direct naar inhoud van 3.2 Provinciaal beleid
Plan: Ansen landschappelijk bouwen Om de Kamp / Broekdijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1690.BP00263-0406

3.2 Provinciaal beleid

Het provinciaal beleid behelst een doorvertaling van rijksbeleid en is verwoord in tal van plannen. De belangrijkste betreffen de Omgevingsvisie Drenthe en de bijbehorende Provinciale Omgevingsverordening Drenthe.

3.2.1 Omgevingsvisie Drenthe
3.2.1.1 Uitgangspunten Omgevingsvisie Drenthe

Provinciale Staten van de provincie Drenthe hebben op 2 juni 2010 de nieuwe Omgevingsvisie Drenthe vastgesteld voor de komende tien tot vijftien jaar. Het is daarmee hét strategisch kader voor de ruimtelijk economische ontwikkeling van Drenthe. De Omgevingsvisie Drenthe is een integraal document waarin de voor de provincie vier wettelijke planvormen zijn samengenomen:

  • de provinciale structuurvisie op grond van de Wet ruimtelijke ordening;
  • het provinciaal milieubeleidsplan op grond van de Wet milieubeheer;
  • het regionaal waterplan op grond van de waterwetgeving;
  • het provinciaal verkeers- en vervoersplan op grond van de Planwet Verkeer en Vervoer.

De Omgevingsvisie heeft voor de provincie een interne binding. Dit betekent dat de provincie bij de uitoefening van haar taken aan de Omgevingsvisie gebonden is. Wel zijn (binnen de wettelijke kaders) afwijkingen van de Omgevingsvisie mogelijk, zolang de ambities en doelstellingen van de visie niet worden aangetast.

Het is de ambitie van de provincie Drenthe om de ruimtelijke identiteit van Drenthe te versterken. Dit wordt gedaan door nieuwe ontwikkelingen te bezien in samenhang met de kernkwaliteiten van de provincie. De kernkwaliteiten zijn de kwaliteiten die bijdragen aan de identiteit en aantrekkelijkheid van Drenthe. Het behoud en waar mogelijk de ontwikkeling van de kernkwaliteiten is van provinciaal belang.

Op de Visiekaart 2020 zijn het plangebied en de omgeving aangegeven bij de functie indeling "landbouw". Hierbij zijn de mogelijkheden voor schaalvergroting van de landbouw en de rol van de landbouw bij het behouden en ontwikkelen van de kernkwaliteiten in de provincie van provinciaal belang.

3.2.1.2 Ruimtelijke kwaliteit

Ontwikkelingen die een bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit van Drenthe worden gestimuleerd. Deze kwaliteit zit in het zorgvuldig gebruikmaken van de ruimte, het behouden en waar mogelijk versterken van de kernkwaliteiten en het waarborgen van de kwaliteit van het milieu en de leefomgeving. Hierbij wordt niet enkel gekeken naar de bovengrond, maar houdt ook rekening met de eigenschappen en functies van de ondergrond.

De ruimtelijke kwaliteit van Drenthe is hoog. Het tot dusver gevoerde ruimtelijk beleid heeft ertoe geleid dat ontwikkelingen nauwelijks los van de ondergrond en los van de cultuurhistorische basis hebben plaatsgevonden.

Er is evenwicht tussen stad en platteland, tussen rust en dynamiek, tussen historie en heden. Het landschap is rijk aan herinneringen aan vroegere bewoning, kent karakteristieke bebouwingspatronen en borgt hoge natuurwaarden. De kernkwaliteiten vormen de belangrijkste basis voor het begrip 'ruimtelijke kwaliteit'. Daarnaast zijn zorgvuldig ruimtegebruik en milieu- en leefomgevingkwaliteit van belang.

De kernkwaliteiten die van provinciaal belang zijn, aangegeven op de kaart "Kernkwaliteiten". De kernkwaliteiten die niet op de kaart zijn aangegeven, vallen onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. Voor het plangebied geldt de kernkwaliteit "aardkundige waarden".

3.2.1.3 Wonen

De provincie streeft in haar beleid inzake "wonen" naar aantrekkelijke, gevarieerde en leefbare woonmilieus die voorzien in de woonvraag. Het maken van bovenlokale afspraken hierover is van provinciaal belang. Gemeenten werken hun aandeel in het woonaanbod en de woonmilieus uit in de Gemeentelijke structuurvisie en in een Woonplan. Hierbij dient rekening gehouden te worden met de huidige kernenstructuur in de gemeente en de behoefte aan verschillende woonmilieus.

De ontwikkeling van vier nieuwe woningen in het plangebied is in overeenstemming met een gemeentelijke woonplan. Eén en ander komt uitgebreid aan bod in paragraaf Concept Woonplan 2011-2015.

3.2.1.4 Natuur en landschap

De EHS, de verschillende Drentse landschapstypen en de diversiteit in landschaptypen zijn van provinciaal belang. Het plangebied ligt nabij de EHS en het Natura 2000-gebied "Dwingelderveld".

De provincie is primair verantwoordelijk voor het realiseren van de EHS en het instandhouden van de natuurwaarden in de EHS. Van waterschappen en gemeenten wordt een eigen beleid verwacht dat er op is gericht om natuurwaarden binnen de beheersgrenzen in stand te houden.

Bij het robuust maken van de EHS wordt gericht op realisatie van grotere, aaneengesloten natuurgebieden en het laten vervallen van de EHS-status voor kleinere, verspreid liggende gebieden en versterking van de verbindingen in het netwerk, in combinatie met het verminderen van het aantal verbindingen (hierbij zo veel mogelijk gebruikmaken van de beekdalen).

In het kader van de Natura 2000-gebieden wordt ingezet op het bereiken van de instandhoudingsdoelen van Natura 2000, het verminderen van de belasting door licht, geluid en gemotoriseerd verkeer en het herstel van de hydrologische situatie gericht op de instandhoudingdoelen.

De nieuwe woningen worden gerealiseerd buiten de EHS en het Natura 2000-gebied Dwingelderveld. Op één en ander zal nader worden in gegaan in paragraaf 5.1.1.

3.2.1.5 Oorspronkelijkheid

De kernkwaliteit oorspronkelijkheid heeft de provincie vertaald in cultuurhistorische, archeologische en aardkundige waarden. Cultuurhistorische waarden betreffen het samenspel van historische landschappen, historische geografische elementen, monumentale gebouwen en archeologische vindplaatsen die iets vertellen over het verleden. Archeologische waarden zijn overblijfselen in de bodem van menselijke activiteiten uit het verleden. Aardkundige waarden zijn natuurlijke variaties in het aardoppervlak van geomorfologische, geologische, bodemkundige en geohydrologische verschijnselen.

Drenthe kent een voor Nederland uniek cultuurhistorisch landschap en telt veel archeologische en aardkundige waarden. De historische en prehistorische waarden van onze provincie zijn zeer bepalend voor de identiteit en de ruimtelijke kwaliteit van Drenthe. Deze waarden worden daarom ook beschouwd van grote betekenis als 'drager' voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Door objecten en structuren boven- en ondergronds in samenhang te bekijken, winnen ze aan betekenis voor onze woon-, werk- en leefomgeving.

Voor het plangebied is de kernkwaliteit "aardkundige waarden" van belang. Het aardkundig erfgoed is de enige informatiebron over de natuurlijke ontstaansgeschiedenis van Drenthe. Net als archeologische waarden zijn aardkundige waarden voor het merendeel onzichtbaar, onvervangbaar en niet te compenseren. Ze zijn per definitie kwetsbaar voor ruimtelijke ontwikkelingen die met bodemingrepen gepaard gaan. De provincie streeft ernaar om aardkundige waarden die bijdragen aan het specifieke Drentse karakter behouden en waar mogelijk herstellen zonder daarbij het normale landbouwkundig gebruik te belemmeren.

In het kader van de voorgenomen ontwikkeling wordt opgemerkt dat er in het plangebied een archeologisch onderzoek is uitgevoerd. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat er in het plangebied geen aanwijzingen zijn aangetroffen voor archeologische resten (zie ook paragraaf 5.2). Met de ontwikkeling in het plangebied wordt geen afbreuk gedaan aan de waardevolle essen rondom Ansen. Het nieuwe erf wordt op een verantwoorde wijze landschappelijk ingepast waarbij de bestaande landschappelijke structuren en kwaliteiten leidend zijn. De in dit bestemmingsplan besloten woningbouwontwikkeling voorziet in een impuls in de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving rondom de kern Ansen.

3.2.1.6 Multifunctionaliteit

Op veel plekken in de provincie komen verschillende gebruiksfuncties samen. Een goede verweving van deze functies is van provinciaal belang. Het gaat hierbij om het verbinden van stad en land, het verweven van landbouw, natuur en water in het landelijk gebied en het benutten van de kernkwaliteiten voor de plattelandseconomie.

3.2.1.7 Toetsing van het initiatief aan de Omgevingsvisie Drenthe

In het kader van de voorgenomen ontwikkeling worden vier nieuwe woningen gerealiseerd. De nieuwe woningen zijn in overeenstemming met een gemeentelijke woonvisie en worden gerealiseerd buiten de EHS en het Natura 2000-gebied Dwingelderveld. De nieuwe ontwikkeling wordt landschappelijk ingepast waarbij de aanwezige landschappelijke structuren en kwaliteiten leiden zijn. Met de ontwikkeling van de woningen wordt tevens rekening gehouden met andere in de omgeving gelegen functies. Geconcludeerd wordt dat de voorgenomen ontwikkeling in overeenstemming is met de Omgevingsvisie Drenthe.

3.2.2 Provinciale Omgevingsverordening Drenthe

De Provinciale omgevingsverordening Drenthe (POV) bevat het provinciaal beleid voor de fysieke leefomgeving van de provincie. De verordening legt randvoorwaarden vast waaraan gemeenten bij ruimtelijke planontwikkeling gehouden zijn.

In de POV is aangegeven dat het plangebied onderdeel uit maakt van een "Gebied met beperkte gebruiksmogelijkheden in verband met natuurwaarden". In deze gebieden gelden beperkingen voor het onttrekken van grondwater in verband met de mogelijk negatieve gevolgen voor de natuurwaarden in het gebied.

Op 9 maart 2011 is de Verordening Ruimtelijk Omgevingsbeleid vastgesteld, met de "Vijfde wijzigingstranche Provinciale omgevingsverordening". Met deze tranche is hoofdstuk 3 Ruimtelijk Omgevingsbeleid als onderdeel aan de bestaande POV toegevoegd. De toevoeging vloeit voort uit de Omgevingsvisie en de daarin neergelegde sturingsfilosofie. De verordening behelst een juridische vertaling van dit beleid, er is geen nieuw beleid aan toegevoegd.

Artikel 2.1 gaat van de POV gaat nader in op de kernkwaliteiten en hoe hier in ruimtelijke plannen mee om te gaan. In paragraaf 3.2.1 is reeds de provinciale Omgevingsvisie behandeld. Hierin is aangegeven welk provinciaal belang van toepassing is en hoe hiermee wordt omgegaan. Hieruit blijkt dat door middel van de voorgenomen ontwikkeling de kernkwaliteiten van het gebied worden versterkt.

Er is sprake van een versterking van de ruimtelijke kwaliteit door middel van woningbouw die passend is bij de kleinschaligheid van het dorp en niet ten koste gaat van de waardevolle aardkundige waarden zoals die rondom Ansen aanwezig zijn.

3.2.3 Toetsing van het initiatief aan de provinciale verordening

In het kader van de voorgenomen ontwikkeling worden vier nieuwe woningen gerealiseerd. De nieuwe woningen zijn in overeenstemming met een gemeentelijke woonvisie en worden gerealiseerd buiten de EHS en het Natura 2000-gebied Dwingelderveld. De nieuwe ontwikkeling wordt landschappelijk ingepast waarbij de aanwezige landschappelijke structuren en kwaliteiten leiden zijn. Met de ontwikkeling van de woningen wordt tevens rekening gehouden met andere in de omgeving gelegen functies. Geconcludeerd wordt dat de voorgenomen ontwikkeling in overeenstemming is met het in de Omgevingsvisie Drenthe verwoorde en in de Provinciale Omgevingsverordening verankerde provinciaal ruimtelijk beleid.