Artikel 10 Groen
10.1 Bestemmingsomschrijving
10.1.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- (openbare) groenvoorzieningen (waaronder begrepen houtopstanden), trapvelden, speelplaatsen, plantsoenen met de daarbij behorende voetpaden en andere voorzieningen;
- een terras ter plaatse van de aanduiding ‘terras’;
- parkeervoorzieningen;
- waterhuishoudkundige voorzieningen;
en de overige bij deze bestemming behorende voorzieningen.
10.1.2 Verhouding met overige bestemmingen
Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de dubbelbestemmingen, zijn mede de desbetreffende regels van toepassing, met inachtname van de voorrangsregels uit artikel 46.3.
10.2.1 Algemeen
Op de voor 'Groen' aangewezen gronden mogen uitsluitend worden gebouwd, bouwwerken geen gebouwen zijnde:
- behorende tot de recreatieve voorzieningen en tot het straatmeubilair;
- noodzakelijk met het oog op de op de woonomgeving afgestemde, gescheiden inzameling van afvalstoffen (containers);
- geluidwerende voorzieningen;
met dien verstande dat:
- de bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde ten hoogste 2,60 m mag bedragen;
- geluidwerende voorzieningen mogen worden opgericht tot een bouwhoogte, welke vereist is op grond van een akoestisch onderzoek op basis van de Wet geluidhinder.
10.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen middels een omgevingsvergunning afwijken van de bouwregels voor masten t.b.v. telecommunicatie en alarmering, met dien verstande dat de bouwhoogte ten hoogste 30 m mag bedragen mits:
- deze passen binnen het stedenbouwkundig beeld ter plaatse;
- andere waarden en belangen niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad;
- door (historisch) bodemonderzoek vooraf is vast komen te staan dat er vanuit milieuhygiënisch oogpunt geen bezwaren bestaan.