Bestemmingsplan Nuland Oost

2.7 Natuur

Het zuidelijk deel van het plangebied gelegen tussen de A59 en de (oude) Rijksweg bestaat uit een bosje, grasland, ruigte en een bamboekwekerij. Ten noorden van de (oude) Rijksweg en ten zuiden van de Industriestraat ligt het bedrijventerrein De Terp. Binnen het bedrijventerrein ligt een aantal braakliggende percelen en een tweetal bosjes. Het noordelijk deel van het plangebied bestaat bijna volledig uit grasland. Er zijn geen oppervlaktewateren of kleine landschapselementen aanwezig in dit deel van het plangebied. Tot slot staan langs de Schotsheuvel en de Zandstraat laanbomen. De bomen aan de Zandstraat zijn nog jong.

In opdracht van de gemeente is er een flora- en faunascan uitgevoerd. In dit kader heeft een inventarisatie van planten- en diersoorten binnen het plangebied plaatsgevonden. Uit deze inventarisatie blijkt het volgende:

• In het plangebied komen geen beschermde plantensoorten voor door het ontbreken van geschikte standplaatsen;
• Er bevinden zich diverse algemeen voorkomende vogelsoorten binnen het plangebied die geduren het broedseizoen (15 maart tot ongeveer 15 juli) zijn beschermd. Daarnaast komen er mogelijk vijf soorten vogels (zijnde Steenuil, Sperwer, Ransuil, Kerkuil, Huismus) voor waarvan de vaste rust- en verblijfsplaats jaarrond beschermd zijn;
• Het plangebied maakt onderdeel uit van het leefgebied van de Eekhoorn. Het is niet bekend of er vaste rust- en verblijfplaatsen van de Eekhoorn aanwezig zijn;
• Het plangebied is geschikt als foerageergebied voor vleermuizen. Daarnaast kunnen in de aanwezige bebouwing en/of holtes in bomen vaste rust- en verblijfplaatsen van vleermuizen voorkomen. Ook kunnen er in het plangebied vaste vliegroutes aanwezig zijn;
• In het plangebied komen enkel algemene beschermde amfibieën voor, te weten Bruine kikker en Gewone pad. Het plangebied is niet geschikt als leefgebied voor bijzondere beschermde amfibieën.
• In het plangebied komen geen overige beschermde soorten voor zoals reptielen, vissen of insecten vanwege het ontbreken van geschikt leefgebied.

Beleid

Sinds 1 april 2002 is de Flora- en faunawet van kracht, deze is gericht op de duurzame instandhouding van soorten. In deze wet zijn (nagenoeg) alle van nature in het wild voorkomende amfibieën, zoogdieren en vogels beschermt. Daarnaast is een beperkt aantal plantensoorten en ongewervelden beschermd. Voor soorten die vallen onder de bescherming van de wet gelden bepaalde verbodsbepalingen. Conform artikel 75 van de Flora- en faunawet is het mogelijk om in bepaalde gevallen ontheffing of vrijstelling te verlenen van deze verbodsbepalingen. Sinds het vrijstellingsbesluit van 23 februari 2005 kent de Flora en faunawet drie beschermingsniveaus, veelal aangeduid met tabel 1, tabel 2 en tabel 3. Daarnaast zijn vogels in een aparte categorie ondergebracht. Zie voor een nadere toelichting de rapportage 'Scan natuurwaarden Nuland Oost' van 10 februari 2011.

Conclusie

In het plangebied bevinden zich beschermende diersoorten waarmee rekening moet worden gehouden in bij het opstellen van het plan. In paragraaf 5.3 wordt hierop verder ingegaan.