direct naar inhoud van 4.5 Wonen
Plan: Buitengebied Rijssen-Holten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPB2011000-0401

4.5 Wonen

4.5.1 Bestaande woningen

Burgerwoningen die in de vigerende bestemmingsplannen een woonbestemming hadden, zijn in het nieuwe, voorliggende bestemmingsplan opnieuw bestemd als "Wonen". Bedrijfswoningen zijn meegenomen binnen de bestemming voor het desbetreffende bedrijf, zoals "Agrarisch - Agrarisch bedrijf", omdat de bedrijfswoningen ten dienste staan van de bedrijven.

Gronden met de bestemming "Wonen" zijn bestemd voor het wonen in woonhuizen, met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, tuinen en erven. De inhoud van een woonhuis mag maximaal 750 m3 bedragen, tenzij op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan reeds een grotere inhoud aanwezig is, in deze gevallen geldt deze grotere inhoudsmaat als maximum.

In de volgende situatie wordt een maximale inhoudsmaat van 660 m3 gehanteerd:

  • woningen die aangewezen zijn als rijks- dan wel gemeentelijk monument en waarbij sprake is van een afstand tot een andere woning (inclusief aanbouwen, uitbouwen en/of aangebouwde bijgebouwen), van minder dan 15 meter.

De gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij een woning mag niet meer dan 100 m2 bedragen, met dien verstande dat maximaal 75 m2 aangebouwd mag zijn. Indien een grotere oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken aanwezig is, mag deze (gezamenlijke) oppervlakte worden gehandhaafd. Vervangende herbouw/nieuwbouw is toegestaan tot deze bestaande gezamenlijke oppervlakte met een maximum van 250 m2, met dien verstande dat deze bepaling niet van toepassing is op bijbehorende bouwwerken, die zijn gebouwd in strijd met het hiervoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Daarnaast is het mogelijk bijbehorende bouwwerken in gebruik te nemen ten behoeve van een ondergeschikte niet-agrarische activiteit. De gemeente hanteert daarbij de volgende voorwaarden:

  • de activiteit is en blijft ondergeschikt aan de woonfunctie;
  • de activiteiten vinden plaats binnen de bestaande bebouwing;
  • er vinden geen vergunningplichtige, bouwkundige aanpassingen in- dan wel uitpandig aan het gebouw plaats;
  • er vindt geen opslag en stalling buiten de bestaande bebouwing plaats;
  • er is geen sprake van opslag van gevaarlijke stoffen;
  • er mag alleen sprake zijn van detailhandel als de detailhandel kleinschalig is en duidelijk ondergeschikt aan de woonfunctie is en er sprake is van detailhandel van ter plaatse vervaardigde producten;
  • er is geen sprake van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;
  • er vinden geen vergunningplichtige activiteiten in het kader van milieu plaats;
  • er is geen sprake van geluidhinder, zoals bedoeld in het gemeentelijk geluidbeleid (zie 2.5.6 Nota geluidsbeleid);
  • de activiteit wordt uitgeoefend door één van de hoofdbewoners;
  • parkeren vindt plaats op eigen terrein;
  • er is geen sprake van reclame-uitingen.

Bij een aantal woningen is reeds sprake van een ondergeschikte niet-agrarische activiteit. Wanneer sprake is van een ruimtelijke uitstraling, is het betreffende bestemmingsvlak aangeduid als "bedrijf". In de bestemmingsomschrijving is vastgelegd welke activiteit ter plaatse is toegestaan en welke oppervlakte (zijnde de bestaande oppervlakte) gebruikt mag worden ten behoeve van de niet-agrarische activiteit. Overigens worden de niet-agrarische activiteiten veelal uitgeoefend op plaatsen waar oorspronkelijk sprake is geweest van een agrarisch bedrijf.

Verder is bij recht "het gebruik van ruimten binnen de woning of in bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit" toegestaan, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  • het vloeroppervlakte van de woning en de bijbehorende bouwwerken mag worden gebruikt voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit tot een maximale oppervlakte van 75 m2, dan wel, indien de bestaande oppervlakte groter is, de oppervlakte zoals die bestond op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan;
  • de ruimtelijke uitstraling in overeenstemming is met de woonfunctie en de woonomgeving;
  • detailhandel en horecagerelateerde activiteiten niet zijn toegestaan;
  • de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit mag niet uitsluitend plaatsvinden in een bijbehorende bouwwerk.

Vanuit sociaal-maatschappelijk oogpunt is er een toenemende behoefte aan mogelijkheden voor inwoning van bijvoorbeeld zorgbehoevende familieleden (mantelzorg). In de planregels is daarom een afwijkingsbepaling opgenomen, waarmee het gebruik van (bijbehorende bouwwerken bij) woningen in het kader van mantelzorg kan worden toegestaan Deze afwijkingsbepaling is ook opgenomen voor bedrijfswoningen.

In 4.7 Recreatie wordt ingegaan op de mogelijkheden binnen het bestemmingsplan voor toeristisch-recreatieve (neven)activiteiten.

4.5.2 Wonen in voormalige agrarische bedrijfswoningen

Wanneer voor een bebouwd perceel de agrarische bedrijfsvoering is beëindigd en de woonfunctie de hoofdfunctie is, is de bestemming "Wonen" met de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - voormalig agrarisch bedrijf" toegekend. Voor woonfuncties met deze aanduiding gelden de bouw- en gebruiksregels zoals deze in 4.5.1 Bestaande woningen zijn uiteengezet.

Daarnaast geldt dat voor voormalige agrarische bedrijfscomplexen er een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen ten behoeve van de hervestiging van een grondgebonden agrarisch bedrijf.

4.5.3 Nieuwe woningen en Rood voor Rood

Met het oog op de belangen van landbouw, natuur en landschap, is het niet toegestaan nieuwe burgerwoningen op nieuwe locaties te bouwen. De bouw van extra woning(en) in het kader van Rood voor Rood wordt in dit bestemmingsplan niet mogelijk gemaakt. Het gemeentelijk Rood-voor-Rood-beleid wordt meegenomen in de kadernota landelijk gebied. Initiatieven in het kader van Rood voor Rood worden vooralsnog getoetst aan het huidige gemeentelijk Rood-voor-Rood-beleid (dat dit jaar zal worden herzien) en aan de Omgevingsvisie Overijssel en de Kwaliteitsimpuls Groene omgeving.