direct naar inhoud van Artikel 15 Maatschappelijk
Plan: Kom Lage Mierde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1667.BPLMkom3001-VAST

Artikel 15 Maatschappelijk

15.1 Bestemmingsomschrijving
15.1.1

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke en culturele voorzieningen;

met daaraan ondergeschikt:

  • b. ondersteunende horeca;
  • c. infrastructurele voorzieningen;
  • d. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;

en de daarbij behorende:

  • f. tuinen, erven en terreinen;
  • g. gebouwen;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
15.1.2

Voor zover de gronden tevens zijn gelegen binnen de dubbelbestemming:

zijn mede de desbetreffende bepalingen van deze regels van toepassing.

15.2 Bouwregels
15.2.1 Gebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. Een gebouw mag uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.
  • b. Het bouwvlak mag volledig bebouwd worden, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' een afwijkend bebouwingspercentage is aangegeven.
  • c. De goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 6,00 m. bedragen, met uitzondering van de kerk. De goothoogte van de kerk mag niet meer bedragen dan bestaand.
  • d. De bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 9,50 m. bedragen, met uitzondering van de kerk. De bouwhoogte van de kerk mag niet meer bedragen dan bestaand.
  • e. In afwijking van het bepaalde onder a. mag buiten het bouwvlak een fietsenstalling worden gebouw, waarvan de bouwhoogte niet meer dan 3,00 m. mag bedragen en de oppervlakte niet meer dan 60 m² mag bedragen.
15.2.2 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde mogen uitsluitend in het bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2,00 m. bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer dan 1,00 m. mag bedragen.
  • c. De bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 4,00 m. bedragen.
  • d. Ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' mag niet worden gebouwd of ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' dient het bouwen zodanig plaats te vinden dat de op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan, aanwezige, beeldbepalende waarde niet wezenlijk wordt aangetast.
  • e. De oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 30 m².
15.3 Specifieke gebruiksregels
15.3.1

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.

15.3.2

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in 15.3.1, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen en van wagens;
  • b. horeca anders dan ondergeschikt;
  • c. detailhandel;
  • d. gebouwen voor recreatieve bewoning;
  • e. ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
  • f. buitenopslag, behalve als dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte tijdelijke gebruik en dan niet voor de voorgevel van het hoofdgebouw.
15.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
15.4.1

Ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' is het verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het verrichten van handelingen, die de dood of ernstige beschadiging daarvan tot gevolg kunnen hebben;
  • b. het aanbrengen van boven- en ondergrondse transport-, energie- of communicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • c. het aanleggen of aanbrengen van oppervlakteverhardingen.
15.4.2

Het in 15.4.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan.
15.4.3

De in 15.4.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de landschappelijke en/of natuurwetenschappelijke waarden van de gronden.

15.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk
15.5.1 Omgevingsvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de bebouwing ter plaatse van de dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' en/of ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding – cultuurhistorische waardevolle bebouwing' geheel of gedeeltelijk te slopen.

15.5.2 Uitzonderingen

Het in lid 15.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:

  • a. het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, dan wel van ondergeschikte betekenis zijn;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan;
  • c. waarvoor ten tijde van het van kracht worden van dit plan omgevingsvergunning is verleend.
15.5.3 Toelaatbaarheid
  • a. De in lid 15.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien de cultuurhistorische waarden van de gronden niet in onevenredige mate worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het behoud, de versterking en/of het herstel van die waarden niet worden verkleind.
  • b. In afwijking van het bepaalde in sub a kan een omgevingsvergunning worden verleend als op basis van technische en economische overwegingen instandhouding van het bouwwerk redelijkerwijs niet kan worden verlangd.
  • c. Indien het bevoegd gezag voornemens is om de omgevingsvergunning te verlenen op basis van het gestelde in sub a of b, wordt de gemeentelijke monumentencommissie om advies gevraagd.