Plan: | 1e herziening Kop van Schouwen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1676.00125BphKS-VA05 |
Op 27 juni 2013 is het bestemmingsplan 'Kop van Schouwen' vastgesteld. Het bestemmingsplan is op 24 december 2014, na uitspraak van de Raad van State, onherroepelijk geworden. De Raad van State heeft het besluit van 27 juni 2013 vernietigd voor zover het de volgende plandelen betreft:
Het hierboven genoemde onderdeel e maakt geen onderdeel uit van het onderliggende bestemmingsplan. Dit onderdeel doorloopt een apart proces die uiteindelijk in een apart bestemmingsplan wordt verwerkt. Tot slot is er na de vaststelling van het bestemmingsplan geconstateerd dat er nog enkele aanpassingen in de regels en verbeelding nodig zijn.
Met de herziening van het bestemmingsplan “Kop van Schouwen” wil de gemeente Schouwen-Duiveland bereiken dat het bestemmingsplan vervolg geeft aan de uitspraak van de Raad van State en is uit onderzoek gebleken dat het wenselijk is het bestemmingsplan (de regels) op een aantal punten te verbeteren.
Het plangebied omvat de Kop van Schouwen met uitzondering van de Kernen Burgh-Haamstede, Nieuw-Haamstede en Renesse. Uitsluitend de plandelen die zijn vernietigd door de Raad van State of waar ambtshalve aanpassing nodig is zijn op de verbeelding van de 1e herziening aangepast. Voor de overige plandelen op de verbeelding geldt het moederplan "Kop van Schouwen". De begrenzing van het plangebied wordt gevormd door de gehele Kop van Schouwen met uitzondering van de kernen Renesse, Burgh-Haamstede en Nieuw-Haamstede. Op onderstaande kaart is het plangebied weergegeven.
Voor de gronden die binnen het bestemmingsplangebied 1e herziening Kop van Schouwen vallen, wordt de bestaande bestemmingsregeling herzien. Daarmee vervallen de voor het plangebied geldende bestemmingsplannen. Het gaat om de volgende plannen:
Naam plan | Vervalt geheel of gedeeltelijk |
Kop van Schouwen | Gedeeltelijk |
Hoogenboomlaan | Geheel |
Partiële herziening Fruitgaardbedrijven | Geheel |
Buitengebied West | Geheel |
In hoofdstuk 2, 3 en 4 worden achtereenvolgens het beleidskader, het planologisch kader en het milieu- en duurzaamheidskader beschreven. In hoofdstuk 5 wordt de visie op het plangebied toegelicht. Daarna volgt hoofdstuk 6 met daarin de juridische aspecten en hoofdstuk 7 met een onderbouwing van de economische uitvoerbaarheid. De toelichting van dit bestemmingsplan wordt afgesloten met een hoofdstuk over de maatschappelijke uitvoerbaarheid van het plan.
In dit bestemmingsplan worden een aantal locaties specifiek herzien. De aanpassingen worden hieronder per locatie kort beschreven. Eventueel benodigde onderzoeken zijn als bijlage bij de toelichting gevoegd. Naast de specifieke locaties zijn er na de vaststelling van het bestemmingsplan "Kop van Schouwen" ook omgevingsvergunningen verleend. Deze omgevingsvergunningen zijn inmiddels onherroepelijk. Wanneer de omgevingsvergunning gevolgen heeft voor de verbeelding is dat in dit bestemmingsplan aangepast.
“Recreatie – Kampeerterrein” met aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – kwaliteitseis-2 (sr-ke2)
In de uitspraak van 24 december 2014 van de Raad van State het bestemmingsplan voor het onderdeel “Recreatie – Kampeerterrein” met aanduiding 'specifieke vorm van recreatie – kwaliteitseis-2 (sr-ke2) vernietigd. De reden hiervan is dat in de regels niet is opgenomen dat de 20 meter-eis alleen voor nieuwe standplaatsen geldt waarbij gebruik is gemaakt van de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen in artikel 41.5 van het bestemmingsplan "Kop van Schouwen".
Voor een goede regeling is ook aanpassing van de verbeelding nodig. In de 1e herziening wordt voor de kampeerbedrijven die zijn uitgebreid middels de wijzigingsbevoegdheid de aanduiding 'kwaliteitseis 2a' opgenomen. Binnen deze aanduiding is in de regels opgenomen dat de afstand tussen de kampeermiddelen minimaal 20 meter moet bedragen. De aanpassing is in overeenstemming met de uitspraak van de Raad van State.
Strandpaviljoens
In de afgelopen jaren zijn er verschillende wijzigingsplannen en omgevingsvergunningen verleend voor het vergroten van een strandpaviljoen. In het bestemmingsplan "Kop van Schouwen" zijn de wijzigingsplannen en de omgevingsvergunning niet goed verwerkt. In deze 1e herziening wordt op de verbeelding de maximale toegestane oppervlakte opgenomen met als peildatum de vaststelling van de 1e herziening door de gemeenteraad op d.d. 1 juni 2017
Het blijft mogelijk om met de wijzigingsbevoegdheid zoals opgenomen in bestemmingsplan "Kop van Schouwen" een grotere oppervlakte (tot een maximum van 750m² bebouwd) te realiseren. Hier zijn echter wel voorwaarden aan verbonden.
Hoogenboomlaan 29 Renesse
De eigenaar van het perceel Hoogenboomlaan 29 in Renesse heeft verzocht om de bestemming van de toegangsweg tot zijn perceel te wijzigen. De toegangsweg is namelijk gelegen buiten het Natura2000-gebied. In het bestemmingsplan "Kop van Schouwen" heeft de toegangsweg de bestemming 'Natuur'. De toegangsweg is tevens opgenomen in het Natuur Netwerk Zeeland (voormalig EHS) en heeft daarin de aanduiding Bestaande natuur. Op grond van artikel 2.12, lid 1 van de Ruimtelijke Verordening Provincie Zeeland moeten gronden met de aanduiding 'Bestaande natuur' primair de bestemming 'Natuur' krijgen. Bestaande gebruik mag wel positief bestemd worden.
In dit bestemmingsplan heeft de toegangsweg de bestemming 'Natuur' met de nadere aanduiding 'weg'.
Hoogenboomlaan 34 in Renesse
Op dit perceel zijn de gronden met de bestemmingen 'Bedrijf' en 'Groen' vernietigd door de uitspraak van de Raad van State. In de 1e herziening wordt de planologische regeling voor dit perceel herstelt. Dit wil zeggen dat ter plaatse van de landschappelijke inpassing de bestemming 'Groen-Landschappelijk' wordt opgenomen. De bestemming 'Bedrijf' wordt weer op het perceel opgenomen. Het maximale bebouwingspercentage wordt verlaagd. Uit de Natuurtoets blijkt dat het bebouwingspercentage van 75% geen significant negatieve effecten op het natuurgebied heeft.
Ook voor het achterterrein wordt de bestemming 'Bedrijf' weer opgenomen. Net als in het moederplan "Kop van Schouwen" is op dit gedeelte geen bouwvlak opgenomen.
Hogezoom 101 Renesse
In het bestemmingsplan "Kop van Schouwen" zijn op het perceel twee recreatiewoningen aangeduid. Daarnaast is aan een loods de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' toegekend. Er is toestemming verleend voor drie recreatiewoningen. Daarnaast is de desbetreffende loods in 2005 gebouwd, de oude is daarvoor gesloopt. De loods bezit dus geen cultuurhistorische waarden.
In de 1e herziening worden de aanduidingen voor de recreatiewoningen aangepast zodat er planologisch drie recreatiewoningen zijn toegestaan. Daarnaast wordt de aanduiding 'cultuurhistorische waarden' verwijderd.
Laone 37 Renesse
Sinds 2012 is deze camping bezig met een kwaliteitverbeteringsplan voor de herinrichting van de camping. Het kwaliteitverbeteringsplan was al opgenomen en verwerkt in het bestemmingsplan "Kop van Schouwen". Na de vaststelling zijn er echter nog wijzigingen in het plan gemaakt waardoor ook het bestemmingsplan moet worden aangepast. In oktober 2015 zijn de benodigde vergunningen en toestemmingen verleend waardoor het bestemmingsplan kan worden aangepast.
Op de verbeelding wordt ter plaatse van de landschappelijke inpassing aan de noordzijde de aanduiding 'grondwal' opgenomen. Daarnaast wordt de breedte van de landschappelijke inpassing aangepast naar 6 meter.
Halve Maan 4 Burgh-Haamstede
In het bestemmingsplan Kop van Schouwen zijn op dit perceel abusievelijk 16 standplaatsen toegestaan waarvan 8 permanent. In het voorheen geldende bestemmingsplan "Partiële herziening fruitgaardregeling" zijn er op dit perceel maximaal 8 standplaatsen toegestaan die allemaal permanent gebruikt mogen worden.
In dit bestemmingsplan wordt deze fout hersteld en krijgt het perceel de aanduiding 'maximum totaal aantal standplaatsen' met de waarde 8. En de aanduiding 'maximum aantal permanente plaatsen' met de waarde 8 wordt toegevoegd.
Lagezoom 7 Burgh-Haamstede
Het kadastrale perceel WTS H1141 is gelegen in het bestemmingsplan "Hogezoom - Burgh-Haamstede/Renesse" en heeft hierin de bestemming 'Wonen'. De eigenaren hebben verzocht om de bestemming van het kadastrale perceel te wijzigen naar de bestemming 'Groen-Landschappelijk'.
In dit bestemmingsplan wordt het kadastrale perceel WTS H1141 in het bestemmingsplan opgenomen en krijgt het de bestemming 'Groen-Landschappelijk'.
Vertonsweg 2 Burgh-Haamstede
Bij de vaststelling van het bestemmingsplan "Kop van Schouwen" is abusievelijk het goed gekeurde kwaliteitsverbeteringsplan niet goed verwerkt. In dit bestemmingsplan worden deze fouten hersteld. Het gaat bijvoorbeeld om het onderbreken van de bestemming 'Groen-Landschappelijk' met de bestemming 'Recreatie-Kampeerterrein'.
Vertonsweg 9 Burgh-Haamstede
Op dit perceel is in het bestemmingsplan "Kop van Schouwen" maximaal 1 standplaats toegestaan. In het bestemmingsplan is abusievelijk niet aangegeven of het een permanente of niet-permanente standplaats betreft. In voorheen geldende bestemmingsplan "Partiële herziening fruitgaardregeling" is er op dit perceel 1 permanente standplaats toegestaan.
In dit bestemmingsplan wordt op het perceel de aanduiding 'maximum aantal permanente plaatsen' met de waarde 1 toegevoegd.
Vertonsweg 10 Burgh-Haamstede
Op dit perceel zijn de gronden met de bestemming "Agrarisch met waarden" vernietigd door de uitspraak van de Raad van State. In deze 1e herziening wordt voor de voormalige fruitschuur de bestemming "Wonen" met een bouwvlak en de aanduiding 'Gastenverblijf' opgenomen. Voor het overige wordt de bestemming "Agrarisch met waarden" weer opgenomen. De aanpassing is in overeenstemming met de uitspraak van de Raad van State.
Hogezoom 72 Burgh-Haamstede
Op 25 november 2015 hebben wij een verzoek (dossiernummer: 2015 2095)ontvangen voor het verplaatsen van een woning. De verplaatsing van de woning is meegenomen in deze 1e herziening.
Op dit moment is de bestaande woning op korte afstand van het bouwbedrijf gelegen. De woning wordt verplaatst zodat de minimale afstand tot het bouwbedrijf minimaal 50 meter bedraagt. Het bouwvlak van de bestaande woning wordt in deze 1e herziening verwijderd. Voor de nieuwe locatie wordt een bouwvlak met aanduidingvlak toegevoegd. Er is op deze manier sprake van een afronding van het bestaande lint waardoor er een goede overgang van lintbebouwing naar het open landschap ontstaat.
Voor deze ontwikkeling is een ruimtelijke onderbouwing opgesteld. In Bijlage 3 is deze ruimtelijke onderbouwing opgenomen.
Hogezoom 74 Burgh-Haamstede
In de 1e herziening is het bouwvlak binnen de agrarische bestemming voor het perceel Hogezoom 74 te Burgh-Haamstede verruimd zodat het mogelijk is bestaande illegale bebouwing te legaliseren. De verruiming van het bouwvlak is het resultaat van gesprekken tussen de eigenaar en de gemeente. De illegale bebouwing binnen dit verruimde bouwvlak betreft een hooiopslag (zie correspondentie met de eigenaar van het perceel Hogezoom 74 zoals opgenomen in Bijlage 5. Een foto is opgenomen in Bijlage 4.) De ruimtelijke impact van een hooiopslag is nihil en is daarom passend gemaakt in de 1e herziening. Op de verbeelding is de aanduiding paardenpension opgenomen waardoor het mogelijk is om 12 paarden te houden op de locatie.
Kraaijensteinweg 69 en 69a Burgh-Haamstede
In het bestemmingsplan "Kop van Schouwen" is voor deze woningen de bouwaanduiding 'vrijstaand' opgenomen. Op 21 november 1995 is een bouwvergunning verleend waaruit blijkt dat er op het adres twee woningen aanwezig zijn.
In dit bestemmingsplan wordt de bouwaanduiding 'vrijstaand' vervangen door de bouwaanduiding 'twee-aaneen'. Tevens wordt het bouwvlak aangepast.
Steenweg 16 en Westerseweg 7 Burgh-Haamstede
Camping Duinoord bestaat uit twee terreinen op circa 400 meter van elkaar gelegen. In het geldende bestemmingsplan ontbreekt de planologische verbindingen tussen de twee terreinen. Abusievelijk is op de locatie Westerweg de aanduiding 'dienstverlening en beheer' niet opgenomen. In deze 1e herziening wordt dit alsnog opgenomen. Daarnaast wordt de planologische regeling voor beide terreinen in overeenstemming gebracht met het kwaliteitsverbeteringsplan.
Helleweg 2 Noordwelle
In het bestemmingsplan "Kop van Schouwen" zijn op dit perceel maximaal 20 permanente standplaatsen toegestaan. In de feitelijke situatie zijn er 14 permanente standplaatsen aanwezig. In de afgelopen jaren is er geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid om meer standplaatsen op het perceel te realiseren. Daarnaast is het fysiek en op grond van het beleid voor verblijfsrecreatie, standplaatsen, landschappelijke inpassing en brandveiligheid niet mogelijk om de extra standplaatsen in de toekomst te realiseren. Om deze redenen wordt in de 1e herziening het totaal aantal permanente standplaatsen verlaagd naar 14.
In de regels zijn een aantal fouten uit het moederplan 'Kop van Schouwen' aangepast. Het overgrote deel van de aanpassingen zijn ondergeschikt. De aanpassingen die niet ondergeschikt zijn of nadere toelichting nodig hebben worden hieronder kort besproken.
Aanpassing moederplan 'Kop van Schouwen' | Regeling in 1e herziening |
In artikel 15.2.1. is geen beperking opgenomen voor de oppervlakte van overige gebouwen buiten het bouwvlak. | In de 1e herziening wordt opgenomen dat de oppervlakte totaal 40m² mag bedragen. |
In artikel 15.2.1. j en artikel 41.5 i is een afstandseis van 20 meter opgenomen. De 20 meter eis geldt alleen voor nieuwe kampeermiddelen die worden gerealiseerd door middel van een wijzigingsbevoegdheid | In de bijlage 'kwaliteitseisen' wordt opgenomen dat de 20 meter eis alleen geldt voor nieuwe kampeermiddelen. Tevens wordt in de regels een goede verwijzing naar de bijlage opgenomen. |
In artikel 15.4.1. is opgenomen dat er een aanduidingsvlak is opgenomen voor bijvoorbeeld winterkamperen en kampeerhuisjes. Er is niet opgenomen dat wanneer het aanduidingsvlak niet is opgenomen het maximum aantal 0 bedraagt. Hoewel het moederplan goed wordt toegepast is een verduidelijking nodig. | In de 1e herziening wordt opgenomen dat wanneer geen aanduidingsvlak is opgenomen het maximum aantal 0 bedraagt. |
In artikel 17.2.4. is de maximale oppervlakte van strandpaviljoens opgenomen. Op de verbeelding van de 1e herziening wordt voor de oppervlakte van de strandpaviljoens die groter zijn dan 450m² een maatvoering opgenomen. | In de 1e herziening wordt een verwijzing naar de maatvoering op de verbeelding opgenomen. |
Op grond van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is het bij het opstellen van een bestemmingsplan verplicht om inzicht te krijgen te bieden in de relevante beleidsmatige-, planologische- en milieu aspecten. Als een bestemmingsplan nieuwe ontwikkelingen mogelijk maakt, moet worden aangetoond dat dit haalbaar de eerder genoemde aspecten.
De herziening van het bestemmingsplan is met name gericht op correcties van het moederplan en op het verwerken van een aantal verleende omgevingsvergunningen. De bestaande ruimtelijke en functionele structuur van het plangebied wijzigt daarom niet inhoudelijk. Nader onderzoek naar de beleidsmatige- en planologische aspecten is daarom niet noodzakelijk. Hiervoor wordt verwezen naar het bestemmingsplan "Kop van Schouwen".
Voor de gevallen waar vanuit de milieu aspecten wel nader onderzoek nodig is, wordt dit behandeld in hoofdstuk 4 Milieu- en duurzaamheidskader.
In dit hoofdstuk worden alle relevante milieuaspecten behandeld die van toepassing zijn op het plangebied. Hierbij worden de milieueffecten beschreven per specifieke locatie, voor zover relevant.
Binnen het plangebied worden op geen aantal locaties paarden gehouden. Zoals privé als in de vorm van een pensionstalling. Het plangebied is voor ruiters zeer attractief en door zowel bewoners als door de aanwezige toeristen wordt er dan ook veelvuldig gebruik gemaakt van de aanwezig ruiter- en menpaden. In het geldende bestemmingsplan “Kop van Schouwen” is het hobbymatige houden van paarden toegestaan binnen de bestemmingen wonen, agrarisch en agrarisch met waarden. Het aantal paarden dat gehouden mag worden is echter niet gemaximaliseerd. Het maximaliseren is wenselijk om de volgende redenen:
In het huidige bestemmingsplan is het mogelijk om binnen de agrarische bestemming een grondgebonden veehouderij te starten. Middels dit bestemmingsplan wordt geregeld dat het oprichten van een veehouderij nabij het Natura2000-gebied niet rechtstreeks is toegestaan. Dit om te voorkomen dat de beschikbare ruimte in het kader van de PAS wordt gebruikt voor nieuwvestiging. De kans bestaat dat voor uitbreiding van bestaande bedrijven dan geen ruimte meer is. In de herziening van het Omgevingsplan 2012-2018 heeft de provincie ook aangegeven de beschikbare ruimte in eerste instantie aan bestaande veehouderijbedrijven te willen uitgeven.
Aan de Hoogenboomlaan 34 is het bedrijf Krijger Molenaars gevestigd. Dit bedrijf heeft nu de bestemming Bedrijf (bestemmingsplan Hoogenboomlaan). In dit bestemmingsplan is opnieuw de bestemming Bedrijf toegekend (maximaal milieu categorie 2), met de specifieke aanduiding 'meelfabriek'
In het geldende plan is een bebouwingspercentage van 100% opgenomen voor het gehele bedrijfsperceel. In dit bestemmingsplan is het bebouwingspercentage teruggebracht naar 75% voor het perceel aan de rechter- en achterzijde. In de bestaande, feitelijke situatie, is reeds 60% van dit perceel bebouwd. Er is dus nog een toename mogelijk van 15%. Hiervoor is in het bestemmingsplan bepaald dat het alleen mag gaan om opslagruimte. Uitbreiding van de oppervlakte voor productieactiviteiten is dus niet mogelijk. Om de effecten van de uitbreidingsmogelijkheden op de omliggende natura2000-gebieden in beeld te brengen is een voortoets uitgevoerd. In Bijlage 1 Natuurtoets 1e herziening Kop van Schouwen hebben wij de Natuurtoets toegevoegd. Uit de voortoets blijkt dat geen sprake is van significant negatieve gevolgen voor het Natura2000-gebied Kop van Schouwen.
Voor de overige onderdelen van het bedrijfsperceel is een wijziging in bebouwingspercentage niet relevant. In de feitelijke situatie zijn deze delen van het perceel al voor 100% bebouwd danwel is geen extra bebouwing mogelijk.
Tevens is de woning aan de Hoogenboomlaan 32 bestemd als bedrijfswoning. Dit is in overeenstemming met het feitelijk gebruik. Het woon- en leefklimaat ter plaatse wijzigt voor het aspect geluid niet. Immers de geluidszone die in het bestemmingsplan is opgenomen blijft ongewijzigd. De woning is niet getoetst aan de richtafstanden volgens de handreiking Bedrijven en milieuzonering. In het bestemmingsplan Kop van Schouwen is gemotiveerd hoe om wordt gegaan met bedrijfswoningen. In dit plan wordt hierbij aangesloten. Er is sprake van een goed woon- en leefklimaat ter plaatste van de bedrijfswoning Hoogenboomlaan 32.
Deze wijziging is niet genoemd in bijlage I onder C en/of D van het Besluit m.e.r. Er hoeft geen (vormvrije) m.e.r- beoordeling te worden gedaan danwel een MER te worden opgesteld.
4.5 Overige punten
Verlichting
In het moederplan is in artikel 19 de mogelijkheid opgenomen om lichtmasten te plaatsen binnen de bestemming sport met een hoogte van 20 meter. Ten opzichte van een aantal bestemmingen, zoals wonen, is dit een ongewenste ontwikkeling. Om deze reden is in de regels opgenomen dat verlichting maximaal 15 meter hoog mag zijn en dat de afstand tot woningen minimaal 30 meter moet bedragen. Door deze regel wordt voorkomen dat zowel de lichthinder als het verlengd gebruik van de sportvoorzieningen het woon- en leefklimaat van omliggende woonbestemmingen aantast.
Dit bestemmingsplan herziet onderdelen van het bestemmingsplan Kop van Schouwen (hierna: het moederplan). Het plangebied omvat het gehele grondgebied van het moederplan. Op de verbeelding is op een aantal plaatsen een nieuwe bestemming opgenomen, soms is alleen een aanduiding toegevoegd of juist verwijderd.
In de regels van deze eerste herziening zijn de regels van het moederplan op onderdelen gewijzigd. Soms wijzigt alleen van een bepaling alleen een gedeelte van een zin, soms is de tekst van een bepaling geheel gewijzigd.
Voor de gronden die onderdeel zijn het bestemmingsplan, blijven de regels van het moederplan gelden, met inachtneming van de wijzigingen die zijn aangebracht in de regels van deze eerste herziening (zier artikel 23 van de regels).
Handhaving van regelgeving vraagt om geactualiseerde regels. Door de actualisering van de bestemmingsplannen worden de bestaande ruimtelijke kaders aangegeven en worden daarmee tevens de grenzen bepaald waarbinnen planologische ontwikkelingen mogelijk zijn.
De regels van het bestemmingsplan leggen een ruimtelijke relevante norm vast, met dikwijls een daar aan gekoppelde afwijkingsmogelijkheid, die het bestuur de mogelijkheid geeft in te spelen op de dynamiek van de samenleving. Op die wijze wordt ook de gelegenheid geboden een belangenafweging te maken van de individuele belangen ten opzichte van het algemeen belang.
De term handhaving wordt vaak beperkt uitgelegd als uitsluitend het toepassen van handhavingsinstrumenten, zoals de last onder bestuursdwang en de last onder dwangsom. Deze vorm van handhaving is overwegend repressief van aard. Handhaving bestaat echter ook uit het geven van voorlichting en het houden van toezicht op een goede uitvoering. Dit is de preventieve invalshoek. In de meest optimale situatie zou sanctionering niet nodig moeten zijn.
Handhaving van bestemmingsplannen en ruimtelijke regelgeving is steeds meer in de belangstellingkomen te staan van bestuurlijk Nederland. Door het plaatsvinden van enkele ingrijpende incidenten is de handhaving van wet- en regelgeving in een stroomversnelling gekomen. In toenemende mate spreken burgers de gemeente aan op het handhaven van de (eigen) regels.
De rechter spreekt zich nadrukkelijk uit over het handhaven van de regelgeving en neemt daartoe in beginsel een plicht tot handhaving aan. Dit houdt in dat, gelet op het algemeen belang dat gediend is met handhaving, in geval van overtreding van een wettelijk voorschrift of regel het bestuursorgaan dat bevoegd is om met een last onder bestuursdwang of een last onder dwangsom op te treden, in de regel van deze bevoegdheid gebruik moet maken. Slechts onder bijzondere omstandigheden mag van het bestuursorgaan worden gevergd, dit niet te doen. Dit kan zich voordoen indien concreet zicht op legalisatie bestaat. Voorts kan handhavend optreden zodanig onevenredig zijn in verhouding tot de daarmee te dienen belangen dat van optreden in die concrete situatie behoort te worden afgezien.
Binnen de gemeente Schouwen-Duiveland wordt er zo veel mogelijk planmatig gehandhaafd. Hiertoe wordt jaarlijks een handhavingsprogramma vastgesteld. Daarnaast is er ook de nodige ruimte om te kunnen handhaven op incidenten en klachten.
In principe dient tegen alle geconstateerde overtredingen te worden opgetreden. De zogenaamde beginselplicht tot handhaving. Het vaststellen van prioriteiten is echter onvermijdelijk. Als belangrijke handhavingsdoelen kunnen genoemd worden: het tegengaan van het bouwen zonder vergunning en het optreden daar waar sprake is van afwijking van reeds verleende vergunningen. Ook in de gevallen waar de veiligheid in het geding is en/of aantasting van het milieu plaatsvindt, dient prioriteit te worden gegeven aan de handhaving. Het tegengaan van strijdig gebruik van gronden en/of gebouwen is eveneens een belangrijke doelstelling. Als nevengeschikte doelen van de handhaving kunnen worden genoemd: het ongedaan maken van de gevolgen van een overtreding of een daarmee behaald voordeel.
Recreatieverblijven worden veelvuldig onrechtmatig gebruikt. Van onrechtmatig gebruik is sprake wanneer het gebruik in strijd is met de bestemmingsvoorschriften van de recreatieve bestemming. Hierbij gaat het niet om de duur van het strijdig gebruik, maar om de strijdigheid van de activiteit met de geldende planvoorschriften. Zo is het permanent (laten) bewonen van een recreatieverblijf en het recreatieverblijf (laten) gebruiken ten behoeve van het huisvesten van (buitenlandse) werknemers in strijd met de bestemmingsvoorschriften van de recreatieve bestemming. Het onrechtmatig gebruik van recreatieverblijven wordt binnen de gemeente Schouwen-Duiveland als een knelpunt ervaren.
Om het oneigenlijk gebruik van recreatieverblijven terug te dringen, heeft de gemeenteraad van de gemeente Schouwen-Duiveland in 2003 de uitvoeringsnota "Verbod op permanente bewoning van recreatiewoningen" vastgesteld. In deze nota worden de uitgangspunten voor het handhavings- en gedoogbeleid met betrekking tot de permanente bewoning van recreatieverblijven aangegeven. De gemeenteraad heeft toen besloten dat aan alle permanente bewoners van een recreatiewoning op de peildatum 28 mei 2003, ongeacht de duur van de permanente bewoning, een gedoogbeschikking wordt verstrekt. De bewijslast voor de bewoners om aan te tonen dat zij voor de peildatum reeds woonachtig waren in de recreatiewoning, is in 2004 nader uitgewerkt.
Gedoogbeschikkingen werden slechts afgegeven wanneer zeker was dat de permanente bewoning eindig is. Om zeker te stellen dat de gedoogsituatie slechts van tijdelijke aard is, werden alleen objectgebonden gedoogbeschikkingen afgegeven in combinatie met persoonsgebondenheid. Zodra de bewoners overlijden, verhuizen of wanneer de woning is verkocht, vervalt de gedoogbeschikking. Met deze constructie wordt bereikt dat aan het onrechtmatig gebruik een einde komt.
De uitvoering van het handhavingsbeleid is vastgelegd in de hiertoe relevante handhavingsprotocollen, het handhavingsplan en het daaruit voortvloeiende jaarprogramma. Daar waar een overtreding wordt geconstateerd en legalisatie niet mogelijk is, moet in eerste instantie toepassing worden gegeven aan de bestuursrechtelijke handhaving om tot herstel van de rechtsorde te komen. Het proces van bestuursrechtelijke handhaving is vastgelegd in een stappenplan, waarin de verschillende stadia van de besluitvorming en procedures tot uitdrukking komen.
Naast de bestuursrechtelijke mogelijkheden van handhaving wordt een taak gezien voor de strafrechtelijke handhaving. De uitvoering en voortgang van de handhaving wordt jaarlijks vastgelegd in een verslag, dat bestuurlijk wordt vastgesteld.
In dit hoofdstuk wordt de economische uitvoerbaarheid beschreven. Indien het bestemmingsplan voorziet in de uitvoering van werken door de gemeente moet de financieel-economische uitvoerbaarheid hiervan worden aangetoond. Er wordt nader ingegaan op de grondexploitatie, de koppeling met het exploitatieplan en eventuele inschatting tegemoetkoming in planschade.
De Wet ruimtelijke ordening maakt het vaststellen van een exploitatieplan verplicht voor een aantal bouwactiviteiten wanneer de bouw planologisch mogelijk wordt gemaakt in een bestemmingsplan, een wijziging van een bestemmingsplan, een projectbesluit of een projectafwijkingsbesluit. De bouwplannen waarbij een exploitatieplan verplicht is staan in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening:
Bovendien is een exploitatieplan nodig als locatie-eisen (aan openbare ruimte of woningcategorieën) gesteld moeten worden en/of het bepalen van een tijdvak of fasering noodzakelijk is.
Geen exploitatieplan is nodig indien het verhaal van de kosten van grondexploitatie anderszins verzekerd is én er geen fasering of tijdvak behoeft te worden vastgelegd én geen locatie-eisen (aan openbare ruimte of woningbouwcategorieën) hoeven te worden vastgesteld. Tevens is wettelijk geregeld dat voor onbenutte bouwruimte die al opgenomen was in een bestemmingsplan dat nog op basis van de oude Wet op de Ruimtelijke Ordening was opgesteld en vastgesteld en bij de herziening van dat bestemmingsplan na 1 juli 2008 geen andere bestemmingsregeling is vastgesteld, geen exploitatieplan hoeft te worden vastgesteld.
Door als gemeente alle gronden en opstallen in eigendom te hebben, zelf de grondexploitatie te voeren en de bouwgrond uiteindelijk bouwrijp tegen een marktconforme prijs te leveren wordt ook voldaan aan de eis van verplichte kostenverhaal. De kosten van grondexploitatie worden in dat geval verhaald via de gronduitgifteprijs.
Onderhavig bestemmingsplan betreft een beheersplan waarin de bestaande situatie is vastgelegd. Slechts enkele nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen vinden plaats; het kostenverhaal hiervoor is anterieur verzekerd. Een exploitatieplan is dan ook niet benodigd, waardoor de economische uitvoerbaarheid van het plan is gewaarborgd.
Gedurende de voorbereiding van bestemmingsplannen wordt het plan één of meerdere keren ter inzage gelegd. Tijdens de periode van ter inzage legging kunnen bewoners, bedrijven, dorps- en stadsraden en andere geïnteresseerden of belanghebbenden reageren op het plan. In dezelfde periode wordt ook overleg gevoerd met andere overheden over het plan. De resultaten van de ter inzage legging kunnen leiden tot aanpassingen, verbeteringen of wijzigingen van het plan. In dit hoofdstuk wordt beschreven wat de resultaten zijn van deze maatschappelijke consultaties.
Tijdens de ter inzage legging zijn er 11 inspraakreacties en is er 1 vooroverlegreactie ingediend. Ook zijn er ambtelijke opmerkingen op het plan gemaakt. Een volledig overzicht van deze reacties en de bijbehorende beantwoording door het college vindt u in Bijlage 6 Antwoordnotitie voorontwerp.
Tijdens de ter inzage legging zijn 8 zienswijzen ingediend. Ook zijn er ambtelijke opmerkingen op het plan gemaakt. Een volledig overzicht van deze reacties en de bijbehorende beantwoording door de gemeenteraad vindt u in Bijlage 7 Antwoordnotitie ontwerp
Het vaststellingsbesluit van de gemeenteraad is opgenomen in .