Plan: | Recreatieterreinen |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1676.00007BpArg-vast |
Begrippen (artikel 1)
In dit artikel worden begrippen gedefinieerd, die in de regels worden gehanteerd. Bij de toetsing aan het bestemmingsplan moet worden uitgegaan van de in dit artikel aan de betreffende woorden toegekende betekenis.
Wijze van meten (artikel 2)
In dit artikel wordt aangegeven hoe de hoogte en andere maten, die bij het bouwen in acht genomen dienen te worden, gemeten moeten worden.
Agrarisch (artikel 3)
De agrarische gronden binnen het plangebied, zijn bestemd tot Agrarisch. Binnen dit plangebied betreft dit een beperkt aantal gronden. De gronden die het betreft zijn in hoofdstuk 3 bij recreatieconcentratie Scharendijke, Sirjansland en Bruinisse onder het kopje overige bestemmingen benoemd.
Ten aanzien van de gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn regels opgenomen over de situering en de maatvoering. Daarnaast is een onoverdekte zwembadregeling bij bedrijfswoningen opgenomen evenals een aan- en uitbouwenregeling.
Tevens zijn afwijkingsregels ten aanzien van het bouwen opgenomen met betrekking tot het oprichten van (vervangende) nieuwbouw van NED's en grotere bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Naast deze afwijkingen zijn ook afwijkingen ten aanzien van het gebruik opgenomen om bijvoorbeeld gastenverblijf of mantelzorg mogelijk te maken op de bouwvlakken. De afwijkingen zijn allen verbonden aan voorwaarden, zodat eerst een toetsing plaatsvindt voordat van de afwijking kan worden gebruik gemaakt.
De afwijking voor NED's is gekoppeld aan de wijzigingsbevoegdheid voor het vestigen van een NED (artikel 3.7.4). Hieraan zijn diverse randvoorwaarden verbonden met als doel de nieuwe economische dragers in het gebied in te kunnen passen in de grotendeels kwetsbare omgeving. Daarnaast zijn wijzigingsbevoegdheden opgenomen ten behoeve van het beëindigen van een bedrijf. Ook ten aanzien van de wijzigingsbevoegdheden is het belang van het gebied vooropgesteld door voorwaarden te verbinden aan de wijzigingen.
Groen (artikel 4) en Groen - Landschappelijk (artikel 5)
Deze bestemmingen zijn opgenomen voor de plantsoenen, bermen en dergelijke zonder natuurwaarden. Voor de groenvoorzieningen die een landschappelijk dan wel een cultuurhistorisch belang hebben, is de bestemming Groen - Landschappelijk opgenomen. Binnen deze bestemmingen mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht en binnen Groen ook een enkel gebouw. De bouwregels zijn vooral gericht op de maximaal toegestane hoogtematen en het bebouwingsoppervlak. De oppervlakte van gebouwen mag maximaal 15 m2 bedragen en de bouwhoogte 3,50 meter. Hierdoor wordt het mogelijk om bijvoorbeeld een gebouw toe te staan ten behoeve van speelvoorzieningen.
Op de gronden met de bestemming Groen - Landschappelijk is tevens een vergunningenstelsel opgenomen gericht op het behoud en herstel van de aanwezige landschappelijke waarden. Dat betekent dat de in dat lid genoemde werken en werkzaamheden slechts kunnen worden uitgevoerd als een omgevingsvergunning is verkregen. Voordat een vergunning kan worden verleend dient het belang van de aanwezige waarden te worden afgezet tegen de voorgenomen werken en werkzaamheden.
Horeca (artikel 6)
Voor het binnen het plangebied gelegen horecabedrijf Jeanzz (inclusief bedrijfswoning), is de bestemming Horeca opgenomen. Horeca-activiteiten uit categorie 1a, 1b en 2 van de Staat van Horeca-activiteiten zijn ter plaatse toelaatbaar.
Ten aanzien van de toelaatbare gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn regels opgenomen over de situering en de maatvoering. Tot slot is een wijzigingsbevoegdheid voor het bevoegd gezag opgenomen om de categorie-indeling van de Staat van Horeca-activiteiten te kunnen wijzigen, dan wel activiteiten toe te staan die niet in de staat zijn opgenomen.
Maatschappelijk (artikel 7)
Het gemaal aan de Schouwsedijk 2 is bestemd tot 'Maatschappelijk'. Ten aanzien van de toelaatbare gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn regels opgenomen over de situering en de maatvoering. Deze sluiten zoveel mogelijk aan bij de feitelijke situatie op het terrein. Er zijn geen afwijkingen of wijzigingsbevoegdheden opgenomen in deze bestemming.
Natuur (artikel 8)
Gronden ten zuiden van camping De Kreekoever zijn bestemd als natuur. De aanleg van natuur is onderdeel van de uitbreiding van de camping.
De regeling is gericht op het ontwikkelen van natuur zoals dit onderdeel is van het uitbreidingsplan. Na inrichting van het gebied biedt de regeling met een 'uitvoeringsverbod' bescherming tegen veranderingen die de natuur- en landschapswaarden zouden kunnen aantasten. Aanvragen om werkzaamheden te mogen uitvoeren zoals het verwijderen van beplanting en het aanleggen van verharde paden, worden beoordeeld aan de hand van een inrichtingsplan dat onderdeel moet zijn van een aanvraag.
Recreatie - Dagrecreatie (artikel 9), Recreatie - Jachthaven (artikel 10), Recreatie - Kampeerterrein (artikel 11), Recreatie - Recreatiewoning (artikel 12)
In het bestemmingsplan worden vier recreatiebestemmingen onderscheiden:
Recreatie - Dagrecreatie (artikel 9)
Aan dagrecreatieve voorzieningen is deze bestemming toegekend. Het betreft onder andere speeltuinen, speelveldjes en dergelijke.
Recreatie - Jachthaven (artikel 10)
Voor de binnen het plangebied gelegen jachthavens is de bestemming Recreatie - Jachthaven opgenomen. Daarnaast zijn diverse specifieke functie aanduidingen opgenomen voor onder andere de aanwezige bedrijfsactiviteiten, horeca-activiteiten, detailhandel en winterstalling van pleziervaartuigen. Binnen de bestemming zijn plezier- en bedrijfsvaartuigen toegestaan. Het aantal en de situering van bedrijfsvaartuigen is niet zoals bij pleziervaartuigen middels een aanduiding op de verbeelding geregeld. Hierdoor blijft het aantal en de situering van bedrijfsvaartuigen binnen de bestemming 'Recreatie-Jachthaven' flexibel. Voor deze regeling is gekozen omdat het aantal bedrijfsvaartuigen in de jachthavens binnen het plangebied gering is. In de regels is dan ook opgenomen dat bedrijfsvaartuigen overal binnen de bestemming toegestaan zijn, mits in aantal ondergeschikt aan het totale aantal pleziervaartuigen in de betreffende haven.
Recreatie - Kampeerterrein (artikel 11)
Binnen deze bestemming zijn de reguliere kampeerterreinen (campings) opgenomen. Daarnaast zijn diverse specifieke functieaanduidingen opgenomen voor onder andere de detailhandel, groepsaccommodaties en welness-voorzieningen.
Binnen deze bestemming is het mogelijk ondersteunende horeca en detailhandel te exploiteren. Deze zijn gekoppeld aan een maximum oppervlak en dienen ten dienste van het recreatieterrein. Wanneer in de bestaande situatie de oppervlakte al groter is dan de standaard opgenomen maat is een aanduiding opgenomen met een maximum maat.
In beginsel zijn recreatiewoningen uitsluitend toegestaan op (bedrijfsmatig geëxploiteerde) recreatiewoningenterreinen (omgevingsplan Provincie Zeeland). Uitzonderingen hierop zijn de reeds vergunde en nog als zodanig functionerende recreatiewoningen zoals de recreatiewoningen ter plaatse van camping De Strandloper en stacaravanpark Marco Polo en Ringelberg-Moes. Reeds vergunde en nog als zodanig functionerende situaties worden gerespecteerd en zijn daarom positief bestemd door middel van de functieaanduiding 'recreatiewoning'.
Recreatie - Recreatiewoning (artikel 12)
De recreatieterreinen voor recreatiewoningen zijn bestemd conform de systematiek van de woonbuurten zoals deze voor de bestemmingsplannen voor de bebouwde kommen gelden. Dat betekent dat de gronden behorende tot een recreatiewoning worden bestemd als Recreatie - Recreatiewoning en dat de 'openbare' gronden worden bestemd als Groen, Verkeer en Water.
In deze bestemming zijn de voorkomende woningtypen onderscheiden, zoals dat ook bij de bestemming Wonen voorkomt. Op deze gronden zijn ter plaatse van de recreatiewoningen bouwvlakken opgenomen.
In de Nota Recreatiewoningen is opgenomen dat de maximale goot- en bouwhoogte van een recreatiewoning ten hoogste 3,5 m respectievelijk 7,5 m bedraagt. Wanneer in het vigerende bestemmingsplan de hoogte hoger is dan algemeen toelaatbaar, is de hoogte opgenomen met de maximum hoogte zoals reeds toegestaan.
Ook op deze gronden is het mogelijk ondersteunende horeca en detailhandel te exploiteren. Deze zijn gekoppeld aan een maximum oppervlak en dienen ten dienste van het recreatieterrein. Wanneer in de bestaande situatie de oppervlakte reeds groter is dan de standaard opgenomen maat is een aanduiding opgenomen met een maximum maat.
Bouwmogelijkheden
Binnen de bestemming Recreatie - Kampeerterrein en Recreatie - Recreatiewoning zijn de bij het recreatiebedrijf behorende voorzieningen voor beheer, onderhoud en dienstverlening toelaatbaar gesteld binnen de gronden met de daarvoor bedoelde aanduiding. Alleen sanitaire voorzieningen mogen hierbuiten worden gerealiseerd.
Voor bedrijfswoningen is eveneens een aanduiding opgenomen. Binnen deze aanduiding is slechts 1 bedrijfswoning toegestaan.
Maatvoeringen en aantallen
Voor recreatiebestemmingen wordt een groot deel van de aantallen en maatvoeringen op de verbeelding opgenomen. Uiteraard indien aantallen en maatvoeringen van toepassing zijn. Het betreft onder andere het aantal permanente standplaatsen en niet-permanente standplaatsen, het aantal winterstallingsplaatsen, de goot- en bouwhoogte van de centrale voorzieningen en het aantal recreatiewoningen.
Overige bouwregels zijn in de regels opgenomen voorzover het algemene maten betreffen, zoals het oppervlakte en de inhoud van bedrijfs- en recreatiewoningen, bedrijfsgebouwen, erfbebouwing en andere bouwwerken.
Afwijkingen en wijzigingen
In de verschillende recreatiebestemmingen zijn afwijkingen en wijzigingen opgenomen ten behoeve van de flexibiliteit om in te kunnen spelen op ontwikkelingen in de nabije toekomst. Het betreft onder andere de mogelijkheid voor het vergroten van het aantal permanente dan wel niet-permanente standplaatsen, het vergroten van het bebouwingsoppervlak, de mogelijkheid tot winterkamperen, het realiseren van kampeerhuisjes, dan wel -lodges ten koste van permanente standplaatsen en het realiseren van een gezamenlijk parkeerterrein voor meerdere recreatieterreinen. Aan de afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden zijn voorwaarden verbonden, waarbij in een aantal gevallen de vereveningsprincipes van de provincie gelden. Zie voor dit laatste ook bijlage 1.2 (Provinciaal en regionaal beleid) van de plantoelichting.
Sport (artikel 13)
De sportterreinen zijn bestemd voor 'Sport'. Ten aanzien van de toelaatbare gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn regels opgenomen over de situering en de maatvoering.
Sport - Golfbaan (artikel 14)
De Golfbaan Grevelingenhout is bestemd voor 'Sport - Golfbaan'. Ten aanzien van de toelaatbare gebouwen en bouwwerken, geen gebouw zijnde, zijn regels opgenomen over de situering en de maatvoering.
Verkeer (artikel 15)
De in het plangebied voorkomende wegen zijn bestemd tot 'Verkeer'. Binnen deze bestemming zijn tevens voet- en fietspaden, parkeervoorzieningen, speelvoorzieningen, groenvoorzieningen, waterhuishoudkundige voorzieningen en andere bij deze bestemming behorende voorzieningen toegestaan.
De bouwregels zijn met name gericht op de maximaal toegestane hoogtematen en het bebouwingsoppervlak. De oppervlakte van gebouwen mag maximaal 15 m2 bedragen en de bouwhoogte 3,5 meter. Hierdoor wordt het mogelijk om bijvoorbeeld een gebouw toe te staan ten behoeve van speelvoorzieningen.
Water (artikel 16)
De voor 'Water' aangewezen gronden zijn bestemd voor waterpartijen en (primaire) waterlopen, zoals watergangen, taluds, bermstroken, oevers en ondergeschikte groenvoorzieningen en andere tot de bestemming behorende voorzieningen. Er mogen enkel bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden opgericht. De bouw- en afwijkingsregels betreffen enkel de hoogtemaat.
Waterstaatswerken (artikel 17)
De bestemming Waterstaatswerken is opgenomen voor de dijk langs de Oosterschelde ter bescherming van de waterkerende functie.
De bescherming van de waterkering is afgestemd op de kernzone van de keur waterkeringszorg van het waterschap. Omdat deze keur voldoende waarborgen biedt voor de bescherming van de waterkering wordt het opnemen van een aanlegvergunningstelsel voor het regelen van werken en werkzaamheden (geen bouwen) niet noodzakelijk geacht. Dubbele regelgeving wordt hiermee voorkomen.
Wonen (artikel 18)
De in het gebied aanwezige woningen inclusief erven en tuinen zijn bestemd tot 'Wonen'.
Binnen deze bestemming zijn de volgende bouwwerken toegestaan: hoofdgebouwen (woningen), aan- en uitbouwen, bijgebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Er wordt, door middel van bouwaanduidingen, onderscheid gemaakt in verschillende bebouwingstypen en -categorieën: aaneengebouwd, twee-aaneen en vrijstaand. Hieraan zijn specifieke bouwregels verbonden. Het aantal op de verbeelding aangegeven woningen mag niet worden overschreden.
Ten aanzien van de hoofdgebouwen zijn onder meer regels opgenomen betreffende de situering, de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens en de goot- en bouwhoogte.
De aan- en uitbouwen en de bijgebouwen dienen te worden opgericht binnen het bouwvlak. Hiervoor zijn onder meer bepalingen opgenomen betreffende de toegestane oppervlakte, de goot- en bouwhoogte, de dakhelling en de afstand tot de zijdelingse bouwperceelgrens. Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn bouwregels opgenomen betreffende de onoverdekte zwembadregeling en de toegestane bouwhoogte, waarbij een specifieke regel is opgenomen voor overkappingen en tuin- of erfafscheidingen.
Uit het oogpunt van flexibiliteit zijn enkele afwijkingsbevoegdheden opgenomen. Afwijkingsregels zijn opgenomen voor een kortere afstand tot zijdelingse bouwperceelgrenzen en voor een grotere bouwhoogte van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Daarnaast zijn specifieke gebruiksregels opgenomen voor beroeps- of bedrijfsmatig gebruik van de woning. Afwijking kan worden verleend van het gebruik ten behoeve van het inrichten en/of gebruiken van een aan- of uitbouw of vrijstaand bijgebouw als gastenverblijf of ten behoeve van het bieden of ontvangen van mantelzorg.
Aan de afwijkings- en wijzigingsbevoegdheden zijn voorwaarden verbonden.
In beginsel zijn recreatiewoningen uitsluitend toegestaan op (bedrijfsmatig geëxploiteerde) recreatiewoningenterreinen. Uitzonderingen hierop zijn de reeds vergunde en nog als zodanig functionerende recreatiewoningen zoals de recreatiewoning op het perceel Kuijerdamseweg 66 gelegen te midden van reguliere woningen. Reeds vergunde en nog als zodanig functionerende situaties worden gerespecteerd en zijn daarom positief bestemd door middel van de functieaanduiding 'recreatiewoning'.
Recreatie - Voorlopige bestemming (artikel 19)
Ter plaatse van de bestemming Recreatie - Voorlopige bestemming' is een tijdelijk scoutinggebouw gevestigd. De gronden zijn tot uiterlijk 23 februari 2016 bestemd voor het scoutinggebouw. Na deze datum zijn de gronden bestemd als jachthaven voor pleziervaartuigen en bedrijfsvaartuigen.
Waarde - Archeologie 1 (artikel 20), Waarde - Archeologie 3 (artikel 21), Waarde - Archeologie 6 (artikel 22) en Waarde - Archeologie 7 (artikel 23)
De archeologisch waardevolle terreinen, die zijn aangegeven op de archeologische beleidskaart, zijn voorzien van een dubbelbestemming ten behoeve van het behoud van de archeologische waarden. Waarde - Archeologie 1 is opgenomen voor de gronden waarvan bekend is dat daar een archeologisch monument aanwezig is. Het beschermingsniveau van die gronden is in de Monumentenwet verankerd.
Er gelden specifieke regels voor het bouwen en er is een vergunningsstelsel voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerken zijnde, of van werkzaamheden opgenomen.
Een wijzigingsbevoegdheid is opgenomen om de mogelijkheid te creëren om een archeologische waarde, na onderzoek, geheel of gedeeltelijk te laten vervallen of een andere bestemming Waarde - Archeologie toe te passen.
Waarde - Beschermde dijk (artikel 24)
In het plangebied zijn waardevolle wegen en dijken aanwezig die beschermingswaardig zijn. Deze dijken hebben een natuurwaarden, cultuurhistorische waarden en landschapswaarden conform de verordening ruimte van de provincie Zeeland. Aangezien de te beschermen waarden samenvallen met andere bestemmingen ligt een dubbelbestemming voor de hand. Overeenkomstig de wettelijke RO-standaarden is de dubbelbestemming Waarde - Beschermde dijk opgenomen. Ten behoeve van deze dubbelbestemming (artikel 24) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd. Voor het bouwen ten behoeve van de samenvallende enkelbestemmingen (veelal Verkeer en Groen-Landschappelijk) dient steeds aan de te behouden waarden van de dubbelbestemming te worden getoetst.
De aanduidng 'bestaande natuur' zoals opgenomen in de provinciale verordening overlapt voor klein deel de reeds als recreatieterrein in gebruik zijnde camping Noorder Nieuwland. Ter plaatse van het recreatieterrein (niet zijnde de groene omzooming) zijn geen natuurwaarden aanwezig en is dan ook geen beschermde regeling opgenomen op de verbeelding.
Waterstaat - Waterkering (artikel 25)
De dubbelbestemming Waterstaat-Waterkering is opgenomen voor die gronden waar thans ook andere bouwbestemmingen aanwezig zijn of andere functies van belang zijn. Na overleg met het Waterschap in het kader van het bestemmingsplan Buitengebied, is ervoor gekozen om het belang van deze gebieden voor de waterkering nadrukkelijker in het plan naar voren te laten komen. Alvorens het college over een bouw- of aanlegvergunning ten behoeve van een samenvallende bestemming beslist, wint zij hierover schriftelijk advies in bij het waterschap. Hierdoor kunnen de betrokken belangen worden gecoördineerd en integraal worden afgewogen
Anti-dubbeltelregel (artikel 26)
Om misbruik van de bouwregels te voorkomen, is in dit artikel bepaald dat gronden, die al eens als berekeningsgrondslag voor een bouwvergunning hebben gediend, niet nogmaals als zodanig kunnen dienen.
Algemene bouwregels (artikel 27)
In dit artikel zijn de regels opgenomen ten aanzien van de bestaande afstanden en maten. In een aantal bestemmingen zijn de toelaatbare bouwmaten en afstanden gekoppeld aan de bestaande afstanden en maten. Dit artikel geeft invulling aan wat daaronder wordt verstaan, zowel in de maximale als de minimale maatvoering. Tevens is een bepaling opgenomen ten aanzien van het heroprichten van bouwwerken die moeten voldoen aan de bestaande maatvoering.
Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening (artikel 28)
Dit is artikel is opgenomen omdat bij de inwerkingtreding van de Wro, de Invoeringswet Wro en het Bro op 1 juli 2008 de intrekking van de stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening niet in werking is getreden. De stedenbouwkundige bepalingen in de bouwverordening blijven dus vooralsnog bestaan.
Algemene aanduidingregels (artikel 29)
In het bestemmingsplan zijn de volgende aanduidingen opgenomen:
De bepalingen ten aanzien van deze zones zijn in dit artikel geregeld.
Algemene afwijkingsregels (artikel 30)
De algemene afwijkingen betreffen het beperkt overschrijden van bebouwingsgrenzen en het afwijken van maten tot een bepaald percentage.
Algemene wijzigingsregels (artikel 31)
In dit artikel zijn algemene wijzigingsbevoegdheden opgenomen voor het bevoegd gezag om het bouwen van gebouwtjes van openbaar nut, het overschrijden van bebouwingsgrenzen, voor zover dit leidt tot een wijziging van de bestemming, beperkte verschuivingen van de bestemmingsgrenzen mogelijk te maken.
Verder is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om de inrichting van de terreinen, waarop recreatiewoningen zijn gelegen, te wijzigen. Daartoe mogen de bestemmingsvlakken van de bestemmingen Recreatie - Recreatiewoning, Verkeer en Groen worden verlegd en verschoven. Aan deze wijziging is een aantal voorwaarden verbonden.
Tevens is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om horecaterrassen mogelijk te maken elders dan binnen de huidige bestemminglegging mogelijk is.
Overige regels (artikel 32)
In de regels van het bestemmingsplan (waaronder artikel 1) wordt verwezen naar wettelijke regelingen. In dit artikel is bepaald dat alle wettelijke regelingen waarnaar in de regels wordt verwezen, gelden zoals deze luidden op het moment van vaststelling van het plan.
Overgangsregels (artikel 33)
Dit artikel bevat de overgangsbepalingen zoals die door het Besluit ruimtelijke ordening worden voorgeschreven. Het overgangsrecht heeft betrekking op gebruik van onbebouwde gronden en bouwwerken dat afwijkt van het bestemmingsplan op het moment dat dit rechtskracht verkrijgt. Dit gebruik mag worden voortgezet. Wijziging van het afwijkend gebruik is slechts toegestaan indien de afwijking hierdoor wordt verkleind. Daarnaast zijn overgangsregels opgenomen ten aanzien van het bouwen. Een bouwwerk dat afwijkt van de bouwregels van het bestemmingsplan op het moment dat dit rechtskracht verkrijgt, mag gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd, of na een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd. De afwijking mag daarbij naar aard en omvang niet worden vergroot. Daarvan mag eenmalig afwijking worden verleend tot maximaal 10% van de inhoud van het bouwwerk. Het overgangsrecht is niet van toepassing op bouwwerken die reeds in strijd waren met het voorgaande geldende bestemmingsplan.
Tot slot zijn persoonsgebonden overgangsregels gesteld voor een aantal recreatiewoningen. Het bestaande gebruik mag ter plaatse van de aanduiding worden voortgezet door de daartoe aangewezen persoon. In bijlage 1 is hiervoor een lijst opgenomen.
Slotregel (artikel 34)
De regels kunnen worden aangehaald onder de naam: Regels van het bestemmingsplan 'Recreatieterreinen'.