direct naar inhoud van 7.3 Bedrijven en milieuzonering
Plan: Bergweg Zuid e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.1621.BP0121-VAST

7.3 Bedrijven en milieuzonering

Beleid en normstelling

In het kader van een goede ruimtelijke ordening is het van belang dat bij de aanwezigheid van bedrijven in de omgeving van milieugevoelige functies zoals woningen:

  • ter plaatse van de woningen een goed woon- en leefmilieu kan worden gegarandeerd;
  • rekening wordt gehouden met de bedrijfsvoering en milieuruimte van de betreffende bedrijven.

Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en gevoelige functies met betrekking tot milieu in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit bestemmingsplan gebruikgemaakt van een milieuzonering. Deze milieuzonering vindt plaats aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten (SvB). Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gekoppeld aan een mate van milieubelasting. De Staat van Bedrijfsactiviteiten is opgesteld met behulp van de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering (2009).

Onderzoek

Staat van Bedrijfsactiviteiten

In de genoemde VNG-publicatie wordt onderscheid gemaakt in een SvB gebaseerd op richtafstanden ('standaard' SvB) en een SvB die specifiek gericht is op gebieden met functiemenging. Ook de eerstgenoemde 'standaard' SvB is echter toe te passen voor gemengde gebieden, door de richtafstanden die gelden ten opzichte van een 'rustige woonwijk' met een afstandsstap te verkleinen. In het plangebied Bergweg Zuid e.o. is weliswaar sprake van functiemenging, maar de aard van het plangebied, de omvang van de bedrijfspercelen en de situering ten opzichte van de omliggende woningen is zodanig, dat is gekozen voor het toepassen van de 'standaard' SvB. Voor een nadere toelichting op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de SvB wordt verwezen naar bijlage 1 van de toelichting. In dit bestemmingsplan is gekozen voor een aangepaste SvB. In de SvB zijn bedrijven met een hogere milieucategorie dan toelaatbaar (categorie 2) uit de SvB geschrapt. Tevens zijn tuinbouwbedrijven niet opgenomen, doordat de vestiging van deze bedrijven niet wenselijk is binnen dit bestemmingsplan.

Algemene toelaatbaarheid

Het lint langs de Bergweg Zuid is te karakteriseren als een gemengd gebied. Daarnaast is sprake van een verhoogd achtergrondniveau vanwege de ligging aan de relatief drukke verkeersverbinding en de aanvliegroute van de luchthaven. In een dergelijk gebied zijn bedrijfsactiviteiten uit categorie 1 en 2 algemeen toelaatbaar op korte afstand van woningen. Dit zijn bedrijfsactiviteiten met een relatief beperkte milieubelasting.

Inventarisatie bedrijven

Het rapport in bijlage 2 van de toelichting geeft een globaal overzicht van de bedrijven binnen het plangebied op het moment van inventarisatie. Deze inventarisatie is gebruikt als hulpmiddel bij het opstellen van het nieuwe bestemmingsplan. Aan de inventarisatie zelf kunnen geen planologische rechten worden ontleend.

Aan de hand van de SvB is in de inventarisatie bepaald welke bedrijven binnen de algemene toelaatbaarheid passen. Bedrijven die niet binnen de algemene toelaatbaarheid passen krijgen in het nieuwe bestemmingsplan een specifieke aanduiding. Bij bedrijfsbeƫindiging of verplaatsing kan zich op die locatie alleen nog een gelijksoortig bedrijf vestigen, of een bedrijf dat past binnen de algemene toelaatbaarheid. Op deze manier wordt relevante milieuhinder in de toekomst voorkomen.

Afwijken van de gebruiksregels

De toelaatbaarheid zoals deze hierboven is beschreven, betekent niet dat de uitoefening van activiteiten die niet zijn opgenomen in de SvB in alle gevallen onaanvaardbaar is. De SvB geeft namelijk een vrij grove indeling van de hinderlijkheid van bedrijven. De situatie bij een specifiek bedrijf kan daarvan afwijken. Met name komt het voor dat een bedrijf als gevolg van de geringe omvang van hinderlijke (deel)activiteiten of door een milieuvriendelijke werkwijze minder hinder veroorzaakt dan in de SvB is verondersteld. In dat geval kan bij omgevingsvergunning worden afgeweken van de algemene toelaatbaarheid. Op die manier kan een dergelijk bedrijf worden toegestaan. Ingeval van het afwijken dient wel te worden aangetoond dat deze bedrijfsactiviteiten naar aard en invloed op de omgeving vergelijkbaar zijn met de bedrijfsactiviteiten genoemd in de lagere algemeen toegelaten milieucategorieƫn.

Conclusie

Het voorliggend bestemmingsplan betreft een consoliderend plan. Door het toepassen van een milieuzonering worden nieuwe hindersituaties voorkomen. Met de bestemmingsplanregeling worden bestaande bedrijven niet in hun bedrijfsvoering beperkt en kan ter plaatse van omliggende woningen een aanvaardbaar woon- en leefklimaat worden gegarandeerd.