Plan: | Stedelijk gebied, woningbouwlocaties Molen Akkers en Denestraatse Akkers, Reusel |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.1667.BPRwoon1023-VAST |
In deze regels wordt verstaan onder:
het bestemmingsplan Stedelijk gebied, woningbouwlocaties Molen Akkers en Denestraatse Akkers, Reusel met identificatienummer NL.IMRO.1667.BPRwoon1023-VAST van de gemeente Reusel-De Mierden
de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
het door de bewoner van de woning bedrijfsmatig verlenen van diensten c.q. het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid, geheel of overwegend door handwerk, dat door zijn beperkte omvang in een woning en de bijbehorende bouwwerken met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, uitgezonderd detailhandel, zoals weergegeven in de Lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis verbonden beroepen en bedrijven.
een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, ontwerptechnisch of hiermee gelijk te stellen gebied, dat door zijn beperkte omvang in een woning en de bijbehorende bouwwerken met behoud van de woonfunctie kan worden uitgeoefend, uitgezonderd detailhandel, zoals weergegeven in de Lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis verbonden beroepen en bedrijven.
de denkbeeldige lijn die strak langs de achtergevel van het hoofdgebouw wordt getrokken tot aan de zijdelingse perceelsgrenzen, gezien vanaf de weg waarop het hoofdgebouw is georiënteerd, zonder bijbehorende bouwwerken, alsmede het verlengde daarvan.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
een in de regels dan wel de verbeelding opgenomen getal dat het percentage van een bouw- of bestemmingsvlak aangeeft dat ten hoogste mag worden bebouwd.
de bouwlaag van een gebouw, die rechtstreeks ontsloten wordt vanaf het straatniveau dan wel waarvan de bovenkant van de vloer maximaal 1,50 m. boven peil is gelegen.
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep c.q. een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke.
de als zodanig op de verbeelding aangegeven bebouwing, zoals deze bestaat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, tenzij in de regels anders is bepaald.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
uitbreiding van een hoofdgebouw dan wel functioneel met een zich op hetzelfde perceel bevindend hoofdgebouw verbonden, daar al dan niet tegen aangebouwd op de grond staand gebouw of ander bouwwerk, met een dak.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, veranderen of vernieuwen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
de grens van een bouwvlak.
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grondlaag en met uitsluiting van onderbouw/kelder en zolder.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
een grens van een bouwperceel.
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
een dakconstructie vrijstaand zonder wanden dan wel aan maximaal drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen. Als de carport niet gesitueerd wordt tussen belendende gebouwen mag deze maximaal voorzien worden van 1 gevel. Een carport is bedoeld voor het stallen van voertuigen en dient bereikbaar te zijn vanaf het openbaar gebied (weg).
een gesloten bovenbeëindiging van een gebouw, c.q. bouwwerk.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden en verhuren, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop en verhuur, het verkopen, verhuren en/of leveren van goederen aan personen die goederen kopen en/of huren voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
bedrijf of instelling waarvan de werkzaamheden bestaan uit het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden, waaronder zijn begrepen kapperszaken, schoonheidsinstituten, fotostudio's en naar de aard daarmee gelijk te stellen bedrijven en inrichtingen, evenwel met uitzondering van een garagebedrijf en een seksinrichting.
het verlenen van economische en maatschappelijke diensten aan derden.
een woning die samen met een tweede duplexwoning is opgenomen in één bouwmassa, waarbij die bouwmassa de ruimtelijke verschijningsvorm heeft van één woning.
de bouwlaag op de begane grond.
een woning binnen het bebouwingstype 'gesloten' aan het begin of einde van de reeks woningen en geen (extra) bij de woning horende grond aan de zijkant van de woning heeft.
al dan niet bebouwd perceel, of een gedeelte daarvan, dat direct is gelegen bij een hoofdgebouw en dat in feitelijk opzicht is ingericht ten dienste van het gebruik van dat gebouw.
de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend zoals escortservices en bemiddelingsbureaus.
een recreatief gebruik van gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatieve gebruik is toegestaan en waarbij het gebruik weinig invloed heeft op de doeleinden binnen de bestemming.
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
bebouwing welke wordt gekenmerkt door aaneengebouwde hoofdgebouwen.
bebouwing bestaande uit zich in één hoofdgebouw boven en naast elkaar bevindende zelfstandige woningen en/of bijzondere woonruimten.
bebouwing in overwegend halfvrijstaande en/of geschakelde hoofdgebouwen en incidenteel vrijstaande en aaneengebouwde (maximaal 3 aaneen) hoofdgebouwen.
een perceel dat is gelegen op de hoek van twee wegen die toegankelijk zijn voor verkeer of op de hoek van een weg die toegankelijk is voor verkeer en openbaar groen.
een woning binnen het bebouwingstype 'gesloten' aan het begin of einde van de reeks woningen en (extra) bij de woning horende grond aan de zijkant van de woning heeft.
een functie waarvoor het hoofdgebouw als zodanig mag worden gebruikt.
een gebouw dat op een bouwperceel, door zijn constructie, bouwmassa, ruimtelijke uitstraling en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste bouwwerk is aan te merken.
persoon of groep personen die één huishouding voert, waarbij sprake is van onderlinge verbondenheid en continuïteit in de samenstelling ervan.
hoogte waarop het omliggende terrein aansluit op de woning of andere gebouwen en bouwwerken.
het bieden van zorg aan eenieder die hulpbehoevend is op het fysieke, psychische en/of sociale vlak, op vrijwillige basis en buiten organisatorisch verband.
een bouwwerk dat ten dienste staat van het openbaar energietransport dan wel de telecommunicatie, zoals een schakelkast, een elektriciteitshuisje, een verdeelstation, transformatorgebouwen, gebouwen ten behoeve van de gasvoorziening.
omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.1 of 2.2. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht welke op 1 oktober 2010 in werking is getreden.
een gedeelte van een gebouw, dat wordt afgedekt door een vloer waarvan de bovenkant minder dan 1,20 m. boven het peil is gelegen.
een activiteit van zeer beperkte bedrijfsmatige en/of ruimtelijke omvang zodat de functie waaraan zij wordt toegevoegd, qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie herkenbaar blijft.
functie waarvoor maximaal 30% van de vloeroppervlakte van het hoofdgebouw als zodanig mag worden gebruikt.
bebouwing bestaande uit overwegend vrijstaande hoofdgebouwen.
de kleinste bij de totstandkoming functioneel en bouwkundig-constructief zelfstandige eenheid die direct en duurzaam met de aarde is verbonden en betreedbaar en afsluitbaar is.
een woning met een geheel of gedeeltelijk omsloten binnenplaats of binnentuin, gevormd door de gevels van belendende, dan wel op het eigen bouwperceel aanwezige bebouwing.
een deel van het Nederlands grondgebied van welk deel de Dienst voor het kadaster en openbare register, de begrenzing met behulp van landmeetkundige gegevens heeft vastgelegd op grond van gegevens betreffende de rechtstoestand, bestemming en het gebruik dat door zijn kadastrale aanduiding is gekenmerkt.
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding.
een ambachtelijk c.q. dienstverlenend bedrijf dat zijn goederen en diensten rechtstreeks levert aan de consument zoals een goudsmid, schoenmaker en kapper, alsmede commerciële en medische dienstverlening, met dien verstande dat de detailhandelsfunctie ondergeschikt en gerelateerd aan het bedrijf moet zijn.
een seksinrichting bestemd voor of in gebruik voor het zich vanaf de openbare weg of een andere voor het publiek toegankelijke plaats, zichtbaar ter beschikking stellen tot het tegen betaling verlenen van seksuele diensten aan anderen (prostitutie).
woning die in ruil voor de beëindiging van een veehouderij, het inleveren van fosfaatrechten en de sloop van bedrijfsgebouwen op een passende locatie binnen een bebouwingsconcentratie is toegestaan. Het doel van de regeling ruimte voor ruimte is om via de sloop van gebouwen en landschappelijke inpassing van de nieuwe bebouwing aanzienlijke milieu- en ruimtelijke kwaliteitswinst te behalen.
de kwaliteit van de ruimte als bepaald door de gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde van die ruimte.
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een (raam)prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar.
opslag van goederen die geen regelmatige verplaatsing behoeven zoals (antieke) auto's, boten, caravans, meubels en dergelijke.
het door de omvang, de vorm en de situering van de bouwmassa's bepaalde beeld inclusief de ter plaatse door de infrastructuur, de begroeiing en andere door de mens aangebrachte (kunstmatige) elementen gevormde ruimte(n).
verkeersgeleiders, rampalen/amsterdammertjes, verkeersborden, brandkranen, lichtmasten, zitbanken, bloembakken, papier-, glas- en andere inzamelbakken, toegangsconstructies voor ondergrondse voorzieningen, kunstwerken, speeltoestellen en draagconstructies voor reclame, telefooncellen, abri's en kleinschalige bouwwerken voor (openbare) nutsvoorzieningen en daarmee vergelijkbare objecten.
de gronden van een perceel behorende bij een woning, voorzover gelegen buiten het bouwvlak.
een woning binnen het bebouwingstype 'gesloten', waarbij de tussenmuren aan andere woningen grenzen binnen een reeks aaneengebouwde woningen.
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
gedeelte van één of meer bouwwerken op een perceel met dezelfde bestemming, met ten minste één verblijfsruimte bestaande uit een of meer op dezelfde bouwlaag gelegen aan elkaar grenzende ruimten anders dan een toilet-, bad-, technische of verkeersruimte.
ruimte voor het verblijven van mensen, dan wel een ruimte, van één of meer bouwwerken op een perceel met dezelfde bestemming, waarin dezelfde kenmerkende activiteiten plaatsvinden.
de lijn waarin de voorgevel van een bouwwerk is gelegen alsmede het verlengde daarvan.
bebouwing waarbij de hoofdgebouwen noch de bijbehorende bouwwerken met een ander hoofdgebouw of ander gebouw verbonden is.
al het oppervlaktewater zoals sloten, greppels, (infiltratie)vijvers, kanalen, beken en andere waterlopen, ook als deze incidenteel of structureel droogvallen. Alsmede voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten etc.
een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde.
een voor het rij- of ander verkeer bestemde weg of pad, daaronder begrepen de daarin gelegen bruggen en duikers, de tot de weg of pad behorende bermen en zijkanten, alsmede de aan de weg liggende en als zodanig aangeduide parkeergelegenheden.
Wet van 22 juni 1950, houdende vaststelling van regelen voor de opsporing, de vervolging en de berechting van economische delicten, zoals deze luidt op het moment van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan.
het bewonen van een zelfstandige woning of als zodanig bestemd gebouw voor zelfstandige woningen.
een verblijfsobject dat wordt ontsloten via een eigen toegang vanaf de openbare weg, een erf of een gedeelde verkeersruimte dat bestemd is voor de huisvesting van één huishouden of een groep van maximaal vijf personen die geen gezamenlijk huishouden vormt.
wet van 29 augustus 1991, Stb. 439, tot herziening van de Woningwet, zoals deze luidt op het moment van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
de strook grond gelegen naast het hoofdgebouw, waarvan de breedte wordt bepaald door de afstand tussen de zijdelingse perceelsgrens en de zijgevel van het hoofdgebouw over de volledige diepte van het bouwperceel, behorende bij het hoofdgebouw.
ruimte(n) in een gebouw die geheel is (zijn) afgedekt met schuine daken en die in functioneel opzicht deel uitmaakt van (de) daaronder gelegen bouwlaag of bouwlagen.
Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand van een bouwwerk tot de zijdelingse grens van het bouwperceel.
de oppervlakte van alle op een bouwperceel aanwezige bouwwerken tezamen.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
tussen de buitenwerkse hoofdgevelvlakken en/of de harten van gemeenschappelijke scheidingsmuren.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn (snijpunt van wandvlak/dakvlak), het boeiboord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
voor gebouwen waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan de weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang;
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels, balkons en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding van bouw-, c.q. bestemmingsgrenzen niet meer dan 1,00 m. bedraagt.
De voor 'Agrarisch met waarden - Landschap' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m | ||
Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | - - |
bouwhoogte max. 3 m; gezamenlijke bebouwingsoppervlakte per perceel max. 30 m2. |
Burgemeesters en wethouders kunnen via een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.2.1 voor: | mits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: | ||
het bouwen van extra agrarische hulpgebouwen, zoals melkstallen en schuilgelegenheden voor vee met een oppervlakte van max. 20 m² per 1,5 ha en een goot- en bouwhoogte van max. 3 m | a. b. |
het hulpgebouw moet noodzakelijk zijn vanwege een doelmatige agrarische bedrijfsvoering; de in artikel 3.1 aangegeven waarden mogen niet onevenredig worden aangetast. |
|
het bouwen van grotere gebouwen (in casu het opzetten van tenten) voor een evenemententerrein, voor max. 15 dagen per evenement (het opbouwen en afbreken van voorzieningen voor het evenement hieronder begrepen) met een oppervlakte van max. 500 m² en een hoogte van max. 9 m | a. b. |
het gebouw moet noodzakelijk zijn vanwege een evenement; de in 3.1 aangegeven waarden mogen niet onevenredig worden aangetast. |
Tot een gebruik strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van de gronden voor/als:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren:
Het in lid 3.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De in lid 3.5.1 genoemde vergunning kan slechts worden verleend, als geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving genoemde waarden.
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak | ||
Bebouwingsoppervlak | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwd oppervlak (m2)' | ||
Goothoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)'. | ||
Bouwhoogte | zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)', | ||
Dakhelling | min. 20° en max. 60°. |
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
Aantal bedrijfswoningen | max. één per bedrijf, tenzij anders aangeduid ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' | ||
Situering | uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning' | ||
Niet-inpandige bedrijfswoningen | - - - |
goothoogte: max. 6 m; bouwhoogte: max. 10 m; dakhelling: van tenminste 65% van de bedrijfswoning min. 35° en max. 60°. |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij een bedrijfswoning gelden de volgende bepalingen:
Situering | min. 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw, zowel binnen als buiten het bouwvlak | ||
Gezamenlijke bebouwingsoppervlak | max. 100 m2 per bedrijfswoning | ||
Goothoogte | max. 3,2 m | ||
Bouwhoogte | max. 5,5 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende bepalingen:
Situering | zowel binnen als buiten het bouwvlak | ||
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m | ||
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel | max. 1 m | ||
Bouwhoogte lichtmasten | max. 6 m | ||
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 4 m |
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruik van gronden en bouwwerken voor/als:
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van de gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – voorwaardelijke verplichting 2' zonder de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen, binnen 1 jaar na inwerkingtreding bestemmingsplan, conform de in Bijlage 3 Landschappelijke inpassing Gildepad 2 weergegeven Inrichtingsschets.
De voor 'Bedrijf - Nutsvoorziening' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Situering | uitsluitend binnen het bouwvlak |
Goothoogte | max. 3,5 m |
Bouwhoogte | max. 4 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Situering | zowel binnen als buiten het bouwvlak | ||
Bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m | ||
Bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 4 m |
De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
Toegestane gebouwen | uitsluitend gebouwen voor nutsvoorzieningeni | |||||||
Nutsvoorzieningen: | ||||||||
Gezamenlijk bebouwingsoppervlakte |
max. 20 m² | |||||||
Bouwhoogte | max. 4 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen | max. 1 m | ||
Bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 4 m |
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:
Oppervlakte | max. 20 m² |
Bouwhoogte | max. 4 m |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Bouwhoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de verkeersgeleiding en wegverlichting | max. 8 m |
Bouwhoogte beeldende kunstwerken | max. 5 m |
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 4 m |
De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Aantal wooneenheden | maximaal bestaand aantal wooneenheden, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' een afwijkend aantal is aangegeven. | |||
Bebouwingstypologie | Als een bebouwingstypologie is aangeduid ter plaatse van de aanduiding: | |||
- | 'specifieke bouwaanduiding - open/halfopen'; | |||
- | 'specifieke bouwaanduiding - open'; | |||
- | 'specifieke bouwaanduiding - halfopen'; | |||
- | 'specifieke bouwaanduiding - gesloten'; | |||
- | 'specifieke bouwaanduiding - duplex'; | |||
zijn uitsluitend hoofdgebouwen in de vorm van de aangeduide bebouwingstypologieën toegestaan | ||||
Situering | ter plaatse van de aanduiding 'gevellijn', waarbij de voorgevel van het hoofdgebouw op de gevellijn dient te worden gebouwd of ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak', binnen het bouwvlak | |||
Bebouwingsoppervlak | indien een bouwvlak aanwezig is, mag het bouwvlak volledig bebouwd worden. | |||
Inhoud | ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - ruimte voor ruimte' mag de inhoud van de woning maximaal 1.000 m3 bedragen | |||
Erkers, balkons en luifels | de gevellijn of het bouwvlak mag uitsluitend worden overschreden met een erker, balkon of luifel, onder de volgende voorwaarden: | |||
a. b.c. d.e. f. |
diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw: max. 1,5 m; afstand tot de openbare weg: min. 2 m; bouwhoogte: maximaal de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw; breedte: maximaal 50% van de breedte van de voorgevel; in afwijking van het bepaalde onder b. dient ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - duplex' de afstand van de erker of balkon tot de openbare weg minimaal 1,5 m te bedragen; in afwijking van het bepaalde onder c. mag ter plaatse van de 'specifieke bouwaanduiding - duplex' de bouwhoogte van de erker of balkon 3,70 m bedragen. |
|||
Afstand tot zijdelingse perceelsgrens |
- - - |
vrijstaande woningen aan beide zijden min. 3 m; twee-aaneengebouwde woningen aan één zijde min. 3 m; aaneengebouwde woningen: - tussenwoning: 0 m, - eindwoning: min. 0 m - hoekwoning: aan één zijde min. 3 m |
||
Diepte | max. 12 m, met dien verstande dat: | |||
- - - |
bij vrijstaande en halfvrijstaande woningen een diepte van max. 15 m is toegestaan; bij patiowoningen een diepte van max. 18 m is toegestaan de afstand tussen de achtergevel en van het hoofdgebouw en de achterste perceelsgrens min. 6 m bedraagt |
|||
Breedte | max. 12 m per woning of bestaande breedte. | |||
Goothoogte | max. zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)'. | |||
Bouwhoogte | max. zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' | |||
Dakhelling | van tenminste 70% van het hoofdgebouw minimaal 35° en maximaal 60° | |||
Kaprichting | ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - open/halfopen' in het deelgebied Rijpershoek-Hulsedijk dient de kap dwars op de straat te worden gerealiseerd. |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken (inclusief 1 carport en overkappingen) gelden de volgende bepalingen:
Situering |
- - - |
min. 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw; bij vrijstaande hoofdgebouwen moet één zijstrook tot aan de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw vrij blijven van bebouwing. indien aanduiding 'bijgebouwen' aanwezig op perceel, uitsluitend binnen de aanduiding 'bijgebouwen'. |
|
Gezamenlijk bebouwings- percentage-/oppervlakte | - - |
maximaal 50% van het bouwperceel binnen de bestemming 'Wonen' tot een maximum van 150 m², met dien verstande dat op bouwpercelen groter dan 1.000 m² een maximum van 200 m² is toegestaan. indien een aanduiding 'bijgebouwen' aanwezig is, mogen de gronden ter plaatse van de aanduiding volledig bebouwd worden. |
|
Oppervlakte binnen toegestane diepte hoofdgebouwen |
Het deel wat binnen de, volgens artikel 8.2.1, toegestane diepte en breedte van het hoofdgebouw valt, wordt niet in mindering gebracht op het totaal oppervlakte van toegestane bijhorende bouwwerken, overkappingen en carport. | ||
Goothoogte | max. 3,2 m, tenzij anders aangeduid met de aanduiding 'maximum goothoogte (m)' ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'. | ||
Bouwhoogte | max. 5,5 m, tenzij anders aangeduid met de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)' ter plaatse van de aanduiding 'bijgebouwen'. | ||
Carport |
- - - - - - |
max. drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen; als de carport niet gesitueerd wordt tussen belendende gebouwen mag deze maximaal voorzien worden van 1 gevel; max. 1 carport per bouwperceel; uitsluitend achter de voorgevelrooilijn, of max.1 m vóór de voorgevelrooilijn als de voortuin een diepte heeft van min. 3 m; bouwhoogte max. 3,2 m; oppervlakte max. 30 m², de oppervlakte van de carport wordt in mindering gebracht op de totale bebouwingsoppervlakte. |
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
Carport en overkappingen | in dit artikel uitgeloten, omdat deze vallen onder artikel 8.2.2. | ||
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m | ||
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel | max. 1 m, in afwijking hiervan mag bij de hoekwoning ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - duplex' een erfafscheiding van max. 2 meter worden gerealiseerd |
||
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 4 m | ||
Zwembaden | afstand tot de zijdelingse perceelsgrens: min. 1 m |
Bij nieuwbouw van woningen gelden de volgende bepalingen
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruiken van gronden voor het stallen van één of meer (sta)caravans, anders dan genoemd in 8.1 onder d.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van de gronden en bouwwerken ter plaatse van de aanduiding 'overige zone – voorwaardelijke verplichting 1' zonder de aanleg en instandhouding van de landschapsmaatregelen, binnen 1 jaar na inwerkingtreding bestemmingsplan, conform de in Bijlage 4 Landschappelijke inpassing Rouwenbogt 1 weergegeven Inrichtingsschets.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van de gronden en bouwwerken zonder de aanleg en instandhouding van voldoende waterberging.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van de gronden en bouwwerken voor wonen als bedoeld in lid 8.1 sublid a ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - voorwaardelijke verplichting bodem' zonder de sanering van de met zink verontreinigde bodem conform een door het bevoegd gezag goedgekeurde BUS-melding.
Binnen de bestemming 'Wonen' is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of bedrijf, zoals opgenomen in Bijlage 2 Lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis verbonden beroepen en bedrijven, in hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Ter plaatse van de aanduiding 'atelier' is het toegestaan een atelier/workshopruimte te realiseren, welke wordt gebruikt voor creatieve workshops voor een groep van maximaal 20 personen.
Ten aanzien van het parkeren geldt het bepaalde in artikel 18.1.
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 8.1 voor het realiseren van kleinschalig logeren (o.a. bed & breakfast) als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor 'Woongebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
Voor het bouwen van hoofdgebouwen gelden de volgende bepalingen:
Aantal wooneenheden | maximaal bestaand aantal wooneenheden, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' een afwijkend aantal is aangegeven. | ||
Bebouwingstypologie | Als een bebouwingstypologie is aangeduid ter plaatse van de aanduiding: | ||
- | 'specifieke bouwaanduiding - open/halfopen'; | ||
- | 'specifieke bouwaanduiding - open'; | ||
- | 'specifieke bouwaanduiding - halfopen'; | ||
- | 'specifieke bouwaanduiding - gesloten'; | ||
- | 'gestapeld' | ||
zijn uitsluitend hoofdgebouwen in de vorm van de aangeduide bebouwingstypologieën toegestaan | |||
Situering | a. | Indien een bouwvlak is opgenomen, dient het hoofdgebouw binnen het bouwvlak te worden gebouwd; | |
b. | de afstand van een hoofdgebouw tot de voorste perceelsgrens mag niet minder bedragen dan 3 meter en niet meer bedragen dan 5 meter; | ||
c. | in afwijking van het bepaalde onder a. mag het hoofdgebouw van een rijwoning in de voorste perceelsgrens worden gebouwd; | ||
d. | ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' mogen geen hoofdgebouwen worden gebouwd. | ||
Erkers, balkons en luifels | de voorgevel van het hoofdgebouw mag uitsluitend worden overschreden met een erker, balkon of luifel, onder de volgende voorwaarden: | ||
a. | diepte gemeten vanuit de voorgevel van het hoofdgebouw: max. 1,5 m; | ||
b. | afstand tot de openbare weg: min. 2 m; | ||
c. | bouwhoogte: max. de bouwhoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw; | ||
d. | breedte: max. 50% van de breedte van de voorgevel. | ||
Afstand tot zijdelingse perceelsgrens |
- - - - |
vrijstaande woningen aan beide zijden min. 3 m; twee-aaneengebouwde woningen aan één zijde min. 3 m; aaneengebouwde woningen: 0 m patiowoningen: 0 m |
|
Diepte | max. 12 m, met dien verstande dat: | ||
- - - - |
bij vrijstaande en halfvrijstaande woningen een diepte van max. 15 m is toegestaan; bij patiowoningen een diepte van max. 18 m is toegestaan; bij gestapelde woningen het volledige bouwperceel mag worden bebouwd; de afstand tussen de achtergevel van het hoofdgebouw en de achterste perceelsgrens min. 6 m bedraagt. |
||
Breedte | max. 12 m per woning | ||
Goothoogte | max. zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum goothoogte (m)', met dien verstande dat bij een platte afdekking de goothoogte gelijk is aan de aangeduide bouwhoogte. | ||
Bouwhoogte | max. zoals aangegeven ter plaatse van de aanduiding 'maximum bouwhoogte (m)', met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwhoogte' een dakopbouw of tweede bouwlaag op maximaal 60% van het hoofdgebouw is toegestaan. | ||
Dakhelling | a. | het hoofdgebouw mag schuin en plat worden afgedekt, met dien verstande dat bij toepassing van een dakhelling tenminste 65% van het hoofdgebouw een dakhelling dient te hebben van min. 35° en max. 60°. | |
b. | in afwijking van het bepaalde onder a. mag het hoofdgebouw ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - bouwhoogte' uitsluitend plat afgedekt te worden |
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken (inclusief 1 carport en overkappingen) gelden de volgende bepalingen:
Situering |
- - - |
min. 3 m achter de voorgevellijn van het hoofdgebouw; bij vrijstaande hoofdgebouwen moet één zijstrook tot aan de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw vrij blijven van bebouwing. bij patiowoningen moet achter de achtergevel een oppervlakte van min. 12 m² vrij blijven van bebouwing. |
|
Gezamenlijk bebouwingspercentage- / oppervlakte | max. 50% van het bouwperceel binnen de bestemming 'Wonen' tot een maximum van 150 m², met dien verstande dat op bouwpercelen groter dan 1.000 m² een maximum van 200 m² is toegestaan | ||
Goothoogte | max. 3,2 m | ||
Bouwhoogte | max. 5,5 m | ||
Carport | - - - - - - - |
max. drie zijden begrensd door de gevels van belendende gebouwen; als de carport niet gesitueerd wordt tussen belendende gebouwen mag deze maximaal voorzien worden van 1 gevel; max. 1 carport per bouwperceel; uitsluitende achter de voorgevelrooilijn, of max. 1 m vóór de voorgevelrooilijn als de voortuin een diepte heeft van min. 3 m; bouwhoogte max. 3,2 m; oppervlakte van max. 30 m²; de oppervlakte van de carport wordt in mindering gebracht op de totale bebouwingsoppervlakte. |
Voor het bouwen van erf- en terreinafscheidingen gelden de volgende bepalingen:
Carport en overkappingen | in dit artikel uitgesloten, omdat deze vallen onder artikel 9.2.2. | ||
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen | max. 2 m | ||
Bouwhoogte erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel | max. 1 m | ||
Bouwhoogte geluidwal | ter plaatse van de aanduiding 'geluidwal' min. de hoogte zoals aangegeven in het akoestisch onderzoek opgenomen in Bijlage 16 Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai bij de toelichting | ||
Bouwhoogte overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde | max. 4 m | ||
Zwembaden | afstand tot de zijdelingse perceelsgrens: min. 1 m |
Bij nieuwbouw van woningen gelden de volgende bepalingen
Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van:
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend het gebruiken van gronden ten behoeve van het stallen van één of meer (sta)caravans.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van de gronden en bouwwerken zonder de aanleg en instandhouding van voldoende waterberging.
Tot een met de bestemming strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van en het in gebruik laten nemen van de gronden en bouwwerken voor wonen als bedoeld in lid 9.1 lid a ter plaatse van de aanduiding 'overige zone - voorwaardelijke verplichting geur' zonder dat de omgevingsvergunningen ten behoeve van de pluimveehouderijen aan Gildepad 2 en Rouwenbogt 1 te Reusel zijn ingetrokken en het gebruik van de agrarische bedrijfsactiviteiten dat daardoor was toegestaan, is gestaakt.
Binnen de bestemming 'Woongebied' is de uitoefening van een aan huis verbonden beroep of bedrijf, zoals opgenomen in bijlage 2 Lijst van rechtstreeks toelaatbare aan huis verbonden beroepen en bedrijven, in hoofdgebouw en bijbehorende bouwwerken toegestaan als ondergeschikte activiteit bij de woonfunctie, waarbij de volgende bepalingen van toepassing zijn:
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in lid 9.1 voor het realiseren van kleinschalig logeren (o.a. bed & breakfast) als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
De voor ‘Waarde - Archeologie 2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, over een oppervlakte van 100 m² of meer:
Het in lid 10.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor ‘Waarde - Archeologie 3’ aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 3' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, over een oppervlakte van 250 m² of meer:
Het in lid 11.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor ‘Waarde - Archeologie 4.1' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4.1' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, over een oppervlakte van 500 m² of meer:
Het in lid 12.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
De voor ‘Waarde - Archeologie 4.2' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond verwachte archeologische waarden.
Het is verboden op de gronden met de bestemming 'Waarde - Archeologie 4.2' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren of te laten uitvoeren, over een oppervlakte van 500 m² of meer:
Het in lid 13.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:
Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor afwijking van:
Deze regels kunnen worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Stedelijk gebied, woningbouwlocaties Molen Akkers en Denestraatse Akkers, Reusel'