direct naar inhoud van Regels
Plan: Zetten - Hemmen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1734.0019ZTTNzettenhmmn-VSG1

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen: algemeen

In deze regels wordt verstaan onder:

1.1 Aan- en uitbouw

Een aan een hoofdgebouw gebouwde ruimte, die daaraan ruimtelijk (door zijn constructie of afmetingen) ondergeschikt is, waarbij een aanbouw een zelfstandige ruimte is en een uitbouw een uitbreiding van een reeds bestaande ruimte van het hoofdgebouw is.

1.2 Aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

Een beroeps- of bedrijfsactiviteit die op een kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijgebouwen wordt uitgeoefend. Onder een aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteit wordt ook een Bed & Breakfast verstaan.

1.3 Bedrijf

Een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, alsook ondergeschikte detailhandel ten dienste van het bedrijf. Aan huis gebonden beroeps- of zijn daaronder niet begrepen.

1.4 Bedrijfswoning

Een woning in of bij een bedrijfsgebouw of op een terrein, slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon die in het bedrijf werkzaam is.

1.5 Begane grond

De bouwlaag van een gebouw, welke rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau.

1.6 Bestaand
  • bij gebruik: legaal aanwezig op het moment van het van kracht worden van het plan;
  • bij bouwwerken: legaal aanwezig op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan, en bouwwerken die op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan mogen worden gebouwd krachtens een daartoe verleende omgevingsvergunning voor het bouwen.
1.7 Bijgebouw

Een vrijstaand gebouw, dat door zijn vorm, functie, situering en/of afmetingen ondergeschikt is aan het op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw dan wel een vrijstaand gebouw in de bestemming Buitenruimte.

1.8 Bouwlaag

Een gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke bouwhoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van een kelder en de ruimte(n) in de kap.

1.9 Culturele voorzieningen

Voorzieningen zoals musea, (muziek)theaters, muziek- en dansscholen, oefenruimten, creativiteitscentra, expositieruimten, bowlingcentra, alsook ondergeschikte detailhandel ten dienste van deze voorziening en ondersteunende horeca.

1.10 Detailhandel

Het bedrijfsmatig te koop en/of te huur aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.

1.11 Dienstverlening

Dienstverlening door een bedrijf met uitsluitend of in hoofdzaak een verzorgende taak met een publieksgerichte functie zoals kapsalon, schoonheidssalon, autorijschool, uitzendbureau, reisbureau, bank, makelaarskantoor, fotoatelier (inclusief ontwikkelen), cateringbedrijf en naar aard en uitstraling overeenkomstige bedrijven.

1.12 Erfafscheiding

Afscheidingen op de grens van percelen of ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - heldringstichting' ook binnen de grenzen van percelen.

1.13 Erker

Een ruimte als uitbreiding van een ruimte of ander vertrek in een gebouw, die buiten de gevel uitsteekt en in open verbinding staat met het bedoelde vertrek, waarbij de buitenzijde wordt begrensd door kozijnen.

1.14 Evenement

Een georganiseerde gebeurtenis, (openlucht)manifestatie of themadag(en) in de vorm van een voor publiek bestemde uitvoering / verrichting van vermaak. Hierbij worden de volgende categorieën onderscheiden:

  • a. type 1: evenementen zonder geluid waarbij het aantal bezoekers per dag niet meer bedraagt dan of gelijk is aan 500 personen.
  • b. type 2: evenementen met geluid waarbij het aantal bezoekers per dag niet meer bedraagt dan of gelijk is aan 500 personen;
  • c. type 3: evenementen met of zonder geluid waarbij het aantal bezoekers per dag meer bedraagt dan 500 personen en niet meer bedraagt dan of gelijk is aan 3.000 personen;
  • d. type 4: evenementen met of zonder geluid waarbij het aantal bezoekers per dag meer bedraagt dan 3.000 personen en niet meer bedraagt dan of gelijk is aan 10.000 personen.
1.15 Evenement met geluid

Een evenement waarbij sprake is van versterkt geluid.

1.16 Evenement zonder geluid

Een evenement waar alleen sprake is van onversterkt geluid.

1.17 Grondgebonden agrarisch bedrijf

Een agrarisch bedrijf waarvan de bedrijfsvoering volledig of nagenoeg volledig is gericht op het gebruik maken van grond als productiemiddel ten behoeve van de teelt van gewassen of de weidegang van vee.

1.18 Hobbymatig agrarisch grondgebruik

Het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren op niet bedrijfsmatige wijze. Onder hobbymatig agrarisch gebruik wordt niet verstaan een volkstuin.

1.19 Horeca

Een bedrijf, gericht op het verstrekken van ter plaatse te nuttigen voedsel en dranken en/of het exploiteren van zaalaccommodatie en/of het bieden van nachtverblijf;

de horecabedrijven zijn in vier categorieën te onderscheiden:

  • a. horecacategorie 0: ondergeschikte horeca, zoals in een dorpshuis;
  • b. horecacategorie 1: vormen van horeca-activiteiten die qua exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen, waar naast kleinere etenswaren in hoofdzaak alcoholvrije dranken worden verstrekt, zoals een lunchroom, broodjeszaak, ijssalon, cafetaria, snackbar, afhaalcentrum, automatiek;
  • c. horecacategorie 2: vormen van horeca-activiteiten waar in hoofdzaak maaltijden, (alcoholische) dranken en/of logies worden verstrekt en waarvan de exploitatie doorgaans in de avonduren plaatsvindt, zoals een café, restaurant, hotel en pension;
  • d. horecacategorie 3: vormen van horeca-activiteiten waarbij in hoofdzaak alcoholische drank wordt verstrekt en waarvan de exploitatie doorgaans in de avonduren plaatsvindt, een aantasting van het woon- en leefklimaat veroorzaakt en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt, zoals bar-dancings, discotheken, nachtclubs, alsmede horeca met zaalaccomodatie.
1.20 Huishouden

Een persoon of vaste groep personen die gezamenlijk en bestendig, voor onbepaalde tijd samenwonen.

1.21 Inwoning

Twee huishoudens die, in afwijking van het begrip woning, één woning bewonen met gemeenschappelijk gebruik van één of meerdere voorzieningen of (verblijfs)ruimten van die woning en waarbij de woning één hoofdtoegang behoudt en de voorzieningen c.q. (verblijfs)ruimten onderling vrij toegankelijk zijn.

1.22 Kamerverhuur

Het bedrijfsmatig verhuren of het aanbieden van kamers voor bewoning. Hieronder wordt niet verstaan de verhuur door particulieren van maximaal twee kamers in de door hen zelf bewoonde woning.

1.23 Kantoor

Een gebouw, dat dient voor de uitoefening van administratieve werkzaamheden en werkzaamheden die verband houden met het doen functioneren van (semi) overheidsinstellingen, het bankwezen en naar de aard daarmee gelijk te stellen instellingen/ het bedrijfsmatig verlenen van diensten waarbij het publiek niet of slechts in ondergeschikte mate rechtstreeks te woord wordt gestaan en geholpen.

1.24 Maatschappelijke voorzieningen

Educatieve, medische, sociale en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en ondersteunende horeca ten dienste van deze voorzieningen.

1.25 Nevenactiviteit:

Een activiteit ondergeschikt aan de hoofdactiviteit in zowel omvang (m²), omzet (€) als de effecten op het woon- en leefklimaat.

1.26 Niet grondgebonden agrarische bedrijfsvoering

De agrarische bedrijfsvoering die niet geheel of hoofdzakelijk van de open grond als agrarisch productiemiddel afhankelijk is, maar waarvan de productie geheel of overwegend in gebouwen en/of verharding plaatsvindt, zoals varkens-, kalver- of pluimveefokkerij, eendenmesterij of -fokkerij en champignonkwekerij.

1.27 Normaal onderhoud en beheer

Werkzaamheden die ter plaatse regelmatig terugkeren, teneinde tot een goed beheer van de gronden al dan niet met bebouwing te komen; hieronder vallen niet de incidentele ingrepen in bijvoorbeeld de cultuurtechnische situatie of werkzaamheden die een onherstelbare aantasting betekenen van de aan een gebied toegekende waarde.

1.28 Nutsvoorzieningen

Voorziening ten behoeve van algemeen nut in ruime zin zoals: voorzieningen/installaties ten behoeve van gas, water en elektriciteit, signaalverdeling, telecommunicatieverkeer, waterzuivering, waterbeheersing, waterhuishouding, vuil- en afvalverwerking, compostering, wijkverwarming, milieuvoorzieningen.

1.29 Ondergeschikte bouwdelen.

Bouwdelen van beperkte afmetingen, die buiten het gebouw uitsteken, zoals schoorstenen, windvanen, dakoverstekken, balkons en liftschachten.

1.30 Ondergeschikte detailhandel

Detailhandel als activiteit die in ruimtelijk, functioneel en inkomenswervend opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de volgens het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie. De detailhandelsactiviteit is van zulke beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang dat de functie waaraan zij wordt toegevoegd qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft.

1.31 Ondersteunende horeca

Een horecavoorziening binnen een bestemming waarvan de functie een andere dan horeca is maar waar men ten behoeve van de hoofdfunctie gelegenheid biedt voor de consumptie van drank en etenswaren.

1.32 Onversterkt geluid

Geluid dat niet elektronisch wordt versterkt.

1.33 Overkapping

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde met een dak en maximaal één gesloten wand.

1.34 Paardenbak

Een omheind terrein waarvan de natuurlijke bovenlaag is vervangen door zand of ander doorlatend materiaal ten behoeve van het africhten, trainen en berijden van paarden en pony's en het anderszins beoefenen van de paardensport.

1.35 Peil
  • a. Voor gebouwen, waarvan de hoofdtoegang aan een weg grenst, mits het gebouw op een afstand van niet meer dan 20 m van die weg is gelegen: 35 cm boven de kruin van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
  • b. voor overige gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde: de gemiddelde bouwhoogte van het aansluitend terrein.
1.36 Seksinrichting

Een voor publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in omvang als zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in elk geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, een seksbioscoop, een seksautomatenhal, een sekstheater, een parenclub of een erotische massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.

1.37 Sportvoorzieningen

Voorzieningen ten behoeve van:

  • Sporthallen;
  • Tennisbanen;
  • Sportscholen;
  • Gymnastiekzalen;
  • Fitnesscentra.

alsook ondersteunende horeca.

1.38 Teeltondersteunende voorzieningen

Voorzieningen, anders dan een kas, die door grondgebonden agrarische bedrijven toegepast worden om de teelt van fruit, bomen, groente of potplanten e.d. te bevorderen en te beschermen, daaronder begrepen pot- container- en gootteelt.

1.39 Tuin

Een stuk grond in particulier eigendom dat ten dienste staat van het woon- of werkgenot.

1.40 Verblijfsrecreatie

Een vorm van recreatie die hoofdzakelijk is gericht op het verstrekken van nachtverblijf.

1.41 Verdieping

De bouwlaag respectievelijk bouwlagen die boven de begane grond gelegen is/zijn.

1.42 Voorgevel

De naar de weg gekeerde gevel van een gebouw of, indien het een gebouw betreft met meer dan één naar de weg gekeerde gevel, de gevel die op het moment van terinzagelegging van het ontwerp van het plan kennelijk als zodanig diende te worden aangemerkt.

1.43 Woning

Een complex van ruimten inclusief aan- en uitbouwen, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.

1.44 Zaalaccommodatie

Een bedrijf dat als hoofdzaak bestaat uit het verstrekken van gelegenheid tot het houden van bruiloften, feesten en partijen, alsmede tot het houden van congressen, conferenties en andere vergaderingen en waarbij het verstrekken van voedsel en dranken (daaraan) ondergeschikt is.

Artikel 2 Begrippen: wettelijk

2.1 Plan

het bestemmingsplan Zetten - Hemmen met identificatienummer NL.IMRO.1734.0019ZTTNzettenhmmn-VSG1 van de gemeente Overbetuwe.

2.2 Bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

2.3 Aanduiding

Een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.

2.4 Aanduidingsgrens

Grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.

2.5 Archeologisch monument

Een terrein dat op basis van de Monumentenwet 1988 is aangewezen als beschermd archeologisch monument.

2.6 Bebouwing

Eén of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

2.7 Bestemmingsgrens

De grens van een bestemmingsvlak.

2.8 Bestemmingsvlak

Een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.

2.9 Bouwen

Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.

2.10 Bouwgrens

De grens van een bouwvlak.

2.11 Bouwperceel

Een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

2.12 Bouwperceelsgrens

De grens van een bouwperceel.

2.13 Bouwvlak

Een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten.

2.14 Bouwwerk

Elke constructie van enige omvang die hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.

2.15 Gebouw

Elk bouwwerk, dat voor een mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden (twee of meer wanden die tot de constructie behoren) omsloten ruimte vormt.

2.16 Hoofdgebouw

Een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt, exclusief aan- en uitbouwen.

Artikel 3 Wijze van meten

Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:

3.1 De goothoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel met uitzondering van dakkapellen en wolfseinden.

3.2 De inhoud van een bouwwerk

Tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.

3.3 De bouwhoogte van een bouwwerk

Vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van onderschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.

3.4 De oppervlakte van een bouwwerk

Tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.

3.5 Het bebouwingspercentage

De gezamenlijke oppervlakte van bouwwerken gelegen binnen een bepaald vlak gedeeld door de oppervlakte van dat vlak, uitgedrukt in procenten.

3.6 De horizontale diepte van een gebouw

De diepte, gemeten loodrecht vanaf de gevel waaraan wordt gebouwd.

3.7 Ondergeschikte bouwdelen

Bij toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwonderdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouwgrenzen niet meer dan 1,5 m bedraagt.

3.8 Hart van de lijn

Bij toepassing van deze regels wordt gemeten tot of vanuit het hart van een lijn op de kaart en op schaal waarin het plan is vastgesteld.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 4 Agrarisch

4.1 Toegestane functies en gebruik
Functie(s)   Nadere uitleg of voorwaarden   Afwijken ten behoeve van:  
Agrarisch gebruik   de gronden mogen voor agrarische doeleinden (bedrijfsmatig of hobbymatig) worden gebruikt. Een niet grondgebonden agrarisch bedrijf is niet toegestaan.    
Nevenactiviteiten   (1) alleen de nevenactiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 5 Nevenactiviteiten met inachtneming van de gebiedsaanduidingen zoals opgenomen in die bijlage, zijn toegestaan;

(2) maximaal 25 % met een absoluut maximum van 350 m² van de bestaande bebouwing mag worden gebruikt;

(3) er vindt geen detailhandel anders dan de verkoop van lokaal of streekeigen geproduceerde agrarische producten plaats;

(4) parkeren dient op eigen erf plaats te vinden;

(5) buitenopslag is niet toegestaan;  
het toestaan van andere nevenactiviteiten, alleen als:

(1) er geen horeca plaatsvindt;

(2) er geen verblijfsrecreatie plaatsvindt;
(3) er geen activiteiten plaatsvinden die vergunningplichtig zijn op grond van de Wet milieubeheer;

(4) er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de verkeers- en parkeersituatie ter plaatse;

(5) er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;

(6) er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;

(7) er wordt voldaan aan de voorwaarden sub 2 t/m 5 van de kolom 'nadere uitleg of voorwaarden'.  
Bestaande bedrijfswoningen   waarbij herbouw is toegestaan    
Bestaande paardenbakken     het toestaan van nieuwe paardenbakken, alleen als:

(1) de paardenbakken binnen dan wel direct aansluitend aan het bouwvlak gerealiseerd worden;

(2) de oppervlakte maximaal 1.200 m² bedraagt;

(3) de bouwhoogte van terreinafscheiding maximaal 1,75 m bedraagt.  
Bestaande (verblijfs)recreatieve voorzieningen     het toestaan van een nieuwe bed & breakfast (1), nieuwe recereatiewoningen/-appartementen (2) en/of een nieuwe groepsaccommodatie (3) alleen als:

(a) de nieuwe recreatieve voorziening(en) wordt/worden opgericht binnen de bestaande bebouwing;

(b1) de gezamenlijke oppervlakte aan bebouwing dat in gebruik is voor de bed & breakfast maximaal 120 m² bedraagt, waarbij de maximale oppervlakte per slaapverblijf 30 m² mag bedragen;

(b2) er maximaal 3 recreatiewoningen/-appartementen worden gerealiseerd met een maximale oppervlakte van 75 m² per recreatiewoning/-appartement;

(b3) de oppervlakte van de groepsaccommodatie maximaal 350 m² bedraagt;

(c) er verder geen voorzieningen als speeltuin, stallingen, detailhandel e.d. worden opgericht;

(d1) het aantal aaneengesloten nachten gedurende welke gebruik wordt gemaakt gemaakt van de bed & breakfast maximaal 14 bedraagt;

(d2 en d3) het aantal aaneengesloten nachten gedurende welke gebruik wordt gemaakt van de recreatiewoningen en/of groepsaccommodaties maximaal 45 bedraagt;

(e) er voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;

(f) er geen aanpassing of verharding van de infrastructuur buiten het bouwvlak noodzakelijk is;

(g) er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;

(h) er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;

In alle gevallen geldt dat:
Bij stapeling van de genoemde recreatieve nevenactiviteiten, geldt de laagst toegestane vloeroppervlakte als totale maximum.  
Teeltondersteunende voorzieningen      
Water   ook waterhuishoudkundige voorzieningen worden hieronder verstaan    

4.2 Bijbehorende functies
Bijbehorende functie(s)   Nadere uitleg of voorwaarden  
Ontsluitingsvoorzieningen    
Evenementen   alleen evenementen type 1 zijn toegestaan. De regels van 20.1 zijn van toepassing.  
Extensieve dagrecreatie    
Parkeervoorzieningen   alleen binnen het bouwvlak  
Groenvoorzieningen    
Tuinen en erven    

4.3 Verboden functies en gebruik
Functie(s) of Gebruik   Groen   Afwijken ten behoeve van:  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval.   dit geldt niet voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;    
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken als stalling- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen.   dit geldt niet voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;    
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.      
De uitoefening van (glas)tuinbouw, fruit- en boomteelt is niet toegestaan op een afstand van minder dan 50 m van bestemmingsvlakken ten behoeve van voor bestrijdingsmiddelen gevoelige functies. Dit zijn alle functies behoudens de agrarische bedrijvigheid.     het toestaan van (glas)tuinbouw, fruit- en boomteelt op een afstand van minimaal 5 m tot bestemmingsvlakken ten behoeve van voor bestrijdingsmiddelen gevoelige functies, alleen als:

(1) uit onderzoek blijkt dat een aanvaardbaar verblijfsklimaat voor de gevoelige functies wordt gegarandeerd;

(2) geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van betreffende (glas)tuinbouw, fruit- en boomteeltbedrijven.  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van lawaaisporten.      
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van de huisvesting van seizoensarbeiders.     de tijdelijke huisvesting van seizoensarbeiders, alleen als:

(1) dit noodzakelijk is in het kader van de tijdelijke grote arbeidsbehoefte in het betreffende agrarische bedrijf;

(2) de huisvesting uitsluitend werknemers betreft die alleen binnen het bedrijf, waar ze gehuisvest zijn, werkzaamheden verrichten;
(3) de huisvesting plaatsvindt binnen de periode 15 maart - 31 oktober tenzij is aangetoond dat er op het betreffende agrarische bedrijf een grote arbeidsbehoefte bestaat ten behoeve van piekwerkzaamheden buiten deze periode;

(4) de huisvesting plaatsvindt in de aanwezige gebouwen of in maximaal 5 niet zelfstandige woonunits of stacaravans;

(5) de gezamenlijke vloeroppervlakte aan gebouwen / woonunits voor de tijdelijke huisvesting maximaal 120 m² bedraagt;

(6) er voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;
(7) de woonunits / stacaravans uitsluitend binnen het agrarisch bouwvlak worden geplaatst;

(8) de goothoogte van woonunits maximaal 3 m bedraagt;

(9) de bouwhoogte van woonunits maximaal 5 m bedraagt;

(10) het aantal te huisvesten werknemers niet meer dan 20 personen bedraagt;

(11) er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;

(12) er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;

(13) voldaan wordt aan de bepalingen in de Wet geluidhinder;

(14) er een landschapsplan wordt overlegd, waaruit de landschappelijke inpassing blijkt.  

4.4 Bedrijfsgebouwen, teeltondersteunende voorzieningen en bedrijfswoningen
  Bouwregel   Afwijken ten behoeve van:  
Toegestaan zijn:   bedrijfsgebouwen, teeltondersteunende en bedrijfswoningen    
Situering   er mag alleen worden gebouwd binnen het bouwvlak en de aanduiding 'bijgebouwen'
 
(1) de overschrijding van de bouwgrenzen aan maximaal twee zijden van het bouwvlak, alleen als:

(a) de bouwgrens per zijde met maximaal 20 m wordt overschreden;

(b) de overschrijding noodzakelijk is in verband met een doelmatige uitoefening van het bedrijf;

(c) de oppervlakte van het fictieve bouwvlak dat ontstaat niet groter wordt dan 2 ha;

(d) er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;

(e) er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

(2) het bouwen van bedrijfsgebouwen buiten het bouwvlak, alleen als:

(a) deze noodzakelijk zijn in het kader van een doelmatige uitoefening van het agrarisch bedrijf;

(b) de gezamenlijke oppervlakte van de agrarische bedrijfsgebouwen niet meer bedraagt dan 100 m² per bedrijf, waarbij een minimale oppervlakte van 30 m² per bedrijfsgebouw geldt;

(c) de afstand tot de openbare weg maximaal 100 m bedraagt;

(d) de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;

(e) er een landschapsplan wordt overlegd, waaruit de landschappelijke inpassing blijkt.

(3) het bouwen van teeltondersteunende buiten het bouwvlak, alleen als:

(a) de voorzieningen noodzakelijk zijn in verband met een doelmatige uitoefening van het bedrijf;

(b) de bouwhoogte maximaal 6 m bedraagt en voor zover de bouwhoogte van de teeltondersteunende voorzieningen meer dan 1,5 m bedraagt, uitsluitend open teeltondersteunende voorzieningen zijn toegestaan;

(c) verhardingen ten behoeve van teeltondersteunende voorzieningen niet worden toegestaan;

(d) voor zover de teeltondersteunende betrekking hebben op pot-, container- en gootteelt gelden tevens, maar met uitzondering van hetgeen onder sub c is vermeld, de volgende regels:

(1) pot-, container- en/of gootteelt is uitsluitend toegestaan direct aansluitend aan het bouwvlak;

(2) de oppervlakte van pot-, container- en/of gootteelt buiten het bouwvlak bedraagt maximaal 15.000 m²;

(3) de verharding beperkt zich uitsluitend tot de rijpaden met een oppervlakte  van maximaal 25 % van de gronden die op het betreffende perceel buiten het bouwblok in gebruik zijn t.b.v. de pot-, container- en/of gootteelt;

(e) geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;

(f) er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.  
Oppervlakte   de oppervlakte aan kassen bedraagt per bouwvlak niet meer dan 1.000 m², met uitzondering van:

tuinbouwbedrijven waar maximaal 2.000 m² is toegestaan

boomteeltbedrijven waar maximaal 2.500 m² is toegestaan  
de vergroting van de oppervlakte aan kassen tot maximaal 1.500 m², alleen als:

(1) wordt aangetoond dat de vergroting noodzakelijk is voor een doelmatige uitvoering van de agrarische bedrijfsvoering;

(2) er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;

(3) er een landschapsplan wordt overlegd, waaruit de landschappelijke inpassing blijkt.  
Goothoogte   van bedrijfsgebouwen en bedrijfswoningen maximaal 6 m

ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' maximaal 3 m  
een hogere goothoogte van bedrijfsgebouwen, alleen als:

(1) de goothoogte niet meer bedraagt dan 8 m;

(2) er geen onevenredige afbreuk plaatsvindt van de stedenbouwkundige en landschappelijke kwaliteiten van de omgeving.  
Bouwhoogte   teeltondersteunende maximaal 6 m

overige bedrijfsgebouwen maximaal 12 m en ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen' maximaal 5 m

bedrijfswoningen maximaal 10 m  
een hogere bouwhoogte, alleen als:

(1) de bouwhoogte niet meer dan 2 m hoger wordt dan maximaal is toegestaan;

(2) de stedenbouwkundige en landschappelijke kwaliteit niet onevenredig wordt aangetast;

(3) het woon- en leefmilieu van omwonenden niet onevenredig wordt aangetast.  
Inhoud   bedrijfswoningen maximaal 600 m³   een grotere inhoud, alleen als:

(1) de inhoud niet meer bedraagt dan 800 m³;

(2) de belangen van eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;

(3) het straat- en bebouwingsbeeld, de stedenbouwkundige kwaliteiten en de verkeersbelangen niet onevenredig worden geschaad;  

4.5 Bijgebouwen en overkappingen bij de bedrijfswoning
  Bouwregel   Afwijken ten behoeve van:  
Situering   alleen binnen het bouwvlak    
Oppervlakte   maximaal 90 m² per bedrijfswoningen    
Goothoogte   maximaal 3 m    
Bouwhoogte   maximaal 5 m   een hogere bouwhoogte, alleen als:

(1) de bouwhoogte maximaal 7 m bedraagt;

(2) er geen onevenredige afbreuk plaatsvindt van de stedenbouwkundige en landschappelijke kwaliteiten van de omgeving.  

4.6 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Situering   Bouwwerk   Max. hoogte (m)  
Binnen het bouwvlak   Erfafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw   1  
  Erfafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw   2  
  hooibergen en voedersilo's   15  
  mestsilo's   5  
  sleufsilo's en kuilvoerplaten   3  
  overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   2  
Buiten het bouwvlak   bouwwerken, geen gebouwen zijnde   1  

4.7 Wijzigingsbevoegdheden

Burgemeester en wethouders kunnen het bestemmingsplan wijzigen teneinde:

Wijzigingsbevoegdheid   Voorwaarden  
Wijzigen vorm en/of vergroten van het bouwvlak   overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde  
Het (na bedrijfsbeeindiging) omschakelen van agrarisch bedrijf naar niet-agrarisch bedrijf   (a) het de vestiging van bedrijvigheid als opgenomen in Bijlage 1 Bedrijvigheid bij functieverandering Agrarisch betreft;

(b) er geen sprake is van detailhandel anders dan verkoop van lokaal of streekeigen agrarische geproduceerde artikelen met maximale oppervlakte van 50 m²;

(c) de gebruiksoppervlakte ten behoeve van de bedrijfsactiviteiten maximaal 50 % van de bestaande met omgevingsvergunning voor het bouwen gebouwde bedrijfsgebouwen met een absoluut maximum van 750 m²;

(d) de gebruiksoppervlakte ten behoeve van functies voor verblijf- of dagrecreatie of maatschappelijke functie maximaal 50 % van de bestaande met omgevingsvergunning voor het bouwen gebouwde bedrijfsgebouwen met een absoluut maximum van 500 m² van de bestaande met omgevingsvergunning voor het bouwen gebouwde bedrijfsgebouwen;

(e) het meerdere aan bedrijfsgebouwen, welke niet als monumentaal of karakteristiek kunnen worden aangemerkt, wordt gesloopt;

(f) er geen buitenopslag plaatsvindt;

(g) er sprake is van een landschappelijke inpassing, waartoe een landschapsplan dient te worden opgesteld;

(h) er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking; voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;

(i) in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;

(j) de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.  
Het (na bedrijfsbeeindiging) omschakelen van een agrarisch bedrijf naar een woning en/of niet-agrarisch bedrijf   (a) het aantal woningen niet mag worden vergroot, met dien verstande dat via woningsplitsing twee woningen zijn toegestaan, mits:

(1) de gesplitste woningen een inhoud hebben van minimaal 400 m³;

(2) de oppervlakte of inhoud van de gesplitste woningen niet wordt vergroot;

(b) het bepaalde in artikel 11.5 is van toepassing, met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte van gebouwen bij de voormalige bedrijfswoning maximaal de bestaande oppervlakte bedraagt;

(c) in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;

(d) de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.  
Het (na bedrijfsbeeindiging) omschakelen van een agrarisch bedrijf naar een woning waarbij, in verband met de sloop van voormalige agrarische bebouwing, de bouw van één of meerdere extra woningen worden toegestaan   (a) ter compensatie van de sloop van minimaal 750 m² voormalige bedrijfsbebouwing en/of bijgebouwen bij de bedrijfswoning, niet zijnde monumentale of karakteristieke bebouwing, mogen:

(1) twee woningen in één bestaand voormalig bedrijfsgebouw en/of bijgebouw of

(2) twee woningen in één nieuw woongebouw of

(3) één vrijstaande woning worden opgericht;

(b) alle voormalige agrarische bedrijfsbebouwing en/of bijgebouwen, niet zijnde bedrijfsbebouwing of bijgebouwen zoals bedoeld onder a, welke niet als monumentaal of karakteristiek kunnen worden aangemerkt, dienen gesloopt te worden; de oppervlakte van de nieuw te bouwen woongebouwen en/of woningen bedraagt maximaal 50 % van de gesloopte oppervlakte;

(c) de nieuw te realiseren woningen hebben een inhoud van minimaal 400 m³ en maximaal 800 m³; het bepaalde in artikel 11.5 is van toepassing, met dien verstande dat, voor zover minimaal 1 ha grond in eigendom blijft, de gezamenlijke oppervlakte van bijgebouwen bij de voormalige bedrijfswoning maximaal 150 m³ mag bedragen;

(d) er sprake is van een landschappelijke inpassing, waartoe een landschapsplan dient te worden opgesteld;

(e) er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;

(f) voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;

(g) in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;

(h) de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.  

Artikel 5 Agrarisch met waarden

5.1 Toegestane functies en gebruik
Functie(s)   Nadere uitleg of voorwaarden  
Agrarisch gebruik   de gronden mogen voor agrarische doeleinden (bedrijfsmatig of hobbymatig) worden gebruikt.  
Behoud, de bescherming en het herstel van kleinschalige landschapselementen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - kleinschaligheid';    
Teeltondersteunende voorzieningen   het bouwen van teeltondersteunende, alleen als:

(1) de voorzieningen noodzakelijk zijn in verband met een doelmatige uitoefening van het bedrijf;

(2) de bouwhoogte maximaal 6 m bedraagt en voor zover de bouwhoogte van de teeltondersteunende voorzieningen meer dan 1,5 m bedraagt, uitsluitend open teeltondersteunende voorzieningen zijn toegestaan;

(3) verhardingen ten behoeve van teeltondersteunende voorzieningen niet worden toegestaan;

(4) geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;

(5) geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.  
Water   ook waterhuishoudkundige voorzieningen worden hieronder verstaan  

5.2 Bijbehorende functies
Bijbehorende functie(s)   Nadere uitleg of voorwaarden  
Ontsluitingsvoorzieningen    
Evenementen   alleen evenementen type 1 zijn toegestaan. De regels van 20.1 zijn van toepassing.  
Extensieve dagrecreatie    
Groenvoorzieningen    
Tuinen en erven    

5.3 Verboden functies en gebruik
Functie(s) of Gebruik   Nadere uitleg of voorwaarden   Afwijken ten behoeve van:  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval   dit geldt niet voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;    
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken als stalling- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen.   dit geldt niet voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;    
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van een seksinrichting.      
De uitoefening van (glas)tuinbouw, fruit- en boomteelt is niet toegestaan op een afstand van minder dan 50 m van bestemmingsvlakken ten behoeve van voor bestrijdingsmiddelen gevoelige functies. Dit zijn alle functies behoudens de agrarische bedrijvigheid.     het toestaan van (glas)tuinbouw, fruit- en boomteelt op een afstand van minimaal 5 m tot bestemmingsvlakken ten behoeve van voor bestrijdingsmiddelen gevoelige functies, alleen als:

(1) uit onderzoek blijkt dat een aanvaardbaar verblijfsklimaat voor de gevoelige functies wordt gegarandeerd;

(2) geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de gebruiks- en ontwikkelingsmogelijkheden van betreffende (glas)tuinbouw, fruit- en boomteeltbedrijven.  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van lawaaisporten      

5.4 Bouwwerken
  Bouwregel   Afwijken ten behoeve van:  
Toegestaan zijn:   alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde met uitzondering van teeltondersteunende    het bouwen van teeltondersteunende, alleen als:

(1) de voorzieningen noodzakelijk zijn in verband met een doelmatige uitoefening van het bedrijf;

(2) de bouwhoogte maximaal 6 m bedraagt en voor zover de bouwhoogte van de teeltondersteunende voorzieningen meer dan 1,5 m bedraagt, uitsluitend open teeltondersteunende voorzieningen zijn toegestaan;

(3) verhardingen ten behoeve van teeltondersteunende voorzieningen niet worden toegestaan;

(4) geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;

(5) geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.  
Bouwhoogte   maximaal 1 m    

5.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Vergunningplichtige werkzaamheden   Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien:  
Het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie-, en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;   door het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de kleinschalige landschapselementen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - kleinschaligheid' en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.  
Op gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - kleinschaligheid': het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van houtgewassen.   idem  

5.6 Uitzonderingen vergunningplicht
De vergunningplicht van artikel 5.5 geldt niet voor:   - werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;

- werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van de een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende omgevingsvergunning.  

Artikel 6 Bos

6.1 Toegestane functies en gebruik
Functie(s)  
Bos  
Extensieve dagrecreatie  
Het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van algemene natuur- en landschapswaarden  
Water en voorzieningen voor de waterhuishouding  

6.2 Bijbehorende functies
Bijbehorende functie(s)   Nadere uitleg of voorwaarden  
Beeldende kunstwerken    
Educatieve voorzieningen    
Evenementen   alleen evenementen type 1 zijn toegestaan. De regels van 20.1 zijn van toepassing.  
Speelvoorzieningen    

6.3 Verboden functies en gebruik
Functie(s) of Gebruik   Nadere uitleg of voorwaarden  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval   dit geldt niet voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden als stalling- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen   idem  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting    idem  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken ten behoeve van lawaaisporten   idem  

6.4 Bouwwerken
  Bouwregel   Max. hoogte (m)  
Toegestaan zijn:   alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde;    
Bouwhoogte   - speelvoorzieningen;
- beeldende kunstwerken;
- overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde;  
6
5
2  

6.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Vergunningplichtige werkzaamheden   Een omgevingsvergunning mag alleen en moet worden geweigerd, indien:  
Het aanleggen en verharden van wegen, paden, parkeergelegenheden en andere oppervlakteverhardingen;   blijvend onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de natuur- en landschapswaarden en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende kan worden tegemoet gekomen.  
Het aanleggen, vergraven, verruimen en dempen van vijvers, poelen, kolken, waterlopen en ander oppervlaktewater;   idem  
Het wijzigen van grondwaterstanden en de waterhuishouding;   idem  
Het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur.   idem  

6.6 Uitzonderingen vergunningplicht
De vergunningplicht van artikel 6.5 geldt niet voor   -werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;

- werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van de een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende omgevingsvergunning;  

Artikel 7 Buitenruimte

7.1 Toegestane functies en gebruik
Functie(s)   Nadere uitleg of voorwaarden  
Groen    
Tuinen    
Verkeer en Verblijf   zoals wegen, pleinen, parkeren, groen, etc.  
Water   ook waterhuishoudkundige voorzieningen worden hieronder verstaan  

7.2 Bijbehorende functies
Bijbehorende functie(s)   Nadere uitleg of voorwaarden   Afwijken ten behoeve van:  
Evenementen   evenementen type 1 tot en met 2 zijn toegestaan. De regels van 20.1 zijn van toepassing.    
Extensieve dagrecreatie      
Hondenspeelplaatsen   alleen binnen de aanduiding 'specifieke vorm van groen-hondenspeelplaatsen'   een hondenspeelplaats buiten de aanduiding 'specifieke vorm van groen-hondenspeelplaatsen', alleen als:

- het woon- en leefmilieu van omwonenden niet onevenredig wordt aangetast  
Nutsvoorzieningen, (beeldende) kunstwerken en straatverkoop      
Speelvoorzieningen      
Terrassen   alleen aangrenzend aan bestaande horeca    
Volkstuin      

7.3 Verboden functies en gebruik
Functie(s) of Gebruik   Nadere uitleg of voorwaarden  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval   dit geldt niet voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden als stalling- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen   dit geldt niet voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting     

7.4 Gebouwen
  Bouwregel  
Situering   er mag alleen worden gebouwd binnen de aanduiding 'bijgebouwen' en bij bestaande volkstuinen  
Oppervlakte     per volkstuin maximaal 6 m²  
Bouwhoogte   maximaal 3 m  

7.5 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Bouwwerk   Max. hoogte (m)  
Erfafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw   1  
Erfafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw   2  
(Licht)masten buiten een tuin   10  
(Licht)masten in een tuin   6  
Overige bouwwerken in een tuin voor het (verlengde van) de voorgevel   2  
Overige bouwwerken in een tuin achter het (verlengde van) de voorgevel   3  
Overige bouwwerken buiten een tuin   6  

Artikel 8 Centrum

8.1 Toegestane functies en gebruik
Functie(s)   Nadere uitleg of voorwaarden   Afwijken ten behoeve van  
Bedrijf   - alleen bedrijven uit categorie A en B van de Staat van bedrijfsactiviteiten centrum zoals opgenomen in Bijlage 2 van deze regels

- alleen op de begane grond  
een bedrijf uit een hogere categorie of een bedrijf uit categorie A en B die niet voorkomt in bijlage 2, alleen als:

(1) het bedrijf qua aard en omvang en invloed op de omgeving gelijk te stellen is aan een bedrijf uit categorie A of B van de Staat van bedrijfsactiviteiten centrum zoals opgenomen in bijlage 2 van deze regels, en

(2) het bedrijf geen geluidszoneringsplichtig bedrijf is, en

(3) er een advies van een deskundige is.  
Culturele voorzieningen    alleen op de begane grond    
Detailhandel   alleen op de begane grond    
Dienstverlening   alleen op de begane grond    
Horeca   - alleen Horecabedrijven uit categorie 1 en 2

- alleen op de begane grond  
 
Kantoor   alleen op de begane grond met uitzondering van het bestaande kantoor op de verdieping    
Maatschappelij ke voorzieningen   alleen op de begane grond    
Sportvoorzienin gen   alleen op de begane grond met uitzondering van de bestaande sportvoorziening op de verdieping    
Verkeer en verblijf   zoals wegen, pleinen, parkeren, groen, etc.    
Wonen   alleen de bestaande (bedrijfs)woningen zijn toegestaan, waarbij herbouw is toegestaan   nieuwe woningen binnen de bestaande bebouwing, alleen als:

(1) ter plaatse van de (nieuwe) woning(en) sprake is van een goed woon- en leefklimaat;

(2) de nieuwe woning(en) passen binnen de regionale woningbouwafspraken;

(3) de nieuwe woning(en) geen belemmering is/zijn voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;

(4) er voldoende parkeergelegenheid is.  

8.2 Bijbehorende functies
Bijbehorende functie(s)   Nadere uitleg of voorwaarden  
Evenementen   evenementen type 1 tot en met 4 zijn toegestaan. De regels van 20.1 zijn van toepassing.  
Speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, terassen, (beeldende) kunstwerken en straatverkoop    
Tuinen    
Water   ook waterhuishoudkundige voorzieningen worden hieronder verstaan  

8.3 Verboden functies en gebruik
Functie(s) of Gebruik   Nadere uitleg of voorwaarden  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval   dit geldt niet voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden als stalling- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen   dit geldt niet voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting    
Kamerverhuur    

8.4 Hoofdgebouwen
  Bouwregel   Afwijken ten behoeve van  
Situering   alleen binnen het bouwvlak   een kiosk voor detailhandel, alleen als:

(1) de goothoogte niet meer wordt dan 2,5 m;

(2) de bouwhoogte niet meer wordt dan 3,5 m;

(3) de bebouwde oppervlakte niet meer wordt dan 20 m2 per kiosk;

(4) de verkeersveiligheid niet in het gedrang komt;

(5) het woon- en leefmilieu van omwonenden niet onevenredig wordt aangetast.  
Goothoogte   maximaal 7 m   een hogere goothoogte, alleen als:

(1) de goothoogte niet meer wordt dan 8 m,

(2) het woon- en leefmilieu van omwonenden niet onevenredig wordt aangetast  
Bouwhoogte   maximaal 10 m   een hogere bouwhoogte, alleen als:

(1) de bouwhoogte niet meer wordt dan 13 m,

(2) de stedenbouwkundige kwaliteit niet wordt aangetast,

(3) het woon- en leefmilieu van omwonenden niet onevenredig wordt aangetast  

8.5 Aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen
  Bouwregel   Afwijken ten behoeve van  
Situering   alleen binnen het bouwvlak en de zone bijgebouwen    
Oppervlakte   maximaal 50 % van de zone bijgebouwen    
Bouwhoogte   maximaal 4 m   een hogere bouwhoogte, alleen als:

(1) de bouwhoogte niet meer wordt dan 5 m,

(2) het woon- en leefmilieu van omwonenden niet onevenredig wordt aangetast  

8.6 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  Max. hoogte (m)  
Terrasafscheidingen/-schermen bij horeca   1,5  
Erfafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel van een hoofdgebouw   1  
Erfafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van een hoofdgebouw   2  
(Licht)masten voor (het verlengde van) de voorgevel van een hoofdgebouw   10  
(Licht)masten achter (het verlengde van) de voorgevel van een hoofdgebouw   6  
Overige bouwwerken in een tuin achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw   3  
Overige bouwwerken   6  

8.7 Parkeren
Regel   Nadere uitwerking  
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning en bij verandering van functie geldt de regel dat er voldoende parkeergelegenheid voor auto's en fietsen aanwezig is of wordt gerealiseerd.   In de Nota Parkeernormen is opgenomen op welke wijze voor nieuwe situaties aan deze verplichting moet worden voldaan. De Nota Parkeernormen zoals deze op dit moment geldt, is opgenomen in Bijlage 4 Nota parkeernormen van de regels.  

Artikel 9 Gemengd - 1

9.1 Toegestane functies en gebruik
Functie(s)   Nadere uitleg of voorwaarden   Afwijken ten behoeve van  
Bedrijf   alleen bedrijven uit categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten gemengd-1 zoals opgenomen in Bijlage 3 Staat van bedrijfsactiviteiten gemengd - 1 van deze regels   een bedrijf uit een hogere categorie of een bedrijf uit categorie 1 en 2 die niet voorkomt in Bijlage 3, alleen als:

(1) het bedrijf qua aard en omvang en invloed op de omgeving gelijk te stellen is aan een bedrijf uit categorie 1 of 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten zoals opgenomen in Bijlage 3 van deze regels, en

(2) het bedrijf geen geluidszoneringsplichtig bedrijf is, en

(3) er een advies van een deskundige is  
Culturele voorzieningen      
Detailhandel   alleen de detailhandel op de adressen zoals opgenomen in Bijlage 6 Bestaande Detailhandel    
Dienstverlening      
Horeca   - alleen de horeca op de adressen zoals opgenomen in Bijlage 7 Bestaande Horeca

- maximaal categorie 0 ter plaatse van het perceel Kerkplein 2 - 4 te Hemmen
- maximaal categorie 1 en 2 op de overige locaties  
 
Kantoor      
Maatschappelijke voorzieningen      
Sportvoorzieningen      
Verkeer en verblijf   zoals wegen, pleinen, parkeren, groen, etc.    
Wonen   - per hoofdgebouw is maximaal 1 woning toegestaan of het bestaande aantal (indien dit meer is)

- op de locatie H. Piersonstraat 21 te Zetten is geen woning toegestaan.  
 

9.2 Bijbehorende functies
Bijbehorende functie(s)   Nadere uitleg of voorwaarden  
Evenementen   alleen evenementen type 1 zijn toegestaan. De regels van 20.1 zijn van toepassing.  
Speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, (beeldende) kunstwerken en straatverkoop    
Terassen   alleen aangrenzend aan Bestaande Horeca  
Tuinen    
Water   ook waterhuishoudkundige voorzieningen worden hieronder verstaan  

9.3 Verboden functies en gebruik
Functie(s) of Gebruik   Nadere uitleg of voorwaarden  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval   dit geldt niet voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden als stalling- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen   dit geldt niet voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting     
Kamerverhuur   met uitzondering van de locatie H. Piersonstraat 11A te Zetten.  

9.4 Hoofdgebouwen
  Bouwregel   Afwijken ten behoeve van:  
Situering   alleen binnen het bouwvlak    
Goothoogte   maximaal 7 m   een hogere goothoogte, alleen als:

(1) de goothoogte niet meer wordt dan 8 m,

(2) het woon- en leefmilieu van omwonenden niet onevenredig wordt aangetast  
Bouwhoogte   maximaal 10 m   een hogere bouwhoogte, alleen als:

(1) de bouwhoogte niet meer wordt dan 11 m,

(2) het woon- en leefmilieu van omwonenden niet onevenredig wordt aangetast  

9.5 Aan-, uit-, bijgebouwen en overkappingen
  Bouwregel   Afwijken ten behoeve van  
Situering   alleen binnen het bouwvlak en de zone bijgebouwen    
Oppervlakte   maximaal 50 % van de zone bijgebouwen    
  maximaal 120 m² binnen de zone bijgebouwen    
Goothoogte   maximaal 3 m    
Bouwhoogte   bij een zone bijgebouwen die kleiner is dan 200 m2    maximaal 3 m   een hogere bouwhoogte, alleen als:

(1) de stedenbouwkundige kwaliteit niet onevenredig wordt aangetast;

(2) het woon- en leefmilieu van omwonenden niet onevenredig wordt aangetast.

(3) de bouwhoogte niet meer is dan 5 m  
  bij een zone bijgebouwen die gelijk is aan of groter is dan 200 m2    maximaal 5 m   een hogere bouwhoogte, alleen als:

(1) de stedenbouwkundige kwaliteit niet onevenredig wordt aangetast;

(2) het woon- en leefmilieu van omwonenden niet onevenredig wordt aangetast.

(3) de bouwhoogte niet meer is dan 7 m  

9.6 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  Max. hoogte (m)   Afwijken ten behoeve van:  
    de hogere bouwhoogte, alleen als:

(1) de stedenbouwkundige kwaliteit niet onevenredig wordt aangetast;

(2) het woon- en leefmilieu van omwonenden niet onevenredig wordt aangetast;

(3) de bouwhoogte niet meer is dan hieronder is aangegeven (m).  
Erfafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel van een hoofdgebouw   1   2  
Erfafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van een hoofdgebouw   2   3  
(Licht)masten   6    
Overige bouwwerken voor (het verlengde van) de voorgevel van een hoofdgebouw   2   3  
Overige bouwwerken achter (het verlengde van) de voorgevel van een hoofdgebouw   3   4  

9.7 Parkeren
Regel   Nadere uitwerking  
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning en bij verandering van functie geldt de regel dat er voldoende parkeergelegenheid voor auto's en fietsen aanwezig is of wordt gerealiseerd.   In de Nota Parkeernormen is opgenomen op welke wijze voor nieuwe situaties aan deze verplichting moet worden voldaan. De Nota Parkeernormen zoals deze op dit moment geldt, is opgenomen in Bijlage 4 Nota parkeernormen van de regels.  

Artikel 10 Gemengd - 2

10.1 Toegestane functies en gebruik
Functie(s)   Nadere uitleg of voorwaarden  
Begraafplaats   alleen binnen de aanduiding 'begraafplaats'  
Culturele voorzieningen    
Dienstverlening   alleen binnen de aanduiding 'dienstverlening'  
Horeca   - alleen binnen de aanduiding 'horeca'

- alleen een horecabedrijf uit categorie 1 en 2 en/of een zaalaccommodatie  
Maatschappelijke voorzieningen   - alleen voorzieningen ten behoeve van onderwijs en religie

- ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - heldringstichting' is ook zorg en wonen (24 uur / dag zijn er zorgvoorzieningen aanwezig) toegestaan  
Sportvoorzieningen   alleen voorzieningen in de vorm van gymnastiekzalen, sportveldjes en sporthallen  
Verkeer en verblijf   zoals wegen, pleinen, parkeren, groen, etc.  
Wonen   alleen de bestaande woningen zijn toegestaan, waarbij herbouw is toegestaan  

10.2 Bijbehorende functies
Bijbehorende functie(s)   Nadere uitleg of voorwaarden  
Evenementen   alleen evenementen type 1 en 2 zijn toegestaan. De regels van 20.1 zijn van toepassing.  
Ondersteunende horeca    
Speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, (beeldende) kunstwerken    
Terras   alleen binnen de aanduiding 'horeca'  
Tuinen    
Water   ook waterhuishoudkundige voorzieningen worden hieronder verstaan  

10.3 Verboden functies en gebruik
Functie(s) of Gebruik   Nadere uitleg of voorwaarden  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval   dit geldt niet voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden als stalling- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen   dit geldt niet voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting     
Kamerverhuur    

10.4 Hoofdgebouwen
  Bouwregel   Afwijken ten behoeve van:  
Situering   alleen binnen het bouwvlak toegestaan    
Bouwhoogte   maximaal 10 m waarbij de bestaande kerktorens ook zijn toegestaan   een hogere bouwhoogte, alleen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding-HPC' en alleen als:

(1) de bouwhoogte niet meer wordt dan 12 m,

(2) de stedenbouwkundige kwaliteit niet onevenredig wordt aangetast;

(3) het woon- en leefmilieu van omwonenden niet onevenredig wordt aangetast  

10.5 Aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen
  Bouwregel  
Situering   alleen binnen het bouwvlak   
Bouwhoogte   maximaal 4 m  

10.6 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Bouwwerk   Max. hoogte (m)  
Erfafscheidingen   2  
Erfafscheidingen ter plaatste van de aanduiding 'specifieke vorm van gemengd - heldringstichting'   4  
(Licht)masten   10  
Overige bouwwerken   4  

10.7 Parkeren
Regel   Nadere uitwerking  
Bij het verlenen van een omgevingsvergunning en bij verandering van functie geldt de regel dat er voldoende parkeergelegenheid voor auto's en fietsen aanwezig is of wordt gerealiseerd.   In de Nota Parkeernormen is opgenomen op welke wijze voor nieuwe situaties aan deze verplichting moet worden voldaan. De Nota Parkeernormen zoals deze op dit moment geldt, is opgenomen in Bijlage 4 Nota parkeernormen van de regels.  

Artikel 11 Wonen

11.1 Toegestane functies en gebruik
Functie(s)   Nadere uitleg of voorwaarden  
Wonen   (1) alleen de bestaande woningen zijn toegestaan, waarbij herbouw is toegestaan

(2) in afwijking van (1), is bij de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden 1' 1 nieuwe woning toegestaan

(3) in afwijking van (1), is ter plaatse van het perceel Wageningsestraat 102 (kadastraal bekend gemeente Valburg, sectie G., nr. 2.551) het herbouwen van de voormalige woning toegestaan.  
Aan huis gebonden beroeps- of bedrijfsactiviteit   alleen als:

(1) de beroeps- of bedrijfsactiviteit qua aard, omvang en uitstraling past in een woonomgeving

(2) de woning in/op elke bouwlaag de uitstraling van een woonhuis behoudt

(3) de beroeps- of bedrijfsactiviteit niet leidt tot een onevenredige toename van de parkeerbehoefte

(4) er geen detailhandel plaatsvindt, met uitzondering van ondergeschikte detailhandel als onderdeel van het aanwezige beroep of bedrijf aan huis

(5) maximaal 50 % van het woonoppervlakte mag worden gebruikt voor het beroep of bedrijf aan huis  

11.2 Bijbehorende functies
Bijbehorende functie(s)   Nadere uitleg of voorwaarden  
Tuinen    
Parkeren, groen, speelvoorzieningen, nutsvoorzieningen, (beeldende) kunstwerken    
Water   ook waterhuishoudkundige voorzieningen worden hieronder verstaan  

11.3 Verboden functies en gebruik
Functie(s) of Gebruik   Nadere uitleg of voorwaarden  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden als stort- en/of opslagplaats van grond en/of afval   dit geldt niet voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden als stalling- en/of opslagplaats van één of meer aan het gebruik onttrokken machines, voer-, vaar- of vliegtuigen   dit geldt niet voor het normale op de bestemming gerichte gebruik en onderhoud;  
Het gebruiken of laten gebruiken van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting     
Kamerverhuur   met uitzondering van de locatie Wageningsestraat 85 te Zetten.  

11.4 Hoofdgebouwen
  Bouwregel   Afwijken ten behoeve van:  
Situering   alleen binnen het bouwvlak    een andere locatie van het bouwvlak, alleen als:

1. de oppervlakte van het bouwvlak niet wordt vergroot;

2. de verschuiving geen onevenredige afbreuk doet aan de ontwikkelingsmogelijkheden van omliggende (agrarische) bedrijven, de milieusituatie, de woonsituatie, de natuurwaarden en de gebruiksmogelijkheden van de omliggende gronden.  
Goothoogte   maximaal de bestaande hoogte

in afwijking van het bovenstaande is ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden 1' een bouwhoogte goothoogte toegestaan van maximaal 6 m  
een hogere goothoogte, alleen als:

(1) de goothoogte niet meer dan 3 m hoger wordt;

(2) de stedenbouwkundige kwaliteit niet onevenredig wordt aangetast;

(3) het woon- en leefmilieu van omwonenden niet onevenredig wordt aangetast.  
Bouwhoogte   maximaal de bestaande hoogte

in afwijking van het bovenstaande is ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden 1' een bouwhoogte toegestaan van maximaal 10 m  
een hogere bouwhoogte, alleen als:

(1) de bouwhoogte niet meer dan 3 m hoger wordt;

(2) de stedenbouwkundige kwaliteit niet onevenredig wordt aangetast;

(3) het woon- en leefmilieu van omwonenden niet onevenredig wordt aangetast.  

11.5 Aan-, uit-, bijgebouwen en overkappingen
  Bouwregel   Afwijken ten behoeve van  
Situering   alleen binnen het bouwvlak en de zone bijgebouwen    
Oppervlakte   maximaal 50 % van de zone bijgebouwen, maar niet meer dan:    
  maximaal 120 m² binnen de zone bijgebouwen    
Goothoogte   maximaal 3 m    
Bouwhoogte   bij een zone bijgebouwen die kleiner is dan 200 m2    maximaal 3 m   een hogere bouwhoogte, alleen als:

(1) de stedenbouwkundige kwaliteit niet onevenredig wordt aangetast;

(2) het woon- en leefmilieu van omwonenden niet onevenredig wordt aangetast.

(3) de bouwhoogte niet meer is dan 5 m  
  bij een zone bijgebouwen die gelijk is aan of groter is dan 200 m2    maximaal 5 m   een hogere bouwhoogte, alleen als:

(1) de stedenbouwkundige kwaliteit niet onevenredig wordt aangetast;

(2) het woon- en leefmilieu van omwonenden niet onevenredig wordt aangetast.

(3) de bouwhoogte niet meer is dan 7 m  

11.6 Erkers
  Bouwregel  
Horizontale   maximaal 1,5 m  
Breedte   maximaal 60 % van de gevel waaraan gebouwd wordt  
Hoogte   maximaal 4 m  

11.7 Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Bouwwerk   Max. hoogte (m)   Afwijken ten behoeve van:  
    een hogere bouwhoogte, alleen als:

(1) de stedenbouwkundige kwaliteit niet onevenredig wordt aangetast;

(2) het woon- en leefmilieu van omwonenden niet onevenredig wordt aangetast;

(3) de bouwhoogte niet meer is dan hieronder is aangegeven (m):  
Erfafscheidingen voor (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw   1   2  
Erfafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw   2   3  
Overige bouwwerken voor (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw   2   3  
Overige bouwwerken achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw   3   4  
Masten   6   -  

Artikel 12 Leiding

12.1 Toegestane functies en gebruik
Functie   Nadere uitleg of voorwaarden  
Een hoogspanningsverbinding / -leiding   als er strijd ontstaat tussen het belang van de aanwezige leiding en de andere daar voorkomende bestemmingen (te weten Agrarisch, Buitenruimte en Wonen) gaan de regels van deze bestemming voor  

12.2 Bouwregels
  Bouwregel   Afwijken ten behoeve van:  
Toegestane bouwwerken   Alleen bouwwerken voor de aanwezige leiding mogen worden gebouwd.

Dit in afwijking van de artikelen 4, 7 en 11 van dit bestemmingsplan.  
 
Toegestane bouwwerken t.b.v. Agrarisch, Buitenruimte of Wonen   Bestaande bouwwerken mogen worden vervangen, vernieuwd of veranderd mits:

(1) de situering niet veranderd;

(2) de oppervlakte en bouwhoogte niet worden vergroot  
Nieuwe bouwwerken of de uitbreiding van bestaande bouwwerken alleen na voorafgaand schriftelijk advies van de leidingbeheerder en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de leiding.  

12.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Vergunningplichtige werkzaamheden   Een omgevingsvergunning kan worden verleend na:  
Het aanbrengen en rooien van hoogopgaande en diepwortelende beplantingen en bomen.   voorafgaand schriftelijk advies van de betreffende leidingbeheerder en mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het veilig en doelmatig functioneren van de leiding.  
Het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen.   idem  
Het vergraven, afgraven, ophogen e.d. van gronden.   idem  
Het permanent opslaan van goederen of het tijdelijk opslaan van brandbare goederen.   idem  

12.4 Uitzonderingen vergunningplicht
De vergunningplicht van artikel 12.3 geldt niet voor:   -werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;

- werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van de een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende omgevingsvergunning;

- werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die verband houden met de aanleg of instandhouding van de leiding.  

Artikel 13 Waarde - Archeologie

13.1 Bestemmingsomschrijving: toegestane functies en gebruik
Functie(s)   Nadere uitleg of voorwaarden   Wijzigingsbevoegdheid  
behoud en bescherming van waardevolle archeologische informatie in de bodem.   Als er strijd ontstaat tussen het belang van bescherming van waardevolle archeologische informatie in de bodem als bedoeld in dit artikel en de andere daar voorkomende bestemmingen, gaan de regels van deze bestemming voor.   Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming Waarde - Archeologie geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.  

13.2 Bouwregels (algemeen)
Geen beperkingen voor:   als het bouwwerkzaamheden betreft met een diepte van minder dan 30 cm onder het bestaande maaiveld;
of
als het bouwplan betrekking heeft op vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid met uitzondering van nieuwe kelders.  
In overige gevallen mag bouwen allleen als:   Het bevoegd gezag een omgevingsvergunning als bedoeld in 13.3 verleent voor het afwijken van dit bestemmingsplan  

13.3 Omgevingsvergunning voor het afwijken van dit bestemmingsplan
De vergunning wordt alleen verleend indien:   op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.  
Aan de vergunning kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:   - de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor (ondanks de uitvoering van een bouwplan) monumenten in de bodem worden behouden;

- de verplichting tot het doen van opgravingen;

- de verplichting de activiteit die tot een bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan een door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.  
Voordat de vergunning wordt verleend:   wint het bevoegd gezag advies in van een archeologisch deskundige over de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en welke voorwaarden dienen te worden gesteld.  

13.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Zonder vergunning is het verboden om:   - de bodem op te hogen met meer dan 2 m;
- grondwerkzaamheden uit te voeren, waartoe worden gerekend woelen en diepploegen.  
Geen vergunning is nodig voor:   als het werkzaamheden betreft met een diepte van minder dan 30 cm onder het bestaande maaiveld,
of
als de werkzaamheden in de bodem direct samenhangen met een verleende omgevingsvergunning op grond van het bepaalde in artikel 13.2 en 13.3.  
De vergunning wordt alleen verleend indien:   op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door het werk en/of de werkzaamheden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.  
Aan de vergunning kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:   - de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor (ondanks de uitvoering van het werk en/of de werkzaamheden) archeologische waarden in de bodem worden behouden;

- de verplichting tot het doen van opgravingen;

- de verplichting de activiteit die tot een bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan een door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.  
Voordat de vergunning wordt verleend:   wint het bevoegd gezag advies in van een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en welke voorwaarden dienen te worden gesteld.  

Artikel 14 Waarde - Archeologische verwachting - 1

14.1 Bestemmingsomschrijving: toegestane functies en gebruik
Functie(s)   Nadere uitleg of voorwaarden   Wijzigingsbevoegdheid  
behoud en bescherming van te verwachten waardevolle archeologische informatie in de bodem.   Als er strijd ontstaat tussen het belang van bescherming van te verwachten waardevolle archeologische informatie in de bodem als bedoeld in dit artikel en de andere daar voorkomende bestemmingen, gaan de regels van deze bestemming voor.   (1) Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming Waarde - Archeologische verwachting - 1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, als op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

(2) Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming Waarde - Archeologische verwachting - 1 om te zetten in de bestemming Waarde - Archeologie, als op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.  

14.2 Bouwregels (algemeen)
Geen beperkingen voor:   als het bouwwerkzaamheden betreft met een diepte van minder dan 30 cm onder het bestaande maaiveld
of
als het bouwplan betrekking heeft op vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid met uitzondering van nieuwe kelders
of
als het nieuw te bouwen oppervlakte niet groter is dan 50 m2.  
In overige gevallen mag bouwen alleen indien:   Het bevoegd gezag een omgevingsvergunning als bedoeld in 14.3 verleent voor het afwijken van dit bestemmingsplan  

14.3 Omgevingsvergunning voor het afwijken van dit bestemmingsplan
De vergunning wordt alleen verleend indien:   op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.  
Aan de vergunning kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:   - de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor (ondanks de uitvoering van een bouwplan) monumenten in de bodem worden behouden zoals alternatieven voor heiwerk, het al of niet bouwen van kelders, het aanbrengen van een beschermende bodemlaag of andere voorzieningen die op dit doel zijn gericht;

- de verplichting tot het doen van opgravingen;

- de verplichting de activiteit die tot een bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan een door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.  
Voordat de vergunning
wordt verleend:
 
wint het bevoegd gezag advies in van een archeologisch deskundige over de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en welke voorwaarden dienen te worden gesteld.  

14.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Zonder vergunning is het verboden om:   - de bodem op te hogen met meer dan 2 m;

- grondwerkzaamheden uit te voeren, waartoe worden gerekend woelen en diepploegen.  
Geen vergunning is nodig voor:   als het werkzaamheden betreft met een diepte van minder dan 30 cm onder het bestaande maaiveld;
of
als de werkzaamheden in de bodem direct samenhangen met een verleende omgevingsvergunning op grond van het bepaalde in artikel 14.2 en 14.3.
of
als de oppervlakte van de werkzaamheden in de bodem niet groter is dan 50 m2.  
De vergunning wordt alleen verleend indien:   op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de eventueel aanwezige archeologische waarden door het werk en/of de werkzaamheden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.  
Aan de vergunning kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:   - de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor (ondanks de uitvoering van het werk en/of de werkzaamheden) archeologische waarden in de bodem worden behouden;

- de verplichting tot het doen van opgravingen;

- de verplichting de activiteit die tot een bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan een door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.  
Voordat de vergunning wordt verleend:   wint het bevoegd gezag advies in van een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en welke voorwaarden dienen te worden gesteld.  

Artikel 15 Waarde - Archeologische verwachting - 2

15.1 Bestemmingsomschrijving: toegestane functies en gebruik
Functie(s)   Nadere uitleg of voorwaarden   Wijzigingsbevoegdheid  
behoud en bescherming van te verwachten waardevolle archeologische informatie in de bodem.   Als er strijd ontstaat tussen het belang van bescherming van te verwachten waardevolle archeologische informatie in de bodem als bedoeld in dit artikel en de andere daar voorkomende bestemmingen, gaan de regels van deze bestemming voor.   (1) Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming Waarde - geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, als op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

(2) Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming Waarde - om te zetten in de bestemming Waarde, als op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.  

15.2 Bouwregels (algemeen)
Geen beperkingen voor:   als het bouwwerkzaamheden betreft met een diepte van minder dan 30 cm onder het bestaande maaiveld
of
als het bouwplan betrekking heeft op vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid met uitzondering van nieuwe kelders
of
als het nieuw te bouwen oppervlakte niet groter is dan 100 m2.  
In overige gevallen mag bouwen alleen indien:   Het bevoegd gezag een omgevingsvergunning als bedoeld in 15.3 verleent voor het afwijken van dit bestemmingsplan.
 

15.3 Omgevingsvergunning voor het afwijken van dit bestemmingsplan
De vergunning wordt alleen verleend indien:   op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.  
Aan de vergunning kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:   - de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor (ondanks de uitvoering van een bouwplan) monumenten in de bodem worden behouden zoals alternatieven voor heiwerk, het al of niet bouwen van kelders, het aanbrengen van een beschermende bodemlaag of andere voorzieningen die op dit doel zijn gericht;

- de verplichting tot het doen van opgravingen;

- de verplichting de activiteit die tot een bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan een door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.  
Voordat de vergunning wordt verleend:   wint het bevoegd gezag advies in van een archeologisch deskundige over de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en welke voorwaarden dienen te worden gesteld.  

15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Zonder vergunning is het verboden om:   - de bodem op te hogen met meer dan 2 m;

- grondwerkzaamheden uit te voeren, waartoe worden gerekend woelen en diepploegen.  
Geen vergunning is nodig voor:   als het werkzaamheden betreft met een diepte van minder dan 30 cm onder het bestaande maaiveld;
of
als de werkzaamheden in de bodem direct samenhangen met een verleende omgevingsvergunning op grond van het bepaalde in artikel 15.2 en 15.3.
of
als de oppervlakte van de werkzaamheden in de bodem niet groter is dan 100 m2.  
De vergunning wordt alleen verleend indien:   op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de eventueel aanwezige archeologische waarden door het werk en/of de werkzaamheden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.  
Aan de vergunning kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:   - de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor (ondanks de uitvoering van het werk en/of de werkzaamheden) archeologische waarden in de bodem worden behouden;

- de verplichting tot het doen van opgravingen;

- de verplichting de activiteit die tot een bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan een door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.  
Voordat de vergunning wordt verleend:   wint het bevoegd gezag advies in van een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en welke voorwaarden dienen te worden gesteld.  

Artikel 16 Waarde - Archeologische verwachting - 3

16.1 Bestemmingsomschrijving: toegestane functies en gebruik
Functie(s)   Nadere uitleg of voorwaarden   Wijzigingsbevoegdheid  
behoud en bescherming van te verwachten waardevolle archeologische informatie in de bodem.   Als er strijd ontstaat tussen het belang van bescherming van te verwachten waardevolle archeologische informatie in de bodem als bedoeld in dit artikel en de andere daar voorkomende bestemmingen, gaan de regels van deze bestemming voor.   (1) Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming Waarde - geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, als op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn.

(2) Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het bestemmingsplan te wijzigen door de bestemming Waarde - om te zetten in de bestemming Waarde, als op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn.  

16.2 Bouwregels (algemeen)
Geen beperkingen voor:   als het bouwwerkzaamheden betreft met een diepte van minder dan 30 cm onder het bestaande maaiveld
of
als het bouwplan betrekking heeft op vervanging van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte niet wordt uitgebreid met uitzondering van nieuwe kelders
of
als het nieuw te bouwen oppervlakte niet groter is dan 500 m2.  
In overige gevallen mag bouwen alleen indien:   Het bevoegd gezag een omgevingsvergunning als bedoeld in 16.3 verleent voor het afwijken van dit bestemmingsplan  

16.3 Omgevingsvergunning voor het afwijken van dit bestemmingsplan
De vergunning wordt alleen verleend indien:   op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.  
Aan de vergunning kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:   - de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor (ondanks de uitvoering van een bouwplan) monumenten in de bodem worden behouden zoals alternatieven voor heiwerk, het al of niet bouwen van kelders, het aanbrengen van een beschermende bodemlaag of andere voorzieningen die op dit doel zijn gericht;

- de verplichting tot het doen van opgravingen;

- de verplichting de activiteit die tot een bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan een door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.  
Voordat de vergunning wordt verleend:   wint het bevoegd gezag advies in van een archeologisch deskundige over de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en welke voorwaarden dienen te worden gesteld.  

16.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
Zonder vergunning is het verboden om:   - de bodem op te hogen met meer dan 2 m;

- grondwerkzaamheden uit te voeren, waartoe worden gerekend woelen en diepploegen.  
Geen vergunning is nodig voor:   als het werkzaamheden betreft met een diepte van minder dan 30 cm onder het bestaande maaiveld;
of
als de werkzaamheden in de bodem direct samenhangen met een verleende omgevingsvergunning op grond van het bepaalde in artikel 16.2 en 16.3.
of
als de oppervlakte van de werkzaamheden in de bodem niet groter is dan 500 m2.  
De vergunning wordt alleen verleend indien:   op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de eventueel aanwezige archeologische waarden door het werk en/of de werkzaamheden niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.  
Aan de vergunning kunnen de volgende voorschriften worden verbonden:   - de verplichting tot het treffen van technische maatregelen waardoor (ondanks de uitvoering van het werk en/of de werkzaamheden) archeologische waarden in de bodem worden behouden;

- de verplichting tot het doen van opgravingen;

- de verplichting de activiteit die tot een bodemverstoring leidt, te laten begeleiden door een deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg die voldoet aan een door het bevoegd gezag bij de vergunning te stellen kwalificaties.  
Voordat de vergunning wordt verleend:   wint het bevoegd gezag advies in van een archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de vergunning geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en welke voorwaarden dienen te worden gesteld.  

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 17 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 18 Algemene bouwregels

18.1 Bestaande maten

In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht tot stand zijn gekomen meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte en/of inhoud in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.

18.2 Ondergronds bouwen
  Nadere voorwaarde(n)  
ondergrondse gebouwen (kelders) daar waar bovengronds gebouwen aanwezig zijn   toegestaan tot maximaal één laag ondergronds  
ondergrondse gebouwen (kelders) daar waar bovengronds geen gebouwen aanwezig zijn   toegestaan tot:

- maximaal één laag ondergronds

- een oppervlakte van maximaal 25 m²  

Artikel 19 Algemene afwijkingsregels

19.1 Maatvoering

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van de voorgeschreven goothoogte, (bouw)hoogte, oppervlakte, inhoud en afstand van bouwwerken, dan wel een voorgeschreven bebouwingspercentage, eventueel met overschrijding van de bouwgrenzen, mits de afwijking niet meer bedraagt dan 10 % van de in deze regels voorgeschreven afmetingen en afstanden.

Artikel 20 Algemene gebruiksregels

20.1 Evenementen

Voor evenementen geldt het volgende:

  • a. een evenement dient te voldoen aan het bepaalde in onderstaande tabel:

Type Evenement   maximaal aantal evenementen per jaar   maximale duur van een evenement exclusief op- en afbouw  
1   onbeperkt   3 aaneengesloten dagen  
2   15   3 aaneengesloten dagen  
3   10   3 aaneengesloten dagen  
4   5   3 aaneengesloten dagen  

  • b. de op- en afbouw van bij het evenement behorende voorzieningen mag maximaal 3 dagen duren;
  • c. in afwijking van bovenstaande tabel, mag de maximale duur (exclusief op- en afbouw) van het evenement 'kermis' niet meer bedragen dan 5 dagen;
  • d. in afwijking van bovenstaande tabel, mag de maximale duur (exclusief op- en afbouw) van het evenement 'kinderspeelweek' niet meer bedragen dan 5 dagen;

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregel

Artikel 21 Overgangsrecht

21.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk, dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, danwel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig een omgevingsvergunning verlenen van het bepaalde onder a voor het vergroten van de inhoud van het bouwwerk als bedoeld in het bepaalde onder a met maximaal 10 %.
  • c. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

21.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het bepaalde in sub a te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in het bepaalde onder a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  • d. Het bepaalde onder a is niet van toepassing op het gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 22 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan 'Zetten - Hemmen'.