direct naar inhoud van Artikel 6 Detailhandel
Plan: Centrum Heesch
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1721.BPCentrumHeesch-vg02

Artikel 6 Detailhandel

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Detailhandel' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. hoofdgebouwen ten behoeve van:
    • 1. detailhandel; met uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt': een supermarkt;
    • 2. detailhandel in volumineuze goederen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel volumineus';
    • 3. dienstverlenende bedrijven, kantoor- en maatschappelijke voorzieningen ;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. wegen en paden;
  • c. groenvoorzieningen;
  • d. parkeervoorzieningen;

met de daarbij behorende:

  • e. tuinen, erven en terreinen;
  • f. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • g. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

6.2 Bouwregels
6.2.1 Algemeen

Ten aanzien van het bouwen gelden de volgende algemene regels:

  • a. de op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan bestaande bebouwing mag worden gehandhaafd, hersteld, vervangen en uitgebreid met inachtneming van het bepaalde in dit lid, met dien verstande dat wanneer de bestaande bebouwing en bestaande maatvoering afwijken van hetgeen in de hierna volgende bouwregels is aangegeven, de afwijking niet mag worden vergroot. De voorgaande volzin is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, doch zijn gebouwd in strijd met het toen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

6.2.2 Gebouwen

Ten aanzien van het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de goothoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de verbeelding aangegeven;
  • c. de bouwhoogte van een gebouw mag niet meer bedragen dan op de verbeelding aangegeven.

6.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Ten aanzien van het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  • a. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2 m bedragen;
  • b. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 3 m bedragen;
  • c. de hoogte van vlaggenmasten mag niet meer dan 6 m bedragen.

6.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 6.2.2. onder a en toestaan dat een bedrijfsgebouw gedeeltelijk buiten het bouwvlak wordt gebouwd, mits:

  • a. de gezamenlijke oppervlakte van de gebouwen buiten het bouwvlak niet meer dan 10 m² bedraagt;
  • b. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
    • 1. het straat- en bebouwingsbeeld;
    • 2. de verkeersveiligheid;
    • 3. de sociale veiligheid;
    • 4. de milieusituatie en
    • 5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

6.4 Specifieke gebruiksregels
6.4.1 Strijdig gebruik

Tot een strijdig gebruik van de gronden en bouwwerken als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c. Wabo wordt in ieder geval gerekend:

  • a. de nieuwvestiging van detailhandel in brand- en/of explosiegevaarlijke stoffen;
  • b. het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van bedrijven, anders dan die zijn toegestaan in lid 6.1 onder a..