direct naar inhoud van Artikel 17 Sport
Plan: Kom Lage Mierde
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1667.BPLMkom3001-VAST

Artikel 17 Sport

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportvoorzieningen;
  • b. evenementen;

met daaraan ondergeschikt:

  • c. infrastructurele voorzieningen;
  • d. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • e. groenvoorzieningen;

en de daarbij behorende:

  • f. terreinen;
  • g. gebouwen, ten behoeven van sportieve doeleinden, met de daarbij behorende voorzieningen, zoals een kantine;
  • h. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
17.2 Bouwregels
17.2.1 Hoofdgebouwen

Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. De gebouwen mogen uitsluitend binnen een bouwvlak worden gebouwd.
  • b. De goothoogte van een gebouw mag niet meer dan 4,50 m. bedragen.
  • c. De bouwhoogte van een gebouw mag niet meer dan 8,00 m. bedragen.
17.2.2 Bijgebouwen

Voor het bouwen van bijgebouwen gelden de volgende bepalingen:

  • a. De bijgebouwen mogen uitsluitend in het bestemmingsvlak worden gebouwd.
  • b. De oppervlakte van een bijgebouw mag niet meer dan 20 m2 bedragen.
  • c. In totaal mag ten hoogste 60 m2 aan bijgebouwen worden opgericht.
  • d. De bouwhoogte van een bijgebouw mag niet meer dan 3,00 m. bedragen.
17.2.3 Bouwwerken geen gebouwen zijnde

Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:

  • a. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer dan 2,00 m. bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte voor erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel niet meer dan 1,00 m. mag bedragen.
  • b. De hoogte van schutsbomen mag niet meer dan 13,00 m. bedragen.
  • c. De bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, mag niet meer dan 4,00 m. bedragen.
  • d. De bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer dan 15,00 m. bedragen.
  • e. De oppervlakte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer dan 30 m² bedragen.
17.3 Nadere eisen
  • a. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen ten aanzien van:
    • 1. de plaats en de afmetingen van de bebouwing ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
    • 2. ten aanzien van het plangebied wordt, voorzover dit is gelegen binnen de groenblauwe mantel, aan het college van burgemeester en wethouders een inrichtingsplan ter goedkeuring overgelegd, ter bescherming van geconstateerde aanwezige ecologische, landschappelijke en hydrologische waarden binnen het plangebied.
  • b. Deze nadere eisen kunnen uitsluitend worden gesteld met het oog op de verbetering van de ecologische, landschappelijke en hydrologische kwaliteit van de omgeving. Bij de gebruikmaking van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen is de procedure als genoemd in 30.1 van toepassing.
17.4 Specifieke gebruiksregels
17.4.1

Het is verboden de gronden en bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken op een wijze of tot een doel, strijdig met deze bestemming.

17.4.2

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in 17.4.1, wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het plaatsen van onderkomens en/of kampeermiddelen, van al dan niet afgedankte voer- en vaartuigen en van wagens;
  • b. horeca anders dan ondergeschikt;
  • c. gebouwen voor recreatieve bewoning;
  • d. ambachtelijke en/of industriële doeleinden;
  • e. buitenopslag, behalve als dit noodzakelijk is voor het op de bestemming gerichte tijdelijke gebruik en dan niet voor de voorgevel van het hoofdgebouw.