direct naar inhoud van Artikel 15 Recreatie - Multifunctionele accommodatie
Plan: Kleine Kernen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1702.3BPkleinekernen-VA01

Artikel 15 Recreatie - Multifunctionele accommodatie

15.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Multifunctionele accommodatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. verblijfs- en dagrecreatieve voorzieningen;
  • b. religieuze, onderwijskundige, sociaal-culturele en overheidsvoorzieningen;
  • c. ambachtelijke en consumentverzorgende bedrijvigheid en dienstverlening;
  • d. bedrijfswoningen;
  • e. horeca als ondergeschikte activiteit;
  • f. detailhandel als ondergeschikte activiteit;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, wegen en paden, parkeervoorzieningen (zie hiertoe mede artikel 37.1), groenvoorzieningen, water en voorzieningen voor de waterhuishouding, tuinen en erven.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Gebouwen

Gebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak;
  • b. de goothoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte' is aangegeven;
  • c. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven;
  • d. indien in aanvulling op bovenstaande maatvoeringsaanduidingen nog een maatvoeringsaanduiding is opgenomen geldt ook het bepaalde ter plaatse van die maatvoeringsaanduiding.

15.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt bij:

  • a. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 1 m;
  • b. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw maximaal 2 m;
  • c. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde maximaal 2 m.

15.2.3 Bedrijfswoning, bepalingen omtrent hoofdgebouwen

Voor bedrijfswoningen gelden de volgende regels:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak tot maximaal 600 m3;
  • b. als deze bedrijfswoning al buiten een van de gebouwen uit artikel 15.2.1 is gebouwd (niet inpandig) mag deze niet inpandig worden herbouwd;
  • c. afstand tot de zijdelingse perceelsgrens is aan beide zijden minimaal 3 m tenzij de verschijningsvorm van de bedrijfswoning 'twee-aaneen' dan wel 'aaneengebouwd' is in welk geval de afstand aan één zijde 3 m is, respectievelijk aan beide zijde 0 m;
  • d. de goothoogte mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • e. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 10 m.

15.2.4 Bedrijfswoning, bepalingen omtrent aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Bij een bedrijfswoning mogen aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen worden gebouwd tot een maximaal oppervlakte van 100 m². Voor die aan-, uit- en bijgebouwen en overkappingen die niet inpandig worden gebouwd, of worden herbouwd, in een van de gebouwen als bedoeld in artikel 15.2.1 gelden de volgende kenmerken:

  • a. gebouwd binnen het bouwvlak en ter plaatse van de aanduiding 'uitsluitend bijgebouwen toegestaan';
  • b. goothoogte maximaal 3 m, met dien verstande dat bij het uitbouwen van/aanbouwen aan een hoofdgebouw de goothoogte in elk geval ook net zo hoog mag zijn als de hoogte van de eerste bouwlaag +25 cm;
  • c. bouwhoogte maximaal 5,5 m, met dien verstande dat:
    • 1. tot 1 m uit de perceelsgrens de maximale bouwhoogte maximaal 3,5 m bedraagt, en
    • 2. tot 2 m uit de perceelsgrens de maximale bouwhoogte maximaal 4,5 m bedraagt;
  • d. minimaal 2 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw met dien verstande dat:
    • 1. aanbouwen (zoals erkers) tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits de:
      • bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt;
      • horizontale diepte maximaal 1,5 m bedraagt;
    • 2. aanbouwen in de vorm van een erker ook voor (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd als ook buiten het bouwvlak mits:
      • ligging vóór de voorgevel maximaal 1,5 m bedraagt;
      • ligging uit de voorste perceelsgrens minimaal 2 m bedraagt;
      • breedte niet groter is dan 2/3 van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw;
      • bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt.
    • 3. overkappingen (zoals carports) tot (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw mogen worden gebouwd, mits de bouwhoogte maximaal 3 m bedraagt.

15.3 Afwijken van de gebruiksregels
15.3.1 Afwijken

Burgemeester en wethouders kunnen afwijken van het bepaalde in artikel 15.1 voor het toestaan van andere gebruiksvormen dan ter plaatse toegestaan.

15.3.2 Voorwaarden voor afwijken

Afwijken als bedoeld in artikel 15.3.1 kan slechts mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. door initiatiefnemer een zekerheidstelling is afgeven met betrekking tot de (plan)kosten;
  • d. de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke motivatie;
  • e. de aanwezige cultuurhistorische en landschappelijke waarden en belangen niet worden aangetast of beperkt;
  • f. (bedrijfs)activiteiten uitsluitend zijn toegestaan voor zover deze qua aard, omvang en effecten op de omgeving vergelijkbaar zijn met de activiteiten van bedrijven, opgenomen in categorie 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten.