direct naar inhoud van 4.1 Milieuaspecten
Plan: Hooghalen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1731.Hooghalen-VST1

4.1 Milieuaspecten

De publicatie Bedrijven en milieuzonering van de VNG geeft een eerste indicatie van mogelijk aanwezige hinderzones rond bedrijven in en rond het plangebied. Deze paragraaf start daarom met een beschrijving van de mogelijke hinderzones. Naar aanleiding van de resultaten vanuit Bedrijven en milieuzonering wordt verder ingegaan op de aspecten geluid, geur en externe veiligheid.

Bij geluid wordt echter ook stilgestaan bij het wegverkeerslawaai en spoorweglawaai, in verband met de aanwezigheid van zoneringsplichtige (spoor)wegen. Bij externe veiligheid wordt ook gekeken naar transportroutes voor gevaarlijke stoffen, bijvoorbeeld over het spoor en de A28.

4.1.1 Bedrijven en milieuzonering

In de milieuzonering is sprake van uitwaartse en inwaartse zonering. Dit betekent dat functies buiten het plangebied invloed hebben op gevoelige functies in het plangebied en andersom. Bij de toetsing van de milieuzonering wordt gekeken naar de aspecten geur, stof, geluid en gevaar. De VNG publicatie "Bedrijven en milieuzonering" (2009) beschrijft de richtlijnafstanden die bij bedrijfscategorieƫn en de genoemde aspecten horen. Daarbij is de grootste genoemde afstand bepalend.

Milieuzonering buiten het plangebied

Zoals in paragraaf 2.1 aangegeven zijn rond het plangebied enkele (vooral agrarische) bedrijven aanwezig. Bij veehouderijen (rundvee, niet zijnde vleesvee en overige graasdieren) is de milieucategorie maximaal 3.2, met een grootste afstand van 100 meter. De woonbebouwing van het dorp ligt buiten de contouren van deze bedrijven. Er is daarom in theorie in het plangebied geen sprake van overlast van bedrijven buiten het plangebied.

Milieuzonering in het plangebied

In het plangebied zijn verschillende functies aanwezig die volgens de aangegeven publicatie een milieuzone hebben. Het gaat daarbij niet alleen om bedrijven, maar ook om voorzieningen als een school of een horecagelegenheid. Om de meeste gevallen is hierbij sprake van functies met maximaal een milieucategorie 2 en een grootste afstand van 30 meter. Een andere functie met een milieuzone is het sportcomplex van S.V. Halen. Hier geldt een milieucategorie 3.1 met een grootste afstand van 50 meter.

Zoals in paragraaf 2.2 al is aangegeven zijn in het plangebied, tussen de woonbebouwing, enkele bedrijven aanwezig. Daarbij gaat het onder meer om een tankstation (zonder LPG) en een autobedrijf (Middendorp). Zuidelijk in het plangebied is aan de Hoofdstraat een concentratie van bedrijven aanwezig. In sommige gevallen is bij een bedrijf een bedrijfswoning aanwezig. Omdat deze woning bij de inrichting hoort, levert de inrichting vanuit het aspect milieu geen hinder op voor de woning. Bij sommige woningen is sprake van een bedrijf aan huis. Wanneer deze kleinschalig is, ontstaat geen hinder voor omgeving. Bij de bedrijven in het dorp gaat het om bedrijven tot en met een milieucategorie 2, met een grootste afstand van 30 meter.

De genoemde grootste afstanden worden vrijwel allemaal gevormd door het aspect 'geluid'. In theorie leveren de geluidproducerende functies geen hinder op voor de woningen in de directe omgeving ervan. Het gaat immers om een bestaande situatie. Wanneer de milieucategorie van deze functies niet hoger wordt, wordt hinder in de toekomst voorkomen. Deze functies zijn in dat geval en vanwege hun geringe milieuzones, goed verenigbaar met de woonomgeving.

4.1.2 Geluid

Bij het aspect geluid kunnen verschillende soorten geluid van toepassing zijn op het plangebied. In dit geval is geen sprake van industrie-, luchtvaart- en scheepvaartlawaai, omdat deze functies niet in de directe omgeving van het plangebied aanwezig zijn. Van wegverkeerslawaai van de straten in het plangebied is ook geen sprake, omdat de wegen rond het plangebied allemaal aangewezen zijn als 30 km/uur-zone. Dergelijke wegen hebben geen wettelijke zone en toetsing aan wegverkeerslawaai is niet nodig.

Zoals in paragraaf 4.1.1 aangegeven is de verwachting dat geen geluidoverlast veroorzaakt wordt door functies in het plangebied. Daarom wordt hier alleen ingegaan op spoorweg- en wegverkeerslawaai.

Spoorweglawaai

Het spoorweglawaai levert voor de geluidgevoelige bestemmingen in dit bestemmingsplan geen nieuwe belemmeringen op. Belemmeringen kunnen ontstaan wanneer nieuwe gevoelige functies binnen de wettelijke geluidzones mogelijk worden gemaakt. Dit is in dit plan niet het geval, omdat het gaat om een nieuwe planologische regeling voor de bestaande situatie.

De wettelijke geluidszone rond het spoor tussen Hoogeveen en Assen ligt over het gehele plangebied heen. De zone bedraagt aan weerszijden 500 meter. De zones komen uit de Wet geluidhinder.

Wegverkeerslawaai

Het wegverkeerslawaai levert in dit bestemmingsplan geen belemmeringen op voor de bestaande gevoelige functies (wonen). Belemmeringen kunnen ontstaan wanneer nieuwe situaties mogelijk worden gemaakt binnen de wettelijke geluidzones rond wegen. Bij wegen met een maximaal toegestane snelheid van 30 km/uur is geen sprake van wettelijke zones, deze blijven buiten beschouwing.

De overige wegen in en rond het plangebied hebben wettelijke zones. Daarbij gaat het om de wegen met een maximumsnelheid van 50 km/uur of meer. Voor de snelweg A28 is de zone bijvoorbeeld 400 meter vanaf de as van de weg. Rond de Oude Provincialeweg is deze zone 250 meter. Deze zones volgen uit de Wet geluidhinder.

4.1.3 Geur

Het aspect geur levert geen nieuwe belemmeringen op voor de bestaande bebouwing in het plangebied. In eerste instantie omdat in het plangebied geen sprake is van functies die een grote milieuzone hebben voor het aspect geur. Daarnaast omdat de agrarische bedrijven (niet-intensieve veehouderijen en akkerbouwbedrijven) buiten het plangebied op een dusdanig grote afstand liggen, dat de geurcontouren niet over het plangebied liggen.

Wet- en regelgeving rond de geurcontouren zijn opgenomen in de Wet geurhinder en veehouderijen en de Geurverordening van de gemeente Midden-Drenthe.

4.1.4 Externe veiligheid

Bij het aspect externe veiligheid moet gekeken worden naar veiligheid rond inrichtingen en rond transportroutes (leidingen, spoor en weg).

Risicovolle inrichtingen

Waar het gaat om risicovolle inrichtingen zijn in het plangebied geen belemmeringen te verwachten. In en direct rond het plangebied zijn geen risicovolle inrichtingen aanwezig. Er is geen sprake van plaatsgebonden en groepsrisico met betrekking tot inrichtingen.

Transportroutes gevaarlijke stoffen

Transport voor gevaarlijke stoffen vindt in en in de directe omgeving van het plangebied plaats, via het spoor, de weg (A28) en een buisleiding direct oostelijk langs het spoor. Een toename van de risico's rond deze routes wordt niet verwacht, omdat in het plangebied geen sprake is van de ontwikkeling van nieuwe en/of grootschalige uitbreiding van (beperkt) kwetsbare objecten. Hierdoor neemt het aantal personen in het plangebied niet toe. Bovendien worden aan de transportroutes geen veranderingen verwacht. Er is dus geen sprake van een wijziging van het plaatsgebonden en groepsrisico met betrekking tot het transport van gevaarlijke stoffen.

Wanneer in de toekomst wel ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt waarbij nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten worden toegevoegd, dan moet rekening worden gehouden met de groepsrisicocontouren en plasbrandaandachtsgebieden rond de routes over het spoor en de weg.

Rond het spoor en de snelweg A28 is bij Hooghalen geen veiligheidszone aanwezig, omdat in beide gevallen de referentiewaarde kleiner is dan 0,3 maal de oriƫntatiewaarde (groepsrisico). De A28 heeft volgens het Basisnet Weg wel een plasbrandaandachtsgebied. Bij nieuwe ontwikkelingen kan onder bepaalde omstandigheden een verantwoording van het groepsrisico nodig zijn. Voor de A28 geldt dit binnen een zone van 200 meter rond de as van de weg.

Om schade - door werken en/of -werkzaamheden - aan de buisleiding te voorkomen, wordt deze buisleiding specifiek geregeld in dit bestemmingsplan. Deze zogenoemde belemmeringenstrook is 4 meter aan weerszijden van de buis. Dit heeft te maken met de druk door de buisleiding, deze bedraagt maximaal 40 Bar. De plaatsgebonden risicocontour rond deze buis bedraag 0 meter, omdat de diameter (6 inch) zeer gering is.

Bij nieuwe ontwikkelingen binnen 70 meter van de buis moet het groepsrisico onderzocht worden. De genoemde afstand is de inventarisatieafstand, die gerelateerd is aan de eerder genoemde druk door en diameter van de buisleiding. Maar zoals aangegeven zijn in dit bestemmingsplan geen nieuwe ontwikkelingen voorzien waarbij nieuwe (beperkt) kwetsbare objecten mogelijk worden gemaakt.

De externe veiligheid is onder meer geregeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen en het Besluit externe veiligheid buisleidingen.

Brandweeradvies

De Hulpverleningsdienst Drenthe / Brandweer Drenthe heeft een advies gegeven over dit bestemmingsplan. Dit advies is opgenomen in de bijlagen bij dit bestemmingsplan.