direct naar inhoud van 5.8 Flora en fauna
Plan: Emerald
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1926.bp00011069-4001

5.8 Flora en fauna

Natuurwetgeving

De bescherming van de natuur is in Nederland vastgelegd in respectievelijk de Natuurbeschermingswet en de Flora- en faunawet. Deze wetten vormen een uitwerking van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn. Daarnaast vindt beleidsmatig gebiedsbescherming plaats door middel van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), die is geïntroduceerd in het ‘Natuurbeleidsplan’ (1990) van het Rijk en op provinciaal niveau in het streekplan is uitgewerkt.

De Natuurbeschermingswet heeft betrekking op de Europees beschermde Natura 2000-gebieden en de Beschermde natuurmonumenten. Ruimtelijke ontwikkelingen die effecten hebben op de vastgestelde natuurwaarden van deze gebieden, zijn in beginsel niet toegestaan. Indien er een kans bestaat dat effecten zullen optreden, dienen deze vooraf in kaart gebracht en beoordeeld te worden.

De Flora- en faunawet heeft betrekking op alle in Nederland in het wild voorkomende zoogdieren, vogels, reptielen en amfibieën, op een aantal vissen, libellen en vlinders, op enkele bijzondere en zeldzame ongewervelde diersoorten en op een honderdtal vaatplanten. Bij ruimtelijke ontwikkelingen hoeft echter alleen rekening gehouden te worden met de juridisch zwaarder beschermde soorten uit tabel 2 en tabel 3 van de Flora- en faunawet, en met vogels. Voor soorten uit tabel 3 en voor vogels met vaste verblijfplaatsen moet een omgevingsvergunning worden aangevraagd wanneer een ruimtelijke ontwikkeling leidt tot schade aan de soort of verstoring van leefgebied. De omgevingsvergunning kan alleen worden verkregen indien de ruimtelijke ontwikkeling een groot maatschappelijk belang vertegenwoordigt en er geen alternatieven voorhanden zijn. Voor soorten van tabel 2 geldt dat een omgevingsvergunning niet nodig is wanneer gewerkt wordt conform een door LNV goedgekeurde gedragscode. De gedragscode voor de bouwsector is in april 2009 goedgekeurd en sindsdien toepasbaar. Ook voor beheer en onderhoud van openbaar groen en van oppervlaktewater zijn gedragscodes beschikbaar.

Onderhavig plangebied betreft de bebouwde kom van de kern Delfgauw. Hier is sprake van intensief ruimtegebruik en een vrij hoog verhardingspercentage. Naast de ontwikkeling van het bedrijventerrein Emerald laat het bestemmingsplan Emerald rechtstreeks geen nieuwe ontwikkelingen toe die getoetst dienen te worden in het kader van de Flora- en Faunawet en de Natuurbeschermingswet.

5.8.1 Bedrijventerrein Emerald

Deze paragraaf betreft een samenvatting van het uitgebreide bureauonderzoek dat is uitgevoerd voor het bedrijventerrein Emerald, zoals opgenomen in bijlage 4.

Huidige situatie

Het plangebied van het bedrijventerrein Emerald bestaat uit braakliggend terrein met zand, gras en wat opgaande beplanting en wordt aan drie zijden begrensd door watergangen.

Beoogde ontwikkelingen

In het plangebied wordt een bedrijventerrein gerealiseerd. Hiervoor moeten de volgende werkzaamheden worden uitgevoerd:

  • bouwrijp maken;
  • verwijderen beplanting;
  • bouwwerkzaamheden.

Resultaten onderzoek

  • Gebiedsbescherming

Het plangebied vormt geen onderdeel van een natuur- of groengebied met een beschermde status, zoals Natura 2000. De planlocatie maakt ook geen deel uit van de Provinciale Ecologische Hoofdstructuur (PEHS).

  • Soortenbescherming

Het plan voor het bedrijventerrein Emerald maakt ingrepen mogelijk en kan een aantasting van beschermde dier- of plantensoorten kan betekenen. Uiterlijk bij het nemen van een besluit dat ruimtelijke veranderingen mogelijk maakt, zal daarom zekerheid moeten zijn verkregen of verlening van een omgevingsvergunning op grond van de Flora- en faunawet nodig zal zijn en of het reëel is te verwachten dat deze zal worden verleend.

Het bestemmingsplan voorziet in de aanleg van een bedrijventerrein. De benodigde werkzaamheden ten behoeve van deze ontwikkeling kunnen leiden tot aantasting van te beschermen natuurwaarden. Er zal geen omgevingsvergunning nodig zijn voor de tabel 1-soorten van de Flora- en faunawet waarvoor een vrijstelling van de verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet geldt. De aantasting en verstoring van vogels dient te worden voorkomen door werkzaamheden buiten het broedseizoen (globaal van 15 maart tot en met 15 juli) te laten starten. Zwaarder beschermde soorten worden niet verwacht in het plangebied.

De Flora- en faunawet zal de ontwikkeling van bedrijventerrein Emerald niet in de weg staan. Tevens vormt de Flora- en faunwet geen belemmering voor het overige deel van het bestemmingsplan aangezien het plan een conserverend karakter heeft, er worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt.

5.8.2 Conserverend deel plangebied

Voor het deel van het bestemmingsplan Emerald dat al gerealiseerd is, en waar dus conserverend wordt bestemd, wordt vastgesteld dat dit geen gevolgen heeft voor flora en fauna.