgh geen zone:
De verplichting tot het uitvoeren van een akoestisch onderzoek in relatie tot het opstellen van een bestemmingsplan geldt evenmin indien in dat bestemmingsplan geen mogelijkheden worden geboden voor het realiseren van nieuwe woningen en andere geluidgevoelige objecten (artikel 76, lid 4 Wgh).
Ontwikkelingen
De gemeente Pijnacker-Nootdorp is bezig met voorzieningen te treffen om de toegestane snelheden op de wegen in Pijnacker-Noord te herzien. De herprofilering van de woonbuurten waar een 30 km/uur zone wordt ingevoerd zijn opgenomen in het vastgestelde Masterplan voor Pijnacker-Noord uit 2006.
De inbreidingslocaties die middels dit bestemmingsplan een nieuwe invulling hebben gekregen, liggen na het herzien van de snelheden, hoofdzakelijk langs wegen met een maximumsnelheid van 30 km/uur. In het kader van de Wet geluidhinder is voor de meeste locaties en wegen dan ook geen onderzoek noodzakelijk. Daarnaast is het de verwachting dat de geluidsbelasting, gelet op het woonkarakter van Pijnacker-Noord, niet leidt tot een onaanvaardbaar woon- en leefklimaat. Omdat de locaties Stanislas 2 en Berkenhof niet liggen binnen de geluidzone van een weg is voor deze twee locaties geen akoestisch onderzoek uitgevoerd. De verwachting is dat op deze locaties een aanvaardbaar woon- en leefklimaat heerst.
Voor de locaties van Stanislas 1 en Rondom Wonen is wel akoestisch onderzoek uitgevoerd. Op de noodzaak en resultaten van beide geluidsonderzoeken wordt in onderstaande paragrafen nader ingegaan.
Stanislas 1
Voor de locatie Stanislas 1 (zie afbeelding in paragraaf 4.2) is op 7 april 2010 door Tauw bv een akoestisch onderzoek uitgevoerd (zie Bijlage 2). Aangezien de locatie binnen de geluidzone van de Oostlaan ligt, is in het kader van de geplande woningbouwontwikkeling een onderzoek conform de Wgh verplicht.
Uit het onderzoek blijkt dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB binnen de locatie van Stanislas 1, zowel in de huidige als toekomstige situatie, niet wordt overschreden. De grens van de voorkeursgrenswaarde ligt in de huidige situatie op circa 25 meter en in de toekomstige situatie op meer dan 5 meter van Stanislas 1. Op basis van het onderzoek kan derhalve geconcludeerd worden dat de geluidsbelasting ter plaatse van de locatie Stanislas 1 voldoet aan de normen uit de Wet geluidhinder en geen belemmering vormt voor de ontwikkeling van nieuwe woningen.
Thorbeckelaan / Rondom Wonen
Voor de locatie van Rondom Wonen langs de Thorbeckelaan (zie afbeelding in paragraaf 4.2) is op 19 maart 2012 door BVA Verkeersadviezen een akoestisch onderzoek uitgevoerd (zie Bijlage 3). De herontwikkeling van Rondom Wonen bestaat uit twee verschillende ontwikkellocaties: Thorbeckelaan Noord en Thorbeckelaan Oost. Een gedeelte van Thorbeckelaan Noord ligt binnen de geluidzone van de Noordweg/Nootdorpseweg. In het kader van de geplande woningbouwontwikkeling op deze locatie is een onderzoek op basis van de Wgh verplicht.
Uit het onderzoek blijkt dat de voorkeursgrenswaarde van 48 dB op de locatie Thorbeckelaan Noord niet wordt overschreden. De maximale geluidsbelasting op deze locatie bedraagt respectievelijk 41 dB en 35 dB. Aangezien de locatie Thorbeckelaan Oost niet binnen een geluidzone ligt wordt op deze locatie ook voldaan aan de Wet geluidhinder.
Op basis van het onderzoek kan derhalve geconcludeerd worden dat de geluidsbelasting ter plaatse van de Thorbeckelaan Noord en Thorbeckelaan Oost voldoet aan de normen uit de Wet geluidhinder en geen belemmering vormt voor de ontwikkeling van de nieuwe woningen van Rondom Wonen.
Ten oosten van het plangebied loopt de Randstadrail Den Haag - Rotterdam. In het kader van het railverkeerslawaai komen de regels van de Wet geluidhinder in ieder geval aan de orde als er sprake is van:
Uit de gewijzigde zonekaart, behorende bij het Besluit geluidhinder spoorweglawaai blijkt dat de geluidzone voor het betreffende traject 100m is. Deze zone strekt zich over een beperkt deel van plangebied uit.
Binnen de geluidzone wordt op basis van dit bestemmingsplan geen nieuwe woningbouw (situatie a) mogelijk gemaakt. Wel moet worden gekeken in hoeverre men rekening kan en dient te houden met de gevolgen van het RandstadRail-project (situatie b en/of c). Uit voorlopig onderzoek is echter gebleken dat, hoewel er een toename van het aantal treinbewegingen zal plaatsvinden, dit niet zal leiden tot een toename van het geluid. Dit komt voornamelijk door aanpassingen in het materieelgebruik. Er wordt wel geklaagd door bewoners over overlast.
Ontwikkelingen
De inbreidingslocaties zijn allemaal gelegen op meer dan 100 meter van de lightrailverbinding Den Haag - Rotterdam en liggen dus buiten de geluidzone van deze verbinding. In het kader van de inbreidingslocaties is onderzoek niet noodzakelijk.