Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Linne Zuidoost
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.1641.BPL004-VG01

Artikel 6 Verkeer

6.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wegen, straten en paden met hoofdzakelijk een verkeersfunctie;
  2. voet- en rijwielpaden;
  3. parkeervoorzieningen, met dien verstande dat uitsluitend ingerichte parkeerplaatsen voor vrachtauto’s zijn toegestaan ter plaatse van de aanduiding  “specifieke vorm van verkeer - parkeren vrachtverkeer”;
  4. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  5. voorzieningen van algemeen nut;
  6. kunstwerken;
  7. (ondergrondse) waterhuishoudkundige voorzieningen, waterlopen en waterpartijen;
  8. oeververbindingen (bruggen).
6.2 Bouwregels
6.2.1  Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
  1. op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd;
  2. de goothoogte van gebouwen bedraagt maximaal 3 meter;
  3. de maximale oppervlakte van een gebouw bedraagt 15 m².
6.2.2  Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende bepalingen:
 
  1. de maximale bouwhoogte van lichtmasten, bewegwijzering en verkeersregulering bedraagt 8 meter;
  2. overkappingen zijn niet toegestaan;
  3. de maximale bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt 5 meter.
6.3 Ontheffing van de bouwregels
  1. Met in acht name van het bepaalde in sub b van dit lid, zijn burgemeester en wethouders bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 6.2.2, voor het toestaan van het oprichten van bouwwerken geen gebouwen zijnde, waarvan de hoogte niet meer dan 10 m bedraagt.
  2. Vrijstelling wordt slechts verleend indien het belang van de N271 dit toelaat en nadat de wegbeheerder is gehoord. Toetsingskader in deze is de “Verordening provinciale wegen” van de provincie Limburg.
  3. Bij het verlenen van vrijstelling door burgemeester en wethouders wordt de procedure in acht genomen zoals vermeld in artikel 18.