direct naar inhoud van Artikel 22 Wonen - Uit te werken
Plan: Kleine Kernen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1702.3BPkleinekernen-VA01

Artikel 22 Wonen - Uit te werken

22.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Uit te werken' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. de woonfunctie;
  • b. aan huis verbonden beroepen waarbij geldt:
    • 1. de omvang niet groter mag zijn dan 30% van de vloeroppervlakte van de woning inclusief aan- en uitbouwen en bijgebouwen met een maximum van in totaal 60 m²;
    • 2. degene die de activiteiten uitvoert, is bewoner van de woning;
    • 3. detailhandel niet is toegestaan, uitgezonderd beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit in verband met de activiteit.
  • c. verkeer- en verblijfsgebied, inclusief parkeervoorzieningen (zie hiertoe mede artikel 37.1);
  • d. groen- en speelvoorzieningen;
  • e. waterhuishoudkundige doeleinden, waterberging en waterlopen;
  • f. voorzieningen ten behoeve van openbaar nut.
22.2 Uitwerkingsregels

Burgemeester en wethouders werken de bestemming uit overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6, lid 1 sub b van de Wet ruimtelijke ordening en met inachtneming van de volgende regels:

  • a. de toegestane woningtypologieën zijn: vrijstaand, halfvrijstaand, halfvrijstaand geschakeld en aaneengesloten;
  • b. de regels van artikel 21.2 zijn van overeenkomstige toepassing;
  • c. de maximale goothoogte bedraagt 6 meter en de maximale bouwhoogte bedraagt 11 meter;
  • d. milieuhygiënische belemmeringen ten gevolge van binnen en buiten het plangebied aanwezige milieubelastende functies, op grond waarvan milieubelemmeringen zijn bepaald, dienen genoegzaam te zijn weggenomen en/of die voorwaarden in acht zijn genomen zoals neergelegd in de toepasselijke wet- en regelgeving aangaande relevante milieuaspecten (o.a. water, bodembescherming, externe veiligheid en wegverkeerslawaai);
  • e. ten aanzien van parkeren zijn de regels van artikel 37.1 van overeenkomstige toepassing;
  • f. aan het op te stellen uitwerkingsplan dient een door het college van burgemeester en wethouders goedgekeurd stedenbouwkundig plan ten grondslag te liggen;
  • g. het college van burgemeester en wethouders kan het opstellen van een door het college van burgemeester en wethouders goed te keuren beeldkwaliteitplan verplicht stellen.

22.3 Bouwregels

Op deze gronden mag uitsluitend worden gebouwd in overeenstemming met een in werking getreden uitwerkingsplan en met inachtneming van de in dat plan opgenomen regels.

22.4 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in 22.3, indien de op te richten bebouwing naar zijn bestemming en gebruik, alsmede naar zijn afmetingen en zijn plaats binnen het plangebied in overeenstemming zal zijn met, dan wel op verantwoorde wijze kan worden ingepast in een reeds vastgesteld uitwerkingsplan of een daarvoor ter inzage gelegd ontwerp.