direct naar inhoud van Artikel 16 Maatschappelijk - Begraafplaats
Plan: Kom Lage Mierde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1667.BPLMkom3001-VAST

Artikel 16 Maatschappelijk - Begraafplaats

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - Begraafplaats' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. doeleinden van lijkbezorging;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. infrastructurele voorzieningen;
  • c. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;

en de daarbij behorende:

  • e. tuinen, erven en terreinen;
  • f. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
16.2 Bouwregels
16.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. In totaal mag ten hoogste 30 m2 aan gebouwen worden opgericht.
  • b. De bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 3,00 m. bedragen.
16.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2,00 m. bedragen.
  • b. De bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 4,00 m. bedragen.
  • c. De oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 20 m² bedragen.
16.3 Afwijken van de bouwregels
16.3.1 Afwijken voor het realiseren van een columbarium

Burgemeester en wethouders kunnen een omgevingsvergunning verlenen voor het afwijken van het bepaalde in 16.2.1 en 16.2.2 en toestaan dat een columbarium wordt gebouwd, mits:

  • a. De bouwhoogte niet hoger is dan 5,5 meter.
  • b. De goothoogte niet hoger is dan 2,5 meter.
  • c. De oppervlakte niet meer bedraagt dan 80 m².
  • d. Het columbarium een hoogwaardige architectonische uitwerking krijgt en aansluit op de cultuurhistorische waarden van de aangrenzende omgeving.
  • e. Het columbarium gemaakt wordt van natuurlijke materialen.
16.4 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
16.4.1 Omgevingsvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de bebouwing ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' en/of ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – cultuurhistorische waardevolle bebouwing' geheel of gedeeltelijk te slopen.

16.4.2 Uitzonderingen

Het in lid 16.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van dit plan omgevingsvergunning is verleend.
16.4.3 Toelaatbaarheid
  • a. De in lid 16.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien de cultuurhistorische waarden van de gronden niet in onevenredige mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het behoud, de versterking en/of het herstel van die waarden niet worden verkleind.
  • b. In afwijking van het bepaalde in sub a kan een omgevingsvergunning worden verleend als op basis van technische en economische overwegingen instandhouding van het bouwwerk redelijkerwijs niet kan worden verlangd.
  • c. Indien het bevoegd gezag voornemens is om de omgevingsvergunning te verlenen op basis van het gestelde in sub a of b, wordt de gemeentelijke monumentencommissie om advies gevraagd.