direct naar inhoud van 5.2 Bestemmingen
Plan: Hooghalen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1731.Hooghalen-VST1

5.2 Bestemmingen

In dit hoofdstuk volgt een toelichting op de regeling van de bestemmingen in dit bestemmingsplan. Daarbij wordt aangegeven wat het uitgangspunt van die regeling is.

5.2.1 Agrarisch met waarden

Voor de bestemming "Agrarisch met waarden" geldt in beginsel dat de gronden zijn bedoeld voor het uitoefenen van grondgebonden agrarische (bedrijfs)activiteiten en voor cultuurgrond. Daarnaast staat het behoud, het herstel en de ontwikkeling van natuurlijke geomorfologische en cultuurhistorische waarden van het landschap (bijvoorbeeld natuur- en landschapselementen) voorop. Ook de natuurontwikkeling, het agrarisch natuurbeheer en het extensief dagrecreatief medegebruik zijn van belang. Functies die niet (geheel) binnen de bestemmingsomschrijving van deze bestemming passen, zijn specifiek aangeduid en geregeld. Een voorbeeld hiervan is een agrarisch dienstverlenend bedrijf. Dit bedrijf (de spoelplaats van de Boermarke), gelegen aan de Nijlanden in het zuiden van het dorp, is specifiek aangeduid. De bestemming is hier toegespitst op de feitelijke situatie: een ander agrarisch bedrijf is hier niet toegestaan. Alleen daar waar een aanduiding is opgenomen voor een bedrijfswoning, is deze mogelijk.

Naast de hoofdfunctie zijn (ondergeschikt) andere functies mogelijk, zodat enige mate van flexibiliteit in het gebruik van de gronden met deze bestemming ontstaat.

Bouwregels

Vanwege de landschappelijke en natuurlijke waarden van de gronden zijn gebouwen en overkappingen niet toegestaan. Wel zijn bouwwerken geen gebouwen en geen overkappingen zijnde mogelijk. Daarbij gaat het om onder meer erf- en terreinafscheidingen die nodig zijn voor de afscherming van de weilanden, dit bijvoorbeeld in verband met het gebruik voor het houden van vee op de weilanden. Specifiek is voor een bedrijfswoning een maximale oppervlakte opgenomen. Hiermee wordt voorkomen dat bedrijfsgebouwen volledig gebruikt worden als bedrijfswoning. Het bestemmingsplan voor het buitengebied is leidend voor deze regeling.

In de specifieke gebruiksregels is een regeling opgenomen voor het gebruik van gronden voor een bestaande paardrijbak. Nieuwe worden niet mogelijk gemaakt. Bij die paardrijbak zijn regels opgenomen voor het gebruik van verlichting. Deze regeling is opgenomen om lichthinder voor de omgeving te voorkomen.

Flexibiliteitsbepalingen

Het is mogelijk door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bouw- en gebruiksregels. Bijvoorbeeld voor een verhoging van de maximale bouwhoogte of voor een ander gebruik van de bedrijfsgebouwen. Daarnaast is in het bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het mogelijk maakt de bestemming te wijzigen naar de bestemmingen "Wonen - Voormalige boerderijen", "Groen" of "Natuur". De wijziging naar een woonbestemming is niet toegestaan ter plaatse van de spoelplaats van de Boermarke.

Het afwijken van de regels of wijzigen van de bestemming geeft enige vorm van flexibiliteit aan het plan voor gebruik en/of bouwen. Hieraan zijn echter wel voorwaarden verbonden. Deze zijn opgenomen bij de regels voor afwijking en wijziging.

Omgevingsvergunning

De wijziging van de hoofdstructuur van de agrarische gronden wordt mogelijk na verlening van een omgevingsvergunning. Deze omgevingsvergunning geeft bijvoorbeeld de mogelijkheden om gronden te egaliseren of het waterpeil te verlagen. Een dergelijke vergunning mag alleen worden verleend wanneer aangetoond is dat de werken en/of werkzaamheden geen onevenredige afbreuk doen aan de landschappelijke waarden van het gebied. Daarnaast moet de aanleg van een ecologische verbindingszone passen binnen het beleid rond de EHS of deze moet betrekking hebben op particulier natuurbeheer.

Wanneer panden aangeduid zijn als karakteristiek, kunnen deze niet zonder meer gesloopt worden. Ook hiervoor is een omgevingsvergunning nodig. De verlening van deze vergunning is gebonden aan voorwaarden. Voor verlening van de vergunning moet aangetoond zijn dat voldaan kan worden aan die voorwaarden.

Achtergrondinformatie

- Inleiding

- Huidige situatie

- Beleidskader

- Onderzoek omgevingsaspecten

- Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

- Burgerparticipatie en overleg

5.2.2 Bedrijf

De gronden binnen de bestemming "Bedrijf" zijn bestemd voor het uitoefenen van bedrijven categorie 1 en 2 van de in de bijlage opgenomen Staat van bedrijven. Daarmee vergelijkbare bedrijven zijn ook toegestaan. Geluidszoneringsplichtige en risicovolle inrichtingen en/of vuurwerkbedrijven vallen hierbuiten. De bedrijven met een dergelijke milieucategorie zijn goed verenigbaar met de woonomgeving. Daar waar sprake is van een tankstation, wordt dit specifiek aangeduid. Dit vanwege de milieu-invloed op de omgeving en de bouwmogelijkheden. Van de hoofdfunctie afwijkende gebruiksvormen worden binnen de bedrijfsbestemming bij recht alleen toegestaan wanneer deze zijn aangeduid. Voorbeelden hiervan zijn detailhandel en een bedrijfswoning.

Naast de hoofdfunctie zijn (ondergeschikt) andere functies mogelijk, zodat enige mate van flexibiliteit in het gebruik van de gronden met deze bestemming ontstaat.

Bouwregels

Algemeen geldt dat geen bouwwerken gebouwd mogen worden ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom'. Deze aanduiding ligt niet alleen op de plaats van de boom, maar ook een zone daar omheen, waar de wortels en kruin van de boom aanwezig zijn. Hiermee wordt de bestaande waardevolle (solitaire) boombeplanting beschermd.

De bedrijfsbebouwing van de bedrijven verschilt onderling van elkaar in afmeting en verschijningsvorm. De bouwregels zijn daarop afgestemd. De goot- en bouwhoogte zijn aangeduid in de ruimtelijke verbeelding, het bouwvlak bepaalt de maximaal te bebouwen oppervlakte.

Voor de bedrijfswoning is een aanduiding 'bedrijfswoning' opgenomen. De maximale afmetingen voor een bedrijfswoningen zijn opgenomen in de ruimtelijke verbeelding en de regels. Deze afmetingen gaan over hoogten, oppervlakte en dakhelling. In het plangebied zijn meerdere bedrijfswoningen aanwezig. In sommige gevallen maken deze deel uit van het bedrijfsgebouw, in andere gevallen zijn het vrijstaande, of aangebouwde woningen.

Bij de bedrijfswoning mogen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd. Omdat deze uitsluitend bedoeld zijn ter ondersteuning van de woonfunctie, zijn hiervoor specifieke bouwregels opgenomen. De afmetingen van de genoemde bebouwing is gerelateerd aan de functie ervan.

Daarnaast zijn bij deze bestemming bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, toegestaan. Daarbij gaat het om één vlaggenmast, erf- en terreinafscheidingen en overige bouwwerken. Ook hierbij zijn de maximale afmetingen bepaald door de functie van het bouwwerk. Daarnaast is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden van het Besluit omgevingsrecht.

Flexibiliteitsbepalingen

Binnen deze bestemming bestaat de mogelijkheid met een omgevingsvergunning af te wijken van de bouw- en gebruiksregels. Daarnaast is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen waarmee de bestemming gewijzigd kan worden naar "Wonen" of "Groen". Het eerste kan bijvoorbeeld gewenst zijn op het moment dat de bedrijfsfunctie beëindigd is.

Het afwijken van de regels of wijzigen van de bestemming geeft enige vorm van flexibiliteit aan het plan. Hieraan zijn echter wel voorwaarden verbonden. Deze zijn opgenomen bij de regels voor afwijking en wijziging.

Achtergrondinformatie

- Inleiding

- Huidige situatie

- Beleidskader

- Onderzoek omgevingsaspecten

- Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

- Burgerparticipatie en overleg

5.2.3 Bedrijf - Nutsvoorziening

De gronden binnen de bestemming "Bedrijf- Nutsvoorziening" zijn bestemd voor openbare nutsvoorzieningen. Daarbij gaat het om onder meer elektriciteitskastjes. De bijbehorende erven en terreinen zijn ook mogelijk binnen de bestemming.

Bouwregels

De bouwregels staan gebouwen en overkappingen toe ten behoeve van de bestemming. Het gaat daarom om bouwwerken van geringe omvang. De gebouwtjes en overkappingen moeten binnen het aangeduide bouwvlak en hebben een maximale bouwhoogte van 3,5 m.

Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn mogelijk, waarbij het onder meer gaat om erf- en terreinafscheidingen. Erf- en terreinafscheidingen dienen in dit geval ter beveiliging van de nutsvoorziening en mogen daarom maximaal 2,5 meter hoog zijn. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, hebben een maximale bouwhoogte van 3 meter.

De maximale afmetingen zijn bepaald door de functie van het bouwwerk. Daarnaast is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden van het Besluit omgevingsrecht.

Achtergrondinformatie

- Inleiding

- Huidige situatie

- Beleidskader

- Onderzoek omgevingsaspecten

- Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

- Burgerparticipatie en overleg

5.2.4 Bos

De grotere bosgebieden in het plangebied hebben de bestemming "Bos". De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor voornamelijk bos en bebossing, maar ook voor dagrecreatief medegebruik, voet- en rijwielpaden, speelvoorzieningen, water en waterlopen. De bestemming is gericht op het behoud, het herstel en de instandhouding van de landschappelijk en natuurlijke waarden. Verblijfsrecreatie is binnen deze bestemming uitgesloten (specifieke gebruiksregels).

Bouwregels

Gebouwen en overkappingen zijn binnen deze bestemming niet toegestaan. Wel is het mogelijk om bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, te bouwen. Daarbij gaat het om erf- en terreinafscheidingen en overige bouwwerken. De bouwhoogte hiervan is afgestemd op de functie ervan. Daarnaast is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden van het Besluit omgevingsrecht.

Omgevingsvergunning

De wijziging van de hoofdstructuur van de bosgebieden wordt mogelijk na verlening van een omgevingsvergunning. Deze omgevingsvergunning geeft bijvoorbeeld de mogelijkheden om waterpartijen te graven of te dempen en transportleidingen aan te leggen. Een dergelijke vergunning mag alleen worden verleend wanneer aangetoond is dat voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden en dat de werken en/of werkzaamheden geen onevenredige afbreuk doen aan de landschappelijke waarden van het gebied.

Achtergrondinformatie

- Inleiding

- Huidige situatie

- Beleidskader

- Onderzoek omgevingsaspecten

- Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

- Burgerparticipatie en overleg

5.2.5 Groen

De structurele groenvoorzieningen zijn binnen de bestemming "Groen" opgenomen. De gronden binnen deze bestemming zijn bestemd voor voornamelijk groenvoorzieningen, maar ook agrarische cultuurgrond, sport- en speelvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen. Een bijzondere voorziening is de riooloverstort. Vanwege de functie en extra bouwmogelijkheden ten opzichte van 'gewone' groenvoorzieningen is deze specifiek aangeduid. Daar waar sprake is van een landschappelijk monument, is een aanduiding opgenomen.

Daarnaast is hieraan ondergeschikt ook nog het volgende mogelijk: infrastructurele voorzieningen, parkeervoorzieningen, openbare nutsvoorzieningen, tuinen en erven en voet- en fietspaden. Door het toestaan van deze functies ontstaat flexibiliteit voor het gebruik en de eventuele (her)inrichting van de bedoelde groenvoorzieningen.

Bouwregels

Algemeen geldt dat geen bouwwerken gebouwd mogen worden ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom'. Deze aanduiding ligt niet alleen op de plaats van de boom, maar ook een zone daar omheen, waar de wortels en kruin van de boom aanwezig zijn. Hiermee wordt de bestaande waardevolle (solitaire) boombeplanting beschermd.

Gebouwen en overkappingen zijn binnen deze bestemming niet toegestaan. Wel is het mogelijk om bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, te bouwen. Daarbij gaat het om erf- en terreinafscheidingen, vlaggenmasten, sport- en speelvoorzieningen en overige bouwwerken. De bouwhoogte van de verschillende bouwwerken is afgestemd met de functie ervan. Daarnaast is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden van het Besluit omgevingsrecht.

Flexibiliteitsbepalingen

Het is mogelijk door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels. Hiermee is het mogelijk bouwwerken te bouwen ter plaatse van de aanduiding ´waardevolle boom´. Voordat de vergunning verleend wordt, is het van belang dat aangetoond is dat dit het behoud van de monumentale boom niet in gevaar brengt en de landschappelijk waarde van de boom niet aangetast wordt.

Omgevingsvergunning

De wijziging van de hoofdstructuur van de groenvoorzieningen wordt mogelijk na verlening van een omgevingsvergunning. Deze omgevingsvergunning geeft bijvoorbeeld de mogelijkheden om waterpartijen te graven of te dempen en transportleidingen aan te leggen. Een dergelijke vergunning mag alleen worden verleend wanneer aangetoond is dat voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden en dat de werken en/of werkzaamheden geen onevenredige afbreuk doen aan de landschappelijke waarden van het gebied.

Achtergrondinformatie

- Inleiding

- Huidige situatie

- Beleidskader

- Onderzoek omgevingsaspecten

- Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

- Burgerparticipatie en overleg

5.2.6 Horeca

De voor "Horeca" aangewezen gronden zijn bestemd voor het uitoefenen van horecabedrijven met een categorie 1 en 2. Daarnaast is het mogelijk te wonen bij een dergelijk bedrijf. In een enkel geval komt binnen de bestemming een functie voor die niet binnen de bestemmingsomschrijving past. Om deze bij recht mogelijk te maken zijn deze functies aangeduid. Het gaat bijvoorbeeld om een detailhandelsfunctie. Per horecabedrijf is een bedrijfswoning toegestaan.

Naast de hoofdfunctie zijn (ondergeschikt) andere functies mogelijk, zodat enige mate van flexibiliteit in het gebruik van de gronden met deze bestemming ontstaat.

Bouwregels

De bebouwing van de horecabedrijven verschilt onderling van elkaar in afmeting en verschijningsvorm. De bouwregels zijn daarop afgestemd. De goot- en bouwhoogte zijn per perceel aangeduid in de ruimtelijke verbeelding, het bouwvlak bepaalt de maximaal te bebouwen oppervlakte. De minimale dakhelling is opgenomen in de regels, waardoor een kap (geen plat dak) verplicht is. In een enkele uitzondering is een plat dak toegestaan. Dit wordt dan aangeduid.

Bedrijfswoningen zijn zowel inpandig als niet-inpandig toegestaan, mits aan de bouwregels wordt voldaan. De bouwregels geven aanwijzingen over de maximale afmetingen van zowel de gebouwen als de bedrijfswoningen. Voor een bedrijfswoning geldt bijvoorbeeld een maximale oppervlakte van 150 m2. Hiermee wordt voorkomen dat bedrijfsgebouwen volledig gebruikt worden als bedrijfswoning. Het bestemmingsplan voor het buitengebied is leidend voor deze regeling.

Bij de bedrijfswoning mogen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd. Omdat deze uitsluitend bedoeld zijn ter ondersteuning van de woonfunctie, zijn hiervoor specifieke bouwregels opgenomen. De afmetingen van de genoemde bebouwing is gerelateerd aan de functie ervan.

Tot slot zijn bij deze bestemming bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, toegestaan. Daarbij gaat het om maximaal twee vlaggenmasten, erf- en terreinafscheidingen en overige bouwwerken. De bouwhoogte van de verschillende bouwwerken is afgestemd met de functie ervan. Daarnaast is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden van het Besluit omgevingsrecht.

Flexibiliteitsbepalingen

Het is mogelijk door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels. Bijvoorbeeld voor het in geringe mate bouwen buiten het bouwvlak.

Daarnaast is in het bestemmingsplan een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het mogelijk maakt de bestemming te wijzigen naar de bestemming "Wonen". Deze laatste kan bijvoorbeeld toegepast worden op het moment dat de horecafunctie wordt beëindigd en de hoofdfunctie wonen is.

Het afwijken van de regels of wijzigen van de bestemming geeft enige vorm van flexibiliteit aan het plan. Hieraan zijn echter wel voorwaarden verbonden, waaraan voldaan moet worden. Deze zijn opgenomen bij de regels voor afwijking en wijziging.

Achtergrondinformatie

- Inleiding

- Huidige situatie

- Beleidskader

- Onderzoek omgevingsaspecten

- Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

- Burgerparticipatie en overleg

5.2.7 Maatschappelijk

De voor "Maatschappelijk" aangewezen gronden zijn bestemd voor het uitoefenen van maatschappelijke voorzieningen. Hierbij kan onder andere worden gedacht aan onderwijsvoorzieningen, kinderopvang, peuterspeelzaal. Om een optimaal functioneren van de maatschappelijke functie te garanderen, zijn daarbij horende voorzieningen voor bijvoorbeeld parkeer- en speelvoorzieningen ondergeschikt toegestaan. Bij de maatschappelijke voorzieningen zijn alleen bedrijfswoningen toegestaan op het moment dat hiervoor een aanduiding is opgenomen.

Bouwregels

Algemeen geldt dat geen bouwwerken gebouwd mogen worden ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom'. Deze aanduiding ligt niet alleen op de plaats van de boom, maar ook een zone daar omheen, waar de wortels en kruin van de boom aanwezig zijn. Hiermee wordt de bestaande waardevolle (solitaire) boombeplanting beschermd.

De gebouwen en overkappingen moeten binnen het bouwvlak worden gebouwd. Vanwege het verschil in afmeting en verschijningsvorm, zijn de goot- en bouwhoogte per bouwvlak aangeduid op de ruimtelijke verbeelding. Het bouwvlak bepaalt de maximaal te bebouwen oppervlakte. Voor overkappingen is een algemene regel voor de maximale goot- en bouwhoogte in de regels opgenomen. Deze kunnen zowel met een plat dak, als met een kap worden uitgevoerd.

Voor de dienstwoning is, zoals aangegeven, een aanduiding 'bedrijfswoning' opgenomen. De maximale afmetingen voor een dienstwoningen zijn opgenomen in de regels. Deze afmetingen gaan over hoogten, oppervlakte en dakhelling. In het plangebied zijn meerdere dienstwoningen aanwezig. In sommige gevallen maken deze deel uit van de voorziening, in andere gevallen zijn het vrijstaande, of aangebouwde woningen.

Bij de dienstwoning mogen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd. Omdat deze uitsluitend bedoeld zijn ter ondersteuning van de woonfunctie, zijn hiervoor specifieke bouwregels opgenomen. De afmetingen van de genoemde bebouwing is gerelateerd aan de functie ervan.

Daarnaast zijn bij deze bestemming bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, toegestaan. Daarbij gaat het om één vlaggenmast, erf- en terreinafscheidingen en overige bouwwerken. Ook hierbij zijn de maximale afmetingen bepaald door de functie van het bouwwerk. Daarnaast is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden van het Besluit omgevingsrecht.

Voor gebouwen die als karakteristiek zijn aangeduid is een omgevingsvergunningplicht voor het slopen van bouwwerken opgenomen. Dit is bedoeld om de hoofdvorm van het gebouw in stand te houden.

Flexibiliteitsbepalingen

Het is mogelijk door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels. Bijvoorbeeld voor het in geringe mate bouwen buiten het bouwvlak. Het afwijken van de regels van de bestemming geeft enige vorm van flexibiliteit aan het plan. Hieraan zijn echter wel voorwaarden verbonden, waaraan voldaan moet worden. Deze zijn opgenomen bij de regels voor afwijking.

Achtergrondinformatie

- Inleiding

- Huidige situatie

- Beleidskader

- Onderzoek omgevingsaspecten

- Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

- Burgerparticipatie en overleg

5.2.8 Natuur

De natuurgebieden (EHS) in het plangebied hebben de bestemming "Natuur". De gronden binnen deze bestemming zijn bedoeld het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de natuur- en landschapswaarden en cultuurhistorische waarden voorop. Daarnaast zijn andere functies mogelijk, waaronder paden, water en bos. Door deze toe te staan is een flexibel gebruik van de gronden en een gewenste (her)ontwikkeling mogelijk.

Bouwregels

Binnen de bestemming zijn geen gebouwen en overkappingen toegestaan. Wel is het mogelijk om bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, te bouwen. Bij de bouwwerken gaat het bijvoorbeeld om erfscheidingen. De bouwhoogte van de bouwwerken is afgestemd met de functie ervan. Daarnaast is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden van het Besluit omgevingsrecht.

Omgevingsvergunning

De wijziging van de hoofdstructuur van de natuurgebieden wordt mogelijk na verlening van een omgevingsvergunning. Deze omgevingsvergunning geeft bijvoorbeeld de mogelijkheden om waterpartijen te graven of te dempen en wegen en paden aan te leggen. Een dergelijke vergunning mag alleen worden verleend wanneer aangetoond is dat voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden en dat de werken en/of werkzaamheden geen onevenredige afbreuk doen aan de landschappelijke waarden van het gebied.

Achtergrondinformatie

- Inleiding

- Huidige situatie

- Beleidskader

- Onderzoek omgevingsaspecten / Ecologie

- Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

- Burgerparticipatie en overleg

5.2.9 Recreatie

De bestemming "Recreatie" ligt op de gronden die vooral een recreatieve functie hebben. De bestemming maakt dagrecreatieve voorzieningen, sport- en speelvoorzieningen, water en waterhuishoudkundige voorzieningen mogelijk. Functies die in het uit 2001 daterende bestemmingsplan voor het AZC-terrein zijn opgenomen, hieronder vallen onder andere een (open lucht) ijsbaan, een manege en een tennisbaan, zijn ook onder deze bestemming gebracht.

Om een optimaal functioneren van de recreatieve functie te garanderen, zijn ondergeschikt bijvoorbeeld parkeervoorzieningen en voet- en fietspaden ondergeschikt toegestaan.

Bouwregels

Gebouwen en overkappingen zijn binnen deze bestemming niet toegestaan. Wel is het mogelijk om bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, te bouwen. Daarbij gaat het om onder meer om erf- en terreinafscheidingen en sport- en speelvoorzieningen. De bouwhoogte van de verschillende bouwwerken is afgestemd met de functie ervan. Daarnaast is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden van het Besluit omgevingsrecht.

Omgevingsvergunning

Door middel van een omgevingsvergunning is het mogelijk werken en/of werkzaamheden uit te voeren in en op de gronden met deze bestemming. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het graven en dempen van waterpartijen en het verlagen van het waterpeil. Een dergelijke vergunning mag alleen worden verleend wanneer aangetoond is dat voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden en dat de werken en/of werkzaamheden geen onevenredige afbreuk doen aan de landschappelijke waarden van het gebied.

Achtergrondinformatie

- Inleiding

- Huidige situatie

- Beleidskader

- Onderzoek omgevingsaspecten

- Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

- Burgerparticipatie en overleg

5.2.10 Sport

De bestemming "Sport" ligt op de gronden die vooral sportfunctie hebben. De bestemming maakt het uitoefenen van sportactiviteiten mogelijk. Ondergeschikt zijn andere bij de hoofdfunctie horende voorzieningen mogelijk. Dit om een optimaal functioneren van de hoofdfunctie te garanderen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om groenvoorzieningen, voorzieningen ten behoeve van beheer en infrastructurele voorzieningen.

Bouwregels

Zoals aangegeven is de bouw van gebouwen en overkappingen toegestaan. De plaatsing van de gebouwen is vrij, de maximale afmetingen van de gebouwen zijn in de regels bepaald. Hiermee wordt voorkomen dat de gronden volledig voor bebouwing worden gebruikt.

Daarnaast zijn bij deze bestemming bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, toegestaan. Daarbij gaat het om erf- en terreinafscheidingen, lichtmasten en ballenvangers en overige bouwwerken. Ook hierbij zijn de maximale afmetingen bepaald door de functie van het bouwwerk. Daarnaast is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden van het Besluit omgevingsrecht.

Achtergrondinformatie

- Inleiding

- Huidige situatie

- Beleidskader

- Onderzoek omgevingsaspecten

- Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

- Burgerparticipatie en overleg

5.2.11 Sport - Manege

De manege in het plangebied heeft de bestemming "Sport - Manege". De bestemming maakt deze manege, met daarbij ondergeschikt andere functies mogelijk. Dit zijn onder meer parkeervoorzieningen en speelvoorzieningen. Door deze mogelijk te maken is een optimaal functioneren van de manege mogelijk.

Bouwregels

De bouw van gebouwen is binnen de bestemming niet toegestaan. Wel zijn bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, mogelijk. Daarbij gaat het om onder andere erf- en terreinafscheidingen. Ook hierbij zijn de maximale afmetingen bepaald door de functie van het bouwwerk. Daarnaast is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden van het Besluit omgevingsrecht.

Achtergrondinformatie

- Inleiding

- Huidige situatie

- Beleidskader

- Onderzoek omgevingsaspecten

- Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

- Burgerparticipatie en overleg

5.2.12 Verkeer

De voor "Verkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor wegen met een functie hoofdzakelijk ten behoeve van doorgaand verkeer, fiets- en voetpaden, groenvoorzieningen en water en openbare nutsvoorzieningen. Ook voorzieningen voor het openbaar vervoer, de waterhuishouding, de energievoorziening en andere doeleinden van openbaar nut zijn mogelijk. Hiermee ontstaat flexibiliteit voor de (her)inrichting en het gebruik van de gronden met deze bestemming.

Bouwregels

Algemeen geldt dat geen bouwwerken gebouwd mogen worden ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom'. Deze aanduiding ligt niet alleen op de plaats van de boom, maar ook een zone daar omheen, waar de wortels en kruin van de boom aanwezig zijn. Hiermee wordt de bestaande waardevolle (solitaire) boombeplanting beschermd.

Gebouwen en overkappingen zijn binnen de bestemming niet toegestaan. Wel zijn bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde mogelijk. Daarbij gaat het om bouwwerken die ten gunste staan van de bestemming, bijvoorbeeld lantaarnpalen. De maximale afmetingen zijn bepaald door de functie van het bouwwerk. Daarnaast is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden van het Besluit omgevingsrecht.

Flexibiliteitsbepalingen

Het is mogelijk door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels. Hiermee is het mogelijk bouwwerken te bouwen ter plaatse van de aanduiding ´waardevolle boom´. Voordat de vergunning verleend wordt, is het van belang dat aangetoond is dat dit het behoud van de monumentale boom niet in gevaar brengt en de landschappelijk waarde van de boom niet aangetast wordt.

Achtergrondinformatie

- Inleiding

- Huidige situatie

- Beleidskader

- Onderzoek omgevingsaspecten

- Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

- Burgerparticipatie en overleg

5.2.13 Verkeer - Railverkeer

De voor "Verkeer - Railverkeer" aangewezen gronden zijn bestemd voor spoorwegen met de daarbij horenden voorzieningen als spoorwegovergangen. Nadrukkelijk is vermeld dat de bestemming niet voorziet in een wijziging van het aantal spoorbanen en spoorwegovergangen. Zo wordt een wijziging van bijvoorbeeld de geluidcontouren rond het spoor voorkomen.

Ondergeschikt zijn andere voorzieningen mogelijk, waaronder groenvoorzieningen en water. Hiermee ontstaat flexibiliteit voor de (her)inrichting en het gebruik van de gronden met deze bestemming.

Bouwregels

Uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, zijn toegestaan binnen deze bestemming. Het gaat daarbij om bouwwerken die ten gunste staan van de bestemming, bijvoorbeeld bouwwerken voor de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer. De maximale afmetingen zijn bepaald door de functie van het bouwwerk. Daarnaast is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden van het Besluit omgevingsrecht.

Achtergrondinformatie

- Inleiding

- Huidige situatie

- Beleidskader

- Onderzoek omgevingsaspecten

- Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

- Burgerparticipatie en overleg

5.2.14 Verkeer - Verblijfsgebied

Alle woonstraten en kleinere paden, waarbij naast de verkeersfunctie (infrastructurele voorzieningen) een nadrukkelijke verblijfsfunctie aanwezig is, hebben de bestemming "Verkeer - Verblijfsgebied". Vanwege deze verblijfsfunctie zijn naast wegen en straten ook parkeervoorzieningen, groenvoorzieningen, watervoorzieningen, fiets- en voetpaden toegestaan. Ter plaatse van de aanduiding 'garage' zijn bovendien garageboxen mogelijk. Door het mogelijk maken van deze functies in deze bestemming ontstaat flexibiliteit voor de (her)inrichting en het gebruik.

Bouwregels

Algemeen geldt dat geen bouwwerken gebouwd mogen worden ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom'. Deze aanduiding ligt niet alleen op de plaats van de boom, maar ook een zone daar omheen, waar de wortels en kruin van de boom aanwezig zijn. Hiermee wordt de bestaande waardevolle (solitaire) boombeplanting beschermd.

Gebouwen en overkappingen zijn binnen de bestemming niet toegestaan, met uitzondering van de garageboxen. Deze zijn mogelijk binnen de aanduiding 'garage' en mogen maximaal één bouwlaag hoog zijn.

Daarnaast zijn bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde mogelijk. Daarbij gaat het om bouwwerken die ten gunste staan van de bestemming, bijvoorbeeld vlaggenmasten, lantaarnpalen en speelvoorzieningen. De maximale afmetingen zijn bepaald door de functie van het bouwwerk. Daarnaast is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden van het Besluit omgevingsrecht.

Flexibiliteitsbepalingen

Het is mogelijk door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels. Hiermee is het mogelijk bouwwerken te bouwen ter plaatse van de aanduiding ´waardevolle boom´. Voordat de vergunning verleend wordt, is het van belang dat aangetoond is dat dit het behoud van de monumentale boom niet in gevaar brengt en de landschappelijk waarde van de boom niet aangetast wordt.

Achtergrondinformatie

- Inleiding

- Huidige situatie

- Beleidskader

- Onderzoek omgevingsaspecten

- Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

- Burgerparticipatie en overleg

5.2.15 Wonen

De voor "Wonen" aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen. Wanneer een bedrijf aan huis aanwezig is, dan is deze specifiek aangeduid. Ook andere, van de hoofdbestemming afwijkende functies, zijn bij recht mogelijk omdat ze zijn aangeduid. Hierbij gaat het onder meer om een bed-and-breakfast en detailhandel. Uiteraard vallen tuinen, erven en terreinen onder het toegestane gebruik, mits ze bij de woonfunctie horen.

Naast de hoofdfunctie zijn onder meer groenvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen toegestaan. Hierdoor ontstaat flexibiliteit in het gebruik en een mogelijke (her)inrichting van de gronden. Uiteraard vallen tuinen, erven en terreinen onder het toegestane gebruik, mits ze bij de woonfunctie horen.

Naast de hoofdfunctie zijn onder meer groenvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen toegestaan. Hierdoor ontstaat flexibiliteit in het gebruik en een mogelijke (her)inrichting van de gronden.

Bouwregels

Algemeen geldt dat geen bouwwerken gebouwd mogen worden ter plaatse van de aanduiding 'waardevolle boom'. Deze aanduiding ligt niet alleen op de plaats van de boom, maar ook een zone daar omheen, waar de wortels en kruin van de boom aanwezig zijn. Hiermee wordt de bestaande waardevolle (solitaire) boombeplanting beschermd.

Verder wordt in de bouwregels onderscheid gemaakt tussen hoofdgebouwen (voor wonen) en aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de hoofdgebouwen en bouwwerken geen gebouwen en geen overkappingen zijnde. De regels gaan uit van het toestaan van één woning per bouwvlak, mits anders aangeduid.

De woningen in het plangebied verschillen in ruimtelijke verschijningsvorm en afmetingen van elkaar. De bouwvlakken geven daarbij een aanwijzing voor de plaatsing en de mogelijke omvang van de woningen (maximale goot- en bouwhoogte). Daarnaast is een aanduiding aanwezig voor het bebouwingstype, bijvoorbeeld voor vrijstaande woningen de aanduiding 'vrijstaand'. In een enkel geval is sprake van gestapelde woningen, deze zijn mogelijk gemaakt door ze aan te duiden. Per bouwvlak is verder de maximale goot- en bouwhoogte aangeduid.

Voorkomen moet worden dat het dorpse karakter door (vervangende) nieuwbouw wordt aangetast. Daarom zijn in de regels een minimale en een maximale dakhelling aangegeven. Hierdoor blijft een kap bij de woningen gehandhaafd.

Voor het plan Brootacker II is een specifieke regeling opgenomen. Dit omdat het nieuwe woongebied nog in ontwikkeling is. De regeling hiervoor is gekoppeld aan de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - afwijkende bouwregels'. De aanduiding is op de ruimtelijke verbeelding terug te vinden. Afwijkingen in de bouwregels zijn vooral terug te vinden in de bouwmogelijkheden voor hoofdgebouwen (de woningen).

Bij de woningen mogen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd. Omdat deze uitsluitend bedoeld zijn ter ondersteuning van de woonfunctie, zijn hiervoor specifieke bouwregels opgenomen. De afmetingen van de genoemde bebouwing is gerelateerd aan de functie ervan.

Tot slot zijn bij deze bestemming bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, toegestaan. Daarbij gaat het om één vlaggenmast, erf- en terreinafscheidingen en overige bouwwerken. Ook hierbij zijn de maximale afmetingen bepaald door de functie van het bouwwerk. Daarnaast is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden van het Besluit omgevingsrecht.

Flexibiliteitsbepalingen

Het is mogelijk door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bouw- en specifieke gebruiksregels. Bijvoorbeeld voor het in geringe mate bouwen buiten het bouwvlak of voor het gebruik van een grotere oppervlakte voor een aan huis verbonden beroep.

Het afwijken van de regels van de bestemming geeft enige vorm van flexibiliteit aan het plan. Hieraan zijn echter wel voorwaarden verbonden, waaraan voldaan moet worden. Deze zijn opgenomen bij de regels voor afwijking.

Omgevingsvergunning

Bij de bestemming is het toegestaan om, met een omgevingsvergunning, voor de naar de weg gekeerde gevel verharding voor een oprit aan te leggen met een breedte van maximaal 4 meter. Op die manier wordt voorkomen dat erven voor de voorgevel van woningen volledig verhard worden, maar is een oprit toch mogelijk.

Wanneer panden aangeduid zijn als karakteristiek, kunnen deze niet zonder meer gesloopt worden. Ook hiervoor is een omgevingsvergunning nodig. De verlening van deze vergunning is gebonden aan voorwaarden. Voor verlening van de vergunning moet aangetoond zijn dat voldaan kan worden aan die voorwaarden.

Achtergrondinformatie

- Inleiding

- Huidige situatie

- Beleidskader

- Onderzoek omgevingsaspecten

- Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

- Burgerparticipatie en overleg

5.2.16 Wonen - Voormalige boerderijen

De bestemming "Wonen - Voormalige boerderijen" ligt op de gronden waarvan de bebouwing ruimtelijk herkenbaar is als voormalige boerderij. De gronden binnen deze bestemming zijn bedoeld voor wonen, al dan niet in combinatie met een sociale, culturele, medische, maatschappelijk en/of educatieve functie. Een combinatie met andere, van de hoofdbestemming afwijkende functies, is bij recht mogelijk wanneer ze zijn aangeduid. Hierbij gaat het om kunstnijverheid en detailhandel. Uiteraard vallen tuinen, erven en terreinen onder het toegestane gebruik, mits ze bij de woonfunctie horen. De regeling in deze bestemming sluit aan bij andere bestemmingsplannen van de gemeente waarin voormalige boerderijen zijn bestemd. Deze regeling is specifiek voor de kernen, voor het buitengebied geldt een aparte regeling voor voormalige boerderijen.

Naast de hoofdfunctie zijn onder meer groenvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen toegestaan. Hierdoor ontstaat flexibiliteit in het gebruik en een mogelijke (her)inrichting van de gronden.

Bouwregels

In de bouwregels wordt onderscheid gemaakt tussen gebouwen (de woning), aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij de hoofdgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.

De woningen (gebouwen) betreffen voormalige boerderijen. Van oudsher hebben deze ongeveer dezelfde afmetingen. De bouwvlakken bepalen de plaatsing van de hoofdgebouwen, de maximale oppervlakte is in de regels opgenomen. Voorkomen wordt hiermee dat het dorpse karakter door (vervangende) nieuwbouw wordt aangetast. Daarom zijn in de regels maten opgenomen voor de goot- en bouwhoogte, de breedte van een woning en de minimale en een maximale dakhelling.

Bij de woningen mogen aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd. Omdat deze uitsluitend bedoeld zijn ter ondersteuning van de woonfunctie, zijn hiervoor specifieke bouwregels opgenomen. De afmetingen van de genoemde bebouwing is gerelateerd aan de functie ervan.

Tot slot zijn bij deze bestemming bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, toegestaan. Daarbij gaat het onder meer om erf- en terreinafscheidingen. Ook hierbij zijn de maximale afmetingen bepaald door de functie van het bouwwerk. Daarnaast is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden van het Besluit omgevingsrecht.

Flexibiliteitsbepalingen

Het is mogelijk door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bouw- en (specifieke) gebruiksregels. Bijvoorbeeld voor het in geringe mate bouwen buiten het bouwvlak of voor het gebruik van een gebouw voor meer dan één woning. Daarnaast kunnen functies zoals bed and breakfast en kinderopvang worden toegestaan.

Het afwijken van de regels van de bestemming geeft enige vorm van flexibiliteit aan het plan. Hieraan zijn echter wel voorwaarden verbonden, waaraan voldaan moet worden. Deze zijn opgenomen bij de regels voor afwijking.

Omgevingsvergunning

In deze bestemming is een omgevingsvergunningstelsel opgenomen voor het aanleggen van verharding (buiten de oprit om) voor de naar de weg gekeerde gevels. Hierdoor kunnen wijzigingen in het bestaande specifieke ruimtelijke beeld bij de voormalige boerderijen gestuurd worden.

Wanneer panden aangeduid zijn als karakteristiek, kunnen deze niet zonder meer gesloopt worden. Ook hiervoor is een omgevingsvergunning nodig. De verlening van deze vergunning is gebonden aan voorwaarden. Voor verlening van de vergunning moet aangetoond zijn dat voldaan kan worden aan die voorwaarden.

Achtergrondinformatie

- Inleiding

- Huidige situatie

- Beleidskader

- Onderzoek omgevingsaspecten

- Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

- Burgerparticipatie en overleg

5.2.17 Wonen - Woongebouw

De voor "Wonen - Woongebouw" aangewezen gronden zijn bestemd voor wonen in woongebouwen, oftewel appartementengebouwen. Uiteraard vallen tuinen, erven en terreinen onder het toegestane gebruik, mits ze bij de woonfunctie horen.

Naast de hoofdfunctie zijn onder meer groenvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen toegestaan. Hierdoor ontstaat flexibiliteit in het gebruik en een mogelijke (her)inrichting van de gronden.

Bij de bestemming zijn enkele specifieke gebruiksregels opgenomen die aanwijzingen geven over uitgesloten gebruiksvormen. Zo wordt voorkomen dat de woongebouwen voor doeleinden wordt gebruikt die overlast voor de omgeving kunnen veroorzaken.

Bouwregels

In de bouwregels wordt een onderscheid gemaakt tussen hoofdgebouwen (voor wonen), bijgebouwen en overkappingen bij de hoofdgebouwen en bouwwerken geen gebouwen en geen overkappingen zijnde.

Binnen de bouwregels is aangegeven dat de hoofdgebouwen in het bouwvlak moeten staan. Per woongebouw zijn 10 woningen (appartementen) mogelijk. Door dit aantal te beperken, wordt voorkomen dat een woongebouw te grootschalig wordt en niet meer past in het karakter van het dorp. De maatvoering van het hoofdgebouw is deels in de ruimtelijke verbeelding en deels in de regels opgenomen. Wanneer de maatvoering op de ruimtelijke verbeelding is aangegeven, kan deze aangepast worden.

Tot slot zijn bij deze bestemming bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, toegestaan. Daarbij gaat het om één vlaggenmast, erf- en terreinafscheidingen en overige bouwwerken. Ook hierbij zijn de maximale afmetingen bepaald door de functie van het bouwwerk. Daarnaast is aansluiting gezocht bij de mogelijkheden van het Besluit omgevingsrecht.

Bij het woongebouw is parkeren een belangrijk aspect. In de regels is de parkeernorm opgenomen die in acht moet worden genomen.

Flexibiliteitsbepalingen

Het is mogelijk door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels. Daarbij wordt het mogelijk gemaakt een deel van het hoofdgebouw buiten het bouwvlak te bouwen. Het afwijken van de regels geeft enige vorm van flexibiliteit aan het plan. Hieraan zijn echter wel voorwaarden verbonden, waaraan voldaan moet worden. Deze zijn opgenomen bij de regels voor afwijking.

Achtergrondinformatie

- Inleiding

- Huidige situatie

- Beleidskader

- Onderzoek omgevingsaspecten

- Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

- Burgerparticipatie en overleg

5.2.18 Leiding - Gas

Langs de spoorlijn Assen-Hoogeveen ligt een gasleiding die de dubbelbestemming "Leiding - Gas" heeft. Deze bestemming is bedoeld ter bescherming van de gasleiding.

Bouwregels

In afwijking van wat in de onderliggende bestemmingen bepaald is, zijn binnen deze bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet toegestaan.

Flexibiliteitsbepalingen

Het is met een omgevingsvergunning voor afwijking van de bouwregels mogelijk (in onderliggende bestemmingen toegestane) bouwwerken te bouwen, mits voldaan wordt aan de voorwaarden. Een belangrijke voorwaarde is dat voor de verlening van de omgevingsvergunning schriftelijk advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder.

Omgevingsvergunning

De bestemming kent een regeling voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. Voor veel werken of werkzaamheden wordt de grond geroerd. De regeling van de omgevingsvergunning geeft aan voor welke werken of werkzaamheden een omgevingsvergunning nodig is. De omgevingsvergunning mag alleen verleend worden wanneer voldaan is aan de voorwaarden en eisen die bij de vergunning genoemd zijn.

Achtergrondinformatie

- Inleiding

- Huidige situatie

- Beleidskader

- Onderzoek omgevingsaspecten / Externe veiligheid

- Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

- Burgerparticipatie en overleg

5.2.19 Leiding - Riool

In het zuidwestelijk deel van het plangebied ligt een rioolpersleiding (informatie Waterschap) die de dubbelbestemming "Leiding - Riool" heeft. Deze bestemming is bedoeld ter bescherming van de aanwezige rioolpersleiding.

Bouwregels

In afwijking van wat in de onderliggende bestemmingen bepaald is, zijn binnen deze bestemming gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, niet toegestaan.

Flexibiliteitsbepalingen

Het is met een omgevingsvergunning voor afwijking van de bouwregels mogelijk (in onderliggende bestemmingen toegestane) bouwwerken te bouwen, mits voldaan wordt aan de voorwaarden. Een belangrijke voorwaarde is dat voor de verlening van de omgevingsvergunning advies wordt ingewonnen bij de leidingbeheerder.

Omgevingsvergunning

De bestemming kent een regeling voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. Voor veel werken of werkzaamheden wordt de grond geroerd. De regeling van de omgevingsvergunning geeft aan voor welke werken of werkzaamheden een omgevingsvergunning nodig is. De omgevingsvergunning mag alleen verleend worden wanneer voldaan is aan de voorwaarden en eisen die bij de vergunning genoemd zijn.

Achtergrondinformatie

- Inleiding

- Huidige situatie

- Beleidskader

- Onderzoek omgevingsaspecten / Water

- Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

- Burgerparticipatie en overleg

5.2.20 Waarde - Archeologie

De voor "Waarde - Archeologie 2" en "Waarde - Archeologie 3" aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en) mede bestemd voor het behoud van de archeologische waarden. De bestemmingen onderscheiden zich van elkaar, omdat sprake is van AMK-terreinen, gebieden met een middelhoge en hoge verwachtingswaarde en essen en pingoruïnes. Door de verschillende waardering onderscheiden deze gebieden zich van elkaar in de oppervlaktedrempel voor ontwikkelingen in relatie tot verplicht onderzoek.

Bouwregels

De bij de bestemmingen opgenomen bouwregels geven aan dat nieuwe gebouwen in principe niet toegestaan zijn. De afwijkingsregels geven echter aan dat dit wel mogelijk is wanneer uit een onderzoek blijkt dat de bestaande archeologische waarden niet worden aangetast. Op deze manier is een onderzoeksplicht ingevoegd.

Flexibiliteitsbepalingen

Het is mogelijk door middel van een omgevingsvergunning af te wijken van de bouwregels bij de betreffende bestemmingen. Daarnaast is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen die het mogelijk maakt de betreffende dubbelbestemming te verwijderen, mits de archeologisch waardevolle gebieden niet te handhaven zijn.

Het afwijken van de regels en het wijzigen van de bestemming geeft enige vorm van flexibiliteit. Hieraan zijn echter strikte voorwaarden verbonden, waaraan voldaan moet worden. Deze zijn opgenomen bij de regels voor afwijking en de wijzigingsbevoegdheid.

Omgevingsvergunning

De bestemmingen kennen een uitgebreide regeling voor een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden. Bij veel van de activiteiten wordt de grond geroerd, de regeling van de omgevingsvergunning geeft aan in welke gevallen hiervoor een omgevingsvergunning nodig is. Daarbij staan de voorwaarden en eisen waaraan voldaan moet worden, voordat een omgevingsvergunning verleend wordt. De onderzoeksplicht is één van deze voorwaarden.

Achtergrondinformatie

- Inleiding

- Huidige situatie

- Beleidskader

- Onderzoek omgevingsaspecten / Archeologie en cultuurhistorie

- Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

- Burgerparticipatie en overleg

5.2.21 Waarde - Landschap

Daar waar in het plangebied een gebied aanwezig is met een hoge landschappelijke waarde, is de bestemming "Waarde - Landschap" gelegd. De houtwal ten zuiden van Hooghalen valt hieronder. De gronden binnen deze bestemming zijn bedoeld voor het behoud van de aanwezige landschappelijke waarden.

Bouwregels

Ondanks de bouwregels van de onderliggende bestemming, zijn gebouwen binnen deze bestemming niet toegestaan. De gebouwen die bestaan ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan, mogen blijven bestaan.

Omgevingsvergunning

De wijziging van de structuur van de waardevolle landschapselementen, zoals de houtwal, is alleen mogelijk na verlening van een omgevingsvergunning. Deze omgevingsvergunning geeft bijvoorbeeld de mogelijkheid voor het rooien van bomen over een grotere oppervlakte. Een dergelijke vergunning mag alleen worden verleend wanneer aangetoond is dat voldaan wordt aan de gestelde eisen en voorwaarden en dat de werken en/of werkzaamheden geen onevenredige afbreuk doen aan de landschappelijke waarden van het gebied.

Achtergrondinformatie

- Inleiding

- Huidige situatie

- Beleidskader

- Onderzoek omgevingsaspecten

- Maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid

- Burgerparticipatie en overleg