Plan: | Buitengebied Rijssen-Holten |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1742.BPB2011000-0401 |
Burgerwoningen die in de vigerende bestemmingsplannen een woonbestemming hadden, zijn in het nieuwe, voorliggende bestemmingsplan opnieuw bestemd als "Wonen". Bedrijfswoningen zijn meegenomen binnen de bestemming voor het desbetreffende bedrijf, zoals "Agrarisch - Agrarisch bedrijf", omdat de bedrijfswoningen ten dienste staan van de bedrijven.
Gronden met de bestemming "Wonen" zijn bestemd voor het wonen in woonhuizen, met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, tuinen en erven. De inhoud van een woonhuis mag maximaal 750 m3 bedragen, tenzij op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpplan reeds een grotere inhoud aanwezig is, in deze gevallen geldt deze grotere inhoudsmaat als maximum.
In de volgende situatie wordt een maximale inhoudsmaat van 660 m3 gehanteerd:
De gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken bij een woning mag niet meer dan 100 m2 bedragen, met dien verstande dat maximaal 75 m2 aangebouwd mag zijn. Indien een grotere oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken aanwezig is, mag deze (gezamenlijke) oppervlakte worden gehandhaafd. Vervangende herbouw/nieuwbouw is toegestaan tot deze bestaande gezamenlijke oppervlakte met een maximum van 250 m2, met dien verstande dat deze bepaling niet van toepassing is op bijbehorende bouwwerken, die zijn gebouwd in strijd met het hiervoor geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Daarnaast is het mogelijk bijbehorende bouwwerken in gebruik te nemen ten behoeve van een ondergeschikte niet-agrarische activiteit. De gemeente hanteert daarbij de volgende voorwaarden:
Bij een aantal woningen is reeds sprake van een ondergeschikte niet-agrarische activiteit. Wanneer sprake is van een ruimtelijke uitstraling, is het betreffende bestemmingsvlak aangeduid als "bedrijf". In de bestemmingsomschrijving is vastgelegd welke activiteit ter plaatse is toegestaan en welke oppervlakte (zijnde de bestaande oppervlakte) gebruikt mag worden ten behoeve van de niet-agrarische activiteit. Overigens worden de niet-agrarische activiteiten veelal uitgeoefend op plaatsen waar oorspronkelijk sprake is geweest van een agrarisch bedrijf.
Verder is bij recht "het gebruik van ruimten binnen de woning of in bijgebouwen ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit" toegestaan, voor zover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:
Vanuit sociaal-maatschappelijk oogpunt is er een toenemende behoefte aan mogelijkheden voor inwoning van bijvoorbeeld zorgbehoevende familieleden (mantelzorg). In de planregels is daarom een afwijkingsbepaling opgenomen, waarmee het gebruik van (bijbehorende bouwwerken bij) woningen in het kader van mantelzorg kan worden toegestaan Deze afwijkingsbepaling is ook opgenomen voor bedrijfswoningen.
In 4.7 Recreatie wordt ingegaan op de mogelijkheden binnen het bestemmingsplan voor toeristisch-recreatieve (neven)activiteiten.
Wanneer voor een bebouwd perceel de agrarische bedrijfsvoering is beëindigd en de woonfunctie de hoofdfunctie is, is de bestemming "Wonen" met de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - voormalig agrarisch bedrijf" toegekend. Voor woonfuncties met deze aanduiding gelden de bouw- en gebruiksregels zoals deze in 4.5.1 Bestaande woningen zijn uiteengezet.
Daarnaast geldt dat voor voormalige agrarische bedrijfscomplexen er een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen ten behoeve van de hervestiging van een grondgebonden agrarisch bedrijf.
Met het oog op de belangen van landbouw, natuur en landschap, is het niet toegestaan nieuwe burgerwoningen op nieuwe locaties te bouwen. De bouw van extra woning(en) in het kader van Rood voor Rood wordt in dit bestemmingsplan niet mogelijk gemaakt. Het gemeentelijk Rood-voor-Rood-beleid wordt meegenomen in de kadernota landelijk gebied. Initiatieven in het kader van Rood voor Rood worden vooralsnog getoetst aan het huidige gemeentelijk Rood-voor-Rood-beleid (dat dit jaar zal worden herzien) en aan de Omgevingsvisie Overijssel en de Kwaliteitsimpuls Groene omgeving.