Bestemmingsplan Nuland Oost

5.6 Milieuzonering

In hoofdstuk 2.9 is opgenomen welke bestaande bedrijven er aanwezig zijn in en nabij het plangebied. Om de aanwezigheid van bedrijven en 'burgerwoningen' binnen het plangebied goed in te passen en het nieuwe woongebied planologisch mogelijk te maken is een milieuzonering in het plan opgenomen.

Gemeentewerf aan de Zandstraat (i.c. twee percelen)

Volgens het 'Bedrijven en milieuzonering, VNG, 2009' behoort een gemeentewerf tot milieucategorie 3.1 en dient in een rustige woonwijk rekening te worden gehouden met een richtafstand van 50 meter. Indien van deze afstand wordt uitgegaan, valt de milieucontour net over de noordwest hoek van de uit te werken woonbestemming (zie de kaart, zoals opgenomen in figuur 5.1).

Naar aanleiding van onderzoek ter plaatse en door het nemen van concrete maatregelen zou de daadwerkelijk hinder beperkt kunnen worden, waardoor een kleinere afstand tussen de gemeentewerf en de nieuw op te richten woningen in acht kan worden genomen. Bij het opstellen van het uitwerkingsplan moet rekening worden gehouden met de milieucontour.

Bedrijven noordelijke zone bedrijventerrein

De bestaande bedrijven die blijven gehandhaafd, behoren tot milieucategorie 1, 2 en 3.1. In gevolge de bestemmingsregel kunnen zich in deze zone alleen maar bedrijven behorende tot milieucategorie 2 vestigen of daarmee vergelijkbare bedrijven. De bestaande bedrijven vallen onder het overgangsrecht. Bij het vaststellen van de milieucontour moet dus ook rekenong worden gehouden met het bestaande bedrijf dan behoort tot de milieucategorie 3.1. De meest zuidelijke strook van het nieuwe woongebied, wordt gelet op de aanwezigheid van het bedrijventerrein, aangemerkt als een omgevingstype gemengd. Voor bedrijven behorend tot milieucategorie 3.1 geldt derhalve een richtafstand van 30 meter. In het bestemmingsplan is deze strook van 30 meter bestemd als 'Verkeer' en 'Groen'. Het bestaande bedrijf behorende tot milieucategorie 3.1 vormt derhalve geen belemmering voor de voorgenomen woningbouw. Zie figuur 5.1.

Dierenpension aan de Schotsheuvel

Volgens het 'Bedrijven en milieuzonering, VNG, 2009' behoort een dierenpension tot milieucategorie 3.2. Het aspect geluid is hierin met name bepalend. Bij een dergelijke milieucategorie dient in een gemengd omgevingsgebied rekening te worden gehouden met een richtafstand van 50 meter en in een rustig omgevingsgebied met een richtafstand van 100 meter. I.c. is sprake van een gemengd gebied gelet op de aanwezigheid van verschillende functies in het gebied (wonen, bedrijven en bedrijventerrein).

Voor het dierenpension is een milieuvergunning afgegeven. Hierin zijn onder meer maximale geluidsnormen opgenomen voor locaties nabij het dierenpension, zoals ter plaatse van gevels van bestaande woningen. De normen overschrijden de grenswaarde van 50 dB(a).

Onderhavig plan voorziet in de mogelijkheid om in de nabijheid van het dierenpension twee nieuwe woningen te bouwen. Voor deze woningen is nog geen norm opgenomen in de vigerende milieuvergunning en gelet op de toegestane normen op nabijgelegen andere gevoelige objecten, ligt het in de verwachting dat de grenswaarde van 50 dB(a) zal worden overschreden. Daarom is het niet mogelijk om deze nieuwe woningen direct mogelijk te maken. In het bestemmingsplan is gelet hierop een wijzigingsbevoegdheid voor het college opgenomen om na akoestisch onderzoek en eventueel wijziging van de milieuvergunning, alsnog bouwvlakken toe te voegen op de verbeelding. Overigens blijkt uit de structuurvisie De Groene Schil dat het dierenpension in de toekomst zal verdwijnen (zie figuur 2.10). Op dat moment wordt ook de nu nog aanwezige milieucontour gesaneerd, waardoor deze belemmering niet langer meer aanwezig is.

Voor het nieuwe woongebied vormt de milieucontour van het dierenpension geen belemmering. Uitgaande van een gemengd gebied, moet rekening worden gehouden met een richtafstand van 50 meter. Deze contour valt niet over de bestemming 'Woongebied - Uit te werken'.

Milieuzonering op bedrijventerrein

Op het bedrijventerrein zelf staan in de huidige situatie een aantal 'burgerwoningen'. Deze 'burgerwoningen' liggen in het omgevingstype gemengd gebied, gelet op de aanwezigheid van bedrijfslocaties in de directe nabijheid van deze woningen.. Bij de zonering van het bedrijventerrein is rekening gehouden met deze bestaande 'burgerwoningen'. In een zone van 30 meter rondom het bouwvlak waarbinnen de woning mag worden gerealiseerd, zijn bedrijven behorend tot milieucategorie 3.1 uitgesloten. Op deze wijze kunnen de bestaande woningen goed worden ingepast op het bedrijventerrein.

Ook ten westen van de Ambachtsstraat is het niet langer meer mogelijk om bedrijven behorende tot milieucategorie 3.1 op te richten gelet op de aanwezigheid van de aangrenzende woonbebouwing.

Aan de achterzijde van de woningen aan de Schotsheuvel is een milieuzonering niet noodzakelijk in verband met de diepe achtertuinen van circa 30 meter.

Figuur 5.1 Milieucontour bestaande bedrijven

Conclusie

Gelet op de ligging van de milieucontouren over de bestemming 'Woongebied - Uit te werken' is het nog steeds mogelijk om binnen deze bestemming nieuwe woningen te ontwikkelen. Bij het opstellen van de uitwerkingsplannen moet wel rekening gehouden worden met de bestaande bedrijven en hun milieucontour. Naar alle waarschijnlijk zullen in deze bestemming gronden aanwezig zijn waarop geen woningen kunnen worden gerealiseerd, maar deze gronden zouden nog wel kunnen worden aangewend voor andere functies die passen binnen een woongebied en de bestemmingsomschrijving.

Het dierenpension is thans nog een belemmering om ter plaatse van de aanduiding 'Wro-zone-wijzigingsgebied 2' nieuwe woningen toe te staan. Daarom is uitgegaan van de vigerende bestemming 'Burgerwoning', maar door het ontbreken van bouwvlakken kunnen hier geen woningen worden opgericht. In het plan is dus rekening gehouden met de milieucontour van het dierenpension.

Door het aanbrengen van een milieuzonering is het mogelijk om de functies wonen en bedrijvigheid te combineren binnen het plangebied.

Concluderend kan worden gesteld dat de bestaande bedrijven geen planologische belemmering voor de realisatie van het plan vormen.