direct naar inhoud van Artikel 23 Sport - Manege
Plan: Butengebiet Dantumadiel
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1891.bpBUbuitengeb-0401

Artikel 23 Sport - Manege

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor ' Sport - Manege ' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. een manege met daarbij behorende daghoreca;
  • b. de waterhuishouding;
  • c. landschappelijke inpassing en/of erfbeplanting;
  • d. parkeervoorzieningen;

met daarbij behorende:

  • gebouwen;
  • bouwwerken, geen gebouwen zijnde;
  • werken, geen bouwwerk zijnde;

met dien verstande dat het aantal bedrijfswoningen per bestemmingsvlak niet meer mag bedragen dan het bestaande aantal bedrijfswoningen.

23.2 Bouwregels

Op de voor ' Sport - Manege ' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd met inachtneming van de in de tabel genoemde verplichte situering, maximale gezamenlijke oppervlakte per bestemmingsvlak, maximale goothoogte, maximale bouwhoogte en minimale dakhelling:

bouwwerk   verplichte situering   maximale gezamenlijke oppervlakte per bestemmings- vlak   max. goot- hoogte   max. bouw- hoogte   min. dak
helling  
alle bouwwerken met uitzondering van erfafscheidingen   1. binnen het bouwvlak;
2. met inachtneming van het beginsel van bebouwingsconcentratie;
3. met inachtneming van een minimale afstand van: - 30 m tot de beheersgrens van de N356, N361 en N910;
- 10 m tot de as van overige wegen;
- 10 m tot de grens van gronden met de dubbelbestemming ' Waarde - Reliëf ' of ' Waarde - Terp '  
       
bedrijfsgebouwen met uitzondering van bedrijfswoningen   achter de voorgevellijn van de bedrijfswoning
 
  5 m   14 m   15º  
bedrijfswoning   op de locatie van de huidige bedrijfswoning   van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken: 300 m2   3,5 m   9 m   30º  
bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning   achter de voorgevellijn van de bedrijfswoning   van de bedrijfswoning en de bijbehorende bouwwerken: 300 m2   3,5 m   9 m   30º  
erfafscheidingen         1,5 m buiten het bouw vlak; 3 m binnen het bouwvlak    
lichtmasten         5 m *    
overige bouwwerken, geen gebouw zijnde         3 m    

* waarbij geldt dat de armatuur uitsluitend gericht mag zijn op het eigen terrein en de verlichting niet mag uitstralen naar de weg.

23.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

  • a. het bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden, waaronder begrepen de ontwikkelingsmogelijkheden van agrarische bedrijven in de omgeving.
23.4 Afwijken van de bouwregels
23.4.1 Afwijken

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:

  • a. 23.2 ten behoeve van het bouwen van een bedrijfswoning met een hogere goothoogte, mits de goothoogte niet meer bedraagt dan 5,5 m;
  • b. 23.2 ten behoeve van het bouwen van een bedrijfswoning met een hogere bouwhoogte, mits de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 11 m;
  • c. 23.2 ten behoeve van het herbouwen van de bedrijfswoning op een andere locatie in het bestemmingsvlak, indien en voor zover de bebouwing landschappelijk goed wordt ingepast, hetgeen moet blijken uit een door aanvrager ingediend erfinrichtingsplan, dat in overeenstemming is met Bijlage 4 Richtlijnen voor nieuwe ontwikkelingen;
  • d. 23.2 ten behoeve van het bouwen van bedrijfsgebouwen en bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning vóór de voorgevellijn van de bedrijfswoning;
  • e. 23.2 ten behoeve van een bouwwerk bij een bedrijfswoning met een hogere goothoogte respectievelijk bouwhoogte, mits de goothoogte niet meer bedraagt dan 5 m en de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 11 m.
23.4.2 Afwegingskader

Een in 23.4.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden, waaronder begrepen de ontwikkelingsmogelijkheden van agrarische bedrijven in de omgeving.
23.5 Specifieke gebruiksregels
23.5.1 Strijdig gebruik

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen, behoudens voor zover een kleinschalig kampeerterrein is toegestaan;
  • b. het gebruik van de gronden voor buitenopslag.
23.5.2 Toegestaan gebruik

Tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan wordt niet gerekend het gebruik van bestaande gebouwen na (gedeeltelijke) bedrijfsbeëindiging voor caravanstalling.

23.6 Wijzigingsbevoegdheid
23.6.1 Wijziging

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen en:

  • a. de bestemming ' Sport - Manege ' wijzigen in de bestemming ' Wonen ' in combinatie met de bestemming ' Agrarisch - Terpenlandschap ', ' Agrarisch - Veenlandschap ' of ' Agrarisch - Woudenlandschap ', indien en voor zover:
    • 1. het bedrijf is of wordt beëindigd;
    • 2. karakteristieke bebouwing behouden blijft;
    • 3. uitsluitend de voormalige bedrijfswoning en aanwezige karakteristieke gebouwen worden gebruikt voor één woning;
  • b. de bestemming ' Sport - Manege ' wijzigen ten behoeve van een zorgfunctie in bestemming " Maatschappelijk - Zorg " zoals opgenomen in Bijlage 6in combinatie met de bestemming ' Agrarisch - Terpenlandschap ', ' Agrarisch - Veenlandschap ' of ' Agrarisch - Woudenlandschap ', indien en voor zover:
    • 1. een bedrijfsplan aantoont dat sprake is van een volwaardige activiteit met toekomstperspectief;
    • 2. de toeleidende wegen geschikt zijn voor een toename van het aantal verkeersbewegingen en voor een eventuele verandering van het soort verkeer als gevolg van de functieverandering;
    • 3. op het erf voldoende parkeergelegenheid is;
    • 4. uitsluitend de voormalige bedrijfswoning en aanwezige karakteristieke gebouwen worden gebruikt voor woonvormen die verband houden met de zorgfunctie;
    • 5. de bebouwing landschappelijk goed wordt ingepast, hetgeen moet blijken uit een door aanvrager ingediend erfinrichtingsplan, dat in overeenstemming is met Bijlage 4 Richtlijnen voor nieuwe ontwikkelingen;
  • c. de bestemming ' Sport - Manege ' wijzigen in de bestemming ' Recreatie - Verblijfsrecreatie ', ' Recreatie - Dagrecreatie ', ' Maatschappelijk ', ' Horeca ' of ' Natuur ' en bij de bestemming ' Natuur ' aanduidingen opnemen zoals genoemd in 17.1 onder a, indien en voor zover:
    • 1. een bedrijfsplan aantoont dat sprake is van een volwaardige activiteit met toekomstperspectief;
    • 2. in geval van wijziging in de bestemming ' Recreatie - Verblijfsrecreatie ':
      • de verblijfsrecreatie uitsluitend plaatsvindt in het hoofdgebouw;
      • in een bedrijfsplan wordt ingegaan op de wijze waarop permanente bewoning wordt voorkomen;
    • 3. de toeleidende wegen geschikt zijn voor een toename van het aantal verkeersbewegingen en voor een eventuele verandering van het soort verkeer als gevolg van de functieverandering;
    • 4. op het erf voldoende parkeergelegenheid is;
    • 5. karakteristieke bebouwing behouden blijft;
    • 6. de bebouwing landschappelijk goed wordt ingepast, hetgeen moet blijken uit een door aanvrager ingediend erfinrichtingsplan, dat in overeenstemming is met Bijlage 4 Richtlijnen voor nieuwe ontwikkelingen.
23.6.2 Afwegingskader

Een in 23.6.1 genoemde wijziging kan slechts worden vastgesteld, indien en voor zover geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. de milieusituatie;
  • b. de verkeersveiligheid;
  • c. de gebruiksmogelijkheden van nabijgelegen gronden, waaronder begrepen de ontwikkelingsmogelijkheden van agrarische bedrijven in de omgeving;
  • d. de waarden en functies die het plan beoogt te beschermen.