direct naar inhoud van 8.1 Inspraak en vooroverleg
Plan: Bestemmingsplan Nuland Oost
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1671.BPKM2011DN000044-01VA

8.1 Inspraak en vooroverleg

Inspraak

In het kader van inspraak is het voorontwerp van het bestemmingsplan gepresenteerd en toegelicht tijdens een informatieavond op 10 februari 2011 in de gemeente Maasdonk. Tijdens deze avond konden de aanwezigen vragen stellen en opmerkingen maken. Van deze avond is een verslag gemaakt waarin wordt ingegaan op de vragen en reacties die tijdens deze bijeenkomst naar voren zijn gebracht. Het verslag is als bijlage 2 toegevoegd aan deze toelichting.

Vooroverleg

Het voorontwerp bestemmingsplan is tevens aan diverse betrokken adviesinstanties en -organen toegezonden in het kader van het overleg ex artikel 3.1.1 Besluit ruimtelijke ordening.

Brabant Water

Brabant Water heeft in een mail van 9 februari 2011 aangegeven te kunnen instemmen met de uitgangspunten ten behoeve van de realisatie van onderhavig plan. Bij de verdere uitwerking en detaillering van het watersysteem zal Brabant Water betrokken worden.

Regionale Brandweer Brabant-Noord

De Regionale Brandweer Brabant-Noord is om advies gevraagd ten behoeve van de verantwoordingsplicht groepsrisico in het kader van de externe veiligheid voor het onderhavige plan. Tevens is de brandweer adviseur op het gebied van de mogelijkheden tot voorbereiding van bestrijding en beperking van een ramp of zwaar ongeval en de zelfredzaamheid van burgers. Bij brief van 9 februari 2011 heeft de brandweer advies uitgebracht. Hieronder zijn de punten uit het advies kort samengevat:

  • het plaatsgebonden risico en het groepsriciso leiden niet tot belemmeringen voor het plan;
  • het maatgevende scenario is een BLEVE, waarbij slachtoffers kunnen vallen, maar het aantal is dermate laag dat de Veiligheidsregio Brabant-Noord over voldoende slagkracht beschikt om een incident af te kunnen afhandelen;
  • de zelfredzaamheid van de aanwezigen is normaal tot goed;
  • de inschattingsmogelijkheden voor gevaar zijn slecht. De zelfredzaamheid kan worden vergroot door het bijplaatsen van een sirenemast, het treffen van planologische maatregelen en het zorgdragen voor een goede risicocommunicatie;
  • lokale brandweer kan binnen 10 minuten ter plaatse aanwezig zijn om te starten met de bestrijding van een incident binnen het plangebied en de bereikbaarheid van de directe omgeving van de risicobron is goed, over de bereikbaarheid van de nieuwe woonwijk kan nog geen uitspraak gedaan worden om deze nog niet inzichtelijk is;
  • in het deel van het plangebied waar de nieuwe woonwijk is beoogd, is nog geen blusvoorziening aanwezig. Bij het realiseren van de nieuwe woonwijk kunnen de eisen van het NVBR worden gehanteerd en tegelijkertijd kunnen de blusvoorzieningen in andere delen van het plangebied gecheckt en zodnogid op orde gebracht worden;
  • het uitvoeren van genoemde maatregelen zal een positief effect hebben op de veiligheid. Hiermee valt echter niet uit te sluiten dat zich een incident voordoet dat boven de mogelijkheden van de rampenbestrijdingsorganisatie uitstijgt. Het is aan het bevoegd gezag om dit 'restrisico' expliciet te accepteren en in het ruimtelijke besluit te verantwoorden binnen de verantwoordingsplicht voor het groepsrisico. Met het vaststellen van het bestemmingsplan accepteerd het bevoegd gezag het dit restrisico

Bij de uitwerkingsplannen van de nieuwe woonwijk zal rekening worden gehouden met bereikbaarheid van de locatie voor de hulpdiensten en zullen daar waar nodig (blus)voorzieningen worden gerealiseerd conform de esien van het NVBR. In paragraaf 5.7 is het aspect externe veiligheid nader beschreven en in deze paragraaf is ook nader ingegaan op het groepsrisico.

Waterschap Aa en Maas

Het waterschap Aa en Maas heeft in een mail van 22 februari 2011 gereageerd op het voorontwerpbestemmingsplan. Het watersysteem is nu globaal omschreven in de tekst van het bestemmingsplan en zoals het bestemmingsplan al aangeeft zal in een latere fase het watersysteem nader worden uitgewerkt en gedetailleerd. Het waterschap wil graag hierbij betrokken worden. Gelet op de huidige fase van de planontwikkeling is het watersyssteem voldoende beschreven en is er voldoende ruimte voor het bergen van water. In de nadere planontwikkeling dient nog wel aandacht te worden besteed aan de dimensionering van de waterberging in combinatie met een goede noodoverstort naar het regionaal oppervlaktewatersysteem, mede gelet op een gedeeltelijk afkoppeling van het verhard oppervlakte op het bestaande bedrijventerrein. Tot slot is aangegeven dat de reactie van het waterschap niet kan worden beschouwd als een positief wateradvies. Dit advies volgt als het plan ter inzage ligt in het kader van de vaststellingsprocedure.

De gemeente zal het waterschap betrekken bij de verdere uitwerking en detaillering van het waterssysteem. Ten opzicht van het voorontwerpbestemmingsplan is de waterberging tussen de (oude) Rijksweg en de A59 verkleind, maar dit gebied is vooralsnog groot genoeg om als waterberging te dienen. Mocht tijdens de nadere uitwerking blijken dat dit gebied toch te klein is dan kan eventueel ook water gebergd worden in de groenstrook op de hoek van de (oude) Rijksweg en de nieuwe westelijke ontsluitingsweg van het bedrijventerrein.

De Welstandscommissie

Het beeldkwaliteitsplan Nuland Oost is besproken in De Welstandscommissie. In haar brief van 23 februari 2011 geeft zij aan dat de commissie kan instemment met het beeldkwaliteitsplan. Daarbij wordt welstandhalve geadviseerd in het kader van de handhaving van de beeldkwaliteit de volgende criteria en referentiesfoto's nader aan te vullen:

  • een toetsingscriterium voor het voorkomen van de plat afgedekte volumes in de Rijksweg ontbreekt in de omschrijving en dient opgenomen te worden;
  • bij het onderdeel de Schotheuvel ontbreekt duidelijke criteria (bijvoorbeeld een laag met kap, osbere detaillering, eenduidige bouwmassa's, voorkomen van landhuizen/ villa's, enz.) en er dienen aanvullende criteria opgenomen te worden;
  • een referentie bij afbeelding, 13, 14 en 17 komt te vaak terug. Het risico schuilt dat de referentiefoto's bij gebrek aan voldoende criteria te weinig zeggingskracht hebben.

Voor het overige is het plan akkoord. Formeel wordt het plan met deze positieve insteek aangehouden.

Het beeldkwaliteitsplan zal op bovenstaande punten aangepast worden voorzover dat nog niet is gebeurt. Het aangepaste beeldkwaliteitsplan zal opnieuw worden voorgelegd aan De Welstandscommissie. Op 23 maart 2011 heeft De Welstandscommissie advies uitgebracht. In dit advies is aangegeven dat het beeldkwaliteitsp Nuland Oost voldoet aan de redelijke eisen van welstand op grond van de criteria.

Provincie Noord-Brabant

Van de provincie is per mail van 24 februari 2011 een conceptadvies ontvangen. In dit advies is het volgende aangegeven.

Ten aanzien van wonen wordt opgemerkt dat in het RRO Noordoost van 2 december 2010regionale woningbouwafspraken gemaakt zijn voor de komende tienjaarsperiode. Uitgangspunt daarbij is de provinciale prognose uit 2008. De gemeente Maasdonk heeft een opgave vanuit de prognose voor 570 woningen, waarvan 120 woningen in harde plancapaciteit zijn opgenomen. De toe te voegen 275 woningen in Pelgrimsche Hoeve draagt substantieel bij aan de gemeentelijke woningbouwopgave. In de toelichting lijkt het alsof de gemeente denkt dat over een specifieke locatie-ontwikkeling afspraken in het RRO benodigd zijn; dit geldt echter alleen voor de tienjaarsperiode en vanuit de Verordening alleen kwantitatief. Deze ontwikkeling hoeft dus niet aan het RRO te worden voorgelegd. De beoogde woningbouwontwikkeling is derhalve akkoord.

Ten aazien van werken wordt opgemerkt dat er veelvuldig met de gemeente is gesproken in het voortraject over de herstructurering/revitalisering van het bedrijventerrein De Terp. Op het terrein is reeds sprake van veel functiemenging. Gezocht is naar het enerzijds zo optimaal mogelijk gebruiken van het gebied als bedrijventerrein, anderzijds naar een passende inrichting van de overgangszone tussen het bedrijventerrein en de nieuwe woonwijk. Bestaande functies op het bedrijventerrein zijn daarbij als zodanig bestemd, middels afwijken van de regels e.d. is gekeken naar optimaal gebruik als bedrijventerrein bij verdwijnen van deze functies. De opmerkingen die vanuit onze directie in het vooroverleg zijn gemaakt, zijn mijn inziens verwerkt in het voorontwerp bestemmingsplan.

Ingestemd is met een woon-werkzone op het overgangsgebied tussen de Pelgrimsche Hoeve en de Terp. De gemeente heeft deze zone met een aanduiding aangegeven. Was (in het onderhands toegezonden voorontwerp bp) eerder opgenomen, dat op het gehele terrein milieucategorie 1 toelaatbaar zou zijn, nu is dit beperkt tot de woon-werkzone en alleen middels afwijken van de bouwregels mogelijk. Daarbij het criterium gehanteerd dat het hier bedrijven betreft die qua omvang niet meer passend zijn elders in het bestaand stedelijk gebied. Deze afweging is voorstelbaar.

Aanwezige detailhandel volumineuze goederen zijn als zodanig aangeduid op de verbeelding. In artikel 4.4.4 van de regels is het echter mogelijk gemaakt dat onder voorwaarden zich nieuwe detailhandel volumineuze goederen langs de Rijksweg kunnen vestigen. De onderbouwing van nut en noodzaak ontbreekt in de toelichting. Daarnaast is 'de Rijksweg' en daarmee de omvang van het gebied waarbinnen de gemeente deze detailhandel mogelijk acht, niet ruimtelijk afgebakend. Het toelaten van detailhandel volumineuze goederen op het bedrijventerrein betekent ook minder ruimte voor reguliere bedrijvigheid en daarmee spanning op het belang van zorgvuldig ruimtegebruik.

Kortom, werken akkoord, de opmerkingen in het voortraject zijn verwerkt in het voorontwerp bestemmingsplan. Uitgezonderd is artikel 4.4.4 dat de vestiging van PDV mogelijk maakt; hoe verhoudt dit zich tot het zorgvuldig ruimtegebruik.

Naar aanleiding van het conceptadvies van de provincie Noord-Brabant is besloten om het artikel dat nieuwe detailhandel volumineuze goederen toelaat te schrappen. Daarnaast is de tekst van paragraaf 3.3.1 en3.3.2 aangepast naar aanleiding van de opmerking over het RRO. Uit de formele reactie op het bestemmingsplan blijkt dat detailhandel volumineuze goederen ingevolge de nieuwe Verordening ruimte, fase 2, is toegestaan op bedrijventerreinen. Gelet hierop is besloten om in artikel 3.4 van de planregels een lid toe te voegen waardoor het mogelijk wordt onder bepaalde voorwaarden met een omgevingsvergunning af te wijken van de planregels en detailhandel volumineuze goederen toe te staan.