direct naar inhoud van 4.6 Water
Plan: Buitengebied Rijssen-Holten
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1742.BPB2011000-0401

4.6 Water

In de Wet ruimtelijke ordening (Wro), die sinds 1 juli 2008 in werking is getreden, is ook de afstemming van ruimtelijke ontwikkelingen en water voor ruimtelijke plannen opgenomen. Al sinds enige jaren wordt in ruimtelijke plannen aangegeven op welke wijze rekening is gehouden met de waterhuishouding. Hiervoor wordt het watertoetsproces doorlopen waarbij de conclusies ten aanzien van alle wateraspecten in een waterparagraaf worden beschreven. Deze paragraaf is de waterparagraaf van het bestemmingsplan Buitengebied.

Over de wateraspecten heeft meerdere malen overleg plaatsgevonden met de drie waterschappen, die werkzaam zijn binnen de gemeente Rijssen-Holten. De waterschappen met beheergebied in de gemeente, zijn: Waterschap Regge en Dinkel, Waterschap Groot Salland en Waterschap Rijn en IJssel. In 3.3 Waterhuishouding is reeds ingegaan op de waterhuishouding van het plangebied.

Het bestemmingsplan voor het buitengebied is een conserverend bestemmingsplan, dat wil zeggen dat het bestemmingsplan bestaande situaties vastlegt. Daarnaast anticipeert het bestemmingsplan op voorzienbare (en gewenste) ontwikkelingen door flexibiliteit in te bouwen, bijvoorbeeld voor de uitbreiding van agrarische bedrijven. Kwetsbare functies zoals de natuur (en natuurwaarden), het landschap en water, worden in het bestemmingsplan beschermd.

Als het gaat om water is het meest zichtbare: de verschillende waterlopen (van de beken tot de perceelsloten). In overleg met de waterschappen is ervoor gekozen alleen de hoofdwatergangen positief te bestemmen, omdat deze een belangrijke waterhuishoudkundige functie hebben. De hoofdwatergangen hebben daarom in het bestemmingsplan de bestemming "Water" gekregen. De drie waterschappen hebben aangegeven welke watergangen als hoofdwatergangen dienen te worden beschouwd.

Ook is met de waterschappen gesproken over welke zone van een waterloop als "Water" dient te worden bestemd. Afgesproken is alleen de zogenaamde Kernzone als "Water" te bestemmen. Met de Kernzone wordt bedoeld het waterlichaam en de eventueel aanwezige waterkering, zoals die voorkomt in een waterstaatswerk, waar het waterdoel de hoofdfunctie vormt van het landgebruik. Onderstaand figuur is afkomstig uit de Keur van het Waterschap Regge en Dinkel (2009).

afbeelding "i_NL.IMRO.1742.BPB2011000-0401_0008.jpg"

Afbeelding: de verschillende zones van een waterstaatswerk.

Aan weerszijden van de Kernzone liggen beschermingszones, die dienen voor het uitvoeren van onderhoud en ter bescherming van het profiel van de waterlopen. Omdat deze zones reeds beschermd worden door de Keur van de waterschappen, acht de gemeente het niet nodig voor deze zones extra regelgeving op te nemen. Op deze manier wordt dubbele regelgeving voorkomen.

De overige (detail)waterlopen zijn geregeld dan wel worden toegelaten binnen de gebiedsbestemming, waarbinnen ze liggen. In de bestemmingsomschrijvingen is namelijk opgenomen dat de gronden mede zijn bestemd voor voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen en aan- en afvoeren van water. Voor het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen is een omgevingsvergunning benodigd.

Ten zuidwesten van de kern Rijssen is sprake van een zogenaamd primair watergebied (aangeduid in de Omgevingsvisie van de provincie). Primaire watergebieden zijn laaggelegen gebieden, die bij hevige neerslag onderlopen. Ze hebben een functie voor een natuurlijke wijze van waterberging. Het provinciaal beleid voor primaire watergebieden is: "Het in stand houden van deze functie voor waterberging is kaderstellend voor verdere ontwikkeling". In het bestemmingsplan is aan het primaire watergebied de dubbelbestemming "Waterstaat - Waterbergingsgebied" toegekend.

De Watervisie Rijssen-Holten (zie paragraaf 2.5.1) heeft nog niet geleid tot concrete projecten. De Watervisie heeft derhalve geen gevolgen gehad voor het bestemmingsplan.