Plan: | Emerald |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1926.bp00011069-4001 |
Europees en Rijksniveau
In 1992 is het Verdrag van Malta tot stand gekomen. Doelstelling van het verdrag is de bescherming en het behoud van archeologische waarden. In dit verdrag wordt in het kader van de ruimtelijke ordening het behoud van het archeologisch erfgoed meegewogen zoals als alle andere belangen die bij de voorbereiding van het plan een rol spelen. Met de Wet op de archeologische monumentenzorg (1 september 2007) worden de uitgangspunten van het Verdrag van Malta geïmplementeerd.
Provinciaal
De cultuurhistorische atlas van Zuid-Holland geeft een overzicht van cultuurhistorische kenmerken en waarden in deze provincie. De atlas geeft een overzicht op hoofdlijnen (het schaalniveau waarop de provincie archeologisch beleid voert), bijvoorbeeld waardevolle verkavelingspatronen, zones met een archeologische verwachting of monumentale boerderijlinten. Via de beleidskaart is een overzicht te krijgen van alle cultuurhistorische waarden die van ‘provinciaal belang’ belang zijn zoals vastgesteld in de Provinciale Structuurvisie. Hier behoren onder meer cultuurlandschappen, molens en landgoederen. De waardenkaart geeft aan, waarop de waardevolle structuren van de kenmerkenkaart zijn gewaardeerd. Het plangebied kent grotendeels een redelijk tot grote kans op archeologische sporen. Aan de noordelijke en oostelijke rand van het plangebied zijn zones met een zeer grote kans op archeologische sporen gesitueerd.
Plangebied
In de gemeentelijke archeologische beleidsnota (vastgesteld in 2010) is nader inzicht gegeven in de archeologische waarden/ trefkans binnen de gemeente, en dus ook ter plaatse van het plangebied bestemmingsplan Emerald. Bij de nota hoort een archeologische waardenkaart. Deze kaart dient gebruikt te worden bij ruimtelijke ontwikkelingen. Uit de verwachtingskaart blijkt dat een deel van het bestemmingsplangebied Emerald een middelhoge verwachtingswaarde kent, en een gedeelte een hoge verwachtingswaarde.
Figuur 7. Uitsnede archeologische verwachtingskaart gemeente Pijnacker-Nootdorp |
Voor het gebied met de hoge verwachting geldt het volgende:
Voor de oude dorpskernen en de lintbebouwingen die hiervandaan de buitengebieden in lopen, is uit archeologische en historisch-geografische bronnen gebleken dat ze bewoond werden tijdens de Late Middeleeuwen en Nieuwe tijd. Hier wordt de hoogste dichtheid aan archeologische vindplaatsen verwacht, en daarom is het beleid gericht op het behouden van de bestaande situatie. Eventueel aanwezige archeologische resten bevinden zich in deze zone direct onder de bouwvoor (30-50 centimeter onder het maaiveld). Voor de maximale diepte van bodemingrepen die worden ontheven van archeologisch onderzoek geldt dan ook 0,30 meter onder het maaiveld. Voor wat betreft de verstoringsoppervlakte wordt een onderscheid gemaakt tussen de oude dorpskernen en de lintbebouwingen. Omdat eventueel aanwezige archeologische waarden bij de eerste groep dichter geconcentreerd zullen voorkomen, is als maximaal verstoringsoppervlak van bodemingrepen die worden ontheven van de AMZcyclus voor de dorpskernen 50 m2 van toepassing en voor de lintbebouwingen 100 m2.
Voor het gebied met de middelhoge verwachting gelden twee bepalingen:
Onderhavig bestemmingsplan is in hoofdzaak een beheerplan. Voor het gebied waar het bedrijventerrein Emerald wordt gerealiseerd is een archeologisch onderzoek uitgevoerd. Voor het deel waar er geen grootschalige nieuwbouw rechtstreeks mogelijk wordt gemaakt, is archeologisch onderzoek niet noodzakelijk. Indien er nieuwe bouwinitiatieven binnen het plangebied worden gepland dient er, afhankelijk van de archeologische verwachting, nader onderzoek te worden uitgevoerd. In de regels van het bestemmingsplan is een omgevingsvergunningsstelstel opgenomen ter bescherming van de archeologische waarden.
In maart 2010 heeft het bureau Archeologie Delft in opdracht van de gemeente Pijnacker-Nootdorp een archeologisch bureauonderzoek en inventariserend veldonderzoek (bijlage 9) middels grondboringen uitgevoerd. Uit het onderzoek is gebleken dat er in het zuidelijke deel van het plangebied geen aanwijzingen zijn voor de aanwezigheid van archeologische resten. Er worden derhalve geen archeologische vindplaatsen verwacht en de voorgenomen bodemingrepen kunnen hier zonder nader archeologisch onderzoek worden uitgevoerd. In het noordelijke deel van het plangebied kon door de aanwezigheid van een ophogingspakket niet voldoende onderzoek worden gedaan. De verwachting is dat de situatie hier hetzelfde is als in het zuidelijke deel van het plangebied, maar dit kan niet met zekerheid gezegd worden. Daarom moet er tijdens eventuele ontgravingen een archeologische inspectie plaatsvinden om deze verwachting te toetsen.
Mochten er tijdens het uitvoeren van civiele werkzaamheden archeologische resten aangetroffen worden, geldt een meldingsplicht volgens de WAMZ 2007, art 53, lid 1 en 2.
Monumenten
Binnen het plangebied zijn geen rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten aanwezig.