direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijf
Plan: Marsum / Ingelum
Status: Vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1908.BPMsming-0401

Artikel 4 Bedrijf

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. gebouwen ten behoeve van:
    • 1. bedrijven die zijn genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2;
    • 2. een bouwbedrijf, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf”;
    • 3. detailhandel in keukens, ter plaatse van de aanduiding “detailhandel volumineus”;
    • 4. een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;
  • b. aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning;
  • c. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het vliegtuiglawaai van het luchtvaartterrein Leeuwarden op geluidsgevoelige objecten ter plaatse van de gebiedsaanduiding “geluidzone - luchtvaart 35 - 40 Ke”;
  • d. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het vliegtuiglawaai van het luchtvaartterrein Leeuwarden op geluidsgevoelige objecten ter plaatse van de gebiedsaanduiding “geluidzone - luchtvaart 40 - 45 Ke”;
  • e. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het vliegtuiglawaai van het luchtvaartterrein Leeuwarden op geluidsgevoelige objecten ter plaatse van de gebiedsaanduiding “geluidzone - luchtvaart 45 - 50 Ke”;
  • f. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege het vliegtuiglawaai van het luchtvaartterrein Leeuwarden op geluidsgevoelige objecten, ter plaatse van de gebiedsaanduiding “geluidzone - luchtvaart 50 - 55 Ke”;
  • g. het tegengaan van een te hoge geluidsbelasting vanwege de vliegbasis Leeuwarden op geluidsgevoelige objecten, ter plaatse van de aanduiding “geluidzone - industrie”;

met de daarbijbehorende:

  • h. wegen en paden;
  • i. parkeervoorzieningen;
  • j. groenvoorzieningen;
  • k. tuinen, erven en terreinen;
  • l. waterlopen;

met de daarbijbehorende:

  • m. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van de in lid 4.1. onder a genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwen zullen binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de afstand van de niet-aaneengebouwde zijde van een hoofdgebouw tot de zijdelingse perceelgrens zal ten minste 3,00 m bedragen, tenzij de bestaande afstand minder is;
  • c. een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd, ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;
  • d. ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning” zal ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;
  • e. de goot- c.q. bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding “maximale goot- en bouwhoogte (m)“ aangegeven hoogte bedragen;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder f zullen de goot- en bouwhoogte van niet-inpandige bedrijfswoningen niet meer bedragen dan 3,50 m en 8,50 m;
  • g. het bebouwingspercentage van het bouwvlak zal ten hoogste het ter plaatse van de aanduiding “maximum bebouwingspercentage (%)” aangegeven percentage bedragen, tenzij het bestaande bebouwingspercentage afwijkt, in welk geval het bestaande bebouwingspercentage ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp toegestaan is.
4.2.2 Aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning

Voor het bouwen van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een bedrijfswoning gelden de volgende regels

  • a. aan- en uitbouwen en bijgebouwen zullen tenminste 3,00 m achter (het verlengde) van de voorgevel te worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en de bijgebouwen bij een bedrijfswoning zal niet meer dan 75 m² bedragen, met inachtneming van de volgende regel:
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen bij een (bedrijfs-)woning bedraagt niet meer dan 50% van het zij- en achtererf;
  • d. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen zal, indien deze worden voorzien van een plat dak, niet meer dan 3,00 m bedragen;
  • e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen zal, indien deze worden voorzien van een kap, niet meer dan 5,50 m bedragen;
  • f. de goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen zal niet meer dan 3,00 m bedragen;
  • g. de afstand van de aan- en uitbouwen en bijgebouwen tot de zijdelingse perceelgrens zal niet minder dan 1,00 m bedragen, behoudens bij plaatsing op de perceelgrens.
4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan ten hoogste 1,00 m zal bedragen;
  • b. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.
4.3 Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een samenhangend straatwand- en bebouwingsbeeld, een goede woonsituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid, de milieusituatie en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan de bedrijven genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2;
  • b. het gebruik van de gronden anders dan ten behoeve van een bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;
  • c. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan ten behoeve van een bouwbedrijf, ter plaatse van de aanduiding “specifieke vorm van bedrijf - bouwbedrijf”, en anders dan ten behoeve van detailhandel in keukens, ter plaatse van de aanduiding “detailhandel volumineus";
  • d. het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een aan-huis-verbonden beroep of bedrijf, zodanig dat de bedrijfsvloeroppervlakte:
    • 1. meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke begane vloeroppervlakte van de aanwezige bebouwing op het bouwperceel;
    • 2. meer bedraagt dan 50 m², waarvan maximaal 16 m² detailhandel ten behoeve van een aan huis verbonden beroep;
  • e. het gebruik van de gronden en bouwwerken voor volumineuze detailhandel, tenzij de gronden ter plaatse zijn voorzien van de aanduiding "detailhandel volumineus" in welk geval detailhandel in keukens is toegestaan.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de milieusituatie, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden,kan met omgevingsvergunning worden afgeweken van:

  • a. het bepaalde in lid 4.5. onder a in die zin dat tevens bedrijven worden gevestigd die naar de aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met de bedrijven genoemd in bijlage 1 onder de categorieën 1 en 2, mits het gaat om bedrijven die niet zijn genoemd in bijlage 1, maar die qua milieubelasting gelijkwaardig zijn aan de bedrijven die wel worden genoemd of, bedrijven die wel zijn genoemd in bijlage 2 onder een hogere categorie dan 2, maar in een individueel geval feitelijk een lagere milieubelasting hebben;
  • b. het bepaalde in lid 4.5. onder e in die zin dat tevens volumineuze detailhandel, anders dan detailhandel in keukens, wordt gevestigd ter plaatse van de aanduiding “detailhandel volumineus".